Verdwenen erfgoed Het Blauwhof - deel 4
Het Blauwhof van Loonbeek was in de vorige eeuwen het economisch en politiek centrum van Loonbeek en het heeft door de eeuwen heen een belangrijke rol gespeeld in het dagelijkse leven van het dorp en zijn inwoners. Hoewel het niet verdwenen is, heeft het na de tweede oorlog een belangrijke gedaantewisseling ondergaan.Vandaag is het erfgoed van voorheen haast niet meer te herkennen.
De Arme Klaren in Loonbeek
Gedurende meer dan één
eeuw waren de Arme Klaren gehuisvest in het hartje van de Marollenwijk in Brussel. Hun klooster stond op de hoek van de
Kapucijnenstraat en de Blaesstraat.
Toen de stad Brussel een zwembad op een
braakliggend terrein naast het klooster liet bouwen, werden ze in het nauw gedreven. Zo werd gezocht naar een nieuw locatie. Het Blauwhof van Loonbeek werd weerhouden.
Voor de Arme Klaren kwam het Blauwhof in aanmerking
als nieuwe vestigingsplaats omdat het een aantal voordelen bood: het
belangrijkste was dat ze met de verkoop van het marollenklooster zich
gemakkelijk het Blauwhof konden aanschaffen.
De afbraak van een stukje patrimonium xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toen de zusters in Loonbeek gevestigd waren
werd het snel duidelijk dat de bestaande infrastructuur niet helemaal aan hun
wensen tegemoet kwam. Tijdens de eerste jaren werd er dan ook verbouwd.

De oude hoeve was in zulke mate verloederd dat
er besloten werd een deel van het gebouw met de grond gelijk te maken.
Eigenlijk een trieste beslissing want daardoor verdween een stuk van het
patrimonium van de gemeente.
Op dezelfde plaats werd een nieuw gebouw
opgetrokken dat voor een stuk paste bij de stijl (als men van stijl mag
spreken) van de gebouwen die de picpussinnen in 1948 achtergelaten
hebben. Er werd een beroep gedaan op een Brusselse aannemer die met
plaatselijke metsers en arbeiders werkte zoals René Van Renterghem, de
gebroeders Gust en François Nijs, Jean en ? Philips.
De werken namen drie jaar in beslag, van september 1964 tot september
1967. Tijdens die periode hebben de zusters meermaals moeten verhuizen. De vleugel gebouwd door de picpussinnen was de
meest aangewezen plaats om te verblijven.
Maar zij hebben overal gewoond, zelfs in de trapgang.
Als de werken quasi af waren organiseerden zij
voor hun families en voor vrienden opendeurdagen; ook de dorpelingen werden
uitgenodigd: voor de eerste keer konden de Loonbekenaars in de wereld van
Arme Klaren een kijkje komen nemen.
In die periode waren er veel zusters op
leeftijd; zij waren ingetreden tijdens de oorlog 14-18.
Daarom werd er in 1972 een lift geïnstalleerd
opdat die zusters naar de verdieping zouden kunnen gaan.

Bovenaan van l.n.r.: de zusters Marie-Josephe, Marie-Madeleine,
Marie-Claire, Véronique, Marieke, Gabriele (abdis), Marie de Jésus,
Marie-Aimée, Françoise, Marguerite Marie (tuinvrouw).
Tweede
rij van l.n.r.: de zusters Colette, Angèle, Gertrude, Josephine.
Derde
rij van l.n.r.: Claire, Marie des Anges
Ontbreken:
de buitenzusters en 2 reeds overleden zusters.
Groepsfoto
genomen op 9 september 1967 (uit het archief van de zusters clarissen)
Een retraitehuis
Van 1968 tot 1980 werd de zuidelijke vleugel
van het gebouw opengesteld voor groepen en particulieren die zich voor een
beperkte periode wilden afzonderen. Er leefde in die tijd de opvatting dat mensen
moesten kunnen deelnemen aan een spiritueel leven dat voorhanden was. Loonbeek beschikte zodoende over een
retraitecentrum.
De zusters zorgden voor de keuken en logies ;
ze werden daarbij bijgestaan door een dame, Juffrouw Kapelle, die au pair
werkte. Het enige contact dat ze met de
bezoekers hadden gebeurde in het begin achter tralies tijdens de diensten; na
het concilie werden de regels versoepeld : een glazen wand diende als scheiding
want de zusters moesten de regels van hun orde verder naleven.
In de tuinen konden de bezoekers wandelen en
er zich verpozen. Een gedeelte bleef de
zusters voorbehouden; zij hadden er ook hun moestuin. De oude boomgaard werd na
een tijd ontbost en omgevormd tot speelterrein voor de kinderen van het dorp.
In 1999 kocht de gemeente het stuk grond.

Pastoor Truyts heeft ook een tijd in het
klooster gewoond, nl. in het huis van het rectoraat, dat de picpussinnen
speciaal voor hun aalmoezenier laten bouwen hadden.
 
Het retraitehuis werd uitgebaat tot
1980. Hoewel zij veel hulp kregen van de autochtone bevolking,
bijvoorbeeld door Irma Denies-Nys, Josée Van Fraechem-Nys en Emelie Lahaye-
Weemaels, begon deze last zwaar te wegen. Het werk in het retraitehuis en
de verzorging van hun oudere collega's lieten hen weinig tijd over voor
wat hun hoofdtaak bij uitstek was, het gebed.
  
Het waardevol
patrimonium van de zusters
In 1980 toonde het O.C.M.W. interesse om een
deel van het klooster in te huren voor zijn diensten en dit kwam op een
optimaal moment. De zuidelijke vleugel werd dan ook aangepast aan de
nieuwe behoeften. Dit betekende dat de zusters het andere gedeelte van
het gebouw moesten betrekken, wat opnieuw veranderingen met zich mee bracht,
o.a. de bouw van een lift in dat deel van het gebouw om iedereen de toegang tot
de verdiepingen toe te laten. Er werd ook een nieuwe ingang voorzien voor
het klooster. Het huidig poortje kwam er in 1981 en de buitenzusters
kregen er een paviljoentje. In 1996
vervoegde de laatste buitenzuster, zuster Bernadette, de groep koorzusters.
In 1989 kocht de gemeente de volledige vleugel
om er alle diensten van het O.C.M.W. in onder te brengen.
In de loop van de jaren 90 moest ieder
O.C.M.W. een aantal politieke vluchtelingen een onderdak bieden. In
Huldenberg werd het Blauwhof gekozen als opvangcentrum maar de kamers op de
verdieping werden wegens de houten wanden niet geschikt gevonden. Zo werd
beslist de kapel open te stellen voor een groep Kosovaren. Dit was geen
gelukkige beslissing want de interne en externe infrastructuur was ontoereikend
om deze mensen op een redelijke wijze op te vangen.
Zie je
wel dat ik de clarissen in mijn kerk heb !
Gedurende meer dan 40 jaar waren de zusters
bijna niet te zien. Af en toe gebeurde
het dat zij hun klooster moesten (bv verkiezingen) of mochten verlaten. Zo was
1993 een speciaal jaar : zij konden drie gebeurtenissen in één klap vieren :
het 800 jaar van de geboorte van de Heilige Clara, het 130 jaar van de
kloostergemeenschap en 30 jaar aanwezigheid in Loonbeek. Kardinaal Danneels
kwam persoonlijk op bezoek.
Bij de viering van 125 jaar parochie Loonbeek
waren ze te zien in de kerk.
Pastoor-deken Jaak Bertmans zei toen tot ere-deken Truyts : Zie je wel dat ik de clarissen in mijn kerk
heb!

De laatste drie Arme
Klaren: zuster Colette, zuster Claire en zuster Eudonie.
De laatste drie Arme Klaren verlieten Loonbeek
in 2004 Loonbeek. Na meer dan 40 jaar discrete aanwezigheid hebben ze hun
intrek genomen in het Franciscaner klooster van Vogelzang te Woluwe. Dit
werd in 1930 gesticht en heeft sindsdien
als retraiteplaats, parochiaal centrum en opleidingscentrum voor de missies
gediend. Op het ogenblik herbergen de gebouwen ook een gemeenschap van
Clarissen die wegens kloostersluitingen dit oord vervoegen. "La communauté
Sainte Claire" telt vandaag een tiental zusters.
De
mensen hier in Loonbeek zijn lief geweest zegt zuster Colette. Na een
moeilijke beginperiode hebben wij er ons thuis gevoeld. Nooit hebben we problemen met de inwoners gehad.
Maar ze weten ook dat de Loonbekenaars hun
clarissen op een piëdestal stelden en nog altijd respect en waardering voor hun levensfilosofie
en hun waarden koesteren.

De drie zusters bij
hun afscheid, samen met Jaak Bertmans.
Ergens laten de Arme Klaren een grote leegte
achter.
Ook het klokje dat op het dak van het gebouw
te zien en horen was, heeft het hartje van Loonbeek niet meer geklept.Dat klokje werd overgebracht in 1963. Het werd in 1855 gegoten en draagt het volgende opschrift :SUSCEPERUNT ME PRAENOBILIS DOMINUS COMES GUILLELMUS DE LIMBURG STIRUM ET DOMINA COMITISSA CONSTANTIA DE LA SERNA BRUXELLIS ANNO DOMINI MDCCCLV. Peter en meter waren dus graaf Guillaume de Limburg Stirum en gravin Constance de la Serna die een rol gespeeld hebben bij de oprichting van de gemeenschap in het midden van de 19de eeuw. Ergens in Polen zal het wellicht nu nog kleppen.

Bronnen
Dank aan
de familie Van Weyenberghen en de zuster clarissen.
Na 40
jaar aanwezigheid in het Blauwhof verlaten de zusters Clarissen Loonbeek. J.-P.
Van Binnebeek. Heemblad 2004_1
De
zusters Clarissen hebben Loonbeek verlaten. J.-P. Van Binnebeek. Heemblad 2004_2
Fotos :
archief familie Van Weyenbergh
archief zusters Clarissen JP Van Binnebeek
Tekst Jean-Pierre Van Binnebeek
|