|
Bloesemroute
fietsknooppunten: 64-95-38-14-3-64. Afstand: 24,2 kilometer.
Tussen
Overijssel en Friesland, vlakbij het IJsselmeer ligt een uniek stukje
Nederlandse geschiedenis; Noordoostpolder. Op de bodem van wat ooit de
Zuiderzee was, drooggelegd in 1942 en de dag van vandaag rijk aan natuur,
historie en levendige cultuur. Tijdens het Tulpenfestival, dat dit jaar plaats
vindt van 16 april t/m 5 mei 2015, gaan we genieten van de mooie kleuren van de
tulpenvelden. Ook de dorpskernen doen mee. Elk dorp maakt een prachtig mozaïek
van tulpen. De bloeitijd van tulpen is afhankelijk van de groeiomstandigheden
zoals het weer en de tulpensoort. In de grote variatie van tulpen kennen we vroeg-
en laatbloeiers. We boeken een midweek op een camping in Emmeloord. Vroeg
boeken is aangeraden, anders is er geen plaats meer. Het min puntje is dat je
het weer niet kan vastleggen. Verleden week haalden we middagtemperaturen tot
20°C. Voor deze week worden slechts temperaturen verwacht van net boven de
10°C. Niets aan te doen. Vandaag maandag 27 april 2015 worden we vroeg wakker. Er
schijnt een waterachtig zonnetje, maar het is droog. Er waait een matige noordwestenwind.
Terug trui en jas aan. Bijna alles is al gepakt en gezakt en klaar om in de
auto te laden. De benzinetank is tot de rand gevuld en de vier banden staan
optimaal op spanning.
Om 09:00 uur
bevinden wij ons reeds op de E19 richting Breda. Nergens file of vertraagt
verkeer. Links van ons blauwe lucht en rechts probeert de zon door de
wolkensluier te breken. De buitentemperatuur wijst 9°C aan.
Na 44
kilometer loodst Lucy (GPS) ons richting Utrecht op de E312. Vandaag, 27 april
2015, wordt in Nederland Koningsdag gevierd. Vanaf 2014 wordt Koningsdag
gehouden op de verjaardag van Willem-Alexander. Op deze dag worden er
verschillende festiviteiten georganiseerd. Er wordt dan volop oranje kleding
gedragen en al wat kan versiert worden krijgt eveneens een oranje kleur. Het is
dan een traditie dat de Koning een officieel bezoek brengt aan enkele gemeenten
in het land.
De zijbermen
kleuren geel van de koolzaad bloemen. We krijgen mooie vergezichten te zien met
verschillende windmolens en fruitplantages. Het zijn schilderachtige
stillevens. Na 100 km rijden we door de provincie Utrecht. De kleinste
provincie van Nederland telt toch nog 26 gemeenten. Bij de Utrechtheuvelrug zijn de bermen begroeid met heide. De
Utrechtse Heuvelrug is een zandrug met toppen die boven de 50 meter gaan. Het
hoogste punt is de Amerongse Berg met 69,2 meter boven zeeniveau. Het gebied
bezit veel bos en heidegebied. De meeste bomen en struiken langs de snelweg moeten
nog in bloei komen. We zien nog niet te veel groen. Na de provincie Utrecht rijden
we door de provincie Flevoland. De jongste provincie van het land dat werd
erkend in 1986. We rijden eerst naar Kraggenburg in de Noordoostpolder voor een
korte fietstocht van ongeveer 20 km langs bloesemvelden. Tijdens de lente
bloeien eerst de sneeuwwitte kersen- en pruimenbloesems. Daarna volgt de,
eveneens witte, perenbloesem en uiteindelijk is het de beurt aan de roze
appelbloesem.
Op 8
kilometer voor Almere bevinden zich naast de snelweg de eerste tulpenvelden.
Hectaren tulpen schitteren in verschillende kleuren onder een blauwe lucht met
witte wolken. Rondom ons tientallen energie windmolens. We rijden de
Noordoostpolder binnen. Een bijzonder gebied met een rijke geschiedenis. De
polder viel officieel droog op 9 september 1942, midden in WOII. Daarna is
Noordoostpolder in een razendsnel tempo ingericht en ontwikkeld. Zo ontstond er
een uniek landbouwgebied. Dit is te danken aan vele hardwerkende boeren en
arbeiders die hoopten op een goed leven in de Noordoostpolder. Om 11:10 uur
rijden we over de Ketelbrug. Ze maakt de verbinding tussen de Noordoostpolder
en Oostelijk Flevoland over het Ketelmeer. De brug werd in gebruik genomen op
15 juni 1970. Lucy stuurt ons van de snelweg bij afrit nr 14 Emmeloord. Dan rechtsaf
om Nagele te volgen. Om 11:30 uur staan we geparkeerd op de parking van het Familiepark Netl De
Wildste Tuin te Kraggenburg. De place to by voor sportievelingen die graag
een balletje slaan. Voor de wandelaars zijn er de tuinen vol kruiden en voor de
kinderen is er het avontuurlijke speellandschap met sport en spel.
Rondom het
ingepolderde Flevoland is er heel veel water te vinden. Het water werd vroeger
druk bevaren door handelsschepen. Nu is het water zeer in trek bij sportieve
zeilers en strandliefhebbers. Moesten we hier een eeuw geleden fietsen, dan
fietsten we zes meter onder water. Enkele durvers startten een eeuw geleden om
van een stuk Zuiderzee een groot polderlandschap te maken. Dat is een feit
geworden.
Er staat een
koude strakke wind. We zullen een ondersteuning meer moeten nemen. We zetten
een muts op en onze handschoenen zijn eveneens geen overbodige luxe. Misschien
hebben we geluk en hebben we steeds wind in de rug. Met de fiets rijden we
terug naar de Leemringweg en slaan rechtsaf voor knppnt 64. We genieten
alleszins van het mooie landschap. Hier is alles vlak, maar je moet tegen de
wind vechten. Tractors rijden op hun land en ploegen de aarde om. De ellen
lange dreven ogen mooi door de oude statige bruine beuken. Ze staan nog niet in
volle bloei. Af en toe duwt de wind in de rug en fietsen we daardoor sneller
vooruit. Maar dat duurt niet lang. Na 5 km houden we halt bij onze eerste
boomgaard. Er staan slechts enkele witte bloesems aan de laagstammige fruit
plantage. Ons Rina begint enkele fotos te maken. Op het erf van de
nabijgelegen hoeve blaft een hond. Het dier komt voorzichtig afgelopen met in
zijn kielzog een man van middelbare leeftijd. We begroeten elkaar vriendelijk
en ik zeg hem dat we de bloesem willen bewonderen. Dat zal dit jaar niet gaan,
vertelt de fruitboer. Hij heeft deze perenbomen afgelopen winter hier geplant.
Dit jaar kan en mag deze plantage geen bloesem dragen. Volgend jaar komen er de
Conference peren aan de stammen te hangen. De boer heeft hectaren fruitstammen
verkocht. Vooral de pruimenbomen wilde hij kwijt. Nu houd hij nog deze 1,5
hectare over.
Bij de
volgende fruitplantage is niets van bloesem te zien. Alleen als we er kortbij
staan, zien we de roze knopjes van de appelbloesem. Nadat we de Zuiderringweg
gedwarst hebben vinden we het ene bloesemveld na het ander. Honderden hectaren
laagstammige fruitbomen. Afwisselend peren- en appelbloesem. Soms enkele
pruimenboompjes met enorm veel witte bloesem. Fruit en soms tulpenvelden, bos
en water beheersen het landelijk beeld rondom Kraggenburg. Het is rustig
fietsen. Af en toe worden we voorbijgefietst door een amateur wielrenner. Het
is 6,9 km tot knppnt 14. Linksaf in de Hertenpad. Landerijen met de bekende ruggen
die asperges bevatten. De voortuintjes ogen mooi door de kleuren van de
lentebloemen en bomen. De tulpen ontbreken nergens in de tuintjes. De akkers
zijn begroeid met paardenbloemen. De meeste fruittelers hebben hun landerijen
tegen de wind afgeschermd door bomen te planten tegen de straatzijde. Soms met
knotwilgen of dennenbomen.
De route
leidt ons langs weilanden met grazende koeien. We fietsen langs bossen waar
wandelaars hun hartje kunnen ophalen. We worden prettig gevolgd door vogelzang.
In elke boom horen we het gefluit of getjirp van kleine vogels. Bij de
driesprong op de Zwartemeerweg is knppnt 14. Linksaf om knppnt 3 te volgen tot
bij de voormalige vluchthaven met lichtwachterswoning, die in de toenmalige
Zuiderzee lag. Het werd gebouwd in 1848. Na verloop van tijd raakte het huisje
in steeds slechtere staat en werd het afgebroken om in 1877 herbouwd te worden.
De lichtwachterswoning is in 2002 opnieuw gerestaureerd en kwam in particulier
bezit. Het gebouw, Oud-Kraggenburg, ligt op 4,5 meter boven Nieuw Amsterdams
Peil. Het huidige dorp Kraggenburg, hier in de Noordoostpolder, is vernoemd
naar dit vroegere opgeworpen eiland dat nu te midden van de akkers van
Flevoland ligt. Een infobord, aan het begin van de weg, vertelt ons: Oud-Kraggenburg
is een voormalige lichtwachterswoning die tot monument is verklaard. Van 1845
tot 1848 zijn voor het op diepte houden van het Zwolse Diep twee leidammen
aangelegd. Ze werden gebouwd op kraggen, afkomstig uit de door vervening
ontstane plassen in Noord-West Overijssel. Deze kraggen, dikke pakketten van
(riet)wortels en plantenresten, werden als drijvende eilandjes (circa 15 bij 2
bij 1 meter) naar het werkterrein gesleept, onder een vlechtwerk van rijshout
geplaatst en verzwaard met puin en steen tot zinken gebracht. Rijkswaterstaat
liet in 1877 de oude lichtwachterswoning uit 1848 afbreken, de terp ophogen tot
ruim 400 meter boven AP en daarop de nu nog bestaande woning bouwen. Het
belangrijkste licht voor scheepvaart werd op het dak geplaatst. De haven, bijna
1 ha groot, bood plaats aan ongeveer 70 schepen. Waar vroeger schepen lagen
bevinden zich nu heesters en bomen. Op het zee-eind van de zuiderdam staat de
in 1994 nagemaakte lichtopstand; de oude werd bij museum Schokland
ondergebracht. Naast de
oprit staat een zitbank. We zetten er ons neer om onze picknick te houden. We
zitten heerlijk in het zonnetje. Ietwat beschut van de wind.
Het is bijna
half twee als we verder fietsen. Wind op kop. We nemen een ondersteuning meer.
De bomen op het eiland hebben nog geen bladeren. Ze zitten nog verscholen in
hun knoppen. Te wachten op warmer weer. Rechts van ons, op een golfbreker staat
een antieke metalen voortoren. Zo vinden we er straks nog één, bij de haven van
Kraggenburg. De zon verschuilt zich net achter een dikke wolk. Het wordt op slag
een paar graden koeler. De kop en nek van de twee witte zwanen zijn bruin door
steeds naar voedsel te zoeken in het bruine polderwater. Eén van de zwanen zit
op het nest. Een beetje verscholen tussen het riet.
We volgen
knppnt 3 tot bij de rotonde van Kraggenburg. Ons Rina neemt fotos van de
wakende leeuwen bij De Dam en daarna houden we halt bij de jachthaven. Een
bezoek is de moeite waard. De dorpskern van Kraggenburg ligt op loopafstand en
hier in de buurt werden mooie wandel- en fietstochten aangelegd. Kunst staat
voorop bij de jachthaven: een voet- en fietsbrug werd volledig aangekleed met
haakwerk en een rood witte vuurtoren op een pseudo golfbreker is een baken voor
de jachthaven. Langs een smal betonnen fietspad rijden we verder door het Voorsterbos.
Eén van de oudste bossen in Flevoland. Het bos werd aangeplant in 1944 met
verschillende loof- en naaldbomen. Er vliegen talrijke vogelsoorten rond en bij
de waterpoelen vliegen tientallen libellen. De amfibieën zie je niet maar ze
zijn er wel. We volgen knppnt 64. We
zijn omgeven door loofbomen die al groen ogen. De wind valt hier bijna helemaal
weg. Verderop stoppen we bij het pannenkoekhuis De Strooppot. Het interieur
mag dan in Oud Hollandse stijl ingericht zijn, wij zetten ons op het zonnige
terras achter een groene haag. Zalig genietend van een pannenkoek, een biertje
en de zon. De bewolking lost bijna helemaal op. Nu de wind wat minder is horen
we verschillende vogels een serenade fluiten.
Even later
staan we terug bij de auto. De parking staat nu bijna vol met geparkeerde
autos. We rijden door het centrum van Emmeloord. De hoofdplaats van de
Noordoostpolder. Sinds 1992 een volwaardige stad met als geografisch middelpunt
de watertoren van de polder. Bij Albert
Hein doen we nog enkele inkopen. Dat passeren we toch, dus dat is een
meevaller. We rijden vervolgens naar Camping Bospad in de Banterweg. De camping
ligt centraal in de Noordoostpolder, op wandelafstand van Emmeloord. Het leek
ons de ideale uitvalsbasis voor onze tulpenfietsroutes. Een ruime kampeer- en
camperplaats met verhuur van blokhutten en stacaravans. Nog diezelfde avond
zien we op TV-Flevoland dat de fruittelers vuurtjes moeten branden bij de
fruitplantages. Ze voorspellen vriestemperaturen voor vannacht. Tot schrijfs. Tekst:
Luc Verschooten. Fotos: Rina Meurs.


|