Portugal Ik weet, ik heb tijd zat. Maar de tussenstop in jerez maakt de vlucht toch wel erg lang, meer dan zes uur onderweg vanaf Brussel,we landen om 18.00 hr, 19.00 hr. Westeuropese tijd. Wél nog 34°! Het duurt een tijdje eer ik aan mijn huurwagen kom, een gloednieuwe Corsa in plaats van de voorgestelde Clio,wel een diesel. Mijn visakaart wordt stevig van borg gelicht, ik hoop maar dat dat goed afloopt. Mijn meegebrachte gps doet gelukkig wel de kaart van Portugal,maar de kleine dorpen kan hij niet plaatsen,dus rij ik van faro naar loulé, dan tik ik cachapo, wat hij wel kent,de tussenliggende dorpen niet.. Tegen achten word ik moe, en stop aan een proper etablissement, bar-restaurant en gelukkig hotel toe. De baas stelt me kotelet van wild zwijn voor, het smaakt voortreffelijk, en de kamer is wat prijzig à 30,maar heel net,confortabel en rustig. Een goeie start,ik prijs mezelf gelukkig. Ik ga mijn halve liter huiswijn nog soldaat maken en dan fluks naar bed.
Zijn er mensen die niet zenuwachtig worden voor zo'n vliegreis? Ik ben het wel. Wakker om iets voor vijf, mezelf verplicht rustig te ontwaken, iets na vijven opgestaan. Gedouchet. Daarna beginnen pakken,weloverwogen. Opnieuw pakken, kleinigheden vergeten op de juiste plek te steken. Ik trek mijn lange broek aan om te reizen, zoals een werkman zijn overall na een lang weekend waarin nochtans zijn favoriete ploeg gewonnen heeft. Mijn jasje hou ik paraat voor in Parijs. Om zes uur gaat de desk van het guesthouse open,laat. Ik mijn sleutel achter en krijg mijn borg,hier een heel gewone zaak,terug. Mijn thaigeld is bijna op, het komt van pas. Eerst ga ik nog ontbijten in het station,een soort rijstepap met bolletjes gehakt. Daarna duik ik de metro in. Ik moet normaal 1 keer overstappen, maar stap uit op de verkeerde link door te veel na te vragen ben ik het juiste station vergeten,en ga nu verder met de skytrain,een beetje omslachtiger. Toch ben ik in een uur op Subvaranabhumi. Enorm groot,maar alles gaat vlot, ook al moet ik zelf inchecken. Zelfs mijn tgv-ticket heb ik hier ineens,all by myself!
Dan is alles routine: bagage inchecken,paspoortcontrole, een lange wandeling naar de gate. Gelukkig vind ik onderweg per toeval een balie van de luchthaven zelf waar ik op vertoon van mijn paspoort een uur gratis wifi krijg,dat heb ik nog nergens meegemaakt. Zo heb ik ineens ook mijn krant, leesvoer voor onderweg. Zoals overal op de vliegvelden zijn drankjes onbetaalbaar.ik stel uit,maar koop dan toch een laatste Chang. Het inchecken gaat vlot maar duurt lang,zoveel volk! Benieuwd vraag ik nog om een upgrade naar business class - als het betaalbaar zou zijn tenminste- maar alles blijkt volzet,ik kom naast een koppel uit Toulouse te zitten die ook drie weken in Thailand hebben rondgetoerd. Verder geen conversatie,want ieder heeft zijn scherm met films, nieuws en nog veel meer, en een bijgeleverde koptelefoon, van gezellig een babbel slaan komt zo niet veel in huis. Het eten bij air france is goed,maar de bediening is teamgebonden, op de heenreis was veel meer gelegenheid om eens een drankje te halen,bij deze vlucht is buiten de maaltijd geen alcohol te krijgen. We vliegen 12,5 uur. Ik wou dat ik meer kon slapen, maar het lukt me amper een uurtje of twee. De aangeboden muziek bevat een kanaal met klassieke muziek, daar geniet ik wel van. En uit verveling begin ik films te kijken, the Emperor van Charlie Chaplin, en omdat ik een tijdje steels meevolg met mijn buur start ik op de duur zelf Captain Phillips, een pseudo-documentaire over een kaping door Somalische piraten. Mijn ogen branden in mijn kop door slaapgebrek en ook wel door uren naar dat kleine schermpje te kijken van op een verkeerde afstand. Zo krijg ik de eindeloze vluchttijd toch nog om. We landen met een half uur vertraging. Gelukkig is er tijd genoeg voor de overstap, want de vertraging maakt het ineens veel krapper. Bij toevallige navraag aan de tgv-balie is mijn Thais ticket toch niet geldig, ik moet het hier nog eens omwisselen. Je moet het maar weten.. Ik durf niet meer slapen op de relatieve korte trajekten naar Brussel en Brugge, ik hou me wakker met gesprekken met God en Klein Pierke, die laatste vooral. Hoe later op de avond,hoe schoner volk geldt ook hier. Het is een verlossing als Claudine me opwacht aan het perron, ze heeft mijn huis al verwarmd met chauffage en mijn kacheltje, ik word nog met een hapje verwend. Tenslotte ga ik zwijmelend slapen, ondervind jetlag aan den lijve.
Ik zou graag fris geschoren naar huis trekken maar buiten leerling-kappers/sters die gratis aan het oefenen waren op het perron in het station vanmiddag zag ik hier nog geen kapperszaak. Kwestie van de juiste straat te vinden, dan heb je er ineens honderd. Ik trek richting Chinatown,maar die zijn daar de boel aan het opkramen en sluiten rond een uur of zes., ik dwaal rond en vind 1000 schoenenwinkels, geen kapper. Op een pleintje zitten mensen gezellig te eten,een man staat met een heel lekker uitziende vissoep, de vis springt er bijna uit,dus ik bestel. Lekkere soep, maar pikant! Tony Monbaliu zaliger moet hier in de leer geweest zijn ,maar dit is de overtreffende trap. De groene takken die er in drijven exploderen in mijn mond. Gelukkig heb ik ook een portie rijst besteld die ik nog niet heb gekruid en een grote Chang,dus ik kan blussen...Als ik daarna verder naar huis wandel voel ik de stoomwolken na een kwartier nog uit mijn oren komen,als in de strips.Dit weekend is een speciaal weekend voor boeddhamensen, driedaags feest heb ik gehoord,en een beetje ook gezien. Ook hier is een soort bbq georganiseerd, mensen staan geduldig in de rij voor een hapje en wat rijst bij een soort parochiezaal,'t is overal toch hetzelfde liedje.Ik ben al blij dat ik thuis kom, nog een slaapmutsje van de 7/11 -in de guesthouse is geen bier of alcohol te krijgen- ik Skype nog even en ga vroeg slapen,alleen mogelijk dank zij de airco.Om zes uur in de morgen sta ik op en ga ontbijten in het station, noedelsoep met kip. Het ontbijt in het hotel , twee zielige toastjes met een spiegelei neem ik als toetje.Op straat raak ik aan de praat met een mannetje van sino-Thai,het consortium dat hier de metro uitbreidt. Binnen twee jaar zou dat klaar zijn, al henb ik nog maar weinig beweging gezien op de immense bouwwerf die hier en verder in de stad de boel terroriseert. Hij heeft al een heel dagvullend programma voor mij in zijn hoofd, kan leuk zijn maar ik vlucht weg voor hij me in een taxi of tuktuk duwt.Zondag, dus zeker markten bij de vleet, ik kies er een uit aan de andere kant van de stad rond een park,gemakkelijk met de metro te bereiken, immens is het,mijn schoenen zijn sterk maar mijn voetzolen bezwijken. Geen zin om hier te eten wegens te druk. Omdat ik graag alle transportmiddelen probeer stap ik hier in de skytrain. Valt wat tegen, het lijkt op de metro ook al rijdt het hoog boven het straatniveau, ik zie niets dan grote buildings. Halfweg moet ik weer overstappen op de metro, op straat is hier een kleine shutdown-blokkade,peis en vree alom.Omdat de meeste eettentjes op straat dicht zijn ga ik naar de food court in het station, mijn eeuwige alma mater,lekker en goedkoop. Daarna naar bed. Ik besef, mijn uren zijn geteld,binnen twaalf uur ben ik aan het reizen. Geen zin meer in veel lopen wandel ik het massagesalon binnen, het eerste dat ik heb geprobeerd hier in Thailand,en tot nu het beste. Ik ga voor een voet- en aansluitend ,na enige aarzeling van mijn kant maar op vriendelijk advies van de masseur, en de lange reis morgen indachtig,een rugmassage. Even was er verstoring van de rustige sfeer door een hele familie Japanners die binnen kwamen, vijf volwassenen en twee kinderen,maar gauw komen nog een paar masseurs de boel versterken,aangevoerd met snelle taxibrommers. De rust keert terug,en het blijken geen Japanners maar Koreanen.
Nu nog wat eten in de buurt, vlakbij is een goed restaurantje, eerst is er geen plaats,iets later wel maar ik word niet toegelaten: ik had een tiental mensen gepasseerd die geduldig wachtten, ik had ze verward met afhaalklanten! Maar ik mag buiten bij de keuken eten,ook goed,lekkere grill zelfs en voor geen geld. .ik krijg gezelschap van een Duitser,die was hier vroeger een half jaar,de mentaliteit van Bangkok is volgens hem veel veranderd door de toevloed van vreemdelingen.De avond is om, morgen vroeg inpakken en wegwezen.. miel cocquyt
Mijn busticket heb ik veilig op zak: een bijgevoegde bus rijdt om 17.20 hr.,het komt voor mij niet zo nauw. Ik had graag mijn kamer aangehouden tot een uur of vier, kwestie van een siësta te kunnen maken, maar de ultieme check out is 13.00 hr, twee uur uitstel. In de morgen loop ik nog eens in de stad, de ochtendmarkt, de winkelstraten,waar ik nog een geheugenkaart moet kopen. Voor het eerst is het wat bewolkt, mij niet gelaten,maar tegen de middag steekt de zon weer ongenadig. Waar ik eet komen plots twee driewielers aangesjeesd, met daarop twee Fransen. Ik zoek hen op, zij content dat ze eens hun moerstaal kunnen spreken. De mannen uit Lyon (le centre, zeggen ze) peddelen hier al rond sinds 7 januari, blijven nog tot einde maart! Ze zijn vertrokken uit Bangkok, maar fietsen niet zo veel, een dertig kilometer per dag. Le chaleur! En verder, die ligfietsen zijn niet geschikt voor hellingen, maar dat had ik al gehoord. Heet is het, niet te doen, ik begrijp dat ze niet ver geraken. Ik sluip langs schaduwzijde naar het hotel, nog twee uur om te krijgen,en zelfs geen zetel waar ik languit kan. Het is gelukkig koel in de lobby. Tegen vieren trek ik naar het busstation waar drie bussen van dezelfde maatschappij tegelijk vertrekken naar Bangkok, ikzelf volg een klein half uurtje later. Prima bus met een zee aan ruimte, als ik al zou willen kan ik niet eens tegen de zetel voor me schoppen. Naast mij een jong Russisch koppel, tijdens de rit zie ik mijn eerste indruk alleen maar bevestigd,boers en bijna tiranniek gaat hij met zijn lief om. Gelukkig wordt er veel geslapen. Een kokette hostess bedient iedereen met een hapje, fruitsap, water. Even later volgt een deken en een neksteun. Een stop is halfweg in een heel groot wegrestaurant helemaal voorzien op busreizigers die snel en accuraat worden geholpen, ik blij want ik had geen eten bij,en honger dat slaapt moeilijk. Slapen lukt wonderwel, ik haal drie keer een tweetal uur. Tegen vieren rijden we de grootstad binnen. De kokette hostess die een she-male blijkt te zijn, ik zie het nu pas, komt rond met koffie en verfrissingsdoekjes. Tegen vijf uur pas kunnen we der uit,meer dan een half uur stonden we aan te schuiven om op de terminal te geraken,errond zijn grote openbare werken bezig(metro?) maar de terminal zelf is ook erg chaotisch. Door met de stroom mee te drijven kom ik heel snel op de aangrenzende stadsbusterminal,even dacht ik hier in deze buurt te blijven maar ik kies toch voor het mij bekende en ga naar de buurt van het grote treinstation Hua Lampung. De helse rit door de stad duurt toch nog drie kwartier. Ik prijs me erg gelukkig dat ik zo vlot daar geraak. Een paar guesthouses had ik in gedachten,gezien bij mijn eerste passage bij aankomst. Het eerste valt me tegen, een te kleine kamer met een te slecht bed, in het tweede heb ik meer geluk: dubbele kamer , op het gelijkvloers aan de binnentuin met airco en eigen badkamertje, een beetje prijzig, 750 baht,maar daar maal ik nu niet meer om, van hieruit kan ik vlot naar de luchthaven. Een goeie ligging ook, 100 meter van de drukke Rama IV-road,autovrij en absoluut geen straatlawaai. Het lot is me gunstig gezind, als dat maar blijft duren! Mijn trotter prijst "Het Huis van Jim Thompson" aan als absoluut te zien, ik ga er naar op zoek en zie veel nieuwe dingen, maar niet dat. Bijna terug thuis word ik aangesproken door een tuktukdriver, ik probeer en hij hapt toe voor 50baht. De man weet ook wel waar de klok hangt maar vindt de klepel ook niet,moet met mijn aantekeningen in zijn hand een paar keer de weg vragen,-ik een klein beetje leedvermaak- tenslotte is iemand die kan helpen, we zijn vlak in de buurt waar ik vanmorgen ook heb gezocht. Het is een heel mooi huis,maar typisch Thai zoals de gids zou ik het niet noemen, het is een stadspaleis na de oorlog gebouwd door een Amerikaans officier met Thaise invloeden. Foto's nemen mag niet, een suppoost houdt me in de gaten, ik schiet nauwelijks wat. Het huis staat langs een khlong,soort brugs reitje maar nog effectief gebruikt voor taxiboten, ik spring erop maar algauw weer er af: ze varen knoerthard,en zeilen die opgetrokken worden beschermen tegen opspattend water maar verhinderen ook alle zicht. Helemaal het noorden kwijt zwoeg ik me te voet weer naar mijn oriëntatiepunt, het station. Het begint echt te regenen in Bangkok, aan de straatkanten vormen zich zelfs plassen! Vermoedelijk behoorlijk ongewoon,voor mij wel lekker verfrissend. Moe als ik ben val ik als een blok in een verkwikkende siësta. Bed en kamer alle punten voor rust en slaapcomfort.
In het hotel moet wel een ontbijt te krijgen zijn maar niets als een gedekte tafel of een uitgestalde menukaart wijst er op, dus ga ik een ommetje maken en vind waarachtig een zaakje vlakbij, -ik moet er al een paar keer voorbij zijn gekomen, zo onopvallend-,waar ik een eigenzinnige kop koffie kan krijgen,mierzoet en met melk,geserveerd met een paar reuzels. Ik was verzocht me vanaf 08.00 hr. beschikbaar te houden in de hotellobby want vervoer naar de terminal is inbegrepen , het busje komt zo tegen half negen,mooi op tijd om de boot te halen. We vertrekken met maar tien minuten vertraging. De boot heeft twee airco binnendekken en een open bovendek waar ik me niet aan waag, ik kies een zetel binnen,twee Japanse kwettertantes komen naast me zitten en blijven de hele tijd bezig met elkaar foto's te tonen en becommentariëren op hun iPhone. Bijna iedereen is hier gewapend met iPhone,iPad of andere tablets, o tempora o mores: wie nu nog reist met een fototas met zwaar apparaat en bijhorende set wissellenzen is duidelijk gedateerd. Ik ben blij dat ik genoeg heb aan mijn zaktoestel,travelling light. Reizen met boot en/of trein stemt me altijd vrolijk. Ik stap goed zo gehumeurd aan wal. De tegenstelling tussen de terminals kan niet groter zijn: in Krabi vertrokken uit een nieuwe terminal buiten de stad komen we hier terecht in een soort soek, wirwar van smalle straatjes met gewriemel van voetvolk,kleine fietsen(wendbaar!) en grotere transporthandkarren, die vooreerst de bagage komen ophalen per logies,maar verder de hele dag alles aansleuren wat een toeristenkolonie nodig heeft. Ik raak met moeite buiten de grote drukte van hotelletjes,pensionnetjes,restaurantjes en andere winkeltjes. Als dat hier al met de tsunami was weggespoeld merk je daar niet veel van, tenzij dat nog verder wordt gebouwd op alle (on)mogelijke plaatsen, in een soort hondenwei wordt een complete blok appartementjes of vakantiehuisjes neergepoot bijvoorbeeld. Op het strand staan hele rijen ligstoelen in de schaduw opgesteld, de zonnebaders komen niet in de zon tenzij voor een ploeterpartij in het aangenaam warme water. Geen wegen te zien, ik vraag me af of er ueberhaupt wel zijn. Mijn ideetje om hier een brommer te huren berg ik op, alle transport dat ik zie gebeurt over water, in en rond de haven krioelt het van boten van alle slag. Ik geef me helemaal over aan het soekgevoel, loop zo veel mogelijk aan de schaduwkant,genietend van de drukte en de uitbundigheid van Engelsen, Fransen, Russen,Amerikanen,Japanners en nog wat anderen. Ik probeer de afkomst te raden aan de gedragingen en word meestal bevestigd bij het horen van flarden taal. Geen eten van doen met die hitte,alleen een ijsje weersta ik niet. De restaurantjes blijven dan ook halfleeg ondanks de drukte. Heel veel scubadivewinkels ook,opvallend niet door Thai uitgebaat maar door Engelsen of Fransen. Enkele jappen lopen door de hitte in vol duikornaat,ritsen helemaal dicht,naar hun boot. Ik vermoed dat ze gesmolten zijn voor aankomst.
Het is mooi en genoeg geweest als de boot terug om half vier vertrekt. Alles loopt volgens plan, alleen aan de terminal is het even zoeken voor ik in het juiste busje geraak.
Vol goeie moed neem ik na me te verfrissen vanuit het hotel een pick-up-busje naar de busterminal, ik wil mijn retour naar Bangkok veilig stellen met de drukte van het weekend in gedachten,maar de ticketverkopers zijn solidair potdicht. Er wordt lang gewerkt in Thailand,maar niet door de bedienden.. Mijn rooie pick-up rijdt niet dezelfde weg terug, pas na een hele citytrip raak ik terug in mijn hotel. Ik pik nog een pittig etentje in de tent van vanmorgen en geef me over aan een matige massage aan de overkant,nog een slaapmuts en vader gaat naar bed.
My kingdom for a horse! Met mijn brommer voel ik me sterk. Uit sportieve motivatie stapte ik te voet naar de ochtendmarkt,maar ben na enkele passen terug gekeerd en heb mijn stalen ros beklommen. Bij een Chinees op een terras krijg ik een heel blad vol allerlei kleine hapjes, gebakjes met vlees of op vlees of dat er in, net als mijn buren,een oud chique paar, niet slecht maar met een keer heb ik het wel gehad,zeker als ik de rekening krijg, ik vermoed dat hij is gemaakt a la tete du client. Maar zo toch eens tussen chique volk gezeten. Na mijn ochtendpost vertrek ik naar verdere oorden,ik,kies de richting van het vliegveld. Warm en druk als de hoofdweg is neem ik een afslag naar het onbekende. Veel groen, bosbouw en ook opvallend veel bewoning nog,qua dichtheid als de buiten bij ons. De bossen zijn hoofdzakelijk cocosplantages,laagstammig gehouden,en latexbomen, met halve kokossen als recipiënt onderaan de bomen bevestigd. Op goed geluk rij ik steeds verder en kom tenslotte toch weer op dezelfde weg terecht,perfect blind ommetje. Operatie geslaagd! Ik stop bij een nieuwbouw in wording. Het systeem bestaat uit een groot houtskelet,de hoofdsteunen zijn gewoon ruwe boomstammen, daarop een mooie opbouw van gezaagde balken en plankskes. Wellicht wordt de rest opgevuld met metselwerk,als vakwerk bij ons,het dak in golfplaten,meer moet dat niet zijn. De bouwplek staat op het terrein met een winkeltje, de vrouw maakt de dienst uit, de tv staat op politiek, redevoering van de oppositie. De man ligt onder een veranda in zijn hangmat. Ik bestel een grote Chang,want het is reeds in de voormiddag zo heet dat de helft verdampt terwijl je het binnen giet. Ik rij verder naar het vliegveld,grote drukte, drie regionale maatschappijen zijn,hier gevestigd, maar ik zie ook TUIvliegtuigen. Ik check de mogelijkheden om naar Bangkok te vliegen,maar de schreeuwerige cheap-flight advertenties bevatten beperkingen waardoor ik uit de boot val. De hitte is schroeiend als ik buitenkom. Ik brommer richting stad, bezoek onderweg nog een tempel in aanbouw die ik al van heel ver had gezien, een oud vrouwtje lacht met mijn bloot hoofd in die helse hitte.
Iets verder neem ik nog een lunch in een klein eettentje, het bier moet ik bij de buren halen. Ik vlucht bij thuiskomst naar mijn beden airco,blijf binnen tot vier uur, rij nog een kleine afscheidsronde en lever mijn voertuig mooi op tijd af. Ik blijf hangen in de buurt daar,veel globetrot(s)ters met grote rugzakken, ik ben benieuwd wat die allemaal meesleuren. Mijn beperkte mobiliteit zorgt voor verveling, ik rek de tijd tot morgenvroeg de uitstap naar Phi-Phi begint, ik vrees dat het gewoon uitstel van executie wordt tot ik naar huis terug keer, mijn reisbobijn lijkt een beetje op.
Mijn beste herinneringen van deze trip hou ik over van de langere verblijven, niet van de vluchtiger passages. Daar troost ik mezelf mee omdat Krabi me tot nog toe wat tegenvalt, ik kan het niet omarmen. Vandaag is het ook iets frisser, 32 in plaats van 35°. Het bussysteem is ook anders: ieder rit heeft zijn prijs,veel duurder dan de eenheids-10baht van Hua Hin. Gelukkig is de baliejuffrouw heel vriendelijk en geduldig in haar poging me een en ander duidelijk te maken. Het einde van de rit komt in zicht,en ik weet nog niet hoe ik terug reis. Nog zo'n dag als gisteren zou me doen overwegen vroeger naar het noorden terug te keren. Maar info in het busstation - het derde busje dat ik aanroep brengt me er naar toe, de wit-met-blauwe lijn- tempert mijn onrust. Als het moet of als ik wil haal ik mijn vlucht ook als ik hier zondagavond vertrek. Er rijden verscheiden bussen, daar krijg ik ook wat zicht op: twee concurrerende lijnen bieden een luxe bus aan, beiden vertrekken om 5 uur 's avonds, de luxe betekent slechts 25 plaatsen op een dubbeldeks. Andere, 45 plaatsen,vertrekken om de paar uur en zijn veel goedkoper,maar die zijn me sowieso te min. Geen bier in het stationsgebouw,dus ga ik een pintje drinken in een belendende zaak voor ik naar de stad terugkeer. Het is middag. Aan de ingang van het hotel stapt een heer op een brommertje, ik vraag waar hij het heeft gehuurd en hij antwoord zuinigjes, ik herken het accent in zijn Engels, inderdaad een hollander. Als enige gast maak ik gebruik van het restaurant in het hotel,daarna platte rust. Het internet hier is niet echt je dat maar ik hou me bezig tot na vieren. Twee plannen: ik wil een toeristische uitstap naar de phi-phi eilanden,dus bootje varen, en een brommer huren. De boottickets in het hotel kosten 1500,in de stad 700,aan de afvaart 600 baht, weet ik allemaal in een uur. De brommer was te verleidelijk, ik heb de boottocht een dag opgeschoven en cruise de rest van de middag door de stad en omgeving. Met helm op, uiteraard. Als afsluiter ga ik eten in een mooi ogend restaurantje met aantrekkelijke bediening. De groene kerriesoep smaakt super, pittig, het varken erachter is niet slecht maar maakt me minder enthousiast. Het hotel ligt op de stadsrand en is zo rustig. Ik ga vroeg slapen,maar moet gauw zwetend weer opstaan: zonder airco gaat het niet.
De relatieve koelte van de morgen lijkt me heel geschikt voor een ochtendlijke wandeling. Tegen acht uur zit ik al op de bus naar Suan Son. Onderweg super activiteit bij de monniken. Ze zijn voorzien van extra grote zakken,waar ze hun giften in trieeren. Zelfs de wakkere soldaten zijn nog niet in actie. Ik heb het strand nagenoeg voor mij alleen. Het is puur genieten, alleen opletten aan de waterkant voor de vele en grote kwallen die aangespoeld zijn bij het hoog water. Geen grote activiteit, gelukkig maar want de strandzone is heel klein bij het hoog water. Tegen dat de zon echt heet wordt ben ik al weer weg naar de stad, goeie planning. Tegen de middag moet mijn kamer ontruimd, ik kruip eerst nog een uur in bed,na de middag kan immers niet meer, en slaap waarachtig nog een uur zodat ik me moet haasten met douchen en inpakken. Mijn bagage kan ik achterlaten in het hotel, mijn bus gaat pas om 22.00 hr. Met afdingen huur ik een brommer voor 120 baht voor de rest van de dag. Een Engelsman die zich hier heeft genesteld gaf me wat tips om vlug op de buiten te geraken, en dat lukt ook. De zon is draaglijk als je in beweging blijft. Met mijn helm op met donker vizier voel ik me robocop. Ik eet in een klein eettentje langs de weg, kom helemaal op de buiten. Daar zijn ze bezig met de suikerrietoogst. Het likt een beetje als vroeger bij ons: met een scherp primitief hakmes worden de stengels gekapt en met bladeren samengebonden, elk voor zich, zowel vrouwen als mannen,en allen met bedekt gezicht, wellicht tegen de felle zon. Ze worden graag gefotografeerd,ik mag er geen een overlaten. De rietstengelsschoven worden met de hand geladen,ze worden doorgegeven van hand tot hand,daartoe hangen aan de zijkant van de oeroude vrachtwagens een soort stelling, want er wordt hoog geladen. Een eind verder wordt het proces toch wat gemechaniseerd,een traktor met frontlader gooit ze met hele bundels ineens op de vrachtwagen ,de rest is toch ook weer handwerk. Toch moet er nog meer gemechaniseerde methodes bestaan, op de weg zie ik grote camions geladen met gekapte stengels, zo,'n kleine halve meter lang, maar die methode heb ik niet gezien. Ook,anders veel bedrijvigheid, zondag is duidelijk geen rustdag,ook vrijdag of zaterdag niet tenzij in de dienstensector, banken bijvoorbeeld zijn vandaag potdicht. Ik verlaat de hoofdweg en kom bananen- en ananasplantages tegen. Ook een paar veeboerderijen met Frisian-holsteiner jongvee en koeien, allen onder afdaken,beschutting tegen de zon, zero grazing systeem. Uitleg moet ik niet vragen, geen kat die mijn Thais verstaat. Met een paar stops om mijn vocht op peil te houden ben ik toch een vier uur onderweg, ik moet tanken. Zo'n tankje is veel kleiner dan ik dacht,met amper twee liter is het weer helemaal vol. Ik toer nog wat op mijn gemak door de stad, en betaal weer 200 baht aan de politie, terwijl hij mij en nog een westerse vrouw aan de kant zet passeren ons honderd Thais, jawel, zonder helm. De bedrieger bedrogen: ik geef hem een biljetje te weinig, mijn wraak is zoet. Brommer terug binnen geleverd,wat rondslenteren, ik eet een luxueus galgenmaal, een handvol gamba's, maar verpieterd door de gelegenheidskok,jammer. Tijd om naar het busstation te gaan, de bus komt maar een half uur te laat(komt al van Bangkok),maar voor de rest niets op aan te merken: grote slaapzetels, drie op een rij, we zitten beneden met negen, boven zit het ook vol maar geen idee hoeveel. We krijgen meteen een broodje en een flesje water, ook een deken, best want de airco krijg ik niet helemaal afgezet. Al bij al slaap ik goed,tegen zeven staan we in Krabi. Andere stad,andere mode, we zitten toch 500 km zuidelijker. Een toeristengidse licht het merendeel op met veel te dure tickets naar de binnenstad, een vijf km verderop. Ik bekijk het wat en vind een pick-up voor een vijfde van de prijs,beter en sneller bediend. Mijn kamer komt pas vrij tegen tweeen,dat valt wat tegen. Ik begin de stad maar te verkennen. Veel Indiërs hier,heel andere klederdracht, ik kan niet goed uitmaken of het boeddhisten zijn of wat anders. Naast een tempel in een apart gebouw is een begrafenis aan de gang, dat gebeurt hier duidelijk niet in de tempel. Onderweg zoek ik ook een alternatief hotel,,ik heb een vermoeden dat ik mijn boeking in het eerste hotel bij die ene nacht zal houden. Kon ik nu maar even wat gaan liggen en me verfrissen!
Bij het ontbijt zie ik iedere dag een kwieke ouderling,die zijn zelf samengesteld ontbijt met vers fruit en kaas minutieus aan het verorberen is: Ronald is Canadees, deze week 73 geworden, hij komt hier overwinteren. Iedere dag doet hij minstens 50 situps, hij is een levende reclame voor gezondheid te koop. Vandaag verkast hij naar Phuket waar hij een weekje gaat snorkelen. En eigenlijk wil hij nog naar Singapore ook, mits hij op internet een hotelkamer vindt voor minder dan 200 dollars per nacht. Hij blijft nog tot einde maart, maar dan kan het bij hem thuis nog sneeuwen. Mijn tijd hier kort ook snel, ik dwaal besluiteloos wat door de stad,kan niet kiezen wat ik nog wil doen, een beetje brommertoeren of weer naar het strand zoeken van Suan Son. Tot na mijn siësta doe ik geen van beiden, maar dan zoek ik toch de goeie bus op voor de strandwandeling. Om een of andere ondoorgrondelijke reden is de bushalte verlegd, na lang wachten -ik had het eigenlijk al opgegeven- vind ik per toeval de goeie plek. De bus is zo'n oud ding met planken vloer en volledig mechanische bediening, de stuurstang en de mechaniek van de pedalen open en bloot, de chauffeur bedient ze blootsvoets. Ik word afgezet op een militaire (vakantie)basis,met eigen shoppingcentertje en wasserij en restaurantjes. Alles kraaknet. Het strand zelf is idyllisch,afgezoomd met een soort sparrenbos waar tussen je dan toch een glimp van het militaire golfterrein kunt opvangen. De zon is aan het wegzakken , de warme schaduw doet deugd op mijn rode huid, het zeewater is lekker lauw. Alles samen wat exotisch. Zo kom ik na een tijdje stappen weer in de bewoonde wereld,het strand vloeit door zonder afscherming of barelen. Nog veel strandtentjes maar het meeste volk is reeds weg. Met een taxi-pick-up rij ik terug. Twee Russinnen,elk met een tweeling en een dubbele poussette nemen zo veel plaats in dat de chauffeuse begint te mopperen. Ik sta achterop, na een tijdje komt ze me vragen of ik voorin bij haar wil zitten, ik neem blijkbaar te veel plaats in. Ze praat goed Engels.rijdt dit trajekt drie keer in eenfulltime dag, de maximum bezetting van haar voertuig is 25 man, maar dan puilt het uit denk ik. Op deze rit laat ze verschillende klanten staan wegens te vol, het wordt maar beter als Rusland uitstapt bij het groot shoppingcenter, zes anderen kunnen opstappen in de plaats. Tijd om te eten. Bij een drukbeklant tentje in de buurt van het hotel wijs ik de schotel aan die twee meisjes zitten te eten,met veel groenten. Het is erg druk,na geduldig wachten krijg ik mijn bestelde...dubbele portie! Ik stouw het dapper binnen, betaal 170 baht voor een maaltijd à la Ter Doest. Op een terras raak ik aan de praat met een Jozef uit München, zeg maar Seppe. Hij blijft hier ook twee maanden,weg van koud Bavaria. Een stof die ik op het oog had voor een tafelkleed in een ouderwetse winkel blijkt veel te smal voor wat ik het gebruiken wil. Ik haal nog een bodymassage bij de buurmeisjes, dat had ik vanmiddag beloofd na eindeloos neen zeggen tegen hun klagerig "massaaaaaag?",het doet op het randje af pijn, ik kan een kreun af en toe niet onderdrukken.
Praat nog wat met een Deen op ons dakterras, zijn Thaise vrouw glipt weg, ik ga naar bed,hij blijft achter met Facebook en whisky-cola.
Vrijdag is niet echt vrijdag, ik tik dees opzaterdagmorgen. Verslag volgt op de dag als berouw na de zonde . Intrigerend straatbeeld 'morgens vroeg: bedelende monniken. Dat gaat zo : een monnik staat op een hoek van de straat of bij een eetstalletje. Mensen kopen eten, sommige straatventers hebben zich gespecialiseerd en bieden kant en klare pakketjes aan. De monnik staat quasi onbewogen, een grote eettrommel in de aanslag, laat zich de giften welgevallen en prevelt een gebedje voor de knielende klant. Als er ook een fooi bij zit kan dat een kleine preek worden. Op dit ochtenduur is het aanschuiven om je gift kwijt te kunnen. De eettrommel lijkt wel magisch, zonder bodem,al heb ik al een monnik gezien die zich discreet laat bijstaan door een helper met een profane winkelzak. Het zou me niet verwonderen dat die dan weer bij de straatventer terecht komt.
Omdat de ontbijttent die ik wou bezoeken pas om acht uur opengaat ben ik nog maar eens op verkenning getrokken. De Hilton beheerst met zijn toren zowat de stad,dus even daarheen,en zo kom ik in een stadsgedeelte dat totaal verschilt van de andere wijken waar ik me al een beetje thuis voel. Chique natuurlijk, een paar golfspelers staan gepakt en gezakt te wachten op hun tuktuk , de terrasmeubels die buiten staan komen uit boetiekwinkels, en nog wat van die verschillen. Geen straatresraurantjes ,orde en netheid eerst. Hier in de buurt ligt ook een grote tempel. De winkel wordt net door een monnik geopend,met een sigaret bungelend in een mondhoeken, geen gezicht. Een van de hits in zo'n tempelwinkel is de verkoop van dakpannen voor een altijd voortdurende nieuwbouw of verbouwing waar de gelovige dan zijn persoonlijke boodschap kan op schrijven. Op dit vroege uur zit een dame al de pannetjes van daags ervoor af te wassen, recyclage is hier echt een begrip. Zo ook in de zijstraten van de grote hotels: een ploeg, twee mannen, een vrouwelijke chef, een pick up,wegen het gesorteerde vuil- glas,papier,pet- en laden het op, de vrouw noteert minutieus. Een eind verder, een grote lagere school.veel kinderen,allen in net uniform,eten nog wat aan de poort bij de vele stalletjes. Op de koer is het verzamelen geblazen,in rijen,tenslotte zittend in rijen op de grond. Een juf probeert Engels te praten en uitleg te geven maar ik kan er niet veel uit opmaken. De directeur houdt een lange toespraak, dat zijn ze hier blijkbaar gewoon. Achteraf, als ik in de namiddag mijn was ga ophalen merk ik dat het toch iets speciaals moet geweest zijn, de wasvrouw is het rapport van haar kleinkind aan het bestuderen. Mijn zoektocht naar een bus voor Suan Son loopt verkeerd. Een pickupdriver neemt me mee, maar aan zijn eindhalte eist hij 100 baht extra om me ter plekke te brengen. Ik had al de indruk dat het linke boel was, hij reed de grote weg op die van de zee wegdraaide. Ook omdat ik al had gemerkt dat ik mijn Kodak, beter gezegd mijn Fuji,vergeten was heb ik de eerstvolgende bus terug genomen. Dan maar met een taxibrommer,die me wel nabij een Son-strand afzet,maar niet waar ik wou, dat ligt eigenlijk een eind verder. Het strand is prachtig, ik loop een uur langs de waterlijn. De meeste bezoekers zijn wandelaars , weinig zwemmers. De zon wordt me te veel, ik vind een pick-uphalte en toer terug naar de stad. Vooral mijn voeten zijn wat verbrand, dus eerst de apotheek in om een verzachtende after sun. Tegen de avond wandel ik terug naar de hiltonwijk. In de zijstraten is het een helse drukte van restaurants en bars, soms ook nog een massagesalon. Dit is de wijk van de stoutere meisjes die je proberen binnen te halen in hun bar. Ik weersta. In een gewone bar word ik bediend door een knappe dame, Pat. Ze werkt hier tidelijk,anders in Bangkok, maar door de shutdown is haar werk daar onmogelijk. Toch staat ze achter de oppositie maak ik op uit haar behoorlijk Engels. Ik eet wat in een stalletje voor een fractie van de prijs die in de restaurantjes wordt geafficheerd, trek dan, macht der gewoonte , voor mijn afsluiter naar mijn stek op de nachtmarkt. Op de weg terug loop ik nog een grote schoenenzaak binnen maar vind niet echt mijn ding. Nog een slaapmutsje op mijn terras, het is tegen elven,zalige 27°,maar ik moet het afleggen tegen de muggen.
Hoe langer ik hier blijf,hoe minder zin ik heb om ver te verkassen. Mijn planning om nog naar Phuket of Krabi te trekken verdampt. Mijn hang naar een kleinere stad blijft. Lumineus idee: de naburige stadjes/dorpjes die bijna niet door de railway worden bediend en ook niet in mijn trotter zijn vermeld, dat moet toch mijn ding zijn? Cha-am is mijn eerste doel. Met wat navraag, de timetable van de spoorwegen in de hand waar zowel in het Thais als in ons geschrift de namen staan vermeld, kom ik terecht in een busstationnetje: enkele stoelen staan als wachtkamer gemonteerd op het trottoir, de balie is een tafel in open lucht,geen Engelstalig personeel. Maar ik geraak toch in een minibus, een Toyota Commuter zoals er hier duizenden rondrijden, en zo goed zijn dat ik me afvraag waarom die niet in Europa te verkrijgen zijn. Langs een expressweg zoeven we weg, de wegen zijn waarlijk goed hier. Een half uur later word ik gedumpt, langs dezelfde grote weg. De ene stad is in de andere overgegaan, nauwelijks merkbaar. Toch is het anders. Het patroon van Cha-am is simpel: de grote weg, een cluster er om heen, en een verbindingsweg van een paar kilometer naar de strandwijk, die hoofdzakelijk bestaat uit een kilometerslange boulevard,aan landzijde volgebouwd met oudere kleinere en hele grote nieuwbouwhotels. Veel volk, geen overdreven drukte . Ik wandel een uur of twee,deels op het mooie zandstrand in de waterlijn, deels in de schaduwrijke boulevard. Maar het geheel leeft niet echt, dit lijkt verdacht veel op een Spaanse Costa, ik zie de mensen hier niet wonen. Tegen de middag heb ik mijn buik vol van dat gedoe,ook mijn voeten beginnen op te spelen. Ik drink een thee tussen enkele Hollandse koppels en laat me door een brommertaxi terug brengen naar een bushalte aan de grote weg.
Er is keuze tussen zo'n handige Commuter of een bijna archaïsch versleten bus, ik kies uit sympathie en omdat ik alles wil proberen voor het laatste.
Eerste poging mislukt,,ik spoel die weg met een grote pils en wat eten,na mijn dutje probeer ik weer in de andere richting,zuidelijker licht Wang Phing,krijg ik zelfs niet gegoogeld.
Geen bus vanuit mijn vorig stationnetje, ze doen erg lacherig in hun taaltje over de vreemdeling die daar naar toe wil,maar wijzen me tenslotte met een vaag gebaar naar verder. Met volharding en half gesaboteerd door taxidrivers die me wel willen brengen voor 400baht,vind ik tenslotte een soort bushalte. Het is na vieren, de chauffeur is niet happig op me en pas als zijn busje niet helemaal vol geraakt met klanten voor een verdere bestemming mag ik instappen. Weer word ik uitgeschud langs de grote weg. Wang Phing is gebouwd op een kruising van 2 drukke wegen, een Far West verhaal,maar niet onlogisch. Veel beweging van doorgaand zwaar verkeer. Verder winkels, winkeltjes, markten, een tempel, het gewone gedoe. Er is een mooi hotel maar niets om hier te resideren. Zelfs hotel staat niet in het westers aangeduid. Ik kuier en sjok daar maar wat rond, tegen valavond neem ik een van de laatste busjes terug, om zeven uur ben ik daar voor te laat. Een Finse familie is ook aan boord, te herkennen aan het haar en de trekkersuitrusting. Ik ga zitten naast Pia, de dochter die na jaren weer eens met pa en ma op stap , is. Vijftien jaar terug was ze in België als voetbalster. Lovely country. Ze hebben al wat rondgetrokken hier, komen nu van Krabi,wat ze beschrijft als met stip te doen. Dat en mijn ontgoocheling van mijn stadsbezoekjes vandaag moedigen me weer aan om toch verder te trekken. 'S avonds in de stad ga ik op zoek naar het Grote Busstation, dat niet meer ligt waar het van trotter zou moeten maar wel een eind uit de stad. Vervolg morgen. Groene Currie at ik tot nu nog niet. Pittig, lekker ,best dat ik een grote Chang binnen handbereik heb om te blussen In de drukte op terugweg door de nachtmarkt hoor ik onvervalst westvlaams, een jong koppel (veertigers) hier net gearriveerd, ik heb zin in een praatje maar zij niet. Blij dat ik weer op mijn kamer ben. Tien uur, het is nog dertig graden.Morgen kan ik intern verkassen naar een kamer met dubbel bed.
Mijn simpele kamer slaapt heel goed. Het harde bed is comfortabel, en de airco kan ik heel zacht zetten. Ik stel hem in op 24 graden, hij blijft toch doorzoemen. In mijn nachtelijke break ga ik naar het onthaal. De nachtwaakster ligt te ronken op een matje voor de balie, we hebben geen last van mekaar. Het ontbijt is zijn naam niet waardig, twee sneetjes toast met een lik boter en een lepeltje confituur. Je kan wel alle soorten ontbijt bijbestellen maar dat vertik ik, ga wat wandelen en neem een Thais ontbijt,simpelweg lekker. Bij de bike-rent haper ik,maar hak de knoop door,huur een soort vespatje, en weg zijn wij. Het links rijden heb ik al wat onder de knie,en in het drukke verkeer moet je wel volgen.dat loopt lekker,maar de stad groeit bijna zo vlug als ik kan rijden, echt op de buiten geraak ik niet, het blijft een aaneenschakeling van bouwwerven. Ik doe ook de super-Tesco aan, de geheugenkaart van mijn fototoestel is vol, en in de stad vind ik geen. Supergrote winkel met opvallend veel westerlingen. Hier en daar,tussen de werven zie ik toch restanten van wat de landbouw hier was. Op de nog niet bebouwde percelen grazen links en rechts watkoeien. De laatste koe die ik wil trekken, een kolos-papastier ,krijg ik niet op beeld: mijn toestel is geblokkeerd. Nu dat nog! Ik moet dringend terug naar het hotel, afgesproken te verkassen op het middaguur,op het zesde heb ik mooi uitzicht over de strandwijk,van op een terrasje,dat na de middag lekker koel in de schaduw ligt. Na wat wroeten aan al de knopjes en met een dosis geluk krijg ik mijn fototoestel toch weer aan de praat,oef! Een wandeling in de aanpalende straten verhelpt mijn honger en dorst. Na een dutje tijdens de ergste warmte ga ik weer brommeren, meer naar het zuiden, en kom toch op iets,na ettelijke nieuwbouw en verkaveling,wat niet stedelijk is. Idyllisch bijna: een herder waakt over een troep koeien,een 25-tal. Zij. Vrouw komt ook op haar brommer aangesjeesd en verstaat wonderwel een paar woorden Engels. Mijn benzine raakt stilaan op,ik stop om te tanken maar het is zo druk aan de brommerpomp dat ik het maar riskeer. Ik raak thuis, niet vooraleer aan de kant gezet te zijn door de politie: niemand draagt hier een helm,maar de westerlingen op een brommer worden er uit gepikt, en moeten betalen. Ik riskeer het om een bod te doen, en geraak weg met 300 in plaats van 500 baht, zonder kwijting natuurlijk.. De avond valt over de zee,lucht en water vervloeien tot één, de stad krijgt nog heel even respijt. Ik heb zin in lobster of dergelijks, dus trek ik weer naar de nachtmarkt. Zeven uur, het komt stilletjes op gang, ik laat me lang en breed voorlichten door de verkoper,krijg zo een idee van de prijs. Goedkoop is het niet, een kreeft van een kilo kost 1300 baht. Maar eerst ga ik aperitieven,met die brommer durfde ik niet aan de drank. Als ik na een uurtje terug kom is mijn kans verkeken,alles zit afgeladen vol, op mijn eentje zien ze me gewoon niet staan. Dan maar in een gewone zaak wat scampi's gaan eten, daar kan ik het ook wel even mee doen. Te vroeg om te slapen, ik ga nog een salon binnen voor een pedicure, maar ze doen alleen mijn tenen, ik voel me bij de neus gegrepen. Een beetje teleurgesteld druip ik naar mijn bed.
Drie tarieven zijn er om naar Hua Hin te sporen,van 180 tot 44 baht. De trein van 09.20 is goedkoopst maar komt me best uit. Veel volk, ik haast me bij het instappen, heb gisteren mijn lesje geleerd. Mijn coupe deel ik met twee militairen, ik zie op hun ticket dat ze gratis reizen. Tot communicatie komt het niet,mijn Thais, je weet wel.. Op de trein komen om de haverklap venters met drank en allerlei eten,met succes. Thais eten de hele rit door, eerst hun meegebrachte proviand, dan alles wat wordt aangeboden,meest rijstgerechtjes, koude kleefrijst die je in een reep kunt veranderen,met lapjes vlees,of anders gebakjes en natuurlijk allerlei flesjes en blikjes drank, ook bier, al mag je hier geen bier drinken in de trein. Naarmate we vorderen stappen meer mensen uit dan in, gelukkig. Het landschap langs de zuiderlijn is heel anders dan langs de noorderlijn.,veel meer afwisseling. Hier en daar exotische bomen zo maar in het landschap, af en toe nog wat rijstveldjes maar veel minder uitgesproken. Af en toe lopen er koeien, in redelijk grote troepen. Grote varkensstallen ook, je riekt ze van ver,de zijkanten helemaal open . Tegen tweeEn arriveren we,Hua Hin is eindstation voor deze trein. Ik haast me naar een door trotter aanbevolen guesthouse, ze hebben nog een kamer, veel duurder dan geannonceerd in de reisgids maar vooral vier hoog gelegen, per trap! Naar mijn gevoel hebben ze een beetje cultstatus, en ze weten het, vandaar. Ik weiger resoluut ,meer nog vanwege de trappen dan om de prijs en wandel wat rond,vind gauw iets wat me beter past en veel rustiger gelegen is. Enig nadeel: geen wifi op mijn kamer,vind ik toch een handicap,ik heb 's nachts altijd een dip in mijn slaap en internet is dan een leuk tijdverdrijf,ook om te skypen gezien het tijdsverschil. Op de beroemde steigers ga ik een vissoep eten,lekker maar zoooo pikant, gelukkig heb ik ook een biertje besteld,vis de vis uit de royale soepkom en laat de rest voor wat het is. Hua Hin doet me erg aan Blankenberge denken, erg veel volk,opvallend veel Scandinaven,al hoor ik ook wel wat Nederlands. Gemiddelde leeftijd :pensioengerechtigd. Ik vermoed dat dit zo in benidorm was, vijftig jaar geleden. Na een dutje ga ik de avondmarkt zoeken. Heel erg druk, met vele eettentjes die mikken op het Europees publiek met gigantische kreeften, grote entrecotes,t-bones en andere lappen vlees, alleen frieten ontbreken nog. Ik moet zeggen, de kreeften doen me watertanden,maar ik bedwing me en stel dat uit voor een andere keer,kies tenslotte voor een Thais visgerechtje,dat verbrod wordt door het ei dat mee geroerbakken -overal gooien ze hier ei tussen- is, te zoet. Ook is het zoeken naar de beloofde mossels.
Naast mijn hotel staan mountainbikes te huur, echte Treks,maar ze vragen evenveel als voor een motorfiets. Ga ik morgen toch eens proberen, want mezelf kennende zal dat drukke toeristisch stadsgedoe me gauw vervelen, en met een brommer geraak ik zeker op de buiten. Bijna 21.00 hr. Het is al lang donker maar het blijft zomers, zeker 25°, en de gezellige drukte vraagt om nog wat te blijven hangen. Een knappe Duitse dame zit daar ook alleen ,we raken in gesprek. Ze is met een Thai hertrouwd,niet naar de zin van een van haar twee dochters, maar is gelukkig hier. Niet ieder jaar gaat ze terug naar de heimat,de mensen zijn daar zo unheimlich.
Ik hoop nog een apotheker te vinden,want iedere avond heb ik last van muggen, eigenaardig genoeg enkel op mijn onderbenen en voeten.
Een kleermaker waar ik langskom trekt me binnen in zijn winkel, hij presenteert me een op maat gesneden kostuum voor 5000 baht, verleidelijk! Ik bijt op mijn tanden en vraag bedenktijd. Wat zou ik daar mee aanvangen, eigenlijk? Als het nu een lijkwade was.. Natuurlijk weer vergeten mijn pillen te pakken, ik moet dus wel nog een halte aandoen om ze te kunnen doorspoelen. En nu, ineens naar bed!
Ik ben een beetje op vertrouwd terrein,ga eten in een klein straatje waar ik al was. Een Amerikaan die hier dertig jaar woont helpt me met kiezen, de keuken hier stamt uit het noorden. Als groenten krijg je alleen rauwkost, een soort venkel en iets groen wat ik niet kan thuiswijzen, maar wel pittig smaakt. Daarbij een rol kleefrijst en gegrild varken. Prima voer! Het is pas acht uur,dus loop ik nog even in het massagesalon binnen, waag me aan een full bodymassage. Ik krijg een soort wijde pyama om aan te trekken,de masseuse kruipt onder en over mij, ze werkt hoofdzakelijk met drukken van haar armen en schenen. Alleen mijn gezicht mijn tenen en vingers is vingerwerk. Een vol uur heeft dat geduurd! Ik betaal een luttele 200 baht, als ik dat thuis gedaan kreeg ging ik 2 keer per week.. Nog een biertje in het hotel, Kees is klaar en gaat slapen.