ENGAGEMENT OF MERITOCRATIE ?
NA 31 JANUARI zal Europa nooit meer zijn als voorheen. Dan stapte Groot-Brittannië uit de Europese Unie, een Brexit met slaande deuren. De Unie is door de jaren heen uitgebreid, als een wiskundige reeks van 6 naar 12 naar 16 naar 28 lidstaten. Meer uitbreiding dan verdieping eigenlijk. Voor het eerst komt aan die wetmatigheid een eind en wordt Europa kleiner. Wordt het een krimp of wordt het een kramp? Een accident de parcours? Of krijgt dit proces navolging? Een beetje zoals een bepaalde theorie van de sterrenkunde poneert : dat het heelal als een grote elastiek over miljoenen jaren uitdeint en daarna terug inkrimpt.
Maar wat we meemaken is geen theorie maar realiteit. De Brexit is onderwerp van verwoede politieke debatten, dreigementen, commentaren en onheilstijdingen, informatie en desinformatie. De weldenkende goegemeente deinst terug voor dit oprukkend populisme en nationalisme. Een beetje zoals in Les F. van Jacques Brel : Et si aux jeunes femmes on ose un chant flamand / Elles senvolent en rêvant aux oiseaux rose et blanc
De Britten zijn nooit Eurominnaars geweest. Een groot imperium is gereduceerd tot een eiland in Atlantische wateren. Toen Groot-Brittannië in 1973 toetrad tot de Europese Gemeenschap was het meer met tegenzin dan goesting. Met Margareth Thatcher is de stille uittocht begonnen. Als priesteres van de vrije markteconomie zou zij Europa de les spellen : There is no such thing as society | We want our money back | There is no Alternative.
Engeland stond altijd al met één been ín en één been buiten Europa : een onhoudbaar spagaat. De weerspiegeling van een fundamentele verdeeldheid in de Britse samenleving ook. Zoals het referendum heeft aangetoond : 52 % voor de Brexit, 48 % voor Europa. Hadden ze willen blijven, we hadden ze zelf moeten buitengooien, denk ik dan.
Is het een drama voor de economie, voor de haven van Zeebrugge om een voorbeeld dicht bij huis te nemen? In weerwil van alle onheilsprofeten denk ik van niet. Dit is in de eerste plaats politiek theater. De economie kent geen grenzen. Economisch-financiële winst of verlies volgt andere wetten en grenzen dan deze van de naties of politieke programmas. De Europese onderhandelaars én hun Britse collegas zullen daar in ontroerende eensgezindheid wel garant voor staan.
De gevolgen zijn vooral maatschappelijk en politiek. De Tories hebben een klinkende verkiezingsoverwinning geboekt. Labour heeft belangrijke districten en arbeidersbastions verloren. Een groot deel van haar achterban heeft met de voeten gestemd. Het is de weerspiegeling van een diep verdeelde partij tussen de arbeidersachterban en een elite die zich thuis voelt in een geglobaliseerde wereld. De leider van Labour, Jeremy Corbyn, is aan dit spagaat ten onder gegaan : niet ondubbelzinnig te kunnen of durven kiezen tussen Europa of de Brexit. Ik durf hier de stelling te poneren dat Corbyn beter ondubbelzinnig had gekozen voor een Brexit om zijn sociaal programma te realiseren.
TEN TWEEDE wil ik stilstaan bij een aspect van de werking als socio-culturele vereniging in een wereld die professionaliseert. Als onderdeel van de tertiaire sector heeft de culturele sector een enorme vlucht gekend sinds de jaren 1970. Met alles wat daarbij hoort : professionalisering, werkgelegenheid, subsidiëring, wetgeving en zo meer.
Het is een economische sector geworden waarin geld en belangen een toenemende rol spelen. Dit houdt een bedreiging in voor de oorspronkelijke idealen. De finaliteit is niet eenduidig, want is een weerspiegeling van belangentegenstellingen en ideologieën in de samenleving. Maar die idealen zijn m.i. wel altijd verbonden met het verenigen van mensen, de confrontatie van ideeën, het zorgen voor elkaar
en natuurlijk ook het koesteren van warmte en vriendschap. Je vindt het terug in opschriften in oude theaters zoals de Vooruit in Gent : kunst veredelt, of cultuur verheft het volk. Dit alles vormt het geweten of de ziel van de samenleving. Zoals het zo mooi klinkt in het Frans : de la confrontation des idées jaillit la lumière".
Nu kom ik tot mijn punt : de economisering en professionalisering van de culturele sector leidt er toe dat sprekers producten worden met een prijs. Een prijs die voor sociaal-culturele verenigingen quasi onbetaalbaar wordt. Dit kan de dood van het sociaal-culturele veld, waar wij toe behoren, betekenen.
Sprekers die 1500 euro vragen, moderators die je onder de 300 euro niet krijgt
het zijn geen uitzonderingen meer. Ik heb het meegemaakt dat een onderwijsexpert, die werkt als directielid voor de Vlaamse gemeenschap en daar een schone pree voor krijgt, 500 euro plus vervoerskosten vroeg om 3 kwartier te komen spreken in het kader van een Soep & Feiten, een lunchgesprek.
Op die manier krijg je een verschuiving naar de professionele huizen, waar sprekers voor een groot luisterend publiek hun wijsheid waar ik niets vanaf wil doen kunnen debiteren. Tot op het punt dat debat plaats maakt voor evenement, voor theater. Dit is geen wetmatigheid, maar het is wel een bedreiging. Want het is niet alleen Jan Jambon die een bedreiging vormt.
Gelukkig zijn er nog vele uitzonderingen op deze economische wetmatigheid. Maar het zou een stelregel moeten zijn van goedbetaalde professoren of hoge ambtenaren of anderen die per definitie ten dienste staan van de samenleving, of zouden moeten staan, dat zij dit ook gratis en vrijwillig doen, zoals de vrijwillige medewerkers van onze vereniging.
Hier ligt een verband met mijn eerste punt rond de Brexit. Ook hier zit je op een snijpunt of tegenstelling tussen gewone burgers en een elite, tussen engagement en meritocratie waar de samenleving, het samen leven, aan kapot gaat.
We moeten het sociaal-culturele verenigingswerk, een onderdeel van het middenveld, koesteren en vrijwaren van economisch-financiële captatie. Een verdedigingswal oprichten tegen enerzijds het sluipende economisch-financiële gif, de innerlijke kanker, en anderzijds de politieke wurggreep onder het mom van zogenaamd noodzakelijke bezuinigingen.
Ik wil eindigen met een korte notitie van Charles Baudelaire, letterlijk Charles Van de Schone Lucht :
"Jai essayé plus dune fois, comme tous mes amis, de menfermer dans un système pour y prêcher à mon aise. Mais un système est une espèce de damnation
Je suis revenu chercher un asile dans limpeccable naïveté. Cest là que ma conscience philosophique a trouvé le repos."
In deze tijden van euthanasie en politieke processen;
In deze tijden van een Coene knaap en een slager, Bouchez in het Frans;
In deze tijden van politieke cultuur met kleine c;
In deze tijden van lelijk huishouden in cultuur met een grote C;
In deze tijden van tuimelende C.E.Ohs, bij Proximus en VRT;
In deze tijden van jeugdige ministers die hun sporen nog moeten verdienen, maar die al snel vuile sporen achterlaten zoals de hoofdrolspeler in Joker;
In deze tijden van naïeve beloftes op schone stranden van De Panne;
In deze tijden van informatie, desinformatie, formatie en reformatie;
In deze tijden van nieuwjaarsrecepties met verplicht applaus;
Wens ik jullie allen een vruchtbaar 6020, met de troostende woorden van Tarkovsky : Beter een bitter geluk, dan een troosteloos bestaan.
Filip Delmotte
|