Stories that remain too often untold/ Histoires oubliées
29-10-2010
INDIA -malafide microkredieten drijven boeren tot zelfmoord
Dat 'geldhaaien' leningen verstrekken aan Indiase boeren en die met woekerrentes terugeisen is een oud zeer. Lang werd een oplossing gezien in microkredieten, zoals die door de Bengaalse Grameenbank-stichter Yunus (Nobelprijs voor de Vrede in 2006) werden uitgedacht. Alleen blijken boeren in de deelstaat Andhra Pradesh nu zelfmoord te plegen omdat ze hun schuld niet tijdig terug kunnen betalen aan dubieuze microkredietorganisaties.
Na dertig zelfmoorden in iets meer dan een maand tijd nam de deelstaatoverheid maatregelen: voortaan moeten de microkredietgroepen zich registreren. Een aantal van hen stapte nu naar het Indiaas Hooggerechtshof om die maatregel aan te vechten.
Microkredieten worden gezien als als dé oplossing voor mensen die niet in aanmerking komen voor reguliere leningen omdat ze onvoldoende financiële garanties kunnen bieden. Uitvinder van dit soort leningen is Nobelprijswinnaar Mohammad Yunus, stichter van de Grameenbank in Bangladesh. Ook in India vond de formule veel bijval: de sector groeide de voorbije vijf jaar jaarlijks met 70 procent. Het wijdst verspreid zijn de microkredieten in de zuidoostelijke deelstaat Andhra Pradesh, die goed is voor 6,7 miljoen klanten of een derde van het totaal. In die deelstaat alleen staat 1,95 miljard euro uit.
Het succes is op zich begrijpelijk: deze vorm van financiering kan mensen helpen die anders overgeleverd zijn aan zogenaamde 'geldhaaien', die volgens studies makkelijk woekerinteresten van 36 tot 72 procent op jaarbasis vragen. Het is juist de gigantische schuldenspiraal waarin landbouwers terechtkomen door geldhaaien, die zorgt voor een epidemie van rurale zelfmoorden. Volgens overheidsstatistieken pleegt sinds 2003 om de acht uur een Indiase boer zelfmoord omdat hij zijn schulden niet meer kan betalen. Goed voor bijna 200.000 mensen in de voorbije zeven jaar.
Microkredieten moesten een oplossing bieden voor dit dramatische fenomeen. Maar in de realiteit blijkt dat Indiase microkredietverstrekkers veel minder dan de Grameenbank aan opleiding en bewustwording doen. Het draait doorgaans louter om de verstrekking van cash. Bovendien blijken onderregulering en wijdverspreide corruptie ervoor te zorgen dat de microkredietinstanties zich in sommige gevallen alleen in naam van de traditionele heldhaaien onderscheiden. Zo meldden de Indiase media de voorbije twee maanden minstens dertig zelfmoorden van boeren die hun microkredieten niet konden terugbetalen. Bovendien bleken werknemers van een microkredietorganisatie in het district Karimnagar een vrouw aan een boom te hebben vastgebonden omdat ze haar wekelijkse terugbetaling niet kon volbrengen. In het district Visakhapatnam werd een meisje gedurende drie dagen gegijzeld omdat haar moeder de wekelijkse schuld niet kon afbetalen.
De zelfmoorden, die in de Indiase media 'micromoorden' werden genoemd, en de verhalen over de vrouwen, zorgden in Andhra voor een storm van protest. Op instigatie van linkse activisten van de Communist Party of India (Marxist) werden eerder deze maand de kantoren kort en klein geslagen van SKS Microfinance, een van de grootste spelers op het terrein. De politie verrichtte ondertussen arrestaties maar tegelijk voelde de deelstaatoverheid zich genoodzaakt om in actie te komen. Alle dergelijke organisaties kregen op 14 oktober opdracht om zich bij de overheid te registeren, hun boeken openbaar te maken en duidelijke werkingsprocedures te publiceren. Tevens mogen ze hun medewerkers niet langer naar de dorpen sturen om gelden te innen. Daar moeten de lokale overheden zich voortaan mee bezighouden.
Hooggerechtshof
De microkredietorganisaties waren niet blij met de overheidsinmenging en spanden dinsdag een zaak aan bij het Hooggerechtshof. "Onze corebusiness is juist dat mensen informeel lenen en zich niet hoeven te verplaatsen naar vaak meer dan tien kilometer verderop gelegen districthoofdplaatsen om hun leningen terug te betalen", aldus een directeur van een grote microkredietorganisatie in een interview met de krant The Hindu.
Bovendien hebben de commerciële banken hun kredietstroom naar de microkredietensector bevroren na de richtlijn van de deelstaatregering van Andhra Pradesh. Normaliter verstrekken zij bijna 100 miljoen euro per week. "Als het krediet niet snel wordt hervat, dan dreigt er een systeemgevaar voor de hele Indiase banksector", aldus Sajeev Vishwanathan van microkredietorganisatie Basix in de Financial Times. Indiase banken hebben in totaal zo'n 4,3 miljard euro uitstaan. De man zei ook te vrezen dat politieke manipulatie door linkse partijen zal resulteren in een campagne van niet-terugbetaling, die de hele sector fataal zou kunnen worden.
DUITSLAND - 'Multiculturele maatschappij is mislukt'
Volgens de Duitse bondskanselier Angela Merkel is de multiculturele samenleving 'volledig mislukt'. Haar uitlatingen komen in een rij van vooral negatieve commentaren van Duitse publieke figuren over moslimmigranten. 'Maar vaak stroken die niet met de feiten', aldus Der Spiegel.
Het verhitte moslimdebat in Duitsland begon eind augustus met de publicatie van het boek van Thilo Sarrazin, waarin hij stelde dat Duitsland door immigratie steeds dommer wordt. Maar uit een nu gepubliceerde poll die de Friedrich-Ebert-Stiftung in april onder meer dan 4.000 mensen uitvoerde, bleek al dat de extremistische visies aan kracht winnen.
"We hebben veel te lang gedacht dat de immigranten die in de jaren zestig naar Duitsland kwamen, uiteindelijk weer weg zouden gaan. Of dat ze zich vanzelf zouden integreren Dat was fout. De multiculturele maatschappij is volledig mislukt", zo stelde Bondskanselier Angela Merkel zaterdag op een bijeenkomst van jongeren van haar Christendemocratische CDU in Potsdam, nabij Berlijn. "Iedereen die niet meteen Duits spreekt, is niet welkom", aldus Merkel.
Politologen legden haar uitspraken meteen uit als een charmeoffensief jegens de ongeveer 30 procent Duitse kiezers die vinden dat het land overspoeld wordt door immigranten, veelal met de bedoeling om van de sociale zekerheid te profiteren. Dat dat aantal zo groot is, mocht woensdag blijken uit een studie van de Friedrich Ebert Stichting, de denktank van de Sociaaldemocratische Partij die momenteel in de oppositie zit. Dit onderzoek, gebaseerd op in april uitgevoerde interviews met meer dan 4.000 mensen, gaf tevens aan dat 13 procent van de Duitsers wel wat voelt voor een 'Führer', waarmee expliciet wordt verwezen naar Hitler. Ook blijkt dat zes Duitsers op tien meent dat de beleving van de islam aan banden moet worden gelegd, en 17 procent vindt dat de joden te veel invloed hebben. "De hoofdbevinding van het onderzoek", zo stelt onderzoeker Oliver Decker, "is dat extremisme niet langer het monopolie is van extreemrechtse skinheads maar binnen brede lagen van de bevolking ingang vindt. Vroeger waren dergelijke visies latent, nu worden ze ongegeneerd geuit door mensen uit alle lagen van de bevolking. De economische crisis zorgde voor een zekere agressie, er wordt een zondebok gezocht en die vindt men in buitenlanders in het algemeen en moslims in het bijzonder."
Die mentaliteitsverschuiving werd eind augustus pijnlijk zichtbaar met de publicatie van 'Deutschland schafft sich ab' (Duitsland schaft zichzelf af) van gewezen SPD-politicus en Bundesbankbestuurslid Thilo Sarrazin. Daarin stelt hij dat het gemiddelde IQ in Duitsland is gedaald door de gigantische toename van laag opgeleide immigranten die kroostrijke families stichten. Het verschijnen van het boek was voor de Bundesbank begin september aanleiding om zijn ontslag te vragen, een eis die toen opmerkelijk genoeg ook door Merkel werd bijgetreden. Sarrazin besloot de eer aan zichzelf te houden en stapte op 9 september op.
'Islam is een deel van Duitsland'
Van zijn boek zijn onderhand anderhalf miljoen exemplaren verkocht en er kwam een hevig immigratiedebat. In zijn speech voor de twintigste verjaardag van de Duitse hereniging, zei de Duitse president, Christian Wulff, (een partijgenoot van Merkel) op 3 oktober dat "islam een deel is van Duitsland". Die zinsnede was op zich niet nieuw. In 2006 stelde de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken (huidig financiënminister) Wolfgang Schäuble dat "islam een deel is van Duitsland en van Europa. Moslims zijn welkom". Schäubles woorden genereerden geen fractie van de haatmail waarop de president zich mocht verheugen. Blogs als Politically Incorrect en Fakten Fiktionen overgoten het staatshoofd met vitriool en beschuldigden hem ervan 'de sharia ter wille te zijn'.
Een aantal Groenen en SPD'ers van hun kant vroegen de huidige minister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière om de islam dezelfde erkenning te geven als christendom en judaïsme. In een interview met Deuschlandradio Kultur zei hij: "als u vraagt of islam dezelfde positie krijgt als de joods-christelijke visie op religie en cultuur die wij kennen, dan is mijn antwoord: niet in de nabije toekomst."
Ondertussen rommelde het ook in het eigen CDU/CSU-kamp van Merkel. Zes dagen na de speech van de president verscheen in het blad Focus een interview met de Beierse CSU-leider Horst Seehofer. Hij stelde dat "het duidelijk is dat immigranten uit andere culturen zoals Turkije en de Arabische landen meer moeite hebben met integratie. Daaruit concludeer ik dat we geen behoefte hebben aan bijkomende immigratie uit andere culturen."
De uitlatingen van Seehofer zorgden voor een storm van protest, vooral van de SPD en de Groenen, die het hadden over de "vergiftiging van de maatschappelijke sfeer".
Bovendien hekelt Der Spiegel het feit dat zijn discours "volstrekt niet strookt met de feiten". Tussen 2000 en 2004 had Duitsland een netto-immigratie van meer dan 500.000 mensen, maar de voorbije twee jaar verlieten er bijna 100.000 mensen meer het land dan dat er zich kwamen vestigen. "Van een toestroom aan migranten, laat staan moslims, is dus geen sprake." Bovendien heeft Duitsland volgens overheidsbronnen nog zo'n 400.000 professionals nodig, en moet er gekeken worden hoe de erkenning van buitenlandse diploma's makkelijker kan worden gemaakt, in de plaats van populistische, xenofobe speeches te houden. Ook verwijst Der Spiegel naar een nieuwe studie van een van Duitslands toonaangevende universiteiten, waaruit blijkt dat de werkloosheid onder Turkse inwijkelingen veel lager is dan onder immigranten uit Oost-Europa.
Imam zijn én homo, het kan. 'De Koran is als een glas oceaanwater. Wat erin zit, komt uit de oceaan, maar het is de oceaan niet', stelt de Afro-Amerikaanse homo-imam Daayiee Abdullah. Zijn reis ging van Detroit over Peking en Taiwan naar Caïro, Oman en Saoedi-Arabië.
'Natuurlijk heeft de Koran verse lucht nodig', meent deze zoon uit een baptistische familie uit Detroit, die op doorreis is in België. 'Anders is de islam een dode religie.'
Je zou het verhaal van imam Daayiee Abdullah op vele plaatsen kunnen laten beginnen. Toen hij in 1983 in Peking studeerde bijvoorbeeld, en via zijn Oeigoerse studiegenoten kennismaakte met de islam. "Ik vertelde hen dat ik homo was en ze zeiden dat dat geen probleem kon zijn. God is liefde. Ze namen me mee naar hun moskee en introduceerden me in hun dertienhonderd jaar oude religie, een geloof dat veel zuiverder en toleranter was dan wat ik op dat moment kende van Nation of Islam of de wahabitische moskeeën in de VS."
Of je zou bij het sciencefictionboek kunnen starten, dat hij als jongen las. Dat ging over een wees die op Mars was geboren en bracht hem in contact met metafysica. "Mijn hoofd werd er groter van. (lacht) Echt. Tegelijk is religie altijd een deel geweest van mijn leven. Mijn ouders waren opgeleide baptisten. Er werd gebeden voor de maaltijden maar toch waren het ruimdenkende mensen. Toen ik hen op mijn achtste zei dat hun geloof me niet zo aansprak omdat ik me geen weg wist met de Heilige Drievuldigheid, hielden ze me voor dat ik iets anders moest zoeken dat houvast bood. En dus ging ik de hindoeïstische tempels en de moskeeën verkennen die je aan het einde van de jaren zestig in mijn geboortestad Detroit aantrof. Ik wist namelijk wel zeker dat ik nood had aan spiritualiteit."
Coming-out
De ruimdenkendheid van zijn ouders valt ook af te leiden uit hun reactie op zijn coming-out, op zijn zestiende. "Ik wist sinds mijn vijfde dat ik homo was. Andere jongens praatten over meisjes en mij interesseerde dat niet. Toen ik veertien was, had ik met Otis mijn eerste vriendje, maar die pleegde een dik jaar later om onduidelijke redenen zelfmoord. Nog een jaar later outte ik me tegenover mijn ouders. 'We hebben hier zoveel jongens', zei mijn moeder, die zes zonen had. 'We kunnen er nog wel een jongen bij hebben. Breng die vriend maar mee.'"
Als 19-jarige verhuisde de imam, die toen nog gewoon Sidney Johnson heette, naar San Francisco. "San Fransissy, zo noemde ik deze homohoofdstad van Amerika, zij het dat er ook binnen de holebigemeenschap een sterke scheiding bestond tussen de rassen. De zwarten waren in de blanke kringen alleen welkom als ze een blanke partner hadden. Van daaruit is ook mijn activisme gekomen: in 1979 was ik een van de medeorganisatoren van Harvey Milks 'Gay March on Washington' en dat maakte me duidelijk dat de blanken veel minder bezig waren met de sociaaleconomische kwesties dan wij Afro-Amerikanen. Er was wel degelijk een zwarte holebibeweging nodig. Bovendien leerde ik dat activisme zinvol is: in 1981 werd discriminatie op basis van seksuele geaardheid verboden onder druk van onze acties."
Johnson verhuisde naar Washington en werkte als griffier in de rechtbank. Zijn intelligentie trok de aandacht van een rechter, die hem aanraadde om rechten te studeren. "Maar zelf had ik het gevoel dat ik Chinees moest studeren, dat daarin antwoorden zouden liggen op mijn spirituele vragen. En aldus kreeg ik, met dank aan de positieve discriminatie die toen gold, in de lente van 1983 een beurs om naar Peking te gaan."
Van Peking en de bekering tot de islam ging het naar Taiwan, waar het Johnson vooral opviel "hoe de wahabieten een greep hadden op de islambeleving. Ik kon me daar volstrekt niet in vinden. Zij willen dat iedereen een kopie wordt van de ideale gelovige. In het gareel lopen, conformeren, dat is voor wahabieten belangrijk. Mij deed dat al te sterk denken aan de baptisten. Wat me in de islam van de Zijderoute van mijn Oeigoerse vrienden had aangesproken was juist het respect voor de individualiteit van elke gelovige en de nadruk op zijn of haar persoonlijke relatie tot God."
Als hij in 1987 terugkeert naar de VS, begint Johnson plannen te smeden om Arabisch te leren. Met een nieuwe beurs vertrekt hij naar Caïro en later Oman, waar hij het soefisme ontdekt. Na afloop daarvan gaat hij rechten studeren in de VS en vervolgens neemt hij een baan als leraar aan in Saoedi-Arabië, waar het plan rijpt om imam te worden.
"Eén ding wat voor mij niet ter discussie kon staan, was de gelijkheid van mannen en vrouwen. Daarvoor hield ik te veel van mijn moeder en mijn zus. Hen middels een legalistische invulling van de islam allerlei beperkingen opdringen vond en vind ik absolute larie. Naarmate ik meer teksten bestudeerde, kwam ik erachter dat het altijd weer om interpretatie gaat, en dat de islam vaak wordt misbruikt om de eigen mannelijke suprematie te handhaven. De Koran als instrument voor het beslechten van een machtsstrijd dus. Dat kan nooit Gods bedoeling zijn geweest. Dus ging ik zelf die teksten uitvlooien. Het verhaal van Lot bijvoorbeeld, dat aangewend wordt om 'te bewijzen' dat God homofoob zou zijn. Waar het in die parabel over gaat, is Gods afkeer voor verkrachters, niet voor homo's."
Binnen de moslimgemeenschap werden de liberale zienswijzen van Johnson niet altijd even positief onthaald. "In 2003 was ik net aan het laatste semester van mijn imamopleiding begonnen toen me gevraagd werd of ik een islamitische dienst wilde houden voor een overleden aidspatiënt. Dat heb ik met plezier gedaan en het nieuws was vervolgens te lezen in een homoblad. Hoe dat precies is gegaan, mag Joost weten, maar de directie van mijn opleidingscentrum had het bericht ook gezien en dus werd ik eruit gegooid.
"Dat heeft me in mijn overtuiging gesterkt dat er nood is aan vernieuwing in de islam. De Koran is een glas oceaanwater. Zijn inhoud komt uit de oceaan maar is de oceaan niet. En ook: de Koran is een prisma. Als je dat louter rechtop houdt, zie je grijze streepjes licht. Alleen als je het ding kantelt, slaag je erin het prismamoment te vinden, de regenboog waarin alle mensen verenigd zijn. En daar gaat het in de islam fundamenteel om: tegemoet komen aan de noden van alle mensen. Dat die divers zijn, hoeft niet gezegd."
Breken en onderdrukken
Eenvoudig is Johnsons positie nooit geweest: atheïstische homo's keken hem vreemd aan en binnen de moslimgemeenschap was de scepsis groot. "Ik kreeg bijvoorbeeld brieven van zogenaamde moslimgeleerden, die erop wezen dat de rechtsbeginselen van de sharia voor 80 procent overeenkomen met het VS-strafrecht. Dus, gingen ze verder, waar maakt iedereen zich zo druk om? Om die andere 20 procent natuurlijk, die aangewend wordt om vrouwen, minderheidsgroepen, niet-gelovigen en wie dan ook te breken en te onderdrukken. Maar die opmerking werd me niet in dank afgenomen.
"Mijn combinatie van opleidingen komt me daarom goed van pas. Ze staat me toe de dingen simpel te stellen: de islam onderschrijft de universaliteit van de mensenrechten in al hun aspecten. Ze omvat die en is nog groter. Fundamenteel is dat de bottomline."
De Nobelprijs voor de Vrede werd toegekend aan de Chinese mensenrechtenactivist Liu Xiaobo (55), die een celstraf van 11 jaar uitzit wegens subversie. Hij publiceerde in december 2008 het Charter 08, een oproep tot hervormingen die voor u en mij vanzelfsprekend zijn.
De mensenrechtenactivist die nooit zwicht
et nieuws dat sinds gisterochtend elf uur de wereld rondging, heeft de betrokkene wellicht nog steeds niet bereikt. Sinds hij op Kerstmis van vorig jaar tot elf jaar werd veroordeeld wegens 'subversie', deelt hij met enige medegedetineerden een cel in Jinzhou, op zo'n 500 km van Peking . Kranten lezen, televisie kijken of telefoneren mag de man niet en de boeken die zijn vrouw Liu Xia voor hem meebrengt, worden voorafgaandelijk gescreend. Zijn echtgenote kan hem één keer per maand bezoeken, voor een ontmoeting onder toezicht van bewakers en camera's. Ze deden dat ongeveer een maand geleden voor het laatst, zegt Renee Xia van Chinese Human Rights Defenders, het in Hongkong gevestigde netwerk van mensenrechtenactivisten. De kans is dus groot dat Liu een dezer bezoek krijgt van een echtgenote die goed nieuws voor hem heeft. Woensdag gingen enige vrienden nog bij de permanent geschaduwde artieste in Peking langs. "Ik vind dat mijn man deze prijs verdient", zei Liu Xia toen.
En daar valt wat voor te zeggen. De noordoost-Chinese literatuurprofessor is al decennialang een van de boegbeelden van de Chinese democratiserings- beweging. In 1989 was hij nauw betrokken bij de studentenprotesten. Twee dagen voor het bloedbad van 4 juni ging hij met een paar medestanders in hongerstaking. Op 6 juni werd Liu gearresteerd en meer dan een jaar vastgehouden wegens 'contrarevolutionaire propaganda'.
Democratische sterren
De literatuurprofessor zou in latere jaren erg kritisch blijken voor de Pekingse Lente. "Op het Tiananmenplein beschouwden we onszelf als rechtschapen", zo schreef hij in 1994, "terwijl we juist te onverschrokken en te zelfverzekerd waren. De gebeurtenissen hadden ons geheel bedwelmd waardoor we niet zagen dat de basis voor een snelle democratisering in onze maatschappij ontbrak. De Chinese Communistische Partij (CCP) was er niet op voorbereid, het volk was er niet klaar voor en onze studentenleiders en intellectuelen waren er evenmin toe in staat. De democratie die we zochten, reikte niet verder dan het romantische stadium van de holle slogans."
Liu hekelde ook de eigenaardige rechten die de studentenleiders ontleenden aan het feit dat ze "twee maanden lang revolutionaire heiligen en democratische sterren speelden. Dat was schijnbaar een vrijgeleide om overal ongegeneerd je gevoeg te doen, om gratis het openbaar vervoer te gebruiken en uit eten te gaan zonder te betalen. Er mocht gelogen worden voor de 'rechtvaardige zaak', andersdenkenden mochten de mond worden gesnoerd, kritiek hoefde niet te worden geduld".
Liu Xiaobo schreef in 1994 dat activisten als hijzelf maar evenveel kaas hadden gegeten van democratisering als de leiders die ze op het plein in 1989 hekelden. Maar terwijl er in de daaropvolgende twee decennia onder China's leiders weinig vooruitgang is geboekt inzake politieke hervormingen, diepte Liu zijn ideeën verder uit, wat hem in de jaren negentig andermaal op detentie kwam te staan. Na een pleidooi voor een ontmoeting tussen de Chinese leiders en de dalai lama werd hij in oktober 1996 veroordeeld tot drie jaar 'heropvoeding door arbeid'.
Hoezeer de Chinese overheid ook probeerde om Liu via repressie het zwijgen op te leggen, de literatuurprofessor werd daardoor juist gesterkt in zijn overtuiging dat China fundamentele hervormingen nodig heeft. Op 10 december 2008, op de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, publiceerde Liu met enige medestanders op het internet het door 303 individuen ondertekende Charter 08. Rechtenprofessoren zetten er hun naam onder, maar evengoed activisten, onderzoekers, zakenlui en zelfs enige overheidsfunctionarissen. De tekst was gemodelleerd op het Tsjecho-Slowaakse Charter 77, waarmee individuen als Vaclav Havel meer dan dertig jaar geleden een vuist wilden maken tegen het politieke keurslijf van de Sovjet-Unie en zijn satellietstaten.
Concreet vroegen de ondertekenaars van Charter 08 zich af welke richting China uitgaat in de 21ste eeuw. Zal de modernisering gepaard gaan met voortgezet autoritarisme of zullen de universele menselijke waarden omarmd worden en kan China deel gaan uitmaken van de mainstream democratieën in de wereld? "China heeft veel wetten", schrijven ze, "maar een rechtsstaat is het niet."
Charter 08 is geen revolutionair document, op de gewelddadige omverwerping van het huidige bestel wordt niet aangedrongen. Wat erin bepleit wordt, vinden u en ik vanzelfsprekend: vrije verkiezingen, het recht om overheidsbeslissingen in vraag te stellen, maatregelen om de gapende welvaartskloof te dichten, alsook sociale zekerheid en een onafhankelijke rechtspraak.
Louter westerse, liberale ideeën? "Onze ideeën", meent mede-opsteller Zhang Zuhua, "gaan wel degelijk terug naar de laat achttiende-eeuwse Amerikaanse Bill of Rights, de Déclaration des droits de l'homme et du citoyen van de Franse Revolutie en zelfs naar het Magna Carta van 1215. Maar er is ook een authentiek Chinese inspiratie voor Charter 08, namelijk in de weg naar democratisering en respect voor de mensenrechten die Taiwan is ingeslagen".
Liu Xiaobo was er zelf niet bij toen het manifest via het internet de wereld werd ingestuurd, twee dagen eerder werd hij opgepakt. Op 22 december 2008 vroegen Nobelprijswinnaars zoals Nadine Gordimer en Wole Soyinka in een brief aan president Hu Jintao om zijn onmiddellijke vrijlating maar meer dan een korte ontmoeting met zijn vrouw op nieuwjaarsdag 2009 kwam er niet.
Zeventig anderen kregen ondertussen de raad om hun handtekeningen in te trekken, zoniet was er geen garantie dat het verder de goede kant opging met hun banen en hun toekomst.
De eerste verbale overheidsreactie op Charter 08 kwam er op 18 december, toen president Hu in een toespraak naar aanleiding van de dertigste verjaardag van de lancering van Dengs hervormingen zei dat "China de politieke instellingen van het Westen nooit zal imiteren". Hij citeerde Deng dat 'ontwikkeling het allerhoogste principe is'.
Precies een maand later kwam er een nieuwe officiële aanval op het charter, dit keer in de vorm van een essay van de hand van Jia Qinglin, de nummer vier van de CCP. De toon van het stuk deed denken aan die van een overheid die zich voorbereidt op een loopgravenoorlog. "De partij", stelde Jia, "moet een muur van verzet bouwen tegen de westerse meerpartijendemocratie, tegen de bicamerale wetgevende macht, tegen de scheiding der machten en tegen andere foutieve ideologische bemoeienissen. (..) We moeten bewust gehoorzamen aan de politieke discipline van de Partij en resoluut haar gecentraliseerde eenheid vrijwaren".
Korte tijd nadat het charter werd verspreid, werden tal van websites die het promootten, gesloten. Desondanks ondertekenden meer dan tienduizend Chinese burgers het manifest. Zal het document iets opleveren voor de 1,3 miljard Chinezen? Chinakenner Ian Buruma ziet het zo: als China ooit democratiseert, dan zal 10 december in elk geval worden opgenomen in de lijst van de feestdagen". Aan die lijst is gisteren een nieuwe datum toegevoegd: die waarop Liu gelauwerd werd.
Dreigement
Volgens zijn vrienden heeft Liu volstrekt nooit gedacht dat hij in aanmerking zou komen voor deze prestigieuze internationale prijs, al zou het hem wel al ter ore zijn gekomen dat hij op 18 januari door Nobellaureaten Vaclav Havel, de dalai lama, Desmond Tutu en enige anderen was genomineerd. China's leiders probeerden toen om de comitéleden op andere gedachten te brengen. Afgelopen zomer werd een viceminister van Buitenlandse Zaken naar Oslo gestuurd met de mededeling dat een dergelijke lauwering erg negatieve gevolgen zou hebben voor de Noorse handelsbelangen in China. Dat een dergelijk dreigement geen invloed zou hebben, antwoordde het Nobelcomité.
Begin december wordt de prijs in Oslo uitgereikt. De kans om die persoonlijk in ontvangst te nemen, krijgt Liu wellicht niet. Zal zijn vrouw Liu Xia het land uit mogen? "Ik denk van wel", zo meent Renee Xia. "Peking beseft heel goed dat het zich een nieuwe golf van negatieve publiciteit op de hals haalt als het Liu Xia verhindert om begin december naar Oslo te reizen en zal dat willen vermijden. Tegelijk moet niet worden verwacht dat Liu op korte termijn vrijkomt: de Chinese leiders willen niet als zwak worden gezien. Toch bestaat de mogelijkheid dat hij over enige tijd op medisch parool vervroegd vrijkomt. En in tegenstelling tot veel anderen zal hij weigeren om naar het buitenland te vertrekken. De strijd moet hier worden gevoerd, alleen hier is hij nuttig. En dat beseft Liu beter dan wie ook."
CHINA- het belang van de Nobelprijs voor Liu Xiaobo
De toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Chinese mensenrechtenactivist Liu Xiaobo is een hart onder de riem voor de burgerrechtenbeweging in China. En een duidelijk signaal aan Peking dat de internationale gemeenschap verwacht dat een wereldmacht zich ook als dusdanig gedraagt.
Op 18 januari al droegen een paar gewezen laureaten van de Nobelprijs voor de Vrede de tot elf jaar cel veroordeelde Liu Xiaobo voor als kandidaat voor 2010. Ze argumenteerden dat hij paste in het rijtje van de eerder gelauwerde Aung San Suu Kyi en Martin Luther King, die net als hij hun leven in dienst stelden van de vreedzame strijd voor de rechten van gewone burgers. Ze wezen er ook op dat Liu door twintig jaar activisme in China bijdroeg aan de oorspronkelijke intenties van Alfred Nobel, namelijk het bewerkstelligen van de vrede en de broederschap tussen verschillende landen. Democratisering en respect voor de mensenrechten zijn geen automatische garantie dat een natie zich internationaal gezien redelijk en verantwoordelijk opstelt, maar ze faciliteren in elk geval het publieke debat over fundamentele internationale en nationale beleidskwesties.
Verzonnen misdaden
Dat Liu de prijs echt verdient, zoals ook zijn vrouw eerder deze week stelde, mag duidelijk zijn. Bovendien steekt deze prestigieuze onderscheiding de hele Chinese burgerrechtenbeweging een hart onder de riem op een moment dat ze het hard te verduren heeft. De gemeenschap van enige honderden advocaten, autodidactische juristen, journalisten en activisten ziet haar leden veelvuldig achter de tralies eindigen, niet zelden na een oneerlijk proces en op grond van verzonnen misdaden. Wat dat laatste betreft is Peking de voorbije jaren overigens slimmer geworden: anno 2010 worden geen veroordelingen meer uitgesproken wegens 'contrarevolutionaire propaganda', zoals Liu zelf in 1989 te horen kreeg. Nu worden aanklachten als belastingontduiking of fraude ingeroepen, wat het voor de internationale gemeenschap veel moeilijker maakt om te protesteren. Elke overheid heeft immers het recht en de taak om toe te zien op de bestraffing van 'economische misdrijven'.
De vele veroordelingen (volgens Chinese Human Rights Defenders zijn er enkele honderden gewetensgevangenen in China) dienen als afschrikking, ze moeten diets maken dat het niet loont om klokkenluider te spelen of aan politiek te doen. En soms, zoals in het geval van Liu, wordt er een kip gedood om de aap bang te maken. Een zware straf voor één individu moet andere stoute stemmen ontmoedigen.
De Nobelprijs voor deze 'geslachte vogel' is precies het tegenovergestelde: hij verstrekt een belangrijke morele legitimiteit aan de hele beweging, om nog maar te zwijgen over de persoonlijke erkenning die hij inhoudt voor de vele gedetineerde activisten, of het nu om Liu gaat dan wel om aidsactivist Hu Jia (zit 3,5 jaar uit) of advocaat Gao Zhisheng, die sinds juli 'verdwenen' is. Deze individuen mogen dan in hun cellen verkommeren, de wereld is hen en hun strijd niet vergeten.
Eén wereld, één droom
Bovendien wordt Peking met deze lauwering in het defensief gedrongen: leg maar eens uit aan je burgers hoe het komt dat zo'n onderscheiding weggelegd blijkt voor een 'crimineel' die elf jaar bromt. Veel verklaringen zullen er niet komen - autoritaire staten doen daar niet echt aan - maar in pr-termen is de zaak binnenlands flink vervelend, zeker voor de machtsbasis van de partij, de zelfbewuste stedelijke middenklasse. Die ziet China graag als dé coming nation en dit element past slecht in het verhaal.
De Nobelprijs is ook een signaal voor Peking: one world, one dream - zoals de olympische slogan twee jaar geleden luidde. Een droom van een wereld waarin burgers het recht hebben om voor hun mening op te komen en de vreedzame confrontatie met de overheid aan te gaan zonder daarbij het risico te lopen te worden afgetroefd door veiligheidsagenten of voor jaren van hun vrijheid te worden beroofd.
Met deze onderscheiding wordt China er door de internationale gemeenschap op gewezen dat het een mature rechtsstaat moet worden als het zijn positie als wereldmacht op een geloofwaardige manier wil claimen. 's Lands bureaucraten beseffen dat terdege: ze hebben in hun verklaringen voortdurend de mond vol van "het respect voor de wetten van het land" en ook op het proces van Liu werd erop gehamerd dat hij "de geldende rechtsprincipes had geschonden". Zijn lauwering in Oslo dient die beweringen van repliek: mensen die in een op het internet gepubliceerd manifest oproepen tot de uitbouw van een sociale zekerheid of tot het dichten van de welvaartskloof tussen stad en platteland, horen volgens de universele rechtsprincipes niet achter de tralies thuis. Integendeel, overheden die zich van hun wetten bedienen om moedige intellectuelen te muilkorven, nemen een loopje met de principes van de rechtsstaat en met de Universele verklaring van de rechten van de mens.
Zal deze prijs een breekijzer zijn voor China's Liu's, Gao's of Hu's? Op korte termijn wellicht niet. Li met de pet heeft nog nooit van Liu Xiaobo gehoord, net zomin als hij in 2000 Gao Xingjian kende, de naar Frankrijk uitgeweken dissidente theaterschrijver die de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Het is onwaarschijnlijk dat daar nu verandering in komt. Het nieuws zal beperkt worden tot het officiële Xinhua-communiqué waar niet van mag worden afgeweken.
Een snelle vrijlating voor Liu zit er evenmin in. Dat zou door Peking als al te groot gezichtsverlies worden aangevoeld. Maar het punt is gemaakt: de wereld kijkt, Liu zit niet alleen in zijn cel en Peking komt niet eeuwig overal mee weg.