|
Wandelknooppunten:
212 102 103 104 221 222 223 219 216 215 214 213 - 212 =
8,3 km.
Parkeren: Dorpstraat van Neerijse, nabij de kerk.
Zondag
10 november 2019. 09u40. Strakke blauwe hemel zoals we hem zelden zien tijdens
de zomermaanden. Er staat totaal geen wind en de temperatuur meet momenteel
slechts 5°C. Een uitgelezen dag voor een verkwikkende wandeling. Een wandeling
die ons door het valleilandschap van Dijle en IJse loodst. We rijden met de
auto naar de provincie Vlaams-Brabant. De op één na kleinste provincie, maar dat
is met het blote oog niet te zien natuurlijk. De provincie heeft, volgens
Wikipedia, een langgerekte vorm en meet van oost naar west ongeveer 90 km en
van noord naar zuid bedraagt de afstand ongeveer 40 km. Het heeft vanmorgen
lichtjes gevroren en dat was duidelijk te zien aan de autos en de grasbermen
in de straten. We parkeren onze wagen voor de begraafplaats van Neerijse die
zich nog steeds rond de Sint-Pieter en Pauluskerk bevindt. Een eerste
gebedshuis werd in de tweede helft van de twaalfde eeuw gebouwd op een
kerkheuvel. In 1635 werd de kerk door Franse troepen in brand gestoken waardoor
alleen de beide torens overeind bleven. De kerk werd heropgebouwd maar
naderhand nog verder uitgebreid en enkele malen gerestaureerd. Voor het pad dat
ons naar de kerk brengt hangt een infobordje: Het Duitse leger komt uit de richting
van Bevekom en Nethen naar Neerijse, waar een deel van het Belgische leger
verblijft. Om de beweging van de Duitse troepen te kunnen volgen en vooral om
te zien waar ze naar toe gaan, maken de Belgische soldaten een gat in de
kerktoren. Op het einde van de oorlog treedt nog een andere vijand naar voren:
de Spaanse griep. Relatief veel jonge mensen sterven aan deze griep, die zich
snel verspreidt onder de verzwakte Europese bevolking. In oktober 1918 bereikt
het aantal slachtoffers in Neerijse haar hoogtepunt. De
begraafplaats heeft drie zerken van oorlogsslachtoffers van het Gemenebest die
gestorven zijn tijdens WOII. Ook het monument voor de gesneuvelden van WOI werd
voor de ingang van de kerk geplaatst. De oude begraafplaats kleurt nog wit,
geel, roze enz. van de chrysanten. Bijna op elke zerk staat wel een pot met bloemen.
Op Allerzielen gedenken wij onze overleden familieleden en deze kleurrijke
chrysanten zijn daar mee verbonden. Het is 11 uur en in de kerk wordt momenteel
een dienst gehouden.
We
blijven de Dorpstraat volgen zodat de Sint-Pieter en Pauluskerk rechts van ons
is. We nemen de tweede straat rechtsaf en volgen de Lindenhoflaan
heuvelafwaarts. De regio is soms sterk heuvel-achtig en dat gaan we, als
plattelandsmensen, vandaag voelen. De laan is een bolle gekasseide weg waarover
ooit een laag asfalt werd gelegd. Ernaast staan nog enkele oude lindebomen
waaraan nu de bladeren beginnen te
kleuren. Normaal verliest de linde zijn bladeren rond half september tot half
november. Maar momenteel hebben ze nog veel groene bladeren. Ik twijfel eraan
of ze hun bladeren kwijt zijn voor het nieuwe jaar. Maar de najaarsstormen zijn
in aantocht. De lindebomen worden afgewisseld met Japanse Kerselaars. Dit moet hier
in de vroege lente absoluut de moeite zijn wanneer de roze bloesems het
landschap verfraaien. Rechts staat een witgekalkte boerderij: Lindenhof. Het
is de voormalige kasteelhoeve dOverschie uit de achttiende eeuw. Ze doet
momenteel dienst als rustoord voor bejaarde paarden. Enkele oudjes staan nog
buiten te grazen in het zonnetje. Aan het eerstvolgende kruispunt staan we stil
om even uit te blazen. We hijgen en puffen alsof we net een marathon hebben
gelopen. We hebben duidelijk geen conditie. Naast de Sint-Rochuskapel staat een
houten zitbank maar die is al bezet door een liefkozend jong stel. Links van
ons zien we door een gesloten gietijzeren toegangspoort het kasteel van
Neerijse staan dat eveneens dateert uit de acht-tiende eeuw. Het fraaie gebouw werd
volledig gerenoveerd tot 9 hoogwaardige kasteelappar-tementen dat te midden
ligt van 230 ha natuurgebied. Een infobord maakt ons duidelijk dat er nog
slechts één appartement te koop staat voor de kostprijs van 475.000. Peace of
cake. Achter een afsluiting liggen enkele rendieren in het zonnetje te luieren.
Worden ze hier gekweekt of is het puur voor
verfraaiing?
Vanaf
hier staan onze wandelknooppunten aangegeven. Voorbij het kasteel dwarsen we de
IJse. Een zijrivier van de Dijle waarvan zich de bron in het Zoniënwoud
bevindt. Ondanks de lage temperatuur (6°C) is het in het zonnetje aangenaam om
te wandelen. Deze keer zijn we niet alleen. Iedereen komt blijkbaar buiten
vandaag om van het mooie weer te genieten, en gelijk hebben ze. Morgen wordt
het nog maar eens een natte regenachtige dag. We verlaten het asfaltpad en
langs de slagboom wandelen we het natuurgebied de Doode Bemde binnen. Dit is
één van de grootste (250 ha) en meest waarde-volle natuurgebied van de hele
Dijlevallei. Het natuurreservaat is met zijn 9 km wandelpaden het best
toegankelijke natuurgebied van Vlaams-Brabant. Doode Bemde betekent zoveel
als onbruikbare graslanden. Onbruikbaar omdat de grond te vochtig is voor
landbouw, maar het water levert een prachtig mozaïeklandschap op van
broekbosjes, wei- en hooilanden, ruigten en rietvelden, vijvers en grachten. Het
is hier wel heel modderig. Het is uitkijken waar je je voeten zet. We proberen
ons evenwicht te bewaren en niet uit te schuiven. Onze stapschoenen hangen
binnen de kortste keren vol modder. Ondanks de zwarte modder loodst de
wandeling ons door een hemels paradijs van herfstkleuren.
In het
natuurgebied mondt de zijrivier IJse uit in de Dijle. In het zonnetje is het
heerlijk wandelen. We hadden een dikke jas aangetrokken maar dat blijkt nu te
warm te zijn. We horen een kakofonie van verschillende vogelgeluiden. De dieren
weten het ook niet goed denk ik. Is nu herfst of lente? We genieten er
alleszins van en ik sluit even mijn ogen om het geluid te combineren met
beelden van enkele vogels. Tevergeefs, we zijn dan ook geen vogelaars. Sommige
bomen zijn al bladerloos, anderen hebben nog hun groene bladeren. Het is nog
steeds uitkijken waar we lopen. Het is de ene modderpoel na de andere. Het
beste is om aan de zijkant te lopen maar ook daar is het nu modderig en
gevaarlijk om uit te schuiven. Avontuurlijk nietwaar?
Op weg
naar knooppunt 102 wandelen we over een houten vlonder. Dat is wel echt nodig
want op sommige plekken staat het grondwater hoog. Nu houden we tenminste onze
voeten droog en zijn we even verlost van modderpoelen. We laten eerst enkele
mountainbikers passeren. Ze hangen van onder tot boven vol met aangekoekte
modder. Krijg dat thuis! Een jong gezinnetje met enkele kleuters kijken we
glimlachend na. De spruiten joelen en kraaien van plezier omdat ze nu door de
modder mogen rennen. Rechts van ons bevinden zich enkele afgespannen weiden die
nog afgeboord zijn met schilderachtige knotwilgen. Op de achtergrond vertonen
zich verschillende boomsoorten in diverse herfstkleuren. Een streling voor het
oog. Er staat geen zuchtje wind. Geen enkel blad dwarrelt naar beneden. Aan
water is hier geen gebrek door haar beboste hellingen die worden doorsneden
door holle wegen. Om knooppunt 103 te volgen wandelen we langs de snel
stromende Dijle-rivier die zich kronkelend door het landschap slingert. We
moeten weer door de zwarte modder ploeteren. Naast ons een weiland dat nog voor
een gedeelte spierwit is van de vorst. Ik krijg er zowaar een koude rilling
van. De rust tijdens onze wandeling wordt af en toe onderbroken door
opstijgende of landende vliegtuigen. Zaventem is hier nooit veraf.
Op weg
naar knooppunt 222 gaat het door een brede holle modderige weg. We komen
slechts langzaam vooruit doordat we slalommend onze weg moeten zoeken. Maar op
deze manier genieten we dubbel van de kleurrijke herfstbladeren. We klimmen de
hoogte in naar het Margijsbos. Het historisch bos is gelegen tussen Neerijse en
Overijse met een aantal holle wegen en taluds. En waar in het voorjaar enkele
hellingen blauw kleuren door de boshyacinten. Er heerst tijdens onze wandeling
nog samenhorigheid onder de mensen. Wie
ons passeert knikt of mompelt een goeiedag. Enkele mensen begroeten ons zelfs
in het Frans. Het herinnert ons eraan dat we kort bij de taalgrens zijn. Er
zijn ook medemensen die hun ogen neerslagen en je geen blik gunnen. Dan nog
zeggen we dag en stappen we verder. Aan knooppunt 222 moeten we over een recent
aangelegde betonbaan die glooiend de hoogte in gaat. Het is een nieuw fietspad
dat naar knooppunt 4 leidt. Eenmaal boven dalen we langzaam heuvel af. Het is er
even druk door fietsers, mountainbikers en wandelaars.
Vanaf
knooppunt 223 stappen we door het Margijsbos. Zover we kunnen zien is ons pad zonder
modder, dat leidt ons tussen loofbomen met schitterende kleurige bladeren
waarvan de meeste ons pad bedekken. We kijken halsreikend uit naar
paddenstoelen. Af en toe vinden we er nog in verschillende grootte en kleuren. Voor
knooppunt 219 moeten we rechtsaf. Hier ligt een dik tapijt van knisperende
bladeren onder onze voeten. Langs ons pad hangen nog attributen van een halloween
wandeling in de bomen. Reusachtige spinnen schuilen tussen de stammen van de
bomen. Sommigen hebben blijkbaar al een halve mens opgegeten. Het onderlichaam
in blauwe jeans ligt nog voor de spin. Jonge volwassenen werken aan een
griezeltocht voor hun familie die vanavond zullen sidderen en beven. Er is
duidelijk werk van gemaakt. Langs uitgesneden pompoenen die de wandeling sieren
verlaten we het parcours. Hoog in de kruin van een boom rust een zilveren
reiger en twee aalscholvers. Onze
wandeling eindigt terug aan de Sint-Rochuskapel. De bewegwijzering was prima in
orde. Oorspronkelijk moeten we rechtsaf maar wij slaan linksaf en nemen dezelfde weg terug tot aan de parkeerplaats waar onze auto trouw heeft gewacht.




|