Sint-Agatha-Rode moet in de vroege Middeleeuwen een onherbergzaam gebied geweest zijn : bossen en moeras.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De Graven van Leuven hebben het hout van het oord tussen Dijle en Lane GEROOID, vandaar de naam Rode.
Zij lieten een kapel bouwen toegewijd aan de Heilige Agatha. In die tijd waren zulke heiligen zeer in trek. Agatha van Catania was de dochter van een vooraanstaande Siciliaanse familie. Zij leefde in de derde eeuw na Christus. Zij werd vermoord onder keizer Decius. Haar borsten werden afgesneden maar een engel genas de wonden in haar cel. Zo wordt de heilige zeer vaak afgebeeld met een schaal waarop twee borsten liggen. Ze werd daarna gesleept over brandende kolen met scherven tot ze stierf. Zo tonen soms afbeeldingen haar op een brandstapel. Zij wordt aangeroepen tegen borstziekten, kanker, pest en hongersnood. Zij is de beschermster van de klokkengieters, hoogovenwerkers, bakkers, juweliers en de beroepen die met vuur te maken hebben (bijvoorbeeld de brandweerlieden).
In de 2de helft van de dertiende eeuw werd begonnen met de gotische kerk die haar huidig uitzicht kreeg in de 14e eeuw.
De graven van Leuven lieten ook een burcht bouwen, die om militaire doeleinden gebouwd werd. Sint-Agatha-Rode lag namelijk op de grens met een leen van de Bisschop van Luik Brunerode geheten. Het lag in de bedoeling van de Graven dat gebied in te palmen. Dat gebeurde in 1105 door huwelijk. Later werd de burcht door de tweede echtgenote van Hertog Hendrik II bewoond, Sophie (+ 1275); zij kreeg het vruchtgebruik ervan. Verder schonken de graven de gronden die tegen een minieme cijns konden gebruikt worden.
Godfried, de jongste zoon van Hertog Hendrik III werd de eerste Heer van Sint-Agatha-Rode en Ottenburg. De heerlijkheid droeg de naam Sint Aechtenrode en omvatte o.a. ook Neten en Eerken. Hendrik III was ridder. Hij vocht o.a. voor de Koning van Frankrijk tegen de Vlaanderaars. Samen met zijn enige zoon Jan sneuvelde hij in 1302 op het slagveld in Groeninge.
Zijn kleindochter, getrouwd met de Duitse Graaf van Gulik, erfde de bezittingen.
Er ontstond onenigheid tussen de Hertog van Brabant en de graaf van Gulik die de veiligheid van handelaars tussen onze gebieden en Duitsland niet wou vrijwaren. De Hertog legde beslag op de Brabantse bezittingen maar de heerlijkheid werd verkocht aan de Heer van Schoonvorst, Reinout (+ 1375) geheten. Zo bleef de familie gedurende meer dan één eeuw heerser te Sint-Aechtenrode.
Jean-Pierre Van Binnebeek
Geraadpleegde bronnen Uit het verleden van de gemeente Huldenberg. Erik Martens. 1978 Sanctus. Meer dan 500 heiligen herkennen. Davidsfonds. Leuven
|