Mijn
wandeling gaat vandaag naar het museum voor schone kunsten. Dat
gebouw zou evengoed in Parijs kunnen staan. Ik ben direct
teleurgesteld want de achterkant ; het museum voor hedendaagse kunst,
is gesloten. De vaandels hangen er nog zodat ik kan zien wat ik
gemist heb. De voorkant is gelukkig wel open. Er is een zaal gewijd
aan Matta. Ik zag al wel betere werken van hem dan deze die de
Chilenen toebehoren. Van hem weet ik tenminste nog wat ik gisteren
zag, de rest is al vergeten. Het museum ligt in de groene long van de
stad die langs de rivier loopt. Wat Santiago in overvloed heeft zijn
zitbanken op de parken en pleinen, die trouwens goed onderhouden
zijn. Over de brug ligt de universiteit en daartegenover ligt een
cluster van restaurants en cafés die er eerder voor toeristen dan
voor studenten uitzien. Er is hier nog een groot huis van Pablo
Neruda dat je kan bezichtigen. Dat in Valparaïso had ik misschien
moeten bezoeken, hier blijf ik ook buiten. Via een ander park vang ik
de terugweg aan maar loop te ver zodat ik pas na een lange wandeling
terug op hotel ben. Frans heeft goed geskied. Het is tijd voor onze
siësta.
Het culturele centrum van de stad is maar een paar blokken wandelen. Het verrast dat het half onder de grond zit, onder een plein. Er is een tentoonstelling over ruiters. Misschien had ik de spectaculaire lederen zadels moeten fotograferen maar jullie krijgen enkel een detail van een Mexicaanse poncho. De naam van de Chileense meubelontwerper ben ik vergeten maar ik vond de mallen wel knap waarin het hout voor de stoelen werd geklemd. 's Avonds eten we heel lekker bij een Chinees. We zijn
vooral blij met de vele groenten en bloemkool in de chopchoy.





|