Fietsknooppunten: 45-8-57-7-6-40-41-42-43-44-60-46-45.
Woensdag 21 september 2016. Het is nog fris, amper 12° C. In het
oosten is er nog bewolking waar de zon
nog niet echt doorheen kan. In het zuiden en het westen is het een staalblauwe
hemel. Ze beloven ons echter op de middag temperaturen tot 23° C. We zijn
benieuwd. In het noordwesten stijgen dikke witte wolken van waterdamp boven de
appartementsblokken uit. Ze zijn afkomstig van de twee kernreactors van Doel.
Het beloofd dus een zonovergoten dag te worden en we besluiten een fietstocht
te maken. In feite heb ik geen fietstocht meer uitgestippeld maar was van plan
deze tocht de komende wintermaanden eens grondig onder de loep te nemen tegen
het volgende jaar. We besluiten de tocht vandaag te doen. Wat kan er mis gaan?
Ja, wat kan er zoal mis gaan tijdens een fietstocht? De knooppunten hebben we.
Het weer beloofd fantastisch te worden. Onze fietsen zijn tiptop in orde... Dus
niets kan mislopen. Toch?
De brochure 'Druivenroute' vermeld het volgende: Deze gevarieerde
fietstocht brengt je langsheen uitgestrekte velden, schilderachtige valleien,
het mooie Zoniënwoud en plateaus met fotogenieke vergezichten. Geniet van de afwisseling
op de fietsroute en laat je verrassen door het vele groen in deze mooie
druivenstreek. Een aantal hellingen brengen je vanaf de IJsevallei naar unieke
plekken met fantastische vergezichten. De druivenroute is 40 km lang maar
afkortingen tot 24 of 28 km is mogelijk. Vervolgens vermeld de brochure nog:
Bezoek zeker eens een druiventeler als je de fietstocht plant tussen 15 juli
en 30 oktober. De 'serristen' worden met hun volledig adres vernoemd, zelfs
met telefoonnummer en webadres. Dat zijn we echter niet van plan. Onze dag is
gewoonlijk al te kort. Onze kleinzoon, Joey, heeft voetbaltraining vanavond en
dat willen we voor geen goud missen.
We vertrekken met de auto naar Vossem, een deelgemeente van
Tervuren. Onze GPS geeft aan dat het 66,4 km of 48 minuten rijden is. Na het
Sportpaleis verdwijnt de zon achter de wolken en dat zal zo nog een hele tijd
blijven. Na de bekende files met sterk vertraagd verkeer bereiken we het
centrum van Vossem. Vlak voor de inkom van het centrum staat een hoge betonnen
stervormige 'paddenstoel'. Dit wachthuisje in de vorm van een paddenstoel was
ooit de startplaats van de tram Vossem-Brussel. De tramuren van toen zijn ter
plaatse aangegeven. In de Dorpstraat plaatsen we de auto op het Pastorieplein
dat sinds de inhuldiging op 16 juni 2006 een kleine parking werd. De
temperatuur is ondertussen gestegen tot 19° C. Het dorp Vossem is ontstaan
langs de kleine 'Voer' rivier die als beek ontspringt in het Zoniënwoud. Van
daaruit stroomt de Voer naar Leuven en mondt daar uit in de Dijle.
Rechtover de parking is het voormalig gemeentehuis dat momenteel
een bibliotheek is. Ernaast bevindt zich de Gemeentelijke basisschool. Bovenaan
heeft het complex twee sierlijke trapgevels. Met de bouw werd begonnen in 1913
op de plaats van een oud gemeentehuis met school. De werken werden sterk
vertraagd door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In 1915 werd dan het
nieuwe complex plechtig ingehuldigd. Op het Pastorieplein staat het monument
voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen dat werd opgericht tijdens het
interbellum. Het gebouw erachter is de voormalige pastorie die in 2004 werd
gerestaureerd. Nu worden er cursussen en workshops gegeven. Het gebouw werd
opgetrokken in 1905 ter vervanging van een oud pastorie uit de 18e
eeuw. Vanaf hier volgen we knooppunt 45. Bij de bocht naar links staat de
kleine Sint-Hubertuskapel die werd opgericht in 1819 ter bescherming tegen
hondsdolheid. Later werd de kapel opgedragen aan Onze Lieve Vrouw. De oude
lindeboom die oorspronkelijk achter de kapel stond waaide tijdens een zware
storm in 2002 om en werd nooit vervangen.
Vervolgens fietsen we tot bij de Sint-Pauluskerk van Vossem.
Rondom de kerk is de begraafplaats nog aanwezig met een opmerkelijk monument
van de 19e eeuw. Het behoort aan Jan-Babtiste Langrand, gestorven in
1864. De kerktoren werd in 1699 verhoogd en kreeg het huidig uitzicht met
spitse toren. Onderaan, tegen de torengevel, werden enkele oude grafzerken
ingemetseld. Weer en wind hebben ervoor gezorgd dat de tekst onleesbaar is
geworden. Vooraan bij het ijzeren toegangshek is een zerk waar een sergeant van
de tweede Wereldoorlog rust. Door de veelvuldige begroeiing is nog nauwelijks
iets te lezen op de gedenksteen. De Sint-Pauluskerk dateert uit de 12e
eeuw, maar door de eeuwen heen onderging het gebedshuis aanzienlijke
veranderingen. We kunnen de kerk van binnen bekijken. Tijdens de
renovatiewerken van 1967-75 werden in 1971 de resten van fresco's blootgelegd
uit de 13e eeuw. Ze bleven tot 1992 achter een gordijn verborgen. Monumenten
en Landschappen gelastte het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium de
zaak te behandelen en de resten te fixeren. Daardoor kreeg de kerk in 1998 de
Provinciale prijs voor Monumentenzorg. Een zijaltaar heeft als jaartal 1640.
De Voer stroomt door het 'Twaalf Apostelenbos'. Het klein
natuurgebied van slechts 5,5ha groot wordt onderhouden door Natuurpunt. Het bos
dankt zijn naam aan het Brusselse godshuis 12 apostelen dat instond voor het
levensonderhoud van 13 oude mannen. Het hof in Vossem zorgde voor de inkomsten
van dit godshuis.
Na knooppunt 8 verlaten we het centrum van Vossem. We houden halt
bij de 'Kapel van de Varenberg'. Ze is slechts te bereiken via enkele trappen
die naar boven leiden. Deze eenvoudige vierkante kapel werd gebouwd rond 1887
in opdracht van een advocaat uit Leuven. De kapel is afgesloten met een dubbele
bruine deur met mat glas. Er valt dus niets te zien. Of toch? Bovenaan hebben
we ons eerste mooie uitzicht op een adembenemend landschap waar maïsvelden
domineren. Van de weidse uitzichten kunnen we niet genoeg krijgen. Spijtig van
de zon die het laat afweten, maar er zijn verzachtende omstandigheden: er staat
totaal geen wind en dat is toch ook mooi meegenomen. Onder een grote lindeboom
staat een picknicktafel die we moeten uitproberen. Onze eerste koffiestop en we
zijn nog maar pas vertrokken. Na een steile klimming is het de beurt aan een
slalommende afdaling. Dat hebben we wel verdiend. Het is wel uitkijken. Zonder
erg fiets je sneller dan de toegelaten maximum snelheid van 25 km/u.
De Sint-Katharinakerk van Duisburg werd op een heuvelrug gebouwd
die aan het Zoniënwoud grenst. Ze heeft een lange slanke spitse toren. Volgens
de legende dateert de kerk van voor 1228. Door het veelvuldig restaureren en
renoveren kreeg ze haar huidige uitzicht. De St- Katharinakerk is een open
kerk, volgens het informatiedoek aan de ingang. Aan de poort werd een papier in
plastiek folie bevestigd met de volgende woorden: De kerk is tijdelijk
gesloten wegens vandalisme en diefstal. Ze is enkel nog open tijdens de
erediensten. Ook hier is de begraafplaats nog rond te kerk. Vooraan bij de
ingang rusten nog enkele soldaten van WOII. Voor de kerk staat de obelisk ter
ere van de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen.
Onze volgende kapel is van moeder Maria met kind. Ze staat
geflankeerd tussen twee lindebomen. Een hoge en toch kleine gecementeerde kapel
met getraliede deur.
Als we Duisburg al een tijdje verlaten hebben kijken we uit naar
een knooppuntenbordje. We hebben al een tijd geen bord meer gezien en ik krijg
argwaan. Toch rijden we verder tot we een richtingaanwijzer passeren richting
Eizer. We zijn uit de richting. Het ging net zo makkelijk die afdaling. Net
zoals de omringende dorpen van de Druivenstreek telde Eizer vroeger ook vele
druivenserres. Nu zijn er nog slechts een klein aantal druiventelers actief. We
rijden terug. Balen is dat. Terug heuvel op. Hebben we een bordje gemist of
hangt er geen? Desondanks genieten we toch van mooie vergezichten. We worden
blij van de groene uitgestrekte akkers en velden. Maar we missen de zon.
Voor het centrum van Duisburg is een zijstraat naar rechts en daar
hangt ons knooppuntenbord 57. Echt blij maakt het ons niet. Het is een bolle
kasseiweg van anderhalve kilometer lang. Het is hotsen en knotsen. Tussendoor
horen en zien we vliegtuigen opstijgen en landen. Zaventem is hier nooit veraf.
Terug heuvel op met het nodige hijgen, puffen en kreunen. We zijn echt
plattelands rotten. Bij de volgende lindeboom staat de kapel van de heilige
Barbara. Patrones tegen de plotselinge dood. De veldkapel werd gebouwd aan een
vijfsprong met oude gekasseide wegen. De lindeboom zou van de 18e
eeuw zijn en werd centraal op het kruispunt aangeplant. De kapel dateert van
1863 en werd gebouwd op de plaats van een voormalige kleine verwaarloosde
kapel. Ze staat boven straatniveau en slechts bereikbaar door enkele betonnen
trappen. Er werd geen heiligenbeeld in geplaatst. In de nis werd een schilderij
op de achterwand aangebracht. Ook hier staat een picknicktafel en daar maken we
gebruik van om onze meegebrachte boterhammetjes op te eten.
We volgen verder knooppunt 7 over een betonnen pad dat slechts
toegankelijk is voor voetgangers, fietsers en tractors. Talloze uitzichten
stemmen ons tevreden en laten ons ons pijnlijk achterwerk snel vergeten. Maar
dat is slechts tijdelijk. Wat verder rijden we tussen de maïsvelden. De warmte
blijft er hangen en we beginnen te transpireren. Eens er voorbij moeten we
schuin rechtsaf in een zandweg. Links en rechts van het pad werden jonge bomen
aangeplant. Daarachter bevindt zich een agrarisch landschap met op de
achtergrond de skyline van talrijke bomen met loofhout. Het Zoniënwoud gok ik.
Nog een grote maand en dan kan men genieten van herfstkleuren. Nu probeert de
zon door het wolkendek te dringen. Ze moet nog iets meer haar best doen.
Onze zandweg veranderd in een autoloze grindweg. Niet alleen
kleine kiezel maar echte grote stenen, zo groot als een vuist. Niet echt een
volwaardig fietspad te noemen. We besluiten een stuk te voet te gaan om onze
banden te sparen en ook ons achterwerk natuurlijk. Het is klimmen en zelfs te
voet wordt het zwaar. De regen heeft smalle groeven in de weg uitgesleten. Het
is uitkijken waar je stapt. We willen niet met onze banden in een groef blijven
steken. Hier wil je zeker niet plat rijden. We zijn weliswaar verzekerd maar
leg maar eens uit door de GSM waar je je bevindt.
Even verder terug asfalt. We zijn terug op aarde. We rijden door
het centrum van Huldenberg. De gemeente ligt tussen Leuven en Brussel, vlak aan
de taalgrens. Voor we de grote baan oprijden houden we halt bij een volgende
kapel. Een halfronde kapel op de hoek 'Dreefstraat' en de De Peuthystraat. Een
oude kapel met datum 1818. Vooraan is de kapel afgesloten met en ijzeren
hekwerk. Daarachter een gesloten geschilderde houten deur met ramen. Op een
altaar staan drie geschilderde beelden van Jozef, Maria en Jezus.
De gekleurde wielrenners die we onderweg voorbij rijden is een
project dat hier al staat sinds 2014 met de naam 'De Ontsnapping'.
Voorbij het kasteel moeten we rechtsaf om knppnt 7 verder te
volgen. Het kasteel was van oorsprong een middeleeuws slot dat begin 1800 werd
gesloopt. In 1820 werd een nieuw kasteel opgetrokken maar dat werd verwoest
door een vernietigende brand in 1848. Het huidig gebouw oogt nieuw en
onderhouden. Bij de oude boerderij heeft men een ijzeren gebinte opgesteld. In
het midden hangt een ketting waaraan men kasseien heeft bevestigd. Het geheel
stelt een druiventros voor. Een prachtig kunstwerk.
De voormalige watermolen in de De Peuthystraat heeft al lang geen
rad meer. De IJse, die zijn oorsprong vindt in het Zoniënwoud, stroomt nog
steeds naast de witte vierkantshoeve die mooi werd gerenoveerd tot woonhuis.
Bovenaan werd nog een herdenkingssteen in de gevel gemetseld met het jaartal
1615 in Romeinse cijfers. We zien de spitse kerktoren van Huldenberg boven de
gebouwen uitsteken. Het gemeentehuis van Huldenberg is een prachtig gebouw. Het
oudste gedeelte is de voorgevel die dateert van 1867-'68. De O.L.Vrouwkerk, in
witte zandsteen opgetrokken, staat bovenop een hoge heuvel. Om de kerk te
bereiken moet men een goede conditie hebben. Met de fiets is het onmogelijk.
Dan maar te voet langs brede trappen en na de vermoeiende klim naar boven is
het eerst hijgen en puffen om het hart op een normaal ritme te laten kloppen.
Ook hier is de kerk afgesloten. Een net behoedt dat er natuursteen op de
hoofden van passanten terecht komt. De O.L.Vrouwkerk werd van oorsprong gebouwd
in de 13e eeuw op de plaats van een grote kapel. Vanaf de 15e
eeuw kreeg de kerk na talrijke verbouwingen haar huidig uitzicht. In de gevel
bevindt zich één van de oudste zonnewijzers van de streek. De tekst eronder
luidt: De tijd, helaes ziet, vergaet als dit teecken vroegh en laet. De
roodgeverfde hoofdletters vormen het Latijnse chronogram 1764. De begraafplaats
rondom de kerk bezit nog enkele grafzerken van Britse soldaten van WOII. De
zerken worden niet onderhouden zoals we het gewoon zijn. Blijkbaar is de
Commonwealth War Graves Commission (CWGC) hier niet actief. Ook achteraan de
kerk werden palen in de grond geslagen en verbonden met kettingen. Een bord
vermeld dat er stenen van de kerk kunnen vallen.
Het monument op het gemeenteplein heeft een rechtopstaande leeuw
als symbool. Het werd opgericht voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen
en brengt eveneens hulde aan generaal Genotte Ferdinand. Hij werd
terechtgesteld in Brandenberg (Duitsland) op 10 mei 1944. Het monument werd
plechtig onthuld op 18 mei 1947. Het bronmonument voor de vrijheidsboom is van
1906. het werd aangeboden door de Cultuurraad Huldenberg ter gelegenheid van de
100ste verjaardag van dit monument.
Op het kruispunt Speylaert en Koxberg staat een grote gemetselde
stenen pomp die momenteel moet
ondersteunt worden met hoekijzers. Verdere informatie ontbreekt.
Tussen de knooppunten 7, 6 en 40 zijn enkele prachtige uitzichten
met op de achtergrond een mooie bosrijke omgeving waarvan het Stokkembos van
Huldenberg aan de grens van Overijse. We genieten van de rust en de stilte om
ons heen. Het is windstil. Vandaag is officieel de herfst begonnen en dat is al
aan sommige boomsoorten te zien. De bladeren beginnen bruin te worden. Achter
ons staan hectaren maïs. We proberen ze weg te denken maar dat lukt niet echt.
In de vallei grazen ongestoord bruine koeien. Ons uitzicht is een stil leven
dat elk schilders hart sneller zou doen kloppen. Het wolkendek vertoont
scheuren. De zon grijpt haar kans en drenkt het landschap in een goudgele kleur.
Op de voorgrond is een volgroeid bietenveld. Tientallen hectaren veevoeder
wacht om geoogst te worden. Ons fietspad is een tractorspoor met kiezelstenen
ter grootte van een kippenei. Het is tevens klimmen. We gaan uit voorzorg maar
te voet en dat is al even vermoeiend. Als ik erover nadenk kan ik mij niet
herinneren al op een degelijk fietspad gereden te hebben sinds onze start
vanmorgen. Wel genieten we nu nog meer van de spectaculaire uitzichten. Soms,
als we niet tussen de maïsvelden rijden.
Als we knooppunt 6 naderen krijgen we terug asfalt. Echter maar
voor even. Rechtsaf om knooppunt 40 te volgen en terug het tractorspoor op met
grove kiezel. Het moet niet overal asfalt zijn om op te fietsen maar dit is
toch echt overdreven. Zelfs met een mountainbike loop je hier het risico om
plat te rijden, of te vallen. Het is heuvel op en we besluiten om nog een keer
te voet te gaan. Tot ons volgende knooppunt is het 2,7 km. Gelukkig moeten we
niet heel de afstand te voet afleggen. Bij de Grotstraat hebben we weer asfalt.
De Lourdesgrot werd opgericht door deken Frans Alfons Taverniers die een groot
Maria vereerder was. Op 2 mei 1954 werd de grot plechtig ingewijd door de
toenmalige bisschop. Een plaats om te bidden ter ere aan Onze Lieve Vrouw.
Vooral in de meimaand worden er nog plechtigheden gehouden. Ook nu branden er
twee noveenkaarsen. De kaars brandt negen dagen en nachten met een speciale
intentie. Een noveen is een krachtig gebed om iets groots te vragen.
We rijden Overijse binnen en houden halt bij de kerk. Het dorp
ligt in het hart van de Druivenstreek en maakt deel uit van de landstreek
Dijleland. Dru!f het huis van de tafeldruif is een interactief en leerrijk
bezoekerscentrum over de Druivenstreek. De heemkundige kring, over de kerk,
heeft een kleine druivenplantage. De ranken werden in een boog aangeplant boven
aan de trap. Het serristenpaar, Corneel de aanbinder en Johanna de knipster,
twee stenen beelden, staan met de handen in de hoogte alsof ze de druiven
willen plukken. Alles is hier gesloten. Ook de taveerne wil niets verdienen op
een woensdagmiddag. Ook de toeristische dienst laat het afweten. Het lijkt of
hier een algemene staking aan de gang is. De Sint-Martinuskerk werd op een
helling gebouwd rond de 12e eeuw. Ze kreeg haar eerste uitbreiding
na een zware brandschade van 1489. In 1696 brandde de parochiekerk voor de
tweede maal af maar werd terug heropgebouwd. Na nog enkele restauraties en
renovaties kreeg de heilige Martinuskerk haar huidige uitzicht. De glasramen
dateren van 1881. Het gemeentehuis werd nog hoger op een heuvel gebouwd dan de
kerk tussen 1503-'05. Het toornt hoog
boven de huizen uit. Het gebouw was oorspronkelijk eigendom van de heren van
Overijse tot de gemeente er zijn administratieve burelen in onderbracht vanaf
1824. Van het oorspronkelijk gebouw is niet veel meer te zien. Het werd
verwoest door een brand. In de 19e eeuw grondig gerestaureerd en
aangepast. Ook in de begin jaren zestig van vorige eeuw kreeg het pand een
nieuwe opknap beurt. Om een aangifte te doen moet je prima in form zijn. Iets
lager staat het gedenkteken van de beide Wereldoorlogen. Op het voorplein staat
hoog op een arduinen sokkel het beeld van Justus Lipsius op de plaats waar
voorheen een gietijzeren fontein uit 1890 stond. In 1909 schonk de Belgische
staat dit monument aan de stad Overijse naar aanleiding van de 75ste verjaardag
van de heroprichting van de Leuvense Universiteit. Justus Lipsius werd geboren
in Overijse op 1547 en stierf te Leuven in 1606. Hij was professor aan de
universiteit vanaf 1592 als dokter in de literatuur, patholoog en historicus.
Vlakbij de kerk staat het monument voor de gesneuvelden van beide
Wereldoorlogen. Het Heilig Hartbeeld kreeg onlangs een nieuwe sokkel of werd
vakkundig opgeknapt.
Om 15:20u verlaten we de stad Overijse langs een zandweg.
Onmiddellijk wordt onze conditie op de proef gesteld. Het wordt een steile
klimming die zelfs voor een wandelaar te zwaar is. Rechts is het Mariëndalbos
dat aangeplant werd door het kinderforum op 18 april 2006. Voor ons, heuvel op,
zijn de voetbalvelden van Overijse. Serres zien we in overvloed. De meeste
worden niet meer gebruikt. Als ze al gebruikt worden dienen ze als
opslagplaats. In één ervan mag de natuur zijn gang gaan. Het onkruid en de
struiken groeien door openstaande ruiten. Van druiven is geen spoor te vinden.
We hebben momenteel 18 km gereden. We hobbelen weer over een kasseiweg. We zijn
al blij dat het geen grindweg is met keien ter grote van een mannen vuist.
Aangenaam is iets anders.
Vlak voor knooppunt 41 komen we bij het gehucht 'La Hulpe'. De
gemeente Terhulpen is van de
Waals-Brabantse provincie. De muzikant Toots Thielemans woonde tot zijn
overlijden, augustus 2016, in dit dorp. Verschillende kastelen sieren de streek
op. Om 16:00u bereiken we Hoeilaart. De gemeente ligt tussen de Zenne en de
Dijle. De IJse is een smal onbevaarbare rivier die door het dorp stroomt. Het
Zoniënwoud maakt het grootste deel uit van het grondgebied. Hoeilaart noemde
men eertijds 'het glazen dorp' vanwege de grootschalige teelt van druiven die
er tot in de tweede helft van de twintigste eeuw in verwarmde serres gedaan
werd. In 1865 introduceerde Felix Sohie deze manier van telen die de gemeente
zeer welvarend maakte. Tijdens het druivenfestival in september worden de
druiven in het gemeentehuis van Hoeilaart tentoongesteld en gekeurd.
We belanden in Hoeilaart bij een volgende wegkapel langs de baan
die veel weg heeft van een Lourdesgrot. De tralies werden met groene draad
afgeschermd tegen vandalisme of tegen de talrijke duiven die overal wel een
nest willen bouwen. Het Nerocafé heeft toevallig zijn sluitingsdag. Het is een
voormalig tramstation dat gebouwd werd in 1894. Tijdens de gouden jaren van de
druiventeelt werden over deze tramlijn jaarlijks 110.000 ton steenkool, 37.000
ton mest en 11 miljoen kilo druiven vervoerd. De stoomtram vervoerde eveneens
reizigers en goederen. Door toename van het wagenpark werd in 1949 het
personenvervoer stopgezet. Ook vrachtwagens namen het vervoer over en in 1958
reed de goederentrein voor het laatst. De sporen werden opgebroken en doet
sindsdien dienst als fietspad. In 1990 kwam het verlaten station terug in de
belangstelling door de stripfiguur Nero. Sinds de druivenfeesten van 1994 staat
op het stationsplein een levensgrote bronzen beeld van stripheld Nero. Heuvel
op tot aan de kerk. De Sint-Clemenskerk (1870 1874) werd gebouwd met baksteen
en sierlagen in zandsteen. Het kasteel dat in het Jan van Ruusbroec Park staat
is van hieruit niet te zien. Het werd in 1858 gebouwd en doet vanaf 1919 dienst
als gemeentehuis. Hoe later het wordt, hoe mooier het weer. Op een zonnig
terras drinken we een verfrissing.
We verlaten Hoeilaart door het Zoniënwoud dat meer dan 4000 ha
groot is. Het bos wordt beheerd door Vlaanderen, het Brussels- en het Waals gewest.
Aansluitend zijn er nog diverse privébossen en het Kapucijnenbos dat eigendom
is van de Koninklijke Schenking. Het woud bestaat overwegend uit hoge
beukenbomen van meer dan 200 jaar oud. Het begint al te schemeren en we moeten
nog meer dan negen kilometer fietsen tot Vossem. Dat halen we niet voor het
duister. We bereiken het gehucht Jezus-Eik dat zich aan de rand van het
Zoniënwoud bevindt. De kapel voor het centrum is een grote kapel. Op deze plek
stond een eikenboom die al verschillende malen door de bliksem werd getroffen.
Rond 1636 werd op deze plek een Mariabeeldje bevestigd en daarna vonden er een
aantal wonderlijke genezingen plaats waarna Jezus-Eik een bedevaartsplaats
werd. De pastoor van Tervuren richtte er een altaar op en door het succes werd
er een grote kapel opgericht. Het interieur wordt afgeschermd door een hekwerk
van de vloer tot de zoldering.
Linksaf. Om 19:10 rijden we nog steeds door het Zoniënwoud. De
laatavondzon schijnt tussen de bomen wat ons prachtige foto's oplevert. We zijn
het vierarmenkruispunt voorbij en naderen knooppunt 44. Het centrum van
Jezus-Eik. De O.L.Vrouwekerk is open maar er is een dienst bezig en dat willen
we niet storen. De eerste steen werd gelegd op 20 april 1650. De bouw werd
afgerond in 1680. Infoborden staan rijkelijk om en rond de kerk. 'De mijlpalen
in de geschiedenis van Jezus-Eik vanaf 1650'. De 'Mariahof' werd ingehuldigd op
1 mei 1959 met een grote plechtigheid. Vanaf deze plaats vertrekken talrijke
processies en bedevaarten.
We verlaten de gemeente en rijden weer door het Zoniënwoud. Tijd
om onze lichten te ontsteken. Het gebruikt ook van onze batterij en we hebben
niet veel capaciteit meer. Onze batterijen hebben niet genoeg energie meer en
wijzelf ook niet. We moeten nog ongeveer 8km en nog het dorp Tervuren bezoeken.
We houden een laatste keer halt bij de Sint-Hubertuskapel, die naar verluidt zo
werd genoemd opdat men aanneemt dat de Heilige Hubertus in 727 op deze plaats
zou zijn overleden.
We kunnen er niet veel van zien door de duisternis. Slechts onze
fietslichten geven een beetje prijs. We vervolgen onze weg en rijden nog een
stuk door het domein. Er is geen verlichting langs ons fietspad. Rechts een
grote vijver. We volgen knooppunt 46. Het is aardedonker nu. Het enige licht is
van onze fietslampen dat een paar meter voor ons uit schijnt. We zien haast de
knooppuntenbordjes niet.
Het is 20:45u als we in Vossem bij de auto aankomen. We hebben in
totaal 46 km gefietst. Tervuren moeten we zeker nog eens bezoeken. Het was nu
te donker. Nog drie kwartier rijden tot thuis. Tot schrijfs. Tekst: Luc
Verschooten. Foto's: Rina Meurs.








|