Loonbeek wordt voor het eerst vermeld in 1044. Toen bestond de St.-Antoniuskapel die nu nog een onderdeel vormt van het huidige kerkje, nl. de zijkapel. De sacristie stamt uit dezelfde periode en deed dienst als woning van de kapelaan. Het voorrecht om een kapelaan te benoemen behoorde tot de Heren van Loonbeek.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In de twaalfde eeuw, nl. in 1177 stond Loonbeek bekend als Lunebeke. De naam komt van Lauhon = bossen en Baki= beek.
Het huidige kerkgebouw kwam er in de jaren 1400 en de bestaande kapel werd in het geheel geïntegreerd.
In 1246 is er zekerheid omtrent een nederzetting. Maar de helft van het dorp was afhankelijk van Huldenberg, de andere helft (met de kapel) bleef bij Neerijse.
Ondertussen ontstond een heerlijkheid. In 1375 wordt een zekere Willem Vander Cruysse vermeld als heer. Het huidige kerkgebouw kwam er in de jaren 1400 en de bestaande kapel werd in het geheel geïntegreerd.
Daarna kwam Loonbeek in het bezit van de familie Van Wilre.
In 1437 waren er 38 bewoonde haardsteden geteld.
In 1480 stonden er nog 22 woningen
En in 1496 was het aantal bewoonde haardsteden nog verder gedaald tot 20.
Dit is een teken van de moeilijke tijden die onze streek rond 1500 meemaakte.
In 1500 kocht Jan Vander Vorst de heerlijkheid.
Jean-Pierre Van Binnebeek
|