De staartmees
In afwachting dat het echt winter wordt en we het laatste stuk IJse, van de Wijsbrug tot de Loonbeekse molen, bewandelen stellen we vandaag onze derde mezensoort voor: DE STAARTMEES
Deze iets kleine broer van de twee andere is een meester in het nest bouwen. Het bestaat hoofdzakelijk uit mos dat met spinrag en haar samengebonden wordt. Het is een ovaalvormig nest. Ze beginnen er reeds aan in maart. Daarin worden dan 8 tot 12 eitjes gelegd. Via een zijopening komen ze er in. Maar het nest is zo klein dat het ouderpaar de lange staart over de kop moet vouwen.
Het is een klein vogeltje dat toch heel veel energie verbruikt en dus voortdurend op zoek is naar voedsel: insecten en spinnen. Wanneer het echt wintert en onze vriend geen diertjes kan vinden is hij wel genoodzaakt om zaadjes en graantjes te eten. Dan zie je hem ook op de voedertafel. Een strenge winter is dikwijls fataal voor deze gevederde gast. Hij leeft vooral aan bosranden, open plekken in het bos, oude tuinen, boomgaarden en zelfs begraafplaatsen.
Zijn kleed is makkelijk te herkennen: een lange zwart, witgerande staart en een zwart, roze en wit verenkleed. Door zijn lange staart wordt hij nog al eens verward met de witte kwikstaart. Maar deze vriend is veel slanker en heeft meer wit. Ook wikt zijn staart steeds op en neer.
norbert mosselmans 01/2008
naslagwerk: vogels in west en midden-europa readers digest foto internet.
|