Rond de middag zijn we in onze hostel,
die gaan meteen aan onze vuile was beginnen. We lunchen tussen
overheidsbedienden. Frans heeft slecht geslapen en gaat rusten. Ik ga
op jacht naar interdentale tandenborsteltjes. We kunnen hier
anderhalve keer slapen voor de prijs van 14 borsteltjes (31 dollar)
Het is erg grijs buiten. In een
kapsalon zie ik één dame met een kort kopje. Ik ga eens testen
of ze daar kunnen knippen. In tegenstelling tot de dame in Cartagena
gaat deze als een weerwind door mijn haar. De prijs voor onze
tandhygiëne wordt meteen gecompenseerd door de 5 dollar die ik
betaal voor mijn knipbeurt. Het wordt nog donkerder en de kathedraal
ligt om de hoek. De toren sluit het eerst, dus start ik met de klim.
De kerk is slechts 160 jaar oud, nog niet voltooid en lijkt opgetrokken uit
snelbouwstenen. De architect heeft zich geïnspireerd op de Notre
Dame van Parijs. De rozet boven de ingang zijn ze nog aan het
invullen met glas in lood. Je loopt onder het metalen dak door naar
de kleine toren achteraan. Dit is een land van bergbeklimmers : bij
ons zou je als toerist nooit boven in het torentje mogen klimmen.
Zelf twijfel ik even of ik me op de metalen trap zou wagen, een
onweer is niet ver af. Het torentje is open, het waait er flink en
het is fris. Er klettert een flinke bui, net als ik terug onder dak
ben. Voor nog twee dollar bekijk ik tijdens de bui de binnenkant. Van
boven uit gezien was het schip mooi. Ze hebben ook hun 'Sainte
Chapelle' gemaakt maar verder is er niet bijzonder veel te zien in
deze neogotische 'basilica'. De 'gargouiles' zijn wel tof, een aantal
stellen Ecuadoraanse dieren voor.
In de regen lijkt het parkje nog triestiger dan het is. Ik ben blij dat ik bijna droog
terug op de kamer geraak.






|