Bij
vertrek krijgen we de raad om goed op te letten. Er is een honderd
kilometer weg met weinig bewoning, daar kunnen er onverwacht dieren
op de weg lopen. We zien hier vooral natte graslanden. Februari is
hier de natste maand. Je ziet vaak koeien in het water staan. Er zijn
nu meer palmbomen. Verderop zijn er veel aanplantingen van
dennenbomen. We zijn spijtig genoeg die éne gemeente voorbij als we
beseffen honger te hebben. Gelukkig zijn er nog noten en crackers
want hier is geen café op elk kruispunt (dat zijn er ook al niet
veel). In de volgende gemeente nemen we de eerste 'panaderia' die we
tegenkomen. Ik dacht een taartje te eten voor mijn verjaardag maar ze
zijn te groot. Het wordt lekker bruin brood en tortilla.
We
rijden de provincie 'misiones' binnen, eens de poort door wordt het
heuvelachtig en ziet de aarde rood. We missen een dorpje met ruïnes
door wegenwerken. San Ignacio, onze bestemming heeft wel de grootste
Jezuïeten ruïnes. (Ik zal de film 'the mision' nog eens moeten
bekijken die zich hier afspeelt.) De Jezuïeten hebben de indianen
hier wel op een meer menselijke manier behandeld maar zijn in de
achttiende eeuw toch verdreven. Het is wel een indrukwekkend complex
wat ze hier in elkaar gepuzzeld hebben met grote en kleine stenen. Op
mijn 63ste verjaardag drink ik nog iets nieuws : Fernet Branca met
cola. Fernet Branca is een Italiaans digestief dat nu ook in
Argentinië wordt gemaakt omdat zij de grootste liefhebbers ervan
zijn. Gelukkig bestellen we er maar ééntje want we krijgen een
beker van Amerikaans formaat. Frans gaat nu een flesje wijn kopen
want dat hebben ze niet in deze hostel. Het gebouw is net zo oud als
wij, dat wil zeggen kleine kamers maar een groot zwembad. Dat was
genieten.








|