Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
05-05-2009
SENEGAL - zowel thuis als op school spreekt de karwats
Onlangs stond in het Senegalese Dalifort de lerares Khady Bâ terecht voor het verminken van haar leerling A.M. Diop. Een slordige agenda leverde de jongen karwatsklappen op, waarbij zijn oog grote schade opliep. De lerares werd veroordeeld tot een boete van omgerekend 76 euro, het kind moest naar Frankrijk worden overgebracht voor spoedchirurgie.
Het kind kent geen God, het kind kent de stok. Mamadou (18), die al vijf jaar deel uitmaakt van de Senegalese discussie- en actiegroep Eden rond geweld tegen kinderen, vraagt of ik de uitdrukking ken? Zie je, begint hij, in onze traditie heeft een kind nooit gelijk, het hoort zijn plaats te kennen, respect te tonen en niet tegen te spreken. De taal die het vaakst wordt gesproken is die van de macht en het geweld. Wordt een dochter of zoon naar de winkel gestuurd en raakt hij of zij onderweg het geld kwijt, dan wordt niet gevraagd hoe dat komt. Er komen klappen of je wordt met een lege maag naar bed gestuurd. Dat het kind onderweg misschien is bestolen of dat de handelaar oneerlijk was, zijn verklaringen waar geen rekening mee wordt gehouden. Ouders hebben overigens niet het gevoel dat ze iets fout doen. Er bestaat geen wetgeving die intrafamiliaal geweld tegen kinderen verbiedt. Bijgevolg zijn er ook geen hulplijnen voor kinderen, laat staan centra voor psychologische begeleiding. Loopt het dermate de spuigaten uit dat ze toch buitenshuis bescherming zoeken, dan worden ze door hun familieleden als verraders beschouwd. Ze gooiden de eer van het gezin immers te grabbel.
Onder de armoedegrens
Een van de grote problemen, voegt Anastasie Koudoh toe, is dat grote delen van de bevolking onder de armoedegrens leven. Ouders moeten zich al te zeer concentreren op eten, huisvesting en kleren voor het vaak al te kroostrijke gezin. Dat betekent dat vermoeide mannen en vrouwen weinig energie overhouden voor de opvoeding van de kinderen. Bovendien definiëren ze die vooral in termen van disciplinering, omdat dat de manier is waarop ze zelf opgevoed werden. Alternatieven voor de karwats zien ze nauwelijks. Als wij campagne voeren tegen intrafamiliaal geweld, krijgen we te horen dat kinderen door het praten over hun rechten hun respect voor de ouders verliezen en rebelleren. Tegelijk zien ze hun zonen en dochters als onrijp, gespeend van enige wijsheid, en dus niet als individuen met wie je communiceert en onderhandelt. Wij willen hen alternatieven aan de hand doen en zeggen: probeer je kind te begrijpen en besef dat je het ook kan straffen door het even zijn of haar favoriete bezigheid te ontzeggen. Door te tonen waartoe jongens en meisjes in staat zijn als ze worden aangemoedigd om mee te denken, overtuigen we hun vaders en moeders ook van hun intrinsieke waarde en van de voordelen die verbonden zijn aan het geven van overlegde verantwoordelijkheid. Het geweld beperkt zich niet alleen tot het ouderlijke huis, ook op school regeren leraren met de karwats, stelt Mamadou. Het voorbeeld van de twaalfjarige jongen die een zwaar beschadigd oog overhield aan een slordige agenda en slagen van de lerares, haalde de kranten omdat er een rechtszaak van kwam, wat uitzonderlijk is. Wettelijk mogen lijfstraffen op Senegalese scholen niet maar ze zijn dagelijkse kost. Sterker nog, het gros van de ouders wijt de leermoeilijkheden van kinderen zelfs aan de te grote soepelheid van de leraren. Ze sporen het onderwijzende personeel zelf aan om tucht in te stellen. Daar is een stilzwijgende consensus over en alleen als het totaal misloopt en een kind blijvend letsel oploopt, wordt er collectief moord en brand geschreeuwd. De consequenties van dat geweld zijn evenwel verstrekkend: veel gespijbel, geringe studiemotivatie en een verhoogde kans dat een kind betrokken raakt bij criminele activiteiten. En ook dan loopt het weer mis. Uit ons onderzoek onder jeugdelinquenten blijkt dat het gros van hen in detentie werd mishandeld door agenten, bewakers en medegevangenen. Dat geweld wordt geïnterioriseerd en bestendigd. In plaats van een voorbereiding op reïntegratie wordt de opsluiting zo een training in gewelddadig, antisociaal gedrag.
Compensatie in natura
Daarbij komt nog, meent Koudoh, dat veel leraren weinig opleiding kregen en slecht betaald worden. Zij beschouwen het beschikken over de leerlingen, ook in seksuele zin, als een compensatie in natura. En omgekeerd zien jonge meisjes in het slapen met de leraar soms een kans om in een hogere klas te komen zonder echt te studeren. Zelfs als ze verkracht worden, zullen die meisjes niet snel naar hun ouders of de autoriteiten stappen. Het taboe dat daarop rust is immers gigantisch. Moeders vrezen dat de buurt hen zal beschimpen als uitlekt dat dochterlief op school misbruikt werd en dat de schuld bij haar gebrekkige opvoeding zal worden gelegd. Op zich is de verkrachting van een kind wel strafbaar, maar rechtszaken zijn zeldzaam omdat kinderen en ouders hun rechten vaak niet kennen en ze niet zouden weten tot wie zich te wenden, gesteld nog dat ze het stigma naast zich neer wilden leggen, wat zelden voorkomt. Met andere woorden: er is nog veel werk aan de winkel.
Moeder, ze gaan me ophangen. Red me. Dat waren de laatste woorden van de 22-jarige Iraanse Delara Darabi, die zaterdag werd opgeknoopt. Als 17-jarige zou ze een moord hebben gepleegd, wat ze echter ontkent.
De voorbije jaren was er een internationale campagne op gang gekomen om het leven van Darabi te redden. Maar toen haar ouders zaterdag de ambulance uit de Teheranse Evingevangenis zagen vertrekken, wisten ze dat het te laat was. Hun dochter lag dood in het voertuig. Ze hadden haar een dag eerder voor het laatst gezien en de stemming was optimistisch. Op 20 april had de rechter immers een uitstel van executie met twee maanden bevolen. Bovendien waren tal van actiegroepen geld aan het inzamelen zodat ze de familie van de vrouw die Darabi zou hebben vermoord, met bloedgeld konden afkopen. Bovendien was er de hoop dat het met Darabi zou gaan zoals met haar vriendin Nazanin Fatehi, die eerst ook ter dood was veroordeeld maar eind januari 2007 toch werd vrijgelaten omdat ze onschuldig was. Darabis moeder vertelde na haar dood over haar laatste ontmoeting met haar dochter. Als ik vrijkom, had het meisje gezegd, dan wil ik mijn studies afmaken. Ik wil zo graag vrij zijn. Een van de rechters heeft me beloofd dat het zal lukken. Ik ben onschuldig, mama.
Verliefd
In september 2003 werd een rijke nicht van vaders kant vermoord. Aanvankelijk gaf Darabi, die toen 17 was, de moord toe, daartoe aangespoord door haar vriendje Amir Hoessein, die argumenteerde dat de roofmoord het stel in staat zou stellen om te trouwen en dat zij geen strenge straf zou krijgen aangezien ze minderjarig was. Dat bleek evenwel niet te kloppen: het tienermeisje werd ter dood veroordeeld door de rechtbank in haar geboortestad Raht en het Hooggerechtshof zou die strafmaat later bevestigen, zelfs als Darabi tegen die tijd stelde dat ze de moord niet pleegde en louter haar geliefde wou beschermen. Die bewering werd overigens door een aantal concrete feiten gestaafd. Zo werd de vrouw, zo bleek uit het onderzoek, vermoord door een rechtshandige, terwijl Darabi linkshandig was. In de gevangenis vatte Darabi een grote liefde voor schilderen op, haar werken werden zelfs in het buitenland tentoongesteld. Ook begon het meisje een blog bij te houden, die zijn weg vond naar de websites van tal van steuncomités, waardoor ze de allerbekendste Iraanse minderjarige ter dood veroordeelde werd. Ze schreef herhaaldelijk dat ze zich erg gesterkt voelde door die Iraanse en internationale sympathie, maar in januari 2007 verloor ze toch de moed en probeerde ze zelfmoord te plegen. Haar medegevangenen sloegen alarm en ze herstelde. De steungroepen, zo blijkt uit hun website, geloofden dat het door het toegekende uitstel nu wel zou lukken om Darabi vrij te krijgen. Dat dit niet is gebeurd, komt vooral omdat de rechterlijke macht tegen de eigen richtlijnen in heeft gehandeld. Niet alleen werd het uitstel niet gerespecteerd, bovendien werden ook de voorschriften inzake de kennisgeving van de advocaat en de nabestaanden met voeten getreden. Beide partijen moeten ten laatste 48 uur op voorhand op de hoogte worden gesteld van de nakende executie. Dat is niet gebeurd. Na het alarmerende telefoontje van hun dochter om zeven uur s ochtends haastte Darabis familie zich naar de gevangenis, maar ze werden niet tot het gebouw toegelaten. Toen ze de ambulance het pand zagen verlaten, beseften ze dat het te laat was.
Protest
De bekende Iraanse mensenrechtenactivist Mohammad Mostafaei vertelde achteraf tegen Human Rights Watch dat de executie wel een afrekening leek. Nadat de jonge vrouw haar smeekbede aan haar moeder richtte, nam een mannelijke functionaris de telefoon van haar over, aldus Mostafaei. We zullen met gemak uw dochter executeren, zei de man, en er is niets dat u daaraan kunt doen. Human Rights Watch gelooft dat de snelle en onwettige executie van Darabi moet worden gezien als een poging om de internationale storm van protest te vermijden die er zou zijn geweest als het nieuws van de plannen wél twee dagen op voorhand bekend zou zijn gemaakt. De Iraanse overheid blijft het wel doen, maar tegelijk toont de geheimzinnigheid waarmee het gebeurt dat Teheran wel degelijk beseft dat het schandelijk is en internationaal wordt afgekeurd.
Executies
Darabi deelt haar lot met meer dan 38 Iraanse kinderen sinds 1990 en nog eens 130 jongens en meisjes wachten in de gevangenis op de voltrekking van hun doodsvonnis. Geen enkel ander land in de wereld executeert zoveel minderjarigen. In Iran geldt dat meisjes vanaf hun negende en jongens vanaf hun 15de beschouwd kunnen worden als volwassenen. Worden ze ter dood veroordeeld, dan wordt met de voltrekking van het vonnis tot na hun achttiende verjaardag gewacht, wat betekent dat ze eerst nog jarenlang achter de tralies doorbrengen. Het feit dat zoveel bekentenissen onder foltering worden afgelegd, maakt die doodsvonnissen extra tragisch. Ook in Iran zelf keuren steeds grotere delen van de publieke opinie doodstraffen voor minderjarigen af. Vorige maand nog dienden tientallen vooraanstaande Iraanse intellectuelen, waaronder Nobelprijslaureaat Shirin Ebadi een petitie in waarin werd gepleit voor een opschorting daarvan. Maar ook die heeft het leven van Darabi niet kunnen sparen.