De kerkuil xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

In Neerijse
bouwde men indertijd twee torens om de uilen in te steken. Zo vertelt de
legende.
De uil die op de perenboom zat
zo
gaat een oud Vlaams volkslied.
De uil die in de toren woont
.Zo
had men het kunnen zingen in Huldenberg.
De kerkuil is
nog niet terug. Het blijft nog altijd een beschermde soort.
Deze
muizenvanger is de laatste jaren sterk verminderd. Dit tengevolge van
verbeterde landbouwmethodes en dus het verminderen van allerlei muizensoorten. Resten van hun maaltijd (haren en beentjes)
vinden we steevast terug in de braakballen die te vinden zijn in de omgeving
van het nest.
Het is een
grijs gespikkelde met goudbruine veren getooide vogel.
Het gezicht is
wit en hartvormig. Hij heeft lange poten voorzien van vervaarlijke klauwen. Het
is een standvogel.
Vrouwtje en mannetje vormen een paar voor het leven!
Hij woont en
komt steeds terug: boerenschuren,
ruïnes, holle bomen, torens. Hier broedt
het vrouwtje gedurende 32 34 dagen. Het mannetje brengt haar dan voedsel. Afhankelijk van de voedselsituatie ( veel of
weinig muizen) zijn er vier tot zeven eieren. Meestal zijn er twee broedsels.
De pasgeboren
jongen wisselen van kledij: eerst een wit en later een roomkleurig donskleed. Net als de volwassen kerkuil maken de jongen
sissende en snurkend geluiden. Geluiden
die de vogel ook maakt wanneer hij s avonds of s nachts geluidloos door de
lucht zweeft op zoek naar een prooi. Het
is dit sissen en snurken dat ons op een zachte zomeravond wel even laat
opschrikken.
Het geluidloos
vliegen dankt hij aan de met dons bedekte poten.
Ook is een uil
in staat om zijn kop helemaal rond te draaien en zo een oogje in t zeil te
houden. Over dit alziend oog laten ze een knipvlies glijden. Zonder het ooglid
te sluiten.
Wanneer je
onderstaand foto bekijkt zal je begrijpen waarom men zegt: zo lelijk als een
uilenjong.

jong van de kerkuil
De
uil is het symbool van de wijsheid. Al vindt men hem ook steeds terug in de
nabijheid van heksen en tovenaars.
Indertijd
werd een gevangen uil steeds op de stalpoort gespijkerd als afschrikking voor
de andere vogels. Begrijpe wie begrijpe kan.
WAAROM
DE KERKUIL IN DE TOREN MAG WONEN
Er was een pastoor die elke dag na het middageten
met zijn dienstbode een wandelingetje door de tuin maakte.
De vogels die de twee begluurden, dachten er het
hunne van.
De merel riep, zodat iedereen het kon horen:
"zie
die twee, zie die twee".
De vink viel hem spottend bij:
"Jij, jij,
jij, jij. Jezwiet"
En de andere vogels bleven niet achter.
De uil kon die kwetterende bemoeials niet uitstaan.
Men moest in de wereld kunnen horen, zien en
zwijgen, vond hij. En hij riep de roddelaars tot de orde: "Sst! Ssst!
Ssst!"
De pastoor was hem dankbaar. De uil mocht in de
kerktoren wonen, en hij woont er nog.
norbert mosselmans 05/2012
info:
Vogels van West- en Midden-Europa Readers Digest
Fotos Internet
Verhaal www.natuurverhalen.nl
|