Woensdagavond is Roos nog gekomen en hebben we tot 24h00 op het terras gezeten. Tropisch aangenaam in Mediterraan België. Donderdagochtend, eigenlijk net als de ochtend ervoor, neem ik een misselijkheid waar. Nooit gedacht dat ik ook psychisch misselijk zou worden. De geur van het ontsmettingsmiddel, de infuzen met hun zakken zoutoplossing en chemo; het maakt me wee en kokhalzend tegelijk. De zaalarts heeft de oplossing: een kalmeringspil. En het werkt. In een soort coma kom ik de rest van de dag door. Weet nauwelijks nog waar ik ben, maar de ergste misselijkheid wordt ermee onderdrukt of vermeden; I do not know, maar het resultaat is er. De donderdag kom ik bijna geheel slapend door en kan zelfs een boterham eten. Ik neem Roos nog even waar als die weer vertrekt en zink in een coma. Kan mij niet eens meer herinneren dat Jan mij belt. Gelukkig komt Nigel de poezenfamilie voeren, want dat is te ver van mijn bed.
Vandaag slap maar zeer voldaan. Ga zo even ontbijten met Jan en zien hoe de rest van de dag verloopt. S.