Morgen verlaten we dit kleine paradijsje al waar niet alleen wij logeerden maar ook D.H. Lawrence die hier langer verbleef. Hij schreef hier 'the plumed serpent' dat is uitgegeven in 1926. Het blijkt een nogal mystiek boek te zijn, hij is eerder verbonden met de natuur dan met de gemeenschap. Er is hier in alle geval een geweldige bloemenpracht, wel meer bij de aangeplantingen dan in de vrije natuur heb ik de indruk. Het is hier ook veel groener dan ik verwachtte, er zijn ook prachtige oude bomen. Maar morgen rijden we dus naar het zuidoosten in plaats van naar de westkust. Blijkbaar zijn er veel politieblokkades langs de kustweg. Dat maakt het reizen wel veiliger maar ook tijdrovender. Bovendien hebben we het deel ten zuiden van Acapulco al gezien op een vorige reis. Daardoor gaan we een 15tal uren rijden tot Chiapas in plaats van 30 of meer. Dat geeft ons dan meer tijd in chiapas en Yucatan waar het ook veilig is. Morgen rijden we een 5tal uur tot Tula de Allende daar is er ook een belangrijke archeologis he site van de Tolteken. Daarvan hebben we nog niets gezien. Ondertussen is er hierbuiten weer een fiesta aan de gang. We zullen eens gaan kijken. Deze middag was er een band en de dansers waren paarden. Daar zagen we Engelsen wie met een oude suv reden met een tent erop. Die waren in new york vertrokken, tot boven de poolcirkel gereisd en nu onderweg naar Zuid Amerika. Zij hadden ook het advies gekregen om de kustweg te vermijden. Ze zaten even geblokkeerd omdat ze op een stuk voor de auto wachtten en gingen net douchen bij een plaatselijke vriend. Het is in alle geval niet erg om in deze omgeving te moeten wachten. In Ajijic stond er ook een kermis opgesteld, heel veel oud kleurrijk metaal maar wel heel charmant. Het kleine reuzenrad zag er wel niet erg betrouwbaar uit. Als je hier 1 woord moet geven voor de omgeving is het misschien wel 'kleur'