Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
25-03-2010
CHINA - vervelende vragen aan Peking
In een opmerkelijke open brief naar aanleiding van de Googleaffaire (zie pagina 14) rekent een groep Chinese burgers het autoritaire bewind in Peking af op de basisprincipes van de democratische rechtsstaat. Catherine Vuylsteke citeert uit de brief en levert commentaar: 'Verschillende punten die de briefschrijvers maken, stonden ook in Charter 08, de brief die Liu Xiaobo voor elf jaar achter de tralies deed belanden. Gehoopt mag worden dat een dergelijk lot deze burgers bespaard blijft.' De beslissing van Google om zijn zoekmachine in China niet langer te censureren en haar naar Hongkong af te leiden, genereerde veel antiwesterse nationalistische reacties onder Chinese internauten. Maar een aantal Chinese burgers schreven ook een opmerkelijke brief waarin ze de autoritaire staat confronteren met principes als inspraak, aansprakelijkheid en transparantie, die de basisprincipes zijn van goed bestuur en van de democratische rechtsstaat. Zo willen ze weten, en we citeren uit hun schrijven, "of Google zich aan de Chinese wetten heeft gehouden, die content verbiedt die porno en extreem geweld bevat of die aanzet tot gokken? Op welke manier werden de Chinese censuureisen gecommuniceerd aan Google? Welk ministerie liet zich daarmee in? Welke was de juridische procedure en wat moest er eigenlijk worden gecensureerd? Was er censuur aangaande kwesties als de mijnbouwrampen, de kinderen die in baksteenfabrieken slavenarbeid verrichten, de gewelddadige uitzettingen, de Sanlu Melkpoederaffaire? We kunnen geen inbreuken tolereren op het recht van het publiek op informatie. Als leiders of overheidsfunctionarissen de grondwet en de Chinese wetten overtreden, is het dan nodig om ongrondwettelijke censuur toe te passen? Hoe zit het met de gesprekken tussen de overheid en Google? Waar hebben beide partijen het over gehad? Heeft de Chinese overheid zich afgevraagd op welke manier ze onze constitutionele rechten zullen schenden met het blokkeren van google.cn en andere verwante sites? Welke compensatie komt er voor dit verlies?" "We kunnen leven met censuur", besluiten de burgers, "als deze gebaseerd is op duidelijke wetten, regelgeving en procedures die niet haaks staan op de grondwet en de wetten."
Surrealistisch
De brief, die door Rebecca MacKinnon, een Amerikaanse experte van het Chinese internet, werd opgemerkt en die ondertussen de wereld rondgaat, heeft bijwijlen een surrealistische bijklank en neigt gevaarlijk naar subversie. De briefschrijvers maken het regime op een haast onschuldige wijze bespottelijk. Maar dat is wat je krijgt als je als overheid beweert dat je internet vrij is en je land democratisch. Je riskeert te worden geloofd en op de korrel genomen in zaken als deze. Uiteraard zijn de onderhandelingen over de door Google toe te passen zelfcensuur niet via strikte wetten en regels gevoerd en is het geenszins de bedoeling dat Google daar in de media verslag van doet. Er zijn geen wetsartikels die duidelijk stellen dat het verboden is om informatie te vergaren over bijvoorbeeld de politieke status van Taiwan, terwijl een zoekopdracht naar de onafhankelijkheid van dat Zuid-Chinese eiland op Google.cn wel een blanco pagina moet opleveren, wil het bedrijf vanuit China blijven opereren als zoekmachine. En datzelfde geldt voor tal van politiek gevoelige thema's. Naar de VS gevluchte prominente journalisten zoals He Qinglian leggen uit dat de overheidsfunctionarissen van het Publiciteitsdepartement, zoals Propaganda nu heet, geen brieven of mails meer sturen naar kranten om diets te maken waarover wel of niet mag worden bericht en op welke manier, omdat dat bewijsstukken zijn, documenten die ook in de handen kunnen vallen van westerlingen die ze vervolgens openbaren. Heden ten dage worden de bevelen telefonisch doorgegeven, zodat er geen sporen van zijn. Want officieel verloopt alles heel anders. Vrij en democratisch. De vragen in de open brief zijn subversief want ze wijzen op de duidelijke tegenspraak tussen de overheidscensuur en de Chinese grondwet, die uitdrukkelijk vrijheid van informatie toelaat. Die interpellatie is niet zonder gevaar: verschillende van de hier aangehaalde punten prijkten ook in Charter 08, de open brief op internet die in december 2008 werd ondertekend door meer dan driehonderd Chinese intellectuelen en die zijn initiatiefnemer, Liu Xiaobo, voor maar liefst elf jaar achter de tralies deed belanden. Gehoopt mag worden dat een dergelijk lot deze briefschrijvers bespaard blijft.
Imagoschade
De Googlekwestie inspireerde niet alleen tot voor Peking vervelende vragen, wellicht heeft ze ongewild ook het politieke bewustzijn vergroot van de op zich behoorlijke apolitieke groep van jonge internetgebruikers. Zij waren niet of nog maar net geboren toen het Tian'anmenbloedbad op 4 juni 1989 plaatsvond en maakten het intellectuele debat over politieke hervormingen van de jaren tachtig niet mee. De huidige heisa verplicht hen om na te denken over de grenzen van de vrijheid. Vooral het feit dat ze zich nu als een van de enige landen ter wereld afgesneden weten van de grootste zoekmachine op aarde, levert de overheid imagoschade op. Die ontwikkeling valt immers moeilijk te rijmen met China's zelfgepropageerde status van nieuwe welvarende wereldmacht die voor niets of niemand moet onderdoen.
CHINA - media reageren op Google-beslissing met antiwesters nationalisme
De beslissing van Google is in China vooral met anti-westers nationalisme beantwoord. De Engelstalige China Daily, die Google maandag de grote verliezer noemde, zette vrijdag de aanval in met 'In de voorbije paar maanden heeft Google een schizofrene farce neergezet voor de hele wereld, zo van 'ik wil weg uit China' 'nee, ik meende het niet', 'ja, toch wel. Chinese internauten hadden niet verwacht dat de Google kwestie zou ontaarden in een politiek mijnenveld en een instrument zou worden in de handen van buitenlandse belangengroepen, een waarmee China wordt aangevallen onder het mom van internetvrijheid. Het Volksdagblad meende zondag: Het is onfair van Google om de eigen waarden en parameters op te leggen terwijl het internet in China een eigen cultuur, traditie en waarden heeft. De algemene teneur is dat als Google vertrekt, dat geen invloed zal hebben op de groei en ontwikkeling van het Chinese internet, en op tal van sites zijn virulente aanvallen te lezen. 'maak dat je wegkomt', schreef de ene, terwijl een ander zei vuurwerk te zullen kopen om je vertrek te vieren(huanqiu.com). Volgens diezelfde site kan het tachtig procent van de Chinese internetgebruikers niet schelen dat Google vertrekt en zal dat geen invloed hebben op de ontwikkeling van het internet. De overheid, zo schreef politiloog Joseph Cheng van de Universiteit van Hongkong op zijn site, wendt nationalisme aan om het debat over de censuur de kop in te drukken. De beschuldiging van cultureel imperialisme is louter bedoeld om de Chinese censuur te legitimeren. Die ontwikkeling is al aan de gang sinds het bloedbad van Tiananmen, toen de Communistische Partij (CP) haar legitimiteit verloor door het vuur te openen op de eigen burgers en het bankroet van het socialisme niet langer te ontkennen viel. In 94 werd overigens officieel beslist dat het onderwijs en de media bewust het Chinese nationalisme moesten propageren onder de bevolking. Dit door de leiders heruitgevonden patriottisme, zo schrijft professor Yong Cao van de universiteit van South Illinois in From communism to nationalism (2005), verwacht van de burger dat die zich met CP identificeert. De Partij wordt daarbij voorgesteld als de belichaming van de wil van de natie en de ideologische verschillen tussen nationalisme, socialisme en communisme zijn opzettelijk weggevlakt. Chinas huidige problemen vloeien in dit discours niet voort uit zijn politieke en sociale systeem maar wortelen in de negatieve houding van het Westen jegens China. Vooral de jongeren zijn daar na jaren van dergelijke propaganda zeer vatbaar voor, temeer daar dit nationalisme ook aantrekkelijke ideeën omva
De Chinese overheid heeft woedend gereageerd op de beslissing van internetgigant Google om zijn Chinese zoekmachine niet langer te censureren. Peking meent dat het VS-bedrijf zich niet aan de beloftes houdt door zijn zoekmachine te heroriënteren naar Hongkong, waar geen censuur wordt doorgevoerd. De bal ligt nu in het kamp van Peking, dat de zoekresultaten van Google in Hongkong alvast filtert door de 'Grote Chinese Firewall', waardoor Chinese gebruikers niks te zien krijgen als ze zoeken op 'politiek gevoelige' onderwerpen. Waarnemers sluiten niet uit dat er verdere represailles komen. De rel tussen de Chinese overheid en Google gaat terug tot 12 januari, toen 's werelds grootste zoekmachine bekend maakte dat ze niet langer van plan was om de resultaten te censureren en publiekelijk aanklaagde dat de gmail-adressen van Chinese dissidenten in het buitenland vanuit China werden gehackt. Vervolgens hadden volgens het Chinese persbureau Xinhua op 29 januari en 25 februari besprekingen met de overheid plaats, die schijnbaar weinig opleverden. Sinds vorige week deden geruchten de ronde dat een beslissing van Google nakend was en net voor het weekend doken de eerste vernietigende edito's op in de Chinese bladen. Dat laatste is doorgaans een aanwijzing dat het bewind een beslissing heeft genomen over een bepaalde kwestie, aangezien de media niet onafhankelijk zijn en vaak worden aangewend om inzichten van de partij/staat door te drukken in de publieke opinie. Tegelijk gaan de problemen tussen Google en China veel verder terug. Al van bij de lancering van de Chinese zoekmachine google.cn in 2006 was er grote kritiek van internationale en vooral Amerikaanse mensenrechtenorganisaties. Geargumenteerd werd dat het beroemde Googleprincipe van 'do no evil' moeilijk te rijmen viel met de bereidwilligheid om zoekresultaten te filteren volgens de wensen van een autoritaire eenpartijstaat. Dat laatste kwam er dan concreet op neer dat zoekopdrachten naar 'Tiananmenbloedbad' of 'Taiwanese onafhankelijkheid' niets opleverden, of louter het zinnetje dat "deze content in strijd is met de geldende wetten en regelgeving". Google verdedigde zich daartegen met het argument dat 'enige informatie' in elk geval beter was dan 'geen informatie'. Maar moeilijk lag het ook toen al. Toen Googleoprichter Sergey Brin werd gevraagd of een bedrijf waarvan de corebusiness stoelt op de vrijheid van informatie wel kan buigen voor de Chinese eisen, zei de man: "Het zou perfect redelijk zijn om iets helemaal anders te doen. Namelijk, te zeggen dat we bij onze principiële afkeuring van censuur blijven en daar dus niet werken". Sindsdien is de kritiek op Google geenszins verstomd. Experts menen dat het aanwezig zijn op de grootste internetmarkt van de wereld (384 miljoen gebruikers) wel een must was, maar dat de toegevingen aan Peking een smet bleven op het blazoen van Google. Bovendien kwamen daar de aantijgingen bij dat de opposanten van het regime zelfs in het buitenland te kampen kregen met hackaanvallen op gmail. Die twee kwesties samen zorgden ervoor dat Google Peking op 12 januari zo frontaal aanviel. Peking noemde de aantijging dat de aanvallen uit China kwamen, gisteren andermaal "totaal ongegrond". Maar op 20 februari onthulde het Amerikaanse Nationaal Veiligheidsagentschap dat de aanvallen kwamen uit twee Chinese scholen, de gerenommeerde Shanghaise Jiaotong-universiteit en een militaire school in de provincie Shandong. Eerder al bracht de Amerikaanse ex-militair en sinoloog Scott Henderson in zijn boek The dark visitor (2007) het fenomeen van de zogenaamde 'patriottische hackers' in kaart, die vaak vanuit Jiaotong opereerden en die vooral tegenstanders van het regime of entiteiten in Taiwan aanvielen. Ook andere experts stelden onomwonden dat als zoveel hackers zo lang ongestoord vanuit China konden opereren, dat alleen mogelijk was omdat Peking hen tolereerde.
Hongkong
Maandagavond liet Google dan weten dat het zijn zoekresultaten niet langer zal censureren en dat het de bezoekers van google.cn heroriënteert naar google.com.hk, de eveneens Chineestalige zoekmachine die vanuit de vroegere Britse Kroonkolonie opereert. De doorverwijziging naar Hongkong is van groot symbolisch belang: sinds de overdracht van 1997 maakt het territorium als 'Speciale Administratieve Regio' immers opnieuw deel uit van China. Maar onder het 'one country, two systems'-stelsel wordt de persvrijheid daar nog vijftig jaar gegarandeerd. De Hongkongse overheid stelde gisteren alvast niet zinnens te zijn om de zoekmachine te censureren, waarmee de bal in het kamp van Peking terecht komt. De Chinese overheid kan de site helemaal blokkeren of de resultaten filteren, wat ze ondertussen ook doet. De sluiting van google.cn betekent niet dat het VS-bedrijf geheel vertrekt uit China, zij het dat nog af te wachten valt welke maatregelen Peking verder zal nemen. Niet zelden worden instanties die de Chinese overheid tegen de haren instrijken commercieel bestraft. Google beschikt in China over twee firma's: de joint venture google.cn en Google Information Technology, dat twee takken heeft: research & development en verkoop. De 600 mensen die bij dit laatste, geheel in Amerikaanse handen zijnde bedrijf werken, raken hun job alvast niet kwijt.
Antiwesters nationalisme
Wat betekent dit alles voor Google? Internationale aandacht alvast, en de kans zich te positioneren als witte ridder. Op zich is China voor Google momenteel niet zo belangrijk: vorig jaar werd er een omzet gemaakt van zo'n 600 miljoen dollar, niet meer dan 4 procent van het totaal van 24 miljard. Bovendien is Google niet de belangrijkste zoekmachine van het land. Die eer gaat naar Baidu.com, dat met een marktaandeel van 66 procent dubbel zoveel klanten heeft als Google. Sinds de confrontatie met Peking ging het Baidu overigens voor de wind: het aandeel van dit Chinese bedrijf steeg sinds 12 januari met maar liefst 44 procent. Het bedrijf reageerde bovendien erg slim op het incident in januari. Terwijl de Chinese overheid bleef zwijgen, stelde een Baidu-kaderlid dat "Google geen mensenrechtenvoorvechter is, zoals de fans beweren, maar een profiteur. De toon die de juridische adviseur van Google aansloeg, was weerzinwekkend. Hij had eenvoudigweg kunnen zeggen dat Google zich om economische redenen terugtrekt. Google probeert daarentegen om zichzelf in een gunstig daglicht te plaatsen door te stellen dat het werd aangevallen door Chinezen en dat de gmail-accounts werden gehackt. Dat is een belediging voor de modale Chinese burger, maar het zal goed onthaald worden door bepaalde hooghartige westerlingen die nog nooit in China zijn geweest en er niets van afweten, maar die graag kritiek hebben." Wat doorklinkt in die bewering is een sterk antiwesters nationalisme, dat ook de voorbije dagen de bovenhand had in de vele krantenedito's. Daar werd Google vergeleken met een neokoloniale instantie die dacht de eigen waarden op te leggen aan China, een verdraaid argument waarmee Peking dus de eigen censuur probeert de legitimeren.