Zoeken in blog

Foto
Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)
  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
    Archief per maand
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 08-2008
  • 03-2008
  • 01-2008
  • 03-2007
  • 01-2007
  • 10-2006
  • 06-2003
  • 02-2003
  • 09-2002
  • 07-2002
  • 06-2002
  • 12-1998
  • 10-1998
  • 09-1998
  • 04-1998
    Catherine Vuylsteke
    Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
    26-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.China 1989 - Iran 2009: wat Teheran en Peking bindt en scheidt
    Wat zich dezer dagen in de Iraanse hoofdstad afspeelt, doet in menig opzicht denken aan wat er zich twee decennia eerder in de Chinese voordeed. En toch ook niet. In 1989 was de eerste Chinese e-mail wel al twee jaar verstuurd - het betrof een professorencontact tussen Peking en Karlsruhe- maar de kracht van het internet als motor van een global community was nog volstrekt onbekend. Evenmin kon iemand toen bevroeden welke mogelijkheden van verzet en organisatie er in gsm-verkeer zouden liggen en de tijden waarin sms-boodschappen een vorm van dissidente expressie zouden worden, lagen nog veraf.

    Een getwitterd Tiananmen had anders kunnen aflopen. Hoewel. Chinezen zijn geen Iraniërs, ze beschikken niet over een Imam Hoessein als geloofsfundament.

    Iran heeft zijn Tiananmen op zaterdag 20 juni meegemaakt: er vielen volgens Nobelprijswinnares Shirin Ebadi meer dan 100 doden, andere bronnen gewagen van 150 en de politie houdt het op tien. Maar in de dagen erna bleven de burgers op straat komen. Presidentskandidaat Mir Hoessein Mousavi zei niet "dat het te laat was" en "dat we gefaald hebben", zoals de toenmalige hervormingsgezinde partijleider Zhao Ziyang deed bij zijn laatste publieke ontmoeting met de studenten op 19 mei 1989. Integendeel. "Ik ben klaar voor het martelaarschap", zo verklaarde hij, verwijzend naar de uitspraak van de kleinzoon van de Profeet, die de strijd tegen de tirannie van de Umayyadische kalief Yazid met zijn eigen leven zou bekopen.

    Gelijkenissen

    Tegelijk dringen de gelijkenissen zich op. Zowel in Peking als in Teheran viel en valt een duidelijke verdeeldheid te bespeuren binnen de regerende elite en daar wordt in zekere zin op ingespeeld door een socio-economisch en maatschappelijk ontevreden bevolkingssegment. En het gaat ook omgekeerd. In beide gevallen bediende en bedient een zogenaamd hervormingsgezind blok zich van die onvrede van de burgers om de eigen politieke agenda vooruit te helpen. Die allianties ontstonden in beide gevallen in een liberaal politiek klimaat: in de jaren tachtig in China onder partijleider Hu Yaobang en later Zhao Ziyang en in de jaren negentig in Iran onder president Khatami, die zich nu overigens ook duidelijk profileert in het Mousavikamp.

    Deze 'progressieve' leiders stonden en staan lijnrecht tegenover een conservatief machtsblok voor wie het behouden van het status-quo geen louter ideologische zaak is maar evenzeer een van handhaving van de eigen economische belangen. In China was er conservatieve tegenstand tegen snellere economische hervormingen omdat dat zogenaamd voor 'bourgeois liberalisering' (lees: zedenverval en chaos) zou zorgen, terwijl de echte inzet van de machtsstrijd de toegang tot de staatssector was. De verwanten van de topleiders kochten daar grondstoffen en goederen tegen een kunstmatig lage prijs en deden ze vervolgens met grote winst op de vrije markt van de hand. Dat privilege dreigden ze met snellere hervormingen te verliezen. In Iran draait het officieel om president Ahmadinejads waarden als islamitische rechtvaardigheid en onafhankelijkheid, maar daarachter gaan de gigantische zakenbelangen schuil van de verschillende segmenten van het conservatieve blok rond de Opperste Leider Khamenei. Wat op het spel staat zijn de miljardencontracten die organen als de Revolutionaire Garde binnenrijven. Ze treden op als tussenpersoon bij olie- of infrastructuurcontracten en verdienen fortuinen met hun eigen vrijhandelshavens.

    Chinese oplossingen

    Er mogen dan verschillende overeenkomsten zijn, of Teheran uit de 'geslaagde' afhandeling van de Chinese crisis kan leren, is een andere zaak. Op vlak van repressie hoeft het regime alvast geen lessen, in dertig jaar van islamitische republiek werden al veel dwarse levens vakkundig gebroken.

    De verzoeningsstrategieën die de Chinese leiders vervolgens wisten aan te wenden, zijn wel interessant maar voor Iran niet echt handig. Immers, ze zouden stuk voor stuk de zogenaamde 'pilaren van de Islamitische Revolutie' onderuit halen. Eén Chinese oplossing bestond erin grotere welvaart te creëren voor een aanzienlijk deel van de bevolking door het land open te stellen voor buitenlandse investeringen en de economie aldus gaandeweg maximaal te integreren in die van de rest van de wereld. De islamitische revolutie is evenwel gebouwd op 'zelfvoorziendheid' en 'verzet tegen de VS en Israël'. Niet alleen zou een openstelling van de Iraanse economie de monopolieposities van de regerende elite bedreigen, bovendien zou dat moeilijk te rijmen zijn met de rabiate anti-westerse en anti-Amerikaanse officiële koers.

    Een tweede aspect van Pekings overlevingsstrategie bestond erin de bevolking een grote mate van persoonlijke vrijheid te geven. De socioculturele rechten van de Chinese burgers zijn anno 2009 erg groot: als ze daar de centen voor hebben kunnen ze zich dagelijks bedrinken en nacht na nacht discotheken verkennen. Overspel plegen, abortussen ondergaan en met een willekeurig aantal prostituees aanpappen is doorgaans geen enkel probleem. Zolang ze zich geen land- huisvestings- of arbeidsrechtenconflict met de overheid op de hals halen en zich niet wagen aan publieke discussies of acties rond gevoelige politieke thema's, is de kans dat ze het slachtoffer worden van overheidsrepressie eerder gering.

    Ook in deze heeft het Iraanse regime geen manoeuvreerruimte. Hoe moet de persoonlijke vrijheid worden vergroot zonder dat de revolutionaire basiswaarde van 'islamitische godsvrucht' wordt aangetast of de pijler van het 'verplichte dragen van een hoofddoek door vrouwen' onderuit wordt gehaald?

    Met een seculiere, socialistische ideologie kan duidelijk creatiever worden omgesprongen dan met een strict islamitische, zoveel is duidelijk. Dat maakt dat het er fundamenteel niet goed echt uitziet voor Teheran. Niet alleen zal de huidige revolte, zelfs als ze nog bloediger wordt neergeslagen, niet de laatste zijn. Bovendien beschikt het Iraanse 'huis van de islam' over nog maar weinig troeven. Het enige wat de mollahs kunnen doen, is wat tijd winnen.

    26-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    20-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IRAN - portret van 's lands machtigste man
    De Opperste Leider is bovenal een volger

    Weinig leiders beschikken over zoveel macht als ayatollah Ali Khamenei: hij benoemt de hoofden van het gerecht, het leger, de Islamitische Revolutionaire Garde, de politie, de tv en de radio en kan eigenhandig de oorlog of vrede verklaren. Bovendien stelt hij persoonlijk de helft van de leden van de Raad van Wachters aan, die op hun beurt kandidaturen voor presidents- en parlementsverkiezingen goed- of afkeuren en hun veto stellen tegen 'foute' parlementsbeslissingen.

    Bovendien zit deze bebrilde geestelijke aan de kassa. Meer dan elke andere leider kan hij beslissen wat er met de Iraanse petrodollars gebeurt. Khamenei bestiert daarnaast een schimmig net van steenrijke bonyads of liefdadige stichtingen en heeft de beschikking over de inkomsten van de vele religieuze schrijnen in het land, waar devote burgers fortuinen aan schenken.

    Khameneis foto hangt dan ook in elk etablissement. Hij staat bigger than life op reclameborden en verschijnt geregeld op de televisie. Voor het gros van de Iraniërs - zestig procent van hen is jonger dan dertig - is hij een vaste waarde. Toen ze nog in de luiers zaten, was de man al president (1981-1989).De afgelopen twintig jaar draagt hij de titel van Opperste Leider. En toch maakte hij bij de burgers tot voor kort weinig gevoelens los. De haat die velen jegens de inhalige gewezen president Ali Akbar Hashemi Rafsanjani (1989-1997) koesteren, werden Khamenei bespaard. Maar evenmin werd hij ooit zo op handen gedragen als ex-president Mohammad Khatami (1997-2005) bij zijn aantreden.

    Koorddanser

    En kijk naar de westerse berichtgeving over Iran. Na de dood van ayatollah Ruhollah Khomeini (1902-1989) gingen de verhalen eerst over Rafsanjani, dan over Khatami en vervolgens over Ahmadinejad. Maar als er één rode draad is die door al die schijnbaar zo verschillende histories loopt, dan is het die van Khamenei. Zijn denkbeelden hebben het hedendaagse Iran bepaald, zowel binnenlands als op internationaal vlak. Hij weerstond aan Rafsanjani's wens om tot een modus vivendi te komen met de Amerikanen. Daarna rekende hij af met Khatami's hoop op een democratisch Iran en vervolgens zag hij zich geregeld genoodzaakt om Ahmadinejad bij te sturen als die andermaal op een confrontatie met het Westen aanstuurde. De Opperste Leider was twintig jaar een koorddanser, zij het dat de conservatieven altijd duidelijk zijn voorkeur wegdroegen. Maar bij de verkiezingen van afgelopen vrijdag koos hij voor het oog van de natie en de wereld ondubbelzinnig kamp.

    Khamenei is niet alleen schimmig en oppermachtig, aanvankelijk was hij ook tweede keus. Dat hij het tot Opperste Leider schopte, heeft minder met hem te maken dan met ayatollah Hossein-Ali Montazeri, de gedoodverfde opvolger van Khomeini die maanden voor diens dood in juni 1989 in ongenade viel en die tot op heden onder huisarrest leeft in de heilige stad Qom.

    Het zat zo. Nadat linkse partijen samen met het religieuze blok van Khomeini tegen de sjah in opstand waren gekomen, stalen die laatsten de revolutie en keerden ze zich tegen hun gewezen bondgenoten. Duizenden linkse studenten en aanhangers van de marxistisch-religieuze Volksmoedjahedien verdwenen voor onbepaalde tijd achter de tralies. Toen in het najaar van 1988 duidelijk werd dat de onderhand hoogbejaarde Khomeini het niet veel langer meer zou rekken, vroegen zijn naaste medestanders wat er met de duizenden jonge mannen en vrouwen moest gebeuren, die al zo'n jaar of zes, zeven in eenzame opsluiting zaten. Khomeini besloot ze opnieuw te laten ondervragen. Waren ze bereid om op de televisie hun fouten te bekennen, zworen ze trouw aan de revolutie en waren ze bereid om ingezet te worden in de 'Menselijke Golf' (een soort van menselijke mijnenvegers, die in de oorlog tegen Irak werden gebruikt, CV)? Op de twee eerste vragen antwoordde nagenoeg iedereen positief maar met de derde lag het anders. Het vooruitzicht te worden uiteengereten door een springtuig lokte niemand. En met die weigering haalden de ondervraagden zich alsnog een doodvonnis op de hals.

    In die periode ontving ayatollah Montazeri duizenden brieven van ouders die smeekten om de levens van hun al zo zwaar op de proef gestelde kinderen te sparen. Hij schreef vervolgens de oude leider aan, er hem op wijzend dat zijn actie niet islamitisch was. Had de profeet zelf immers niet gesteld dat we ook onze vijanden humaan moeten behandelen?

    Tot inkeer kwam Khomeini evenwel niet, integendeel. Hoe durfde de man die hij persoonlijk tot zijn opvolger had gekozen, zich zo schaamteloos tegen hem te keren? Montazeri's politieke carrière was voorbij.

    Arme familie, briljante student

    Nu hij zich had ontdaan van 'de slang die in de hand beet die hem had gevoed', wilde Khomeini bovenaal een epigoon vinden aan wie hij de revolutie met een gerust hart kon toevertrouwen. Dat het geen ayatollah was, was bijzaak. Waar het op aankwam was dat hij geen kanttekeningen maakte bij controversiële beslissingen. Khomeini kon kritiek zoals van Montazeri op zijn fatwa tegen schrijver Salman Rushdie (februari 1989) missen als kiespijn.

    Op zijn sterfbed liet de vader van de revolutie de grondwet aanpassen. De functievereisten voor Opperste Leider werden bijgespijkerd: de hoogste sji'itische graad behalen hoefde niet langer, "een grote ervaring hebben met islamitische jurisprudentie" volstond.

    Daarmee kon Khamenei naar voren worden gehaald. Deze jongen uit een arme familie van etnisch Azerische geestelijken had zich aan het begin van de jaren zestig op het religieus seminarie van Qom een onwaarschijnlijk goede student van Khomeini getoond. En als hij de opleiding niet helemaal heeft kunnen afmaken, dan was dat niet zijn eigen schuld. Het was de zorg om een zieke vader die de al even devote als vurig prekende jongeman noopte om naar huis terug te keren.

    Khomeini en Khamenei hadden het in Qom vaak over Navab Safavi gehad, een geestelijke die immer virulent van leer trok tegen de sjah en tegen de westerse imperialistische machten, die Iran al een eeuw aan het uitzuigen waren. De enige oplossing daarvoor was een terugkeer naar het Huis van de Islam, zo argumenteerde hij, en om daarin te slagen waren alle middelen toegelaten. Safavi bleek overigens persoonlijk betrokken bij de moorden op verschillende seculiere intellectuelen en overheidsambtenaren en hij werd in 1955 door het regime geëxectueerd.

    Khamenei bewonderde deze revolutionair mateloos en stelde ook in latere jaren herhaaldelijk dat hij het was die hem "de arena van de jihad heeft binnengeleid" toen hij nog maar een jongen was.

    Khomeini had wel meer uitmuntende, toegewijde studenten. Maar toen de zo gehate sjah genoeg kreeg van zijn rabiate antiregeringstoespraken en Khomeini in 1964 dwong om in buitenlandse ballingschap te gaan, waren er niet veel die bereid waren om offers te brengen zoals Khamenei. Hoewel hij goed wist welke risicio's daaraan waren verbonden, verspreidde de jonge geestelijke onvermoeibaar de boodschap van zijn toen nog in de rest van het land nagenoeg onbekende meester. Hij werkte daarvoor samen met gelijkgezinden als Rafsanjani en ayatollah Yazdi, die later evengoed sleutelposities zouden bekleden binnen de republiek.

    Lamme rechterarm

    De repercussies lieten evenwel niet op zich wachten. Net als zijn medestanders werd Khamenei in de jaren zestig en zeventig herhaaldelijk gearresteerd. Hij bracht jaren in eenzame opsluiting door en werd uiteindelijk verbannen naar Sistan-Baluchistan, aan de grens met Pakistan en Afghanistan.

    Oude bekenden zeggen dat de repressie Khamenei voorgoed heeft veranderd. Ze vervulde hem met haat jegens Israël en de VS. De Savak, de geheime politie van de sjah, die hem aan menige foltering onderwierp, werd immers opgeleid door de CIA en de Mossad.

    Op 1 februari 1979, kort nadat het bewind van de sjah onder druk van aanhoudende volksprotesten was omvergeworpen en Reza Pahlavi zelf naar het buitenland was gevlucht, keert Khomeini uit ballingschap terug. Hij roept zijn oude, trouwe luitenanten bij zich en benoemt Khamenei eerst tot Defensieminister en dan tot hoofd van de Islamitische Revolutionaire Garde. Zijn groot oratorisch talent zorgt ervoor dat hij ook de erg invloedrijke functie van leider van het Vrijdagsgebed in Teheran in de wacht sleept.

    Maar er wachten hem grotere opdrachten. En grotere gevaren. In juni 1981 ontsnapt Khamenei ter nauwernood aan een aanslag op zijn leven. Leden van de Volksmoedjahedien hadden in een van de taperecorders die voor zijn persconferentie voor hem waren uitgestald, een bom geplant. Khamenei houdt er een lamme rechterarm aan over, die hem volgens bekenden tot op heden veel pijn bezorgt. Sommigen geloven dat hij daarom geregeld opium rookt terwijl anderen menen dat de medische complicaties hem later menige depressie bezorgden.

    Op 30 augustus 1981 boeken de Volksmoedjahedin een nog groter succes: met een bomkoffer vermoorden ze de pas aangestelde president Mohammad Ali-Rajaj. De dan 42-jarige Khamenei wordt gevraagd zich kandidaat te stellen voor de vrijgekomen post, een eer waarvoor hij aanvankelijk bedankt. Hij zegt niet over voldoende energie te beschikken om een zo belangrijk ambt te vervullen. Dat het precies daarom is dat hij wordt voorgedragen, zouden zijn medestanders daarop hebben geantwoord.

    Wat er ook van zij, uiteindelijk maakt Khamenei twee ambtstermijnen vol als president, tot hij in 1989 wordt benoemd tot Opperste Leider.

    Net voor dat officieel gebeurt, heeft de zoon van Khomeini nog goed nieuws voor hem. Dat zijn vader gewild heeft dat hij in zijn voetsporen zou treden, zegt hij, en dat hij hem daarom nu ook tot ayatollah benoemt.

    'Ik heb veel tekortkomingen'

    Makkelijk wordt dat ambt voor Khamenei niet. Hij mag zijn onwaarschijnlijk grote macht dan wel van de vader van de revolutie zelf hebben geërfd, onder de geestelijke elite van Qom is hij niet echt geliefd, vooral niet nu hij de hoogste sji'itische titel zomaar cadeau heeft gekregen. Bovendien beseft Khamenei dat zijn populariteit in de verste verten niet kan tippen aan die van zijn voorganger en dat hij evenmin beschikt over een persoonlijke machtsbasis. "Ik ben een individu met veel tekortkomingen", zegt hij in zijn eerste toespraak als Opperste Leider van het land deemoedig. "Echt, ik ben een onbelangrijke seminarist. Talloze malen heb ik tot de Almachtige gebeden dat hij mij tot Zich zou nemen, nog voor hij dat met de Imam (Khomeini, CV) deed. Maar een verantwoordelijkheid is nu op mijn schouders gelegd. Ik zal al mijn mogelijkheden en mijn hele geloof in de Almachtige aanwenden om die taak te volbrengen."

    Behoedzaam begint Khamenei dan zijn positie te versterken. Hij stelt de politieke en religieuze elites gerust: hij wil het status-quo niet doorbreken en bouwt ondertussen een onafhankelijke machtsbasis uit, alsook een persoonlijk netwerk van mensen die zijn 'ogen en oren' zullen worden. Deze zogenaamde geestelijke commissarissen, die alleen hem trouw zweren, zijn twintig jaar na zijn aantreden al met verschillende duizenden. Ze bekleden in het hele land sleutelposities in het leger, de ambtenarij en de clerus. Sterker nog, volgens waarnemers zijn ze machtiger dan enige overheidsfunctionaris en kunnen ze in elke staatszaak tussenbeide komen.

    Tot op heden laat Khamenei zich graag afschilderen als een goedige grootvaderfiguur, als een onbaatzuchtige man die ver boven het politieke en maatschappelijke gekrakeel verheven is en die het land bovenal in een deugzame richting wil stuwen. Hij moet de geesteskinderen van Khomeini, het islamitische systeem en de revolutie, bewaken en erop toezien dat de daadwerkelijke bestuurders van het land in de lijn van de islamitische principes handelen.

    "In werkelijkheid", zo schrijft Karim Sadjapour in een recent onderzoek van de Carnegie Endowment for Peace, "is Khamenei evenwel erg gevoelig voor kritiek. Elke vorm van gespot met de leider wordt met gevangenisstraf bekocht en zelfs zijn eigen verwanten komen niet ongestraft weg met kritiek."

    Zo werd zijn jongere broer, de hervormingsgezinde geestelijke Hadi Khamenei, die als adviseur voor ex-president Khatami werkte, in februari 1999 door de Basiji-militie verrot geslagen. Nadat hij tijdens een sermoen vraagtekens had gezet bij de al te grote macht van de Opperste Leider, belandde hij met een schedelbreuk in het ziekenhuis.

    Khameneis grote partijdigheid bleek ook al herhaaldelijk bij de verkiezingen. Luttele uren na het sluiten van de stembureaus afgelopen vrijdag, feliciteerde hij president Ahmadinejad met zijn overwinning. En gisteren liet hij er tijdens zijn langverwachte vrijdagspreek geen twijfel over bestaan: er is niet gesjoemeld met de uitslag en die valt bijgevolg ook niet aan te vechten.

    Ook bij de vorige verkiezingen, in 2005, liet Khamenei zijn voorkeur blijken voor Ahmadinejad, die de islamitische godsvrucht en de economische rechtvaardigheid belichaamt die hij in een president zoekt. Luttele weken voor de stembusgang riep hij het volk op "te kiezen voor een man die deze idealen in de praktijk kan brengen". Korte tijd later liet hij zich ontvallen dat "onze meest getalenteerde studenten altijd aan onze technische colleges hebben gestudeerd". Hij wist heel goed dat Ahmadinejad de enige van de acht kandidaten was met een dergelijke achtergrond.

    Ook na zijn verkiezing liet Khamenei zich lovender over Ahmadinejad uit dan hij ooit over Khatami of Rafsanjani had gedaan. "Heden ten dage", zei hij, "hebben de burgers minder klachten over de overheidsinstanties dan vroeger. Niet alle problemen zijn opgelost maar ze stellen vast dat het overal de goede kant opgaat."

    Twee decennia na zijn aantreden is Khamenei nog steeds de epigoon van Khomeini. Hij zweert bij diens basiswaarden van gerechtigheid, onafhankelijkheid, zelfvoorzienigheid en islamitische godsvrucht en tornt niet aan de drie steunpilaren van de Revolutie: het verplicht dragen van een hoofddoek voor vrouwen en de oppositie tegen de VS en tegen Israël.

    Een rechtvaardig Iran is volgens Khamenei een Iran waarin op socio-economisch vlak slechts een minimaal klasseverschil bestaat. Economische ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid worden vooral gezien in termen van gigantische staatssubsidies voor basisgoederen zoals bakolie, brood of benzine.

    'Iran is de USSR niet'

    Toch wil hij niet dat zijn beleid wordt vergeleken met dat van socialistische regimes. "Islam is niet hetzelfde als marxisme", schrijft hij. "In de Sovjet-Unie, die 300 miljoen inwoners telde, geloofden alleen de tien tot vijftien miljoen partijleden in het marxisme. Bovendien deden ze dat meer uit eigenbelang dan uit ideologische overtuiging. De islam is daarentegen het geloof van het volk. Het is voor islam dat mensen hun geliefde kinderen naar het oorlogsfront stuurden en toen ze het martelaarschap bereikten, rouwden ze niet maar prezen juist de Almachtige."

    Khamenei gelooft dat religie het best kan worden gepromoot door het met gerechtigheid te verbinden.Het is ook die waarde die in internationale relaties wordt ingeroepen. "Ons verzet tegen de VS en Israël is door gerechtigheid gedreven", zo stelde hij in 2002, "zelfs al betalen we daar een hoge politieke of economische prijs voor in termen van sancties en isolatie. Iran verkiest de nederlaag boven een overwinning die verworven is door onrechtvaardigheid of onderdrukking."

    20-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:Iran
    18-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IRAN - wat prominente Iraanse vrouwen ervan vinden
    Prominente Iraanse vrouwen over de ontwikkelingen in hun geboorteland

    Shirin Ebadi, Nobelprijswinnaar

    Nieuwe verkiezingen zijn nu nodig

    "Ik geloof niet dat een hertelling van de stemmen, zoals die nu zal worden uitgevoerd, iets zal oplossen. Er is een nieuwe stembusgang nodig, waarop wordt toegezien door internationale waarnemers, zodat alle deelnemers na afloop ook weten dat de resultaten de ware wil van het volk uitdrukken.

    "Al diegenen die de voorbije dagen zijn gearresteerd, moeten prompt worden vrijgelaten. Waarom werden ze gearresteerd? Omdat ze vreedzaam demonstreerden? Dat is toch niet nodig. Ik hoop echt dat de ratio het haalt en dat tegemoet wordt gekomen aan de legitieme eisen van het volk.

    "En ik hoop, en de overgrote meerderheid van de Iraniërs met mij, dat de demonstraties vreedzaam blijven. Andere voorspellingen doen over de toekomst, kan ik niet. Daarom verkies ik te spreken over de huidige situatie."

    Shirin Ebadi (°1947) is advocate en mensenrechtenactiviste. Ze kreeg in 2003 de Nobelprijs voor de vrede. Ze deed deze uitspraken gisteren op een onbekende locatie in het buitenland in een gesprek met Radio Free Europe.

    Marjane Satrapi, cineaste

    Westen moet democratie steunen

    "Wat er vrijdag is gebeurd, mag je gerust een staatsgreep noemen. Zogenaamd herkozen president Ahmadinejad heeft 5,698 miljoen stemmen gehaald, dat is alles. Dat komt neer op 12 procent van de stemmen, in plaats van 62, zoals officieel werd beweerd. Dat weten we, want dit papier is afkomstig van de Nationale Kiescommissie. Het werd op vrijdagavond doorgefaxt naar presidentskandidaat Mir Hossein Mousavi, die regisseur Mohsen Makmalbaf en ik in Europa vertegenwoordigen.

    "De legitimiteit van Ahmadinejad erkennen betekent tevens die van het Iraanse volk ontkennen. Het Westen moet de democratische beweging van het Iraanse volk ondersteunen. We willen in vrede leven, in staat zijn om te dromen en onze eigen plaats invullen in een groot land dat deel uitmaakt van de internationale gemeenschap."

    Marjane Satrapi (°1969) is de auteur van de bejubelde stripserie Persepolis. Ze herwerkte die tot een gelijknamige film, die in 2007 in Cannes de Speciale Prijs van de Jury wegkaapte. Ze deed boven-genoemde uitspraken dinsdag in Brussel.

    Azar Nafisi, schrijfster

    Almacht van Opperste Leider betwist

    "In zeker opzicht waren de verkiezingen van vrijdag een voortzetting van wat al dertig jaar aan de gang is in Iran. Tegelijk zijn de gebeurtenissen van de voorbije dagen niet te vergelijken met wat in de afgelopen decennia afspeelde. Op geen enkel moment sinds het begin van de Islamitische Republiek in 1979 hebben zoveel mensen in verschillende steden in het land, op gevaar van hun eigen leven, het gewaagd zich op straat te begeven om tegen de gevestigde orde te demonstreren. Je had altijd de Opperste Leider Khamenei die verscheen en zei: hou je mond, het is zoals ik het zeg. En dan reageerde iedereen: oké. Nu bestaat die mythe over een leider wiens macht niet kan worden gecontesteerd niet meer. De geest is uit de fles en daar breng je niet zomaar verandering in, ongeacht of het regime nu geweld gebruikt of niet."

    Azar Nafisi (°1957) is een gewezen literatuurprofessor uit Teheran die sinds 1997 in de VS woont. Ze werd beroemd met Lolita lezen in Teheran, waarvan er in de VS alleen al 1,5 miljoen exemplaren werden verkocht. Nafisi deed haar uitspraken tegenover BBC en Al-Jazeera.

    Farah Karimi, schrijfster

    Hart vasthouden voor reactie regime

    "Positief is dat deze protestbeweging, in tegenstelling tot die van 1999 (toen vooral studenten dagenlang demonstreerden tegen toenmalig president Khatami wegens de sluiting van een aantal kranten, CV), zeer breed wordt gedragen. Het zijn, net als toen, nog steeds de jongeren die de hoofdgroep erin uitmaken, maar het gaat toch veel verder. Bovendien wordt de politieke boodschap dit keer veel scherper gesteld. Men zegt: je liet ons stemmen en beloofde dat naar de stem van het volk zou worden geluisterd en je deed het niet. We voelen ons bedrogen'. Dat is een heel duidelijke politieke uitdaging.

    "Ik heb er evenwel mijn twijfels bij of dit goed afloopt. Ik hou mijn hart vast voor de reactie van het regime, dat de voorbije dagen ook al bloed liet vloeien en niet terugschrikt voor repressie."

    Farah Karimi (°1960) woont sinds 1989 in Nederland, ze zat tussen 1998 en 2006 voor GroenLinks in de Tweede Kamer, ze schreef Het geheim van het Vuur (2005) en Slagveld Afghanistan (2006) en leidt nu de Nederlandse koepel van ontwikkelingsorganisaties Novib. Ze deed deze uitspraken in een gesprek met De Morgen.

    18-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:Iran
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IRAN - Leven met de slagschaduw van Khomeini
    Hoezeer de honderdduizenden demonstranten in de straten van Teheran de westerse tv-kijker ook het gevoel mogen geven dat er een Iraanse lente bezig is, het huidige institutionele kader biedt niet de minste ruimte voor het soort van verandering dat zij willen. Hun leider is een louter accidentele en het valt te vrezen dat de zucht naar vernieuwing in bloed zal worden gesmoord, zegt Catherine Vuylsteke.

    Er hoeft niet aan te worden getwijfeld dat miljoenen mensen in Iran verandering willen en die verzuchting is niet nieuw. Als zeven op de tien kiezers Mohammad Khatami (1997-2005) tot achtste president van de Islamitische Republiek verkozen, dan was dat precies omdat ze hoopten dat hij het over een andere boeg zou gooien. Bovendien bleek in 2002 al uit een opiniepeiling dat niet minder dan driekwart van de burgers voorstander was van een poging tot heraanknoping van de diplomatieke betrekkingen met de VS, die sinds de Islamitische Revolutie van 1979 als aartsvijand gelden.

    Een ander onderzoek in diezelfde periode gaf aan dat 94 procent van de burgers vond dat 'Iran dringend nood had aan hervormingen' en dat 71 procent voorstander was van 'een referendum over de verkieslijke vorm van bestuur voor het land'.

    Alleen heeft die door het volk zo stringent aangevoelde nood zich nooit vertaald in structureel handelen, wat maakte dat het electoraat zich uiteindelijk van Khatami afkeerde. Tegelijk liet de reactie van het machtscentrum van het regime op dat populaire streven nimmer op zich wachten. Of het nu onder deze president was dan wel onder een andere, dissidente stemmen werden al even prompt als vakkundig het zwijgen opgelegd. Neem diegenen die de eerder genoemde opiniepeilingen uitvoerden: een week nadat ze de uitslagen ervan bekend hadden gemaakt, bevonden ze zich achter de tralies.

    Viceregent van God
    Dat Khatami er niet in slaagde om ondanks brede steun van de bevolking een nieuw Iran te creëren, komt doordat zijn land nog steeds leeft in de schaduw van ayatollah Ruhollah Khomeini (1902-1989), die verantwoordelijk was voor de nieuwe grondwet van 1979.
    Hij liet zich al van tijdens zijn religieuze studentenjaren in de heilige stad Qom inspireren door de Staat van Plato en de Theologia Aristotelis. Ze overtuigden hem van het concept van de wijze en deugdzame leider die zijn gemeenschap naar een beter leven zal gidsen. Die visie sluit aan bij de denkbeelden van al-Farabi (870-950) en Ibn Arabi (1165-1240), die de leider zien als een perfecte man zonder zonde, vol wijsheid en kennis van het goddelijke, kortom de viceregent van God op aarde.

    Aldus kan de Opperste Leider of velayat-e-faqih volgens de grondwet de hoofden van de rechterlijke macht, van radio en tv alsook van de politie benoemen. Hij mag eigenhandig oorlog of vrede afkondigen, voert het leger aan en benoemt de helft van de twaalf leden van de Raad van Wachters. Dat laatste orgaan heeft het recht om de grondwet te interpreteren, kandidaten te selecteren voor het presidentschap en voor het parlement en het mag ook zijn veto stellen tegen door het parlement goedgekeurde wetswijzigingen, wat in Khatami's tijd erg vaak is gebeurd.

    In deze verschilt het Iraanse politieke bestel fundamenteel van veel andere autoritaire regimes, die in de letter van de wet een schijndemocratie ophouden.Tot een implementatie daarvan komen blijkt vaak problematisch tot onmogelijk, maar in theorie kan ze wél worden ge(re)activeerd zonder dat aan de fundamenten van de grondwet moet worden getornd. Niet zo in Iran.

    Als de huidige Opperste Leider, Ali Khamenei, maandag een partiële hertelling van de kiesresultaten gelastte, dan leek hij het volk daarmee ter wille te zijn. Het is evenwel lang niet zeker dat die de ware uitslag zal opleveren aangezien er, net zoals bij de eerste telling, geen vertegenwoordigers aanwezig mogen zijn van het kamp van de betogers. En zelfs als Mousavi uiteindelijk zou zegevieren, gaat het hem om een pyrrusoverwinning. Khamenei is het om het voortbestaan van het systeem te doen, waarvoor Ahmedinejad eventueel kan worden geslachtofferd.

    Of daartoe zal worden besloten, zal eerder afhangen van de imagoschade die Khamenei daar zelf bij oploopt dan van het reële gevaar dat Mousavi als president zou betekenen. Als deze 62-jarige ex-premier al een heruitvoering is van de zo onvolkomen gebleken Khatami, dan toch een eerder zwakke. Net zo min als zijn reformistische voorganger is Mousavi een outsider van het regime.

    Onafhankelijke politieke partijen zijn niet toegelaten en het aantal mannen dat aan de verkiezingen mocht deelnemen, werd vakkundig teruggebracht van tweeduizend welwillenden tot de vier op wie men vrijdag kon stemmen. Mousavi maakte bovendien carrière als medestander van Khomeini en van toenmalig president Rafsanjani. Hij profileerde zich aan het begin van zijn huidige campagne ook duidelijk als "een man van principes", die een terugkeer wilde naar "de echte waarden van de Islamitische Revolutie".

    Als honderdduizenden zich sinds vrijdag de straat op waagden om zijn naam te scanderen, dan hebben zij wellicht iets anders in gedachten dan een retour naar het Khomeinitijdperk. Ze lezen meer in Mousavi's beloftes van grotere vrijheid dan gerechtvaardigd is. Maar neem het hen kwalijk: hij leek nog het minste kwaad.

    Revolutionaire dromen
    De meeste experts zijn het erover eens dat de hybride aard van het Iraanse regime - met een onwrikbare viceregent van God en kantoorhulpen die rechtstreeks zijn verkozen door het volk - een van de belangrijkste redenen is van zijn dertigjarige overleven. De zweem van democratie die verkiezingen altijd verstrekken, vormde een periodieke uitlaatklep voor groeiend populair ongenoegen. Alleen ligt daar ook meteen de achillespees van het systeem: graduele hervorming van binnenuit is door de constitutionele structuur niet mogelijk. En dus is er geen alternatief voor de een of andere vorm van revolutie.

    Net op dat punt schuilt een gigantisch gevaar in de demografische samenstelling van de bevolking. Zestig procent van de Iraniërs is jonger dan dertig en heeft bijgevolg de erg bloedige jaren zeventig en tachtig niet bewust meegemaakt. Ze kennen de verhalen van ideologisch linkse ooms en tantes die stierven in de handen van de geheime politie van de sjah alleen van derden en hetzelfde geldt voor die van hun alweer linkse familieleden die net voor Khomeini's dood op zijn bevel werden geëxecuteerd na jaren van eenzame opsluiting.

    Velen zullen door de huidige impasse worden verleid tot revolutionaire dromen, deels omdat ze geenszins beseffen welke hoge prijs daarvoor kan worden betaald. Het regime van zijn kant heeft de voorbije dagen andermaal bewezen dat het er niet voor zal terugschrikken om het bloed van de eigen burgers te laten vloeien.

    Precies daarom is de huidige Iraanse lente geen reden tot vreugde.

    18-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:Iran
    15-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IRAN - interview met Nederlands-Iraanse schrijver David Danish
    'Deze verkiezingen waren niet meer dan een soap. Met democratie of vrijheid had dit niets te maken', zegt de Iraans-Nederlandse schrijver David Danish.


    "Ik vind het erg belangrijk dat mensen de stembusgang in Iran vanuit het juiste perspectief zien, wat vanuit het Westen niet eenvoudig is, aangezien verkiezingen altijd beschouwd worden als een kans op verandering. Kijk, er waren aanvankelijk 2.000 presidentskandidaten, waarvan er 400 werden weerhouden en uiteindelijk vier de goedkeuring kregen van het regime om aan de verkiezingen deel te nemen. Dat is minder dan 1 procent. Bovendien waren die vier mannen van het regime, geen lieden die een ware democratische verandering ambieerden. Mohsen Rezai was de baas van de Revolutionaire Garde en kan het land niet uit omdat Interpol hem zoekt. Mehdi Karrubi was in het eerste decennium na de revolutie van 1979 een vertrouwensman van ayatollah Khomeini. En ook Mousavi wordt versleten voor dingen die hij volstrekt niet is. Hij was onze premier tijdens de Iraans-Iraakse oorlog en een naaste medewerker van Khomeini én van de huidige leider Khamenei, die toen president was.
    "Niet alleen had je vier mannen van het regime, bovendien stelden ze zich kandidaat voor de functie van kantoorbeheerder, want dat houdt het presidentschap in Iran in: je wordt de loopjongen van de sterke man, nu Khamenei. Door het politieke systeem, waarbij zelfs het parlement vleugellam is, heb je geen eigen initiatief. De ultieme macht ligt bij Khamenei. Die laatste zei het de voorbije week een paar keer: dat Ahmedinejad de beste man was. Zo wist je het al, nog voor er gestemd werd. Dat noem ik geen verkiezingen maar een show".

    Zo lijken de jongeren die autobanden in brand staken uit onvrede met de uitslag het niet te zien.

    "Neen, 60 procent van het Iraanse electoraat is geboren na 1979 en acht op de tien van hen hebben inderdaad voor Mousavi gestemd, daar ben ik van overtuigd. Dat maakte het inderdaad verbazingwekkend dat hij niet werd verkozen. Maar aan de andere kant ben ik er zeker van dat hij het wel wist, alleen de kiezers waren gedupeerd. En dat daarvoor werd gesjoemeld met de verkiezingsuitslag, daar ben ik absoluut zeker van. Het is ook niet de eerste keer dat dit gebeurt, de vorige keer was het net zo."

    Maar in een aantal opzichten waren deze verkiezingen toch niet vergelijkbaar met de vorige. Er was een ongeziene opkomst van 85 procent en zowel op straat als in de media werden heel levendige debatten gevoerd, wat sinds de Islamitische Revolutie niet meer was gebeurd.

    "Dat klopt, maar je moet je afvragen waarom het regime dat heeft getolereerd. Daar waren verschillende redenen voor. Vooreerst is het zo dat ex-president Rafsanjani naast Khamenei de machtigste man is. Rafsanjani heeft ook heel veel zakenbelangen, onder meer in de Golf. Tegelijk haat de bevolking hem wegens de grootschalige corruptie en de inhaligheid van zijn clan. Door een vrij debat toe te laten wilde Teheran een verslechtering van zijn positie bewerkstelligen, en dat is ook gelukt. Er kwam een lawine van kritiek op de man, en zijn verzwakking speelt in het voordeel van Khamenei.
    "Een tweede reden voor die tolerantie is dat het regime zich wel realiseerde dat het nodig was om een uitlaatklep te creëren, gezien de gigantisch grote druk die er vooral bij de jongeren aanwezig is. Mensen zeiden nu publiekelijk wat iedereen al dacht en wist, maar het feit dat het for the record gebeurde, gaf hen een zekere ademruimte.
    "En het was ook bedoeld voor de internationale gemeenschap: zo toonde Teheran dat het in staat is om vrij te debatteren, dat Iran een modern land is.
    "Natuurlijk is die indruk als een pudding ineengezakt. Al wie de beelden zag van wat de oproerpolitie met de demonstranten deed, besefte dat er niets is veranderd. Mijn vrienden in Iran zeiden me overigens dat een deel van die oproerpolitie geen Farsi sprak. Volgens hen waren het Palestijnen of Libanese Hezbollahers die onze burgers moesten komen ineenslaan. Ik heb er verdere geen bronnen over, maar het zou kunnen dat ze hun 'cliënten' uit het Midden-Oosten hebben laten aanrukken."

    Hoe staat u tegenover het feit dat Ahmedinejad een nieuwe ambtstermijn wist te versieren?

    "De enige echte vraag die je aan het Iraanse volk moet stellen is: willen jullie dit systeem met een Opperste Leider, waarbij al de rest niets in de pap brokken heeft, voortgezet zien? Maar dat gebeurt niet. En ik ben blij dat Ahmedinejad het heeft gehaald omdat hij van die vier establishmentheren het allerbest het ware gezicht van het regime laat zien. Het probleem met een man als de vorige president, Khatami, die goed vergelijkbaar is met de huidige kandidaat Mousavi, is dat er een rookgordijn wordt opgetrokken. Het Westen krijgt de indruk dat er echt iets zal veranderen. Die mannen spreken over democratie en dialoog met andere culturen, wat louter het pr-praatje naar buiten toe is. Ahmedinejad doet dat niet. Als hij een storm van protest veroorzaakt, bijvoorbeeld met uitlatingen over de Holocaust, dan zegt hij louter wat het Iraanse regime altijd al over deze kwestie heeft gezegd."

    Tegelijk is zijn verkiezing een recept voor verdere confrontatie met het Westen, wat toch ook niet wenselijk is.

    "Het zal er heel erg op aankomen om niet in te gaan op zijn provocaties, want Teheran wil best een oorlogje. In zo'n situatie gedijt het regime het best, daar worden ze sterker van. En dat moet absoluut vermeden worden."

    15-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:Iran
    09-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOORD-KOREA- Amerikaanse journalistes krijgen twaalf jaar cel
    Het nieuws dat Noord-Korea gisteren bekend maakte, was al even bondig als de tijding die vorige week aangaf dat de etnisch Koreaanse Amerikaanse Euna Lee en haar etnisch Chinese landgenote Laura Ling op 4 juni voor de rechter zouden verschijnen. Ze werden gisteren, op een proces waarbij geen waarnemers toegelaten waren en waartegen geen beroep mogelijk is, schuldig bevonden aan 'ernstige misdaden' en 'vijandige feiten'. Concreet waren ze naar de Chinees-Noord-Koreaanse grens gegaan voor een reportage over het leven van Noord-Koreaanse vrouwen die via mensensmokkel in de prostitutie terechtkwamen in Noordoost-China en over kinderen van gevluchte Noord-Koreanen. Een Zuid-Koreaanse dominee die hulp biedt aan de vluchtelingen regelde enige interviews voor hen. Hij bracht hen in contact met mensen in de grensregio en liet hen eveneens gevluchte Noord-Koreanen in Zuid-Korea interviewen, waarover Laura Ling een paar dagen voor haar arrestatie schreef: 'dat het al te veel tragische verhalen waren'. Ook schreef ze op Twitter, waar ze tot aan haar arrestatie op 17 maart periodiek verslag uitbracht van haar werk, dat ze hoopte dat haar 'kimchi-adem het gevaar zou afwenden', verwijzend naar de met look en chili's ingelegde groenten die Koreanen bij elke maaltijd nuttigen.

    De kimchi werkte evenwel niet. De twee vrouwen werden opgepakt toen ze volgens Zuid-Koreaanse media op de bevroren Tumen-rivier stonden te filmen. De rivier vormt de grens tussen Noord-Korea en China en volgens de dominee waren de journalisten gewaarschuwd dat ze uit de buurt van de grens moesten blijven omdat de Noord-Koreaanse grenswachten zich aan beide zijden ervan bevinden en er niet voor terugschrikken om ongewenste pottenkijkers te arresteren.

    Al Gore als gezant?

    In de VS werd verslagen gereageerd op de strafmaat die gisteren werd uitgesproken en die een dag na een dreigement van VS-minister Hillary Clinton komt. Zij zei dat het niet uitgesloten was dat Noord-Korea opnieuw op de lijst van 'staten die terrorisme steunen' zou worden geplaatst als Pyongyang niet zorgde voor een snelle en positieve afhandeling van de zaak van de journalisten en geen goede wil toonde inzake de non-proliferatie. Noord-Korea voerde op 25 mei een ondergrondse kernproef uit en lanceerde in de dagen daarna verschillende raketten, die ondermeer over Japan vlogen. De internationale gemeenschap beraadt zich momenteel over de te nemen strafmaatregelen en bijgevolg vrezen de families van de journalisten dat ze als pasmunt zullen worden gebruik in die onderhandelingen.

    Noord-Korea-experts in Zuid-Korea en de VS zijn het erover eens dat een vrijlating zonder berechting

    Sommigen menen dat het een goed idee zou zijn om een Amerikaanse gezant te sturen om over de vrijlating te onderhandelen, zoals in 1994 en 1996 gebeurde. Er gaan stemmen op om Al Gore te laten gaan, die het tv-station leidt waarvoor de twee journalisten werken en die als ex-vicepresident een goed profiel heeft.Anderen denken aan Arnold Schwarzenegger, de gouverneur van California. De nieuwe sterke leider, Kim Jong-un, zou namelijk een groot fan van deze gewezen acteur uit actiefilms zijn.

    Nog anderen willen dat de gouverneur van New Mexico, Bill Richardson, erheen gaat. Hij kreeg in 1994 de vrijlating voor elkaar van Bobby Hall, een 28-jarige Amerikaanse helikopterpiloot wiens toestel uit de lucht werd geschoten nadat het boven Noord-Korea de weg was kwijtgeraakt. Zijn copiloot vond bij de beschieting de dood, Hall kwam na 13 dagen vrij.

    In november 1996 keerde Richardson naar Pyongyang terug om er de vrijlating te bepleiten van Evan Carl Hunziker, een 26-jarige etnisch Koreaanse Amerikaan die in augustus van dat jaar naakt de grensrivier tussen China en Noord-Korea was overgezwommen, om er door boeren te worden gered. Hunziker was volgens zijn Koreaanse moeder, bij wie hij in Alaska opgroeide, naar Noord-Korea gegaan om er 'het woord Gods te brengen' en vond dat hij daarvoor geen visum hoefde vragen. Zijn vader, een Korea-veteraan die jaren eerder van zijn vrouw scheidde, zei dat hij 'er geen idee van had wat de jongen daar ging zoeken'. Wat hij wel wist, was dat 'beweren dat hij een spion is, zoals Pyongyang doet, even geloofwaardig is als zeggen dat hij kan vliegen'.

    Jaren van honger en geweld

    Eerst vroegen de Noord-Koreaanse autoriteiten 100.000 dollar in ruil voor zijn vrijlating, Richardson mocht hem uiteindelijk na betaling van een twintigste van dat bedrag meenemen, bedoeld 'om de kosten te dekken van het hem drie maanden lang onderhouden'. Wat Hunziker precies in Noord-Korea wilde doen, zal hij zelf alvast niet meer vertellen. De man pleegde minder dan een maand na zijn vrijlating in de VS zelfmoord. Over zijn detentie in Noord-Korea sprak hij zelden, wel zou hij tegen de familie hebben verteld dat hij er niet was mishandeld.

    Dat zegt ook Tagashi Shugishima, de Japanse gewezen journalist van de Nihon Keizai Shimbun, die begin december 1999 werd gearresteerd tijdens zijn vijfde bezoek aan Noord-Korea, dit keer als lid van een onderzoeksdelegatie van een Japans economisch instituut. De man werd van spionage beschuldigd, wat hij ontkende, en pas in 2002 vrijgelaten. In latere interviews zei hij nooit te zijn gefolterd en drie keer per dag warm eten te hebben gekregen in een kleine, comfortabele cel in de bergen. "Aanvankelijk was ik ervan overtuigd dat ze me zouden vermoorden, ik vroeg me af of ze me zouden vergiftigen of doodschieten", zei hij. Later werd hij depressief en vooral bang dat hij gedwongen zou worden om voor de Noord-Koreanen te spioneren in ruil voor zijn vrijlating. Dat dreef hem tot een zelfmoordpoging, die evenwel mislukte.

    De verhalen van Hunziker en Shigishima staan in scherp contrast met de ervaringen van Noord-Koreaanse burgers die jaren in gevangenschap doorbrachten. Zo vertelt Kang Chol Hwan in De Aquariums van Pyongyang over zijn tien jaar detentie, van zijn negende tot zijn negentiende, als een tijd van extreme honger, dwangarbeid en geweld. Kang kwam in een strafkamp terecht omdat zijn grootvader van 'politieke misdaden' werd verdacht. Het regime in Pyongyang sluit doorgaans niet alleen de beklaagde maar ook zijn/haar familie op, en aldus kwam het hele gezin van de jongeman in het kamp terecht, wat velen niet overleefden.

    Slechte ervaringen hadden ook de Venezuelaanse Ali Lamada en de Fransman Jacques Sedillot, twee overtuigde communisten die in 1967 naar Pyongyang gingen om er de verzamelde werken van de Grote Leider respectievelijk in het Spaans en het Frans te vertalen. Lamada zou tegen zijn gastheren hebben gezegd dat hij de propaganda van Kim Il Song toch wel 'wat overdreven' vond, waarop hij eerst een jaar en daarna nog vijf jaar werd opgesloten in een kamp. Beide mannen werden in 1974 vrijgelaten na bijzonder penibele kampjaren, Sedillot overleed zelfs voor hij naar Frankrijk terug kon keren, Lamada bracht bij Amnesty International verslag uit van zijn tragische ervaringen.

    09-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:OOST-AZIE
    05-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA-DE PRIJS VAN TIANANMEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Luide, overtuigde stemmen en wuivende handen. Een karaokemachine, een groot scherm op een podium en reusachtige boeketten kunstbloemen. Het is zondagochtend, even na tienen, in de wekelijks voor een bedrag van bijna 400 euro tot Chinese Harvest Church omgetoverde feestzaal van de Oaktonbasisschool in Fairfax, Virginia.

    Zo'n 200 doctoraalstudenten en onderzoekers van drie prestigieuze universiteiten rond Washington komen in dit suburbia van snelwegen en obesitas samen zingen, bidden en lunchen. Met hun gulle offerandes creëren ze een Chinese luchtbel in een landschap van nette gazons en grote auto's. Ze komen voor God en voor elkaar, voor de gemeenschap die ze vormen veeleer dan voor de zuurpikante soep of de gebakken groenten die na de dienst in de eetzaal van de school worden geserveerd. En ze komen voor Zhang Boli (°1964), hun al even welbespraakte als elegante dominee. Hij kent elk van zijn parochianen bij naam en schudt hen bij het binnenkomen een voor een de hand. Naar de ziektes van de ouders informeert hij, en naar de studieresultaten van de kinderen.

    Als Zhang het podium bestijgt, wordt er geapplaudisseerd. Hij begroet de gelovigen uitbundig, maakt grapjes over greencards en vertelt over de conversaties met zijn tienerkinderen. Het publiek hangt aan zijn lippen. Zhang is een geboren orator, daar kwam hij twintig jaar geleden al achter. Dat de zoon van God geen westerling is, houdt hij zijn gehoor deze zondag voor, of toch niet louter. Er is een Jezus van Yunnan, van Shandong, van Henan en van Heilongjiang, om maar een paar van China's provincies te noemen wier zonen en dochters hier zijn vertegenwoordigd. Er is een versie van de Heiland voor elk van ons, halleluja, halleluja.

    "En toch", gaat hij verder, "moeten we bepaalde dingen onder ogen zien. Zullen diegenen die hier vandaag bijeen zijn om de Heer te loven, zich na hun terugkeer naar het vaderland niet onder druk laten zetten?" Hier en nu is Zhang de bekeerder van meer dan 10.000 Chinezen, de predikant die in zalen van Los Angeles tot Toronto duizenden toeschouwers lokt en wiens videocassettes wekelijks clandestien in Noord-China worden verspreid.

    Twintig jaar geleden leidde hij in Peking de eerste grote demonstratie sinds 1949. Hij stichtte op het Tiananmenplein in de lente van 1989 de Universiteit van de Democratie en bepaalde persoonlijk wat in het pas opgerichte blad Nieuwspionier verscheen. En tot de dag dat de tanks kwamen, behoorde hij tot het Hoofdkwartier ter verdediging van Tiananmen. "Helaas", zo schreef hij in het autobiografische Vlucht uit China (1998), domineerde toen de "vastberadenheid om ons niet te laten intimideren door een meedogenloos regime, zelfs niet als dat levens en bloed zou eisen." In de jaren die volgden voelde Zhang zich schuldig."We hebben gefaald, want we probeerden niet het hoogst haalbare te bereiken tegen de geringste prijs. Niets hebben we gekregen en daarvoor werd de hoogst mogelijke tol betaald." De waarschuwingen waren er nochtans. Beroemde intellectuelen met goede partijconnecties als Dai Qing waren midden mei al naar Tiananmen gekomen. Ze zeiden dat de studenten terug naar hun campussen moesten. Hun wijze raad viel in dovemansoren en menig partijintellectueel zou later concluderen dat deze zelfbenoemde Chinese patriotten zich bovenal door hun eigen ijdelheid hadden laten leiden.

    Liu Binyan, een van China's beroemdste journalisten, die tussen 1957 en zijn vertrek naar de Verenigde Staten in 1988 niet minder dan 21 jaar in werkkampen doorbracht, oordeelde in 1996 dat "het probleem is dat de studenten niets van de geschiedenis kenden. Ze dachten dat ze de eerste Chinese democraten waren. En hun allergrootste tekortkoming was hun persoonlijke honger naar macht."

    Zhang Boli zat bij het drama van 1989 op de eerste rij. Hij was er zelfs bij toen op 30 mei het laatste overleg met de overheid plaatshad. De afgevaardigde van het leger vroeg hoeveel studenten er aanwezig waren. Honderdduizend overdag, schatte Zhang, en een vijfde van hen bleef ook overnachten. De militair leunde achterover op de bank. "Voor elke student", zei hij, "hebben we drie soldaten, om jullie te dwingen het plein te verlaten." Ze zouden de studenten niet veel langer het hart van de hoofdstad laten bezetten. Maar toen de studentenleider vroeg of het leger bij de ontruiming eventueel op hen zou schieten, reageerde de man verbaasd. "Waarom zouden we dat doen? We zijn het Volksleger, hoe kunnen we het vuur openen op onze eigen mensen?"

    Contrarevolutionairen

    De dominee van Fairfax die zondag na zondag de zijnen voorgaat, is eigenlijk op Kerstmis 1989 in een Siberische sneeuwstorm geboren, uit de posters met 21 foto's die sinds één week na het bloedbad in alle stations van China worden opgehangen. Ze verplichten Zhang en de twintig andere 'meest gezochte contrarevolutionairen' onder te duiken of te vluchten. Dat blijkt geen sinecure en het duurt nog geen maand of een derde van hen is door de politie ingerekend.

    Zhang zelf heeft geluk: hij krijgt eerst onderdak bij vrienden en vertrekt dan naar verre familie op het platteland van zijn noordoostelijke geboorteprovincie Heilongjiang. Hij denkt dat hij daar veilig zal zijn, maar met de nationale 'kamerbrede opsporingsoperatie' van midden juli besluiten zijn verwanten hem toch maar onder te brengen in het huis van een politieman. Niets gaat boven het hol van de leeuw zelf.

    De voortvluchtige studentenleider krijgt in de weken en maanden die volgen veel hulp, van moedige mensen die menen het juiste te doen. "Dat ventje Deng", citeert hij zijn oude achteroom, "heeft de Partij verraden. Er was geen enkele reden waarom het leger op zijn eigen burgers moest schieten. Door jou te beschermen gedragen wij ons nu als echte communisten."

    Zhang trekt van schuilplaats naar schuilplaats, maar het net wordt almaar strakker aangehaald. Als hij van een bevriend partijkaderlid hoort dat de dorpen van Heilongjiang binnenkort systematisch zullen worden uitgekamd, omdat de politie gelooft dat hij zich daar bevindt, besluit hij het land te verlaten. "Op 25 december, om vier uur 's ochtends, stond ik aan de oever van de rivier, aan de overkant lag de Sovjet-Unie. Langzaam liet ik me op de knieën zakken, met mijn gezicht naar het zuiden, richting Peking, en mijn ouders, mijn vrouw en mijn eenjarige dochter. Ik zei: 'Mama, ik ga, ik zal je niet te schande maken.'" Vier uur later passeert hij de grens. Bij temperaturen van min veertig blijft hij door de Siberische storm lopen, tot hij uitgeput bij een schuur aankomt.

    Hij is bang voor de vriesdood en moet denken aan de woorden van zijn nicht, die hem er weer bovenop kreeg na een haast fatale aanval van tyfeuze koorts enkele weken eerder. Op een avond vroeg de analfabete boerenvrouw hem voor te lezen uit het enige boek dat ze bezat, een handgeschreven exemplaar van het evangelie volgens Johannes. "Zodra ik begon te lezen", schrijft hij, "kon ik niet meer ophouden. 'Broer, je moet bidden,' hoort hij haar nu in de Siberische schuur zeggen, 'Jezus zal je redden.'"

    "Hoewel ik nog steeds niet geloofde, begon ik te bidden. Ik kon niets anders bedenken om mezelf te troosten en wat hoop te geven. Ik verkeerde in een toestand van halve bewusteloosheid, maar ineens had ik een moment van grote helderheid. Een verblindende lichtstraal scheen door de duisternis en plots had ik het warm. Ik kon mijn ogen niet openen, maar ik hoorde een stem die zei: 'Zhang Boli, je zult niet sterven, want je zult in Mijn naam doorgaan.' Ik knielde op de grond en zei: 'Heer, als U me deze dag laat doorkomen, zal ik U voor altijd dienen.'"

    De volgende dag wordt hij gevonden door Russische boeren. Zhang begrijpt dat ze geen andere keuze hebben dan hem uit te leveren aan de nabijgelegen legerpost, waar hij twee weken verblijft. Hij komt er weer op krachten en wordt dagelijks ondervraagd. Dat ze hem op humanitaire gronden naar een derde land brengen, vraagt hij, maar dat willen de sovjetautoriteiten niet. De kolonel die hem het slechte nieuws komt brengen, legt uit dat een dergelijke daad een negatieve invloed zou kunnen hebben op de onlangs herstelde vriendschappelijke betrekkingen tussen de Sovjet-Unie en China. Tegelijk ziet de man in dat als Zhang wordt doodgeschoten of tot een lange detentie wordt veroordeeld, Moskou daarvoor de schuld zal krijgen.

    Op 10 januari 1990 wordt hij teruggebracht naar de grens. Zhangs begeleiders zeggen dat ze er rekening mee hebben gehouden dat hij een klein dochtertje heeft en dat ze de Chinese grenswachten niet hebben gewaarschuwd.

    Verscholen tijger

    Zhang gaat terug naar zijn nicht, die voor hem een onderkomen regelt aan de oever van de Heilongjiang, in een hut die tijdelijk leegstaat. Zijn enige gezelschap is de jonge hond Kleine Tijger en heel af en toe kan hij bij een verre buur terecht om te schaken. Die man herkent hem als de man op de foto in een van de kranten die hij kocht om de muren van zijn hut mee te beplakken. Maar ook zijn oordeel is uiterst positief. "Al degenen die toen op het Tiananmenplein waren, behoren tot de moedigste mensen van het Chinese volk", meent de oude boer. "Nu ben je een weggedoken draak en een verscholen tijger, maar zolang je in leven blijft, zal de draak kunnen vliegen en de tijger weer springen."

    Het zijn bemoedigende woorden, maar ze wegen niet op tegen de wanhoop die zich langzamerhand van Zhang meester maakt. De huidziekte die hij door de onhygiënische levensomstandigheden heeft opgelopen, transformeert zijn hele lijf tot een bloederige massa, hij is het vluchten moe en speelt steeds vaker met zelfmoordgedachten. Alleen het feit dat hij daarmee ook voor Kleine Tijger het doodvonnis velt, weerhoudt er hem van.

    Dat voorjaar komt Zhang door met vissen, de handel in civetkatbont en het opdelven van knollen en bonen. Aan het begin van de zomer besluit hij naar Harbin terug te keren, waar hij zich eerst schuilhoudt bij vrienden en dan onderdak vindt bij een politieagente, die ironisch genoeg zijn reddende engel zal worden. Als hij in juni van het daaropvolgende jaar het land weet te ontvluchten en via Hongkong naar de Verenigde Staten reist, dan is dat dankzij deze vrouw, die hem mateloos bewondert en intussen zelfs verliefd op hem is geworden.

    Vertrekken is achteromkijken, achterlaten, afscheid nemen en nederlagen accepteren, publieke evengoed als persoonlijke. De vele eenzame maanden in het onherbergzame noordoosten hebben Zhang geholpen bij het rouwen om zijn besmeurde identiteit als studentenleider. "Een van de droevigste dagen", schrijft hij, "was de eerste verjaardag van het bloedbad. Een stapel as, een potlood en een gedicht, een fles sterkedrank, tranen, jammerklachten en gedachten aan veel vrienden en familieleden hielpen me die dag door te komen." Er was geen zon. Het stormde drie dagen en nachten, wat hem inspireerde tot de volgende verzen: "Met stem en pen vang ik het lied van een orkaan. Hier, waar de storm woedt, rouwt een overlevende."

    Zhang de voortvluchtige, de man ook die leeft met de illusie dat zijn gezin op hem wacht. Het laatste teken van leven van zijn vrouw Li Yan dateert van drie dagen na het bloedbad, toen hij zijn vrienden vroeg haar terug te brengen naar haar geboortestad Taiyuan.

    Eind 1990 schrijft ze hem zelf voor het eerst een brief. Ze vindt dat ze beter kunnen scheiden en dat hij naar het buitenland moet vluchten. Haar woorden slaan in als een bom. In de maanden in de wildernis had Zhang op witte berkenschors tal van brieven en gedichten voor haar geschreven. "Ik streek een lucifer af en hield de kleine vlam bij de vellen berkenschors. Ik keek toe terwijl ze een voor een tot as vergingen."

    Er rest Zhang steeds minder. Hij moet aan de laatste zin van de afscheidsbrief van zijn vrouw denken. "Kleine Sneeuw is van ons allebei. In haar lichaam zit mijn bloed, op haar voorhoofd rust jouw schaduw."

    Hij wil niet weg voor hij haar nog een laatste keer heeft bezocht bij het boerengezin waar haar moeder haar onderbracht. De agente krijgt ook dat voor elkaar, al moet hij beloven dat hij zijn ware identiteit niet tegen zijn dochter zal onthullen. Anders praat ze misschien haar mond voorbij.

    Het meisje zag er erg slordig uit. "Is dit mijn dochter? Haar rode sweater was vuil en er zaten vieze vegen op haar ronde gezichtje. Ik vroeg waarom haar vader haar niet kwam opzoeken. 'Papa heeft geen tijd', zei ze, alsof ze een antwoord opzei dat ze uit een boek had geleerd. 'Papa studeert aan de Universiteit van Peking. Het is nu geen vakantie.'"

    Over haar moeder zegt ze dat ze haar nooit komt opzoeken, dat ze haar niet meer wil. Zhang legt zijn dochter uit dat papa haar nu niet kan meenemen. Papa is nog niet afgestudeerd, daarna komt hij haar halen en dan blijven ze altijd bij elkaar. "Het was tijd om te gaan. Ik had het gevoel dat mijn hart brak. Zo'n korte ontmoeting, niets was opgelost. Langzaam reed de jeep weg."

    Zhang de echtgenoot, Zhang de vader, Zhang de zoon. De speedboot naar Hongkong werd voorafgegaan door trieste tochten naar het verleden. Zou hij zijn moeder terugzien, of was de ontmoeting die de reddende engel op een bankje voor een drukke bioscoop in Peking heeft geregeld, de laatste? Hij vroeg of ze zich wel goed voelde, ze knikte. "'Niet huilen, mama', zei ik met zachte stem. 'Dit is geen plaats voor tranen. Mama, het spijt me zo, ik weet dat je voortdurend bezorgd om me bent geweest.' Ze zuchtte alleen maar, aaide over mijn gezicht en zei dat het er niet toe deed, zolang ik leefde, was ze tevreden."

    Zijn moeder drukt hem op het hart dat hij, als hij toch in de gevangenis belandt, anderen geen kwaad mag doen en dat hij zijn lot waardig moet dragen. "Je moeder zal trots op je zijn." Zhang herinnert zich het verhaal dat ze hem als kind altijd vertelde, over de dertiende-eeuwse hertog Wen Tianxiang, die zich bleef verzetten tegen de invasie van de Mongoolse Kublai Khan. 'Is er van vroegere tijden iemand die niet is gestorven?', zo luidden zijn beroemde woorden. 'Alleen zij die hun last met eer en waardigheid dragen, zullen schitteren in de geschiedenis.'

    Witte kamer

    Zhang is op 15 juni 1991 in New York aangekomen. Hij vertelt het de gelovigen tijdens de zondagse dienst lachend: dat een greencard bemachtigen voor hem een kwestie van zeven minuten was, voor zijn vrienden is het er nu een van zeven jaar en nog is niets geregeld. De professoren Yu Yingshi en Perry Link zorgen ervoor dat Zhang aan de universiteit van Princeton in New Jersey onderzoek kan doen naar de Taiwanese soevereiniteitskwestie. En elke avond volgt hij ijverig de Engelse taalles voor nieuwkomers. "Ik had geluk."

    De mis en de lunch zijn achter de rug, we hebben ons teruggetrokken in zijn rommelige kantoor. "Ik weet het", vervolgt hij, "dat is het oordeel van hem die weet hoe het afloopt, tijdens die moeilijke jaren voelde het helemaal anders." Er komt een schaduw over zijn gezicht. "Drie maanden nadat ik mijn research aan Princeton aanvatte, werd kanker vastgesteld, de dokters gaven me nog twee, maximaal drie jaar te leven."

    De volgende twaalf maanden brengt de erkende politiek vluchteling tussen ziekenhuislakens door. In een witte kamer, de donkerste uit zijn hele leven. Alles waar hij van houdt, ligt aan de andere kant van de Stille Oceaan. Er varen geen boten meer heen, of tenminste, ze willen hem niet aan boord. De dominee meent dat hij toen de bodem van zijn eigen ziel heeft gezien, in de gebaren van de onverstaanbare verpleegsters en dokters evengoed als in de gezichten van zijn dierbaren die hij zich onbereikbaar ver achter de glazen wanden voorstelde. Zhang vertelt dat hij iedere ochtend bij het wakker worden het gezicht van Kleine Sneeuw zag. Hij hoorde haar vragen of de jeep waarmee hij die laatste en enige keer op bezoek was gekomen, de zijne was. En altijd weer riep ze als hij wegreed. "Papa, papa."

    De dominee zucht en herhaalt dat hij mazzel had. "De Bijbel heeft me geweldig geholpen", zegt hij.

    Uit de lades van zijn bureau dist hij een foto op van hemzelf op het Tiananmenplein. Met een dromerige blik kijkt hij naar de jongeman met de megafoon en de zelfverzekerde glimlach. "Keer op keer heeft God mijn leven gered. Ik heb de tanks overleefd, een Siberische vriesdood en kanker in een vreemd land. Bovendien kon ik na mijn herstel in 1995 meteen aan een Chineestalig seminarie in Los Angeles terecht. Daags voor ik daar afstudeerde is Kleine Sneeuw aangekomen. Acht jaar lang was haar een paspoort geweigerd, ze was intussen twaalf. Toen ik haar zag, moest ik denken aan wat ik zei voor ik het land verliet. Als papa klaar is met studeren, komt hij je halen. Ik heb woord gehouden, of zo voelt het toch. Bij de gratie Gods."

    Uittreksel uit Het gewicht van Hemelse Vrede, Vrijheid en verzet sinds Tiananmen, Meulenhoff-Manteau

    05-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China
    03-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CHINA- 20 jaar na Tiananmen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen In de nacht van 3 op 4 juni 1989 veranderde het Pekingse Plein van de Hemelse Vrede in een nachtmerrie. Het studentenprotest, waaraan naar schatting een miljoen studenten en burgers deelnamen, werd bloedig neergeslagen. Catherine Vuylsteke blikt terug.

    Vannacht is het precies twintig jaar geleden dat de tanks in het hart van Peking de dromen en levens van menige burger verpletterden. Hoeveel doden er precies vielen, weten we niet eens. Officieel waren het er 241, mensenrechtenorganisaties geloven dat meer dan 1.000 mensen stierven.

    Twintig jaar na dato lijkt het alsof de Chinese jeugd er geen weet van heeft. De Amerikaanse zender CBS toonde de foto van Tankman in 2006 aan studenten van de Pekingse universiteit. Ze geloofden dat het een plaatje van een parade was, of een kunstwerk. "De machthebbers zijn er niet alleen geslaagd de burgers van hun idealen en levens te beroven maar schijnbaar ook van hun geschiedenis", zo reageerde Ma Jian, die over het bloedbad de roman Beijing Coma schreef.

    Dat Tankman niet herkend werd, bewijst dat Pekings gigantische uitgaven inzake propaganda en censuur vruchten afwerpen, waardoor jongeren er zich niet bewust van zijn hoezeer het bloedige neerslaan van de Pekingse Lente een scharniermoment is in de recente Chinese geschiedenis. De tanks maakten een einde aan de idealistische jaren tachtig, aan een decennium waarin door de Opendeurpolitiek tal van westerse ideeën en boeken voor het eerst sinds de woelige maoïstische jaren (1949-1976) weer het land binnenkwamen, wat zorgde voor een bloeiende intellectuele discussie.

    Velen hoopten dat met het aantreden van Deng Xiaoping een nieuw tijdperk zou aanbreken, wat ook is gebeurd. Alleen werden de economische hervormingen niet door politieke gevolgd. Sterker nog, de enige, schuchtere stappen in die richting dateren van voor het bloedbad. Erna werden de hervormers uit de partij weggezuiverd en werd het hele debat taboe.

    De Chinese burgers hebben met het bloedbad geleerd dat het nog steeds niet loont om aan politiek te doen: je riskeert er je job of je leven mee. Bijgevolg hebben ze vanaf de jaren negentig de slogan van Deng in de praktijk gebracht: 'rijk worden is glorieus'. Dat mondde evengoed uit in een nooit elders geziene aangehouden economische groei als in een blind materialisme, met gigantische ecologische consequenties en een steeds wijder gapende welvaartskloof.

    Sociale onrust

    Sinds 4 juni 1989 is het Tiananmenplein leeg, maar dat betekent geenszins dat er geen protesten meer waren. Wel integendeel, volgens overheidsbronnen is het aantal gevallen van 'sociale onrust' tussen 1993 en 2005 vertienvoudigd tot 87.000 per jaar. En sindsdien publiceert de Chinese overheid geen dergelijke statistieken meer.

    De burgercontestatie transformeerde zich van pogingen van de intellectuelen om het politieke systeem te hervormen en de autonomie van de burger te institutionaliseren tot acties van rurale migranten, boeren en arbeiders voor land-, eigendoms- en arbeidsrechten. Tegen het uitblijven van maatregelen tegen vervuilende bedrijven wordt geprotesteerd, tegen de gebrekkige compensatie bij land- en huisonteigeningen en fabriekssluitingen alsook tegen de corruptie van lokale besturen. Die contestatie neemt verschillende vormen aan. Doorgaans worden kwesties eerst aangekaart bij de plaatselijke overheden. Reageren die niet of ongunstig, dan proberen gedupeerden een rechtszaak aan te spannen. Meer dan 100.000 burgers werkten zich via een autodidactische rechtenstudie op tot blotevoetenadvocaten. Samen met zo'n 300 professionals staan ze burgers gratis bij in hun veelal moeilijke juridische strijd. De rechterlijke macht is immers niet onafhankelijk. Rechters worden door de lokale partijleiders aangesteld, terwijl advocaten naar de richtlijnen van de eveneens door de partij bestierde balie moeten luisteren.

    Wie geen zaak kon of mocht aanspannen, dient in tien tot dertien miljoen gevallen per jaar een verzoekschrift in, eerst bij de lagere overheid, en vervolgens veelal in Peking. Maar ook daarbij is de kans op succes gering. Hoewel er in het hele land bijna 50.000 kantoren zijn waar mensen met dergelijke verzoekschriften terechtkunnen, krijgen in het beste geval twee mensen op duizend een antwoord en niet zelden eindigen hun pogingen om gerechtigheid te laten geschieden in overheidsrepressie. Al deze activisten rekenen op dappere journalisten om de gaten in het censuurnet te zoeken en ruchtbaarheid te geven aan hun gevecht, wat in een door stringente censuur- en propagandarichtlijnen gestuurd medialandschap lastig, gevaarlijk en soms onmogelijk is.

    Repressie

    Peking reageerde op het bloedbad met grotere investeringen in het repressieapparaat, maar probeerde tegelijk alle segmenten van de elite voor zich te winnen met een significante verhoging van hun levensstandaard. Ze hadden begrepen dat de bestendiging van een autoritair regime niet zozeer afhangt van de loyauteit van de meerderheid als wel van die van de machtigen.

    Vanaf 1992, op het moment dat het samenspel van de markteconomie en de dictatuur haar definitieve vorm krijgt en dat duidelijk wordt dat de hervormingen zowel onder de boeren als onder de arbeiders grote brokken zullen maken, wordt de maatschappelijke bovenlaag juist in de watten gelegd. Met centen, jobs en kansen. In ruil daarvoor zal zij zich niet verenigen met de ontevreden segmenten van de maatschappij noch hen helpen om hun grieven te vertalen in politieke eisen.

    Het Tiananmenplein is dezer dagen op toeristen en grote aantallen agenten en soldaten na leeg. Het bevindt zich nu op internet, waar de kaap van de 390 miljoen Chinese gebruikers tegen eind vorig jaar was overschreden. En als het huidige tempo van 240.000 nieuwe gebruikers per dag wordt aangehouden, dan is het nog maar een kwestie van twee jaar vooraleer een half miljard Chinezen gaat websurfen. Hoewel Peking sinds de introductie van het internet in 1995 gigantische investeringen deed in hoogtechnologische censuur en cyberpolitie, blijkt uit onderzoek dat internetsites, chatrooms en blogs drie keer meer kritische informatie bevatten dan de traditionele media, zij het dat 'gevoelige berichten' doorgaans geen lang leven zijn beschoren.

    De doorsnee Chinese internetgebruiker maakt zich over de vrijheid op het internet overigens niet veel illusies: hij of zij denkt dat elke politieke discussie wordt opgemerkt en dus speelt iedereen een rol. Bedrijven doen zich voor als adviseurs om hun producten te pushen, de media geven zich uit voor objectieve informatiebronnen, echte dissidenten gebruiken discussies over ongevaarlijke thema's als surrogaat voor echt politiek debat en overheidsagenten doen alsof ze dissidenten zijn om mensen uit hun tent te lokken.

    Desondanks heeft het internet de controle van de staat over het maatschappelijke debat sterk verminderd en sommige internetdiscussies resulteerden al in beleidswijzigingen.

    Waarschijnlijk komt er aldus op langere termijn een democratisering via een gradueel proces, veel eerder dan door een revolutie. Dat verdient de voorkeur. Aan de brokken die van gewelddadige omwentelingen komen, heeft Li met de pet zich in de voorbije eeuw al voldoende bezeerd.

    03-06-2009 om 00:00 geschreven door Catherine Vuylsteke  


    Categorie:China


    Extraits à lire / uittreksels/ selected articles
    Foto

    Archief per week
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2010
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 15/12-21/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 16/10-22/10 2006
  • 02/06-08/06 2003
  • 27/01-02/02 2003
  • 09/09-15/09 2002
  • 08/07-14/07 2002
  • 10/06-16/06 2002
  • 30/11-06/12 1998
  • 12/10-18/10 1998
  • 05/10-11/10 1998
  • 07/09-13/09 1998
  • 20/04-26/04 1998

    Categorieën
  • AFGHANISTAN (9)
  • AFRIKA (17)
  • ARABISCHE WERELD (30)
  • Articles en français (10)
  • China (55)
  • columns (14)
  • In English (10)
  • Iran (14)
  • OOST-AZIE (10)
  • PROJECTEN (0)
  • Rusland (13)
  • ZUID-AZIE (13)
  • ZUIDOOST-AZIE (7)

  • Inhoud blog
  • CHINA/ hoe de deugd werd vermoord
  • Marokko/ In de kerker van de koning
  • Gestrand in Oostende
  • 'Hij was weg, plots en voorgoed'
  • Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten
  • Oostende, waar illegalen thuis zijn
  • 't Stad is niet van Assaad
  • Marokko/België De angst is naar hier geëxporteerd
  • BAHREIN /Jaffar al Hasabi: 'Martelen, daarin is het regime erg inventief'
  • IRAK-Regisseur Mohamed al-Daradji over de waanzin van filmen in Bagdad: van Al Qaida en bombardementen tot honderden massagraven
  • Migratie - Minderjarig en moederziel alleen in België
  • QATAR - de slaven van koning voetbal
  • CHINA - Frank Dikötter over de Grote Sprong Voorwaarts
  • NOORD-KOREA - Bovenaanzicht van de hel
  • CHINA- Ai Weiwei, de man die overal mee wegkwam
  • IVOORKUST- Alassane Ouattara, de superloodgieter
  • TUNESIE - columniste Naziha Réjiba over de Arabische Lente
  • IRAN - interview met Kader Abdolah
  • IRAK - Schrijfster Haifa Zangana: ‘Irakezen kwamen verenigd en vreedzaam op straat’
  • ARABISCHE WERELD - wat schrijfster Hanaan-as-Shaikj in 2004 over de toestand vertelde
  • Waarom het misging in de Arabische wereld
  • CHINA - Vluchtmisdrijf door zoon hoge functionaris zet land in rep en roer
  • EGYPTE
  • TUNESIE - Facebook heeft het land gered
  • TUNESIE -een gigantisch probleem van jeugdwerkloosheid
  • Vluchtelingen - gestrand in het bitterkoude Calais
  • CHINA - Ikea en McDonald's mikken op de panda
  • CHINA - Nobelprijs voor een lege stoel
  • CHINA - Liu Xiaobo, gevangen in een kooi van woorden
  • Internationale migratie - gestrand aan de oevers van de zee van Marmara
  • Joao da Silva - De Bang Bang Club
  • NIGERIA - sloppenbewoners moeten wijken voor verfraaiing van tuinstad Port Harcourt
  • INDIA -malafide microkredieten drijven boeren tot zelfmoord
  • DUITSLAND - 'Multiculturele maatschappij is mislukt'
  • IMAM èn homo zijn: het kan
  • CHINA- de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • CHINA- het belang van de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
  • AFGHANISTAN- stemmen in tijden van oorlog(3)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog(2)
  • AFGHANISTAN - stemmen in tijden van oorlog

    Blog als favoriet !

    Reactions/suggestions/e-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Startpagina !

    Zoeken in blog


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs