We beginnen wat te laat aan ons
bochtenwerk om de vallei uit te klimmen. Boven stoppen we nogmaals
bij de 'mirador'. Er cirkelen twee vogels naar boven. Volgens mij
zijn ze te klein voor condors. Ik ga snel mijn verrekijker
bovenhalen. Tegen de tijd dat ik hem omhang zijn ze al heel hoog, ik
kan ook niet scherpstellen in de blauwe lucht. Het moeten dus wel
condors geweest zijn, ik kan mij geen andere vogel voorstellen die zo
hoog de lucht in gaat. We zagen ook goed de witzwarte onderkant. We
rijden toch nog langs een zandweg naar een ander uitzichtpunt. Het
duurt natuurlijk langer dan verwacht. We kijken op het punt waar we
gisteren gestopt zijn. We zijn blij dat we kunnen terugdraaien en de
steile zigzagweg niet moeten verder zetten.
Nu zien we wel drie vulkanen. Twee
zesduizenders waar we tussen rijden en eentje in de verte. Zelf komen
we op 4745 meter hoogte. Op het hoogplateau zijn ze nog aan de weg
aan het werken. Het bordje 'pare' zien we lang voor onze neus staan.
Het is zo'n geweldige rit dat het niet erg is ze terug te moeten
doen. Maar het blijft een lange rit. Gelukkig is het wegdek in de
afdaling schitterend. Maar de bochten zijn waanzinnig. De kleuren van
de hoogvlakte maken daarna plaats voor beige. Als we terug op de
grote weg zitten begint het spelletje weer om het trage verkeer in te
halen. We komen niet vooruit. We zien de volkaan 'el misti' (5800
meter) nog in het laatste licht opduiken. Als we de vallei van
Arequipa binnen rijden is de stad al verlicht en zie je de
driehoekige berg nog net.
Het is acht uur als we de wagen hebben
uitgeladen.








|