Iquique is toch weer zes uur rijden. Twee
en een half uur afdalen en dan met een grote zigzag richting zuiden.
Boven zien we nog 'candelaria cactussen', die zien eruit zoals
kinderen bomen tekenen. Verder is de kleur van de dag beige. In Arica rijden we even om om te tanken. Op 300
kilometer zie je geen enkel benzinestation op de 'panamerikano'. Dat
is anders dan in Peru waar je benzinestations hebt zoals bij ons cafés. Wat we wel zien zijn veel kleine wervelwinden die het zand de lucht inzuigen. Vanaf de
hoofdweg loopt er een regelrechte snelweg voor de laatste 40 minuten
naar de badstad. Die is groter dan we verwachten. Op het lange strand
voor ons (achter de universiteit) mag je niet zwemmen. We besluiten
naar het noorden te wandelen waar je wel in het water mag. Er is een
mooie wandelboulevard. Gelukkig komen er wat wolken
aanzetten want de zon brandt. De baai waar je wel in het water
mag is stampvol (Ensor). De parasols staan tot tegen het water. Frans gaat het sop in. Hij is de enige die voorbij de golfslag zwemt. Het water
blijkt er een Noordzeetemperatuur te hebben.
Het kerstdorp staat er
nog maar wat verder staan er tribunes en is de straat afgesloten voor
een carnavalsstoet. In afwachting zetten we ons op een (zeldzaam)
terrasje met een 'dos por uno, mochito XL'. Frans at al een vettig
broodje aan één van de talloze stalletjes op de stoep. De stoet
komt rond 8 uur op gang. Hier kan geen enkel etnografisch museum mee
wedijveren. Om halftien heeft Frans het te koud en draaien we terug.
Er schijnt nog geen einde te komen aan de dansende groepen. We zijn
blij dat we de omweg naar Iquique hebben gemaakt. Het alternatief was
een even duur maar slecht hotel ergens onderweg in de woestijn.








|