Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
28-02-2010
NIGERIA - Het keukenkabinet van mevrouw de president
De president van Afrika's volkrijkste natie is in het grootste geheim naar zijn vaderland Nigeria teruggekeerd. In november verdween Umaru Yar'Adua naar Saoedi-Arabië voor een behandeling, zonder zijn macht evenwel aan vicepresident Goodluck Jonathan over te dragen. Waarnemers menen dat het zijn vrouw Turai was die de touwtjes in handen had.
Jonathan blijft minstens voorlopig aan de macht. Daarmee kwam een einde aan het bewind van 'mevrouw de president' en haar 'keukenkabinet'. Wat is er aan de hand met de in mei 2007 aan de macht gekomen president? Dat is de vraag die de 149 miljoen Nigerianen bezighoudt sinds hij op 23 november naar Saoedi-Arabië verdween voor behandeling. Zijn gezondheid was ook voor zijn aantreden als staatshoofd behoorlijk zwak, hij had al jaren nier- en hartproblemen. Net na zijn vertrek vroegen velen zich af of hij in een lijkkist naar zijn vaderland terug zou komen. De geruchten wilden dat de man door een hersenbloeding werd geteisterd waardoor hij niet langer kan spreken en niemand meer herkent. Of dat klopt, valt niet uit te maken aangezien Yar'Adua sinds zijn terugkeer naar Abuja niet publiekelijk is verschenen noch op de radio te horen was. Een ambulance voerde hem in het holst van de nacht af en de kabinetsmeeting van gisterochtend werd uitgesteld. Vicepresident Jonathan zou gisterenmiddag overleg houden over de toestand. Later werd bericht dat hij voorlopig in functie blijft en dat de brief aan het parlement waarmee Yar'Adua zijn functie kan terugclaimen, voorlopig niet wordt verstuurd. Dat Yar'Adua in Saoedi-Arabië moest worden behandeld, konden velen begrijpen maar dat hij zijn macht niet voorafgaandelijk overdroeg aan de vicepresident, kwam vreemd over. De grondwet uit 1999 stipuleert immers precies hoe dat moet. Het Nigeriaanse parlement maakte de voorbije drie maanden evenmin een goede beurt: het had de grondwettelijke bevoegdheid om in te grijpen maar blonk uit in inertie. Idem dito voor de regeringspartij Volksdemocratische Partij (PDP). "Als gewezen president en partijvoorzitter Obasanjo er nog niet toe kan komen om de macht van het ene partijlid (de president) over te dragen aan het andere (de vicepresident), zullen ze dan volgend jaar bij een eventuele electorale zege voor de oppositie wel bereid zijn om het mandaat af te staan?", zo vroeg een advocaat zich af in de krant Vanguard. De doorbraak kwam er uiteindelijk op initiatief van de Nigeriaanse balie, die een verzoek indiende bij het Hooggerechtshof tot aanstelling van vicepresident Jonathan, wat op 8 februari uiteindelijk gebeurde. Daarmee, zo zeggen waarnemers, kwam een einde aan het bewind van het 'keukenkabinet' en van 'mevrouw de president'. Het eerste doelt op een kringetje waarin behalve de Nigeriaanse first lady Turia Yar'Adua ook de ministers van Justitie en Landbouw zaten, en de economische adviseur van de president. Als we de Nigeriaanse columnisten en politologen mogen geloven, dan wordt Afrika's volkrijkste natie al sinds het aantreden van Yar'Adua bestuurd door zijn vrouw. "Je zou haar het kompas kunnen noemen waarmee hij de politieke horizon afspeurde", zo schrijft een politoloog op de site allafrica.com. Commentatoren van Saharareporters hebben het dan weer over "een vrouw wier zucht naar zelfverrijking en fascinatie voor de macht ervoor zorgden dat ze de baas is over een notoir tandeloos kabinet". Turai wordt vergeleken met Nnamdi Uba, het gewezen hulpje van Yar'Adua's voorganger Obasanjo, van wie bekend was dat hij de echte baas was over de Nigeriaanse Nationale Petroleummaatschappij, Nigeria's belangrijkste inkomstenbron. In die functie hielp hij de president miljoenen dollar incasseren en zelf werd hij een van de rijkste burgers van het land.
Nachtelijke baas Sommigen menen dat Turai zelfs meer is dan Uba. "Doe er nog maar Mariam Babangida en Miriam Abacha (twee vrouwen van ex-presidenten) bij", zo stelde een gewezen kopstuk van de regeringspartij. "Iedereen heeft een hekel aan haar maar niemand had de moed om de president te vragen haar in te tomen. We weten dat hij geen macht over haar had en als zij het niet voor je heeft, is je carrière afgelopen", aldus de man. "We noemden haar de nachtelijke baas. Zie je, de president ging ten laatste om negen uur onder de wol en daarna riep zij haar getrouwen bijeen. De beslissingen die toen werden genomen, bleven geldig, ook nadat haar man de volgende dag wakker was geworden." Diezelfde waarnemers menen dat de terugkeer van de president naar Abuja gisteren een laatste poging was van 'mevrouw de president' om vast te houden aan de macht. Nadat Jonathan het roer overnam, moest zij het presidentiële paleis immers ontruimen. Bovendien toonde het kersverse staatshoofd zich daadkrachtig: haar medestander de justitieminister werd prompt afgezet. En collega's die te laat komen voor de wekelijkse kabinetsmeeting, vinden de deur permanent gesloten.
INDIA - De Naxalites, 'de grootste bedreiging van het land'
De maoïstische Naxalitebeweging bestaat al van 1967 maar het is in de voorbije jaren dat ze is uitgegroeid tot wat de eerste minister "de grootste veiligheidsuitdaging van het land" noemt. "Het keerpunt", zo meent Suhar Chakma van het Asian Center for Human Rights, "kwam in 2004, met het samenvoegen van de twee prominentste groepen, de People's War Group en de Maoist Communist Center in de Communist Party of India (Maoist), waarbij kleinere groepen zich later aansloten."
In de voorbije vijf jaar, zo schrijft het onderzoeksblad Frontline, "is het aantal gewapende kaders van de beweging gestegen tot 20.000, dat zijn er twee keer zoveel als vijf jaar geleden". Ondertussen zijn deNaxalites aanwezig in 223 van de zowat 600 districten in India, vooral in het oosten en noorden van het land. In 2003 werd hun activiteit 'slechts' in 55 districten vastgesteld, in half zoveel deelstaten als nu. In 2009 was de gewapende beweging die vooral kastelozen en inheemsen als voetvolk heeft, goed voor meer dan 1.000 aanvallen, waarbij 600 mensen omkwamen. Het totale aantal doden in de loop der jaren wordt op meer dan 6.000 geraamd.
In het najaar van 2009 werden verschillende kopstukken van de beweging gearresteerd en tevens lanceerde de overheid Operatie Groene Jacht, waarbij 50.000 paramilitairen en evenveel politiemannen werden gemobiliseerd, alsook gevechtsvliegtuigen en zwaar militair materieel. In antwoord daarop zetten de Naxalites Operatie Vredesjacht op. De arrestaties van de leiders werden beantwoord met bestormingen van militaire posten en politiekantoren, waarbij tientallen functionarissen werden vermoord. Volgens de maoïstische woordvoerder Koteshwar Rao, alias Kishenji, wilde de beweging daarmee bewijzen dat ze haar slagkracht niet was verloren. "Het is de Indiase overheid die schuld heeft aan die doden", zei hij in november in een interview met Frontline, "het is Delhi dat geen vredesbesprekingen wil."
Sindsdien hebben de Naxalites herhaaldelijk gesteld dat ze een bestand willen. Het laatste aanbod werd maandagavond geformuleerd. Daarin boden de maoïsten een bestand van 72 dagen aan, op voorwaarde dat er een einde kwam aan de Operatie Groene Jacht en dat hun vier gearresteerde leiders werden vrijgelaten zodat ze aan de onderhandelingen konden deelnemen. Minister van Binnenlandse Zaken Chidambaram zei gisteren te willen onderhandelen zonder voorafgaandelijke voorwaarden. Critici waren snel om op te merken dat de voorgestelde periode van het bestand overeenkomt met de tijd dat het voor de rebellen sowieso moeilijk is om hun guerrillaoorlogsvoering voort te zetten.
Onderontwikkeling
In een rapport in november stelde de niet meteen van communistische sympathieën verdachte Federatie van Indiase Kamers van Handel en Industrie dat de oorzaak van de gigantische groei van de maoïstische beweging gezocht moet worden in "de systematische verwaarlozing van de ontwikkeling in tribale gebieden, wat leidde tot werkloosheid, armoede en ongebreidelde exploitatie van de armen. Mensen in afgelegen dorpen zien geen overheid en geen ontwikkelingsinitiatieven en ze vallen ten prooi aan corruptie van regeringsfunctionarissen. Bijgevolg zoeken ze gaandeweg bescherming bij de maoïsten. De reactie van de overheid is er een van repressie, dwang en geweld, niet alleen tegen de vermeende leden van de beweging maar ook tegen onschuldige burgers."
In oktober bleek uit een rapport van het ministerie van Rurale Ontwikkeling dat "grote bedrijven in Centraal-India bezig zijn met de grootste diefstal van tribale grond sinds Columbus, ten koste van de bevolking". De rapportschrijvers stellen dat in één enkel district, Dantewada, in Chhattisgarh, 640 dorpen werden platgebrand, waardoor 350.000 mensen ontheemd raakten."
"De voedingsbodem voor de maoïstische beweging valt niet te ontkennen", zo stelt ook Chakma. "De vraag is alleen of ze alternatieven bieden. We horen hen zeggen dat ze tegen het kapitalisme zijn en de staat omver willen werpen maar niet op welke manier ze iets aan de ontwikkeling van de kastelozen en de inheemsen willen doen. Indien ze constructieve voorstellen zouden hebben, dan zouden ze daar zeker steun voor vinden binnen het parlementaire systeem maar momenteel spreken ze louter de taal van het geweld. Ook de bloedbaden in de dorpen en de moorden op zogenaamde verraders tonen aan dat ze geen tegenstand dulden. Dat zorgt voor een klimaat van angst, waarbij de bevolking gesandwicht zit tussen de rebellen en de veiligheidstroepen en er tal van moorden en andere mensenrechtenschendingen plaatsvinden."
SAOEDI-ARABIE - Vrouwen binnenkort welkom in de rechtszaal
Volgens de Saoedische justitieminister Mohammed al Issa wordt er momenteel nieuwe wetgeving klaargestoomd waardoor vrouwen binnenkort hun cliënten zouden kunnen verdedigen in de rechtszaal. Wanneer 'binnenkort' begint, zei hij er niet bij. In 2003 was er ook al sprake van een dergelijke doorbraak, maar sindsdien gebeurde er weinig. In 2002 kwamen de eerste vrouwen in advocatenkantoren binnen, waar ze zaken voorbereidden voor hun mannelijke collega's. "We zetten deze stap omdat we merkten dat vrouwelijke cliënten hun verhaal liever deden tegen vrouwen. En we zijn ervan overtuigd dat vrouwen, indien ze goed zijn opgeleid, een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het vak, zelfs met respect voor de geldende waarden en normen", zei de baas van Faisal Yamani, het eerste kantoor dat vrouwen in dienst nam, destijds. Datzelfde argument van klantgerichtheid wordt nu ook gebruikt om vrouwen te laten pleiten in de rechtszaal. Of beter: in een klein, afgeschermd deel ervan. "Het probleem is dat de vrouwelijke advocaten slechts een beperkte licentie krijgen", schreef rechtenexperte Sabria Jawhar in november al op haar blog, toen de geruchten over de hervormingen begonnen te circuleren. "Ze kunnen alleen zaken van familierecht doen en bovendien mogen ze slechts in voor hen voorbehouden gedeeltes van het gerechtsgebouw komen." Met andere woorden: ze kunnen geen contact hebben met de rechters, wat hen een groot concurrentieel nadeel geeft tegenover hun mannelijke collega's, die voortdurend met de rechters overleggen over de wending die een bepaalde zaak moet krijgen.
Imago opkrikken
Jawhar schreef dat ze de hele hervorming, "die in dit tempo zo ongeveer tot 2019 zal duren", vooral zag als een maneuver om het Saoedische imago op te krikken. "Het zal verkocht worden als de zoveelste stap op de weg naar gelijkwaardigheid voor vrouwen, maar ondertussen worden onze rechten nog altijd met de voeten getreden. Het hele probleem ligt in het feit dat niet verwante mannen en vrouwen zich niet in dezelfde kamer mogen bevinden, wat leidt tot totale gendersegregatie en dus discriminatie van vrouwen." Veel rechtenexperts vinden overigens dat het al dan niet mogen pleiten voor vrouwen maar een van de vele problemen is van het Saoedische rechtssysteem. Zij hekelen vooral ook het feit dat alle rechters mannelijke geestelijken zijn, die zich niet bedienen van een duidelijke codex maar die zelf interpretaties maken op basis van de sharia. Dat betekent dat de marge van de rechter erg groot is, wat vaak een heel verschillend vonnis voor twee vergelijkbare conflicten of vergrijpen oplevert. Een ander probleem betreft de onmenselijke straffen die voorzien worden voor bepaalde vergrijpen. Zo werden er vorig jaar minstens twee mensen gekruisigd en onthoofd, waarna ze aan het publiek werden getoond. Eén geval had op 29 mei plaats en betrof een man die schuldig was aan een dubbele moord. De bedoeling van de kruisiging is een voorbeeld stellen voor de gelovigen. Vorige maand kreeg een tienermeisje negentig stokslagen in het bijzijn van haar klasgenootjes voor het bezit van een mobieltje op school. Vrouwen zijn volgens de shariawetgeving intrinsiek minderwaardig: de afkoopsom voor de moord op een vrouw bedraagt maar de helft van die van een man en evenmin is er een minimumleeftijd voor het uithuwelijken van meisjes, wat er in sommige gevallen op neerkomt dat een twaalfjarige zich echtgenote weet van een veel oudere man. Momenteel probeert de Saoedische mensenrechtencommissie daar overigens wat aan te doen: een verzoek tot scheiding van een twaalfjarig meisje zou in de ontbinding van het huwelijk kunnen resulteren. De commissie hoopt zich op dat precedent te kunnen beroepen om andere zaken aanhangig te maken.
CHINA - het fenomeen van de nationalistische hackers
De erg prestigieuze Jiaotong Universiteit in Shanghai wou gisteren geen officieel commentaar geven en bij de Lanxiang Technische School in de provincie Shandong zei ene meneer Shao dat zijn studenten tot 'dergelijke dingen niet in staat zijn'. Maar als we het door The New York Times ingekeken rapport van het Nationaal Veiligheidsagentschap van de VS-overheid mogen geloven, dan gebeurde het hacken van de Google-gmail-accounts waarover vorige maand grote ophef ontstond, vanuit die beide scholen. Echt verwonderd zijn insiders daar niet over. Jiaotong is een van de allerbeste universiteiten van China als het gaat om informatietechnologie.
Ook mensen die onderzoek doen naar hackers in China, kennen Jiaotong maar al te goed. De Amerikaanse ex-militair Scott Henderson, die in 2007 het boek Dark visitor publiceerde over de Chinese hackersgemeenschap, kwam al van bij het begin van zijn onderzoek in 2004 bij Jiaotong Universiteit uit. Na minder dan een dag zoeken op het woord 'hei ke' (letterlijk: zwarte bezoeker, Chinese transcriptie voor hacker), vond hij honderden sites, waarop merkwaardig genoeg ook vaak e-mailadressen, telefoonnummers en zelfs foto's werden achtergelaten. Henderson wist toen een netwerk te tracen van meer dan 250 partners, die dagelijks gemiddeld 380.000 bezoekers hadden.
Aanval op Witte Huis
Een van de opmerkelijke figuren die hij aantrof was ene Peng Yinan, die in 2003 met enige vrienden vanJiaotong de hackersgroep Javaphile oprichtte. Eerder had Peng al enige aanvallen uitgevoerd, waar hij op sites van de Information Security Engineering School van Jiaotong flink over pochte. Zo nam hij in mei 2001 deel aan de aanvallen op de site van het Witte Huis, uit wraak voor de botsing een maand eerder tussen een VS-verkenningsvliegtuig en een Chinees gevechtsvliegtuig in het Chinese luchtruim.
In 2002 hackte Peng de site van de Taiwanese firma Lite-On, waar hij 'Naar de hel met de Taiwanese onafhankelijkheid' op neerzette. Later volgden aanvallen tegen CNN en tegen pro-Tibetaanse sites. "Een van de dingen die erg opvalt bij de Chinese hackers", zo schrijft Henderson in zijn boek, "is hun rabiate nationalisme. Ze zien zichzelf als patriottische verdedigers van het moederland die alle onterechte aanvallen van het Westen afslaan."
Schrijfster Mara Hvistendahl woonde de voorbije vijf jaar in Shanghai en probeerde eveneens in contact te komen met Peng. Hem zelf spreken, lukte niet maar een van zijn vrienden vertelde haar dat hij 'erg vaderlandslievend was, zoals de meesten van ons overigens'. Hij studeerde vorig jaar af en werkt volgens Hvistendahl nu als consultant voor het Shanghaise Bureau van Publieke Veiligheid. "Sommige westerse media", zo vertelt ze aan de telefoon, "doen alsof Chinese hackers overheidsambtenaren zijn of leden van de internetpolitie. Zo eenvoudig is het evenwel niet. Ze worden doorgaans wel door Peking getolereerd.
"Lange tijd is de ongeschreven regel geweest dat er niet werd opgetreden tegen hackers die buitenlandse sites aanvielen en ik betwijfel of die nieuwe wetgeving die hacken illegaal maakt, veel zal worden toegepast. Nationalistische hakcers zijn immers objectieve bondgenoten van de overheid. De drie arrestaties bij het oprollen van het grootste hackeropleidingscentrum 'Black Hawk Security Net' op 8 februari spreken dat niet tegen. Wellicht was die operatie louter bedoeld om het Westen na de Google-affaire tevreden te stellen."
Opvallend is overigens dat hacken door Chinese jongeren als zeer positief wordt ervaren. Uit een studie van de Shanghaise Academie voor Sociale Wetenschappen in 2005 blijkt dat 43 procent van de lagere schoolkinderen in Shanghai hackers 'bewondert', terwijl één op de drie er zelf een wil worden.
Dat de Chinese hackers zo nationalistisch zijn, bewijst volgens waarnemers dat de decennia van gesofisticeerde propaganda in onderwijs en media wel degelijk werken. "De generatie van opgeleide, middenklasse stedelingen die in de jaren tachtig werden geboren, heeft het nooit ergens aan ontbroken. Ze streven niet naar democratie maar richten hun pijlen op het Westen elke keer de Chinese overheid op de korrel wordt genomen", aldus Hvistendahl.
James Mulveron van het Center for Intelligence Reserach Analysis meent daarom dat "het onderzoek over hacken niet louter moet focussen op de overheid. Persoonlijk ben ik banger van de onafhankelijke patriottische hackers dan van georchestreerde overheidsinitatieven".