Fietsknooppunten:
85-86-89-60-40-14-15-16-78-64-10-85 = 33,2 kilometer.
Wandelen of fietsen blijven de twee belangrijkste
vormen van vrijetijdsbestedingen in Vlaanderen. Dat blijkt uit cijfers van
Toerisme Vlaanderen. Wij kijken er in ieder geval vol verwachting naar uit.
Onze GPS brengt ons door Vlaams-Brabant naar het Pajottenland. Een toeristische
streek die licht tot sterk heuvelachtig is met een landelijk karakter, waar men
kan wandelen en fietsen aan de hand van knooppunten. Met onze E-fietsen is een
heuvel beklimmen geen probleem. We nemen een ondersteuning meer en de fiets
trekt ons als het ware naar boven. Maar als je fiets al enkele jaren oud is en
de batterij heeft niet meer de capaciteit als weleer, dan kan je wel eens
zonder ondersteuning vallen.
Dinsdag 26 juli 2016. Een zonnige dag. Geen wolkje
aan de lucht en momenteel is het al 21°C. Echt T-shirt en korte broek weer.
Alle ingrediënten zijn aanwezig om er een warme en gezellige dag van te maken.
Genieten op twee wielen, zeg maar. Om 10:00u parkeer ik de auto in de Frans van
der Perrekaai te Okegem. Het dorp ligt in Oost-Vlaanderen naast de linkeroever
van de Dender die de grens vormt met Vlaams-Brabant. Een honderd meter verder
staat de kerk van Okegem voor een deel in de steigers. We fietsen niet naar het
centrum, we moeten de andere richting uit. We volgen knooppunt 85 en onze
conditie wordt onmiddellijk op de proef gesteld. We moeten klimmen tot bovenop de
Okegembrug. Ze werd gebouwd in 1945-46 nadat de voormalige brug werd opgeblazen
in 1940 tijdens WOII. De Dender stroomt onder de brug door. Ze ontspringt in
Aat (Henegouwen) en na een totale lengte van 65 kilometer mondt ze uit in de
Schelde te Dendermonde. Over de brug is knooppunt 85. We rijden rechtsaf en
volgen de rivier 500 meter ver tot knooppunt 86. Langs de oever zitten
tientallen vissers dromerig naar hun dobber in het rimpelloze water te staren.
De vishengels liggen grijpers klaar naast hen. We fietsen door Roosdaal. Een
gemeente die tot het agrarische Pajottenland behoort en vooral bekent staat
voor de teelt van aardbeien. We rijden op het jaagpad waarop vroeger de
trekpaarden stapten en dat omgevormd is tot fietspad.
Aan knooppunt 86 verlaten we het jaagpad om
knooppunt 89 te volgen. Een rit van 6,2 kilometer. We komen in het
schilderachtige dorpje Pamel, een fusiegemeente van Roosdaal. Het dorp werd
bekend door het televisiefeuilleton Het gezin van Paemel naar een boek van
Cyriel Buysse. We houden halt bij het monument van de Dikke van Pamel. Het
bronzen beeld werd op 9 september 2001 ingehuldigd ter ere van Victor De
Klercq. Victor werd geboren op 14 juni 1848. Toen hij twaalf jaar werd woog hij
al 120 kilo. Sindsdien weigerde hij zich nog te laten wegen. Met de jaren werd
hij steeds dikker en dikker. Na de vele verwijten en beschimpingen trok hij
zich terug en leefde de laatste jaren van zijn leven als kluizenaar. De kranten
vermelden in vette letters: De zwaarste man ter wereld in Pamel gestorven. In
eenzaamheid stierf Victor op 16 februari 1885 op 37 jarige leeftijd.
Het is gedurig klimmen en afdalen. Met onze
elektrische fietsen valt het klimmen nog goed mee. Toch is en blijft het
vermoeiend. De ene klimming is al steiler dan de andere. We zijn het niet
gewend met onze plattelands benen. Onze fietsbatterijen hebben al van hun
kracht verloren met de jaren. We kunnen amper nog veertig kilometer ver rijden
met één ondersteuning. Heuvel op gaat gemakkelijker met een ondersteuning meer,
maar dan zitten we ook sneller zonder hulp. Helling af kan onze batterij
opladen, maar het is niet voldoende. Klagen helpt ook niet en we gaan
desondanks van onze fietstocht genieten.
Eens uit het centrum van Pamel rijden we tussen
hectaren landbouwgrond. Achter statige hoge populieren vangen we een glimp op
van grote vierkante hoeven met bijhorende veestallen. Het is redelijk stil te
midden van de natuur. Het is hoogzomer en we horen nauwelijks vogels fluiten.
Een streek voor genieters. De lucht is zomerblauw. Als bloemenliefhebber kijken
we uit naar bijzondere plantensoorten die in de bermen groeien waaronder de
paarsachtige wilde orchidee. Bij de kruising van de Molenstraat/Lange Kamstraat
vinden we, verscholen achter struiken en populieren, een bunker die net voor
het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd. De bunker maakte deel
uit van de Koningshooikt - Waver linie als obstakel voor Duitse troepen die op
weg waren naar Frankrijk. De linie bestond uit meer dan 400 bunkers waarvan er
vier bunkers in de regio stonden en die via loopgraven met elkaar in verbinding
stonden. De fundamenten zitten ongeveer twee meter diep in de grond. Vijf dagen
kon de linie de Duitse troepen op afstand houden. Op 16 mei 1940 moesten ze
zich terugtrekken tot achter de Schelde linie. De ingang werd uit veiligheid
afgesloten. Infoborden werden aan de bunker bevestigd. We lezen een gedeelte: 'Deze
bunker, samen met de drie andere, maakt deel uit van een zijtak van de
weerstandslinie. Ze liep van Antwerpen via Waver tot de vesting Namen en
verdeelde het land van noord naar zuid in twee delen. Zowat 350 bunkers vormden
de ruggengraat van een linie die naar het oosten werd beschermd tegen tanks
door een doorlopende hindernis samengesteld uit stalen hekkens die op rollen
verplaatst konden worden, doch eens naast elkaar verankerd en bestreken door de
wapens uit de abri's (schuilplaatsen) als een ijzeren muur over een lengte van
tientallen kilometers door het landschap liepen'. In de schaduw van de
omringende bomen werden picknicktafels en banken geplaatst. Rondom de oude
bunker en de rustplaatsen werd het 'gras' gemaaid. De rest groeit en bloeit als
in een oerwoud. Hier drinken we onze meegebrachte koffie terwijl we genieten
van een schitterend panoramisch zicht op de wijde omgeving. In de verte steken
enkele spitse kerktorens boven de kruinen van de bomen uit.
De bunker werd op het hoogste punt van Pamel
gebouwd en we genieten van de afdaling. Met de handen houden we onze remmen
vast. Ons asfalt pad slingert naar beneden en ongewild versnellen we het tempo.
In de zij bermen groeit de berenklauw en netels. Daar willen we niet invallen.
De rode klaproos bloeit tussen het onkruid en het levert kleurige foto's op. De
berenklauw zit vol met solitaire bijen. Zij zorgen mee voor de voortplanting.
Bij de volgende bocht houd een dame op leeftijd ons staande. Ze is licht in
paniek. Door een uitwijkmanoeuvre beland een voorwiel van haar auto naast de
weg in de zachte berm. Het voorwiel zit tot de carrosserie in de donkere
kleigrond. Alle bestuurders rijden verder zonder te helpen. Hoe we ons best
doen, we krijgen de auto niet op het wegdek. Er moet getakeld worden. We worden
toch vriendelijk bedankt als we verder rijden. We rijden voorbij het kruis met
een Christusbeeld naast de weg. Lentebloemen kleuren het monument op. Een
kleine tekst van een anonieme dichter werd in het frontaanzicht aangebracht:
koester gisteren, droom over morgen maar leef als een goed mens vandaag.
Na het centrum van Pamel komen we in de villawijk.
De ene nieuwbouw na de andere. Voor de garage een mobilhome of een oldtimer.
Wij geraken amper de heuvel op. Onze smalle asfaltbanen slingeren tussen de
glooiende landschappen met hectaren weiland waar paarden en koeien grazen. Als
het weer wat mee zit zullen de dieren de eerste maanden hun stal niet zien. We
fietsen langs een bosrijke omgeving met een groots verleden. Een infobord
vertelt dat we ons in het gebied Hulsbroek-bos bevinden en dat al gekend was in
1300. Een bronbos van 3,5 hectare dat wordt beheerd door Natuurpunt. Een ander
infobord vermeld: Wat je zeker moet weten over de gevaarlijke Berenklauw. Het
tweede infobord gaat over het landschap van Roosdaal. Aan de rand van het bos
bevindt zich een aangelegde poel die er voor een divers ecologisch leven zorgt,
waar amfibieën, insecten en vlinders een rust- en broedplek vinden. Een stilte
plaats. Geen auto's, geen treinen of vliegtuigen te horen. Alleen vogels
kwinkeleren bovenin de kruinen van de bomen. Een plek voor kunstschilders,
dichters en natuurliefhebbers.
Bovenop de helling vinden we links, tegen een
gemetselde muur, het kruisbeeld van Jezus onder enkele sparren. Waarom het hier
geplaatst werd is ons niet direct duidelijk. We draaien terug en klimmen tot
bij de 'Grot van Poelk'. Een replica van het bedevaartsoord in Lourdes. Een
stilteplaats met een twaalftal lange zitbanken die een rustplaats zijn voor
wandelaars en fietsers. Het is duidelijk dat hier nog erediensten worden
gehouden. Een groot beeld van Maria werd drie meter hoog in een nis geplaatst.
In het midden van de grot staat een altaar met verschillende heiligenbeelden,
bloemen en kaarsen. Het geheel wordt afgesloten met een ijzeren hekwerk.
Ernaast is een 'bron' aangebracht. Het is stilstaand water. Een datum op de
geïmproviseerde rots vermeld '1876'. Rondom de grot is het een adembenemend
landschap. Een heerlijke plek om bij weg te dromen. Van gebouwen en spitse
torens is totaal niets te zien. Alhoewel de streek goed voorzien is van fiets-
en wandelknooppunten komen we langs ons traject niemand tegen. Met een zeven
miljard mensen op de wereld voelen we ons echt alleen.
We fietsen door een smalle schaduwrijke holle weg.
Het dichte bladerdek boven ons laat geen zonnestraaltje door. Het is hier bijna
donker. Weer moeten we klimmen. We puffen en hijgen en beloven, voor de
zoveelste keer, iets aan onze conditie te doen. Links en rechts sijpelt grondwater uit de zanderige berm, of is hier
een bron? Voorbij de holle weg zijn de akkers geschikt voor tarwe, aardappelen,
bieten maar in toenemende maten worden de landbouwgronden ingenomen door maïs
die bijna op zen hoogst gegroeid is. Echt storend is het niet door het
glooiende landschap. Bij knooppunt 89 wijken we af voor de Zepposmolen.
Oorspronkelijk moeten we rechtdoor aan ons knooppunt, maar wij slaan linksaf in
de Wijngaardbosstraat. We fietsen een stuk door Onze-Lieve-Vrouw van Lombeek.
Het dorp was in 2008 finalist in de wedstrijd 'Het mooiste dorp van
Vlaanderen'. We kunnen een verkorting nemen langs een klimmend tractorspoor met
tamelijk grove grind. Oppassen voor valpartijen en platte banden. We wagen het
erop en soms stappen we moedig naast onze fiets. Dat geeft ons de gelegenheid
om nog intenser van het landschap te genieten. Rechts van ons groeit de maïs
ons boven het hoofd. Het wordt geteeld voor veevoeder. Links, in de verte,
staat op het hoogste punt onze molen. Het prachtige uitzicht is een mooi
stilleven. Schilderen kunnen we niet maar het moment is in ons geheugen
gegrift. Op de hoge bermen groeien de eeuwige klaprozen. Na wat gepuf en gehijg
staan we voor de molen van 'kapitein Zeppos'. De site is volledig afgespannen.
We kunnen niet dichterbij komen vandaag, maar de windmolen is kosteloos
toegankelijk op zon- en feestdagen. Er was al sprake van de molen in de 14de
eeuw onder de benaming 'Hertboommolen'. In de jaren van 1960 kreeg de molen
bekendheid doordat er verschillende scènes opgenomen werden voor het
jeugdfeuilleton 'kapitein Zeppos'. In 2007 werd in de schuur het Hertboommolen
museum en een onthaalruimte voor bezoekers geopend.
We rijden langs dezelfde weg terug naar knooppunt
89. Daar aangekomen moeten we linksaf voor knooppunt 60. We fietsen door 'De
parel van het Pajottenland' Gooik. Het dorp ligt in een oase van rust en stilte
en is dus een echt paradijs voor wandelaars en fietsers. Op een groene
heuveltop in de Woestijnstraat werd de wit gekalkte 'Woestijnkapel' opgetrokken
langs de voormalige bedevaarts-route naar Compostella. De kapel werd herbouwd
in de jaren 1600 op de fundatie van een kleine kapel uit de 14de en 15de eeuw.
Een infobord geeft de legende weer van de historische kapel. De laatste
restauratie dateert van 1997. De rode kapelpoort staat op een kier. We kunnen
binnen tot bij een gietijzeren hek. Een Christusfiguur hangt aan het kruis.
Voorbij de kapel is het heuvel af. Bij een moderne
boerderij verkopen ze echt ambachtelijk hoeve-ijs van eigen melkkoeien. In een
tuinhuis staat een koeltoog maar er staat niemand achter. Rechts is de woning
en daar bellen we aan. Achteraan zie ik beweging en slenter daarnaar toe. Links
is een moderne open schuur waar renovatiewerken bezig zijn. Een grote slanke
man met stoppelbaard komt uit de privéwoning en bediend ons met een verfrissend
ijsje. Er staan enkele tuinstoelen tegen de voorgevel waar we ons in het
zonnetje zetten terwijl we een babbeltje maken met de eigenaar. Een aannemer
bouwt een schuur voor een nieuwe melkinstallatie. Vroeger had hij 'slechts' 20
koeien in de stal staan, nu een kleine 200. Het aantal is te groot om manueel
te melken. Om dat aantal melkkoeien te laten grazen heeft de boer meer weiland
nodig en meer bijvoeding. Hard werken dus. Later zal zoonlief de boerderij over
nemen. We nemen afscheid.
We rijden verder heuvel af door een holle weg. In
de zijbermen zijn wortels van bomen door het wassende water komen bloot te
liggen. In tal van uitgegraven gangen vinden vogels, vleermuizen en kleine
knaagdieren voedsel en beschutting. Boven de bermen groeien oude eiken- en
lindebomen. Hun bladerdek zorgt voor een schaduwrijke doorgang. Bij knooppunt
60 moeten we linksaf en volgen nummer 40. Aan een ijzeren kruis, naast de weg,
hangt een Christusbeeld. In de daarop volgende straat vinden we nog een mooie
wegkapel. Een grote buxus staat in de schaduw van een jonge eiken- en een oude
lindeboom. Na de volgende steile afdaling rijden we het centrum van 'Strijland'
binnen. Een gehucht van Gooik dat de laatste jaren sterk gegroeid is door de
vele nieuwbouw. Wel moesten er enkele oude vierkantshoeven worden afgebroken.
We zijn direct uit het centrum en fietsen tussen hectaren maïsvelden. Het is er
warmer doordat de wind hier volledig wegvalt. Wat verder staat een volgende
witgekalkte wegkapel uit 1911. Gebouwd ter ere van O.L.Vrouw van Gedurige
Bijstand. Het interieur is prachtig onderhouden. Moeder Maria met kind wordt
geflankeerd door bloemen en op de achtergrond het Christus kruis.
Na onze volgende klimming volgt uiteraard een
steile afdaling. Het volgende infobord vertelt dat hier zestig jaar geleden nog
een tram door het landschap reed. De 'boerentram' verbond de Pajotse dorpjes
met de grote steden Brussel en Ninove. In 1959 reed de tram de laatste keer
door het Lombergveld. Tussen knooppunt 14 en 15 ligt de gemeente Gooik. Normaal
moeten we linksaf, maar we hebben dorst en rijden rechtsaf naar het
dorpscentrum door de Koekoekstraat tot bij de kapel. Een halfronde gemetselde
boog met in de nis een heilige die ik niet kan thuis brengen. Het is heuvel op
tot bij de kerk. Het gemeentehuis van 1859 werd onlangs nog gerestaureerd en
mooi wit geschilderd. Een paar bronzen herdenkingsplaten werden in de voorgevel
ingewerkt. Daarop staan de talloze namen van gesneuvelden uit WOI. Een bronzen
beeldje van de 'Hespendrager' werd gebeeldhouwd door Rita Callebaut in augustus
1994. Vlak ernaast is een schooltje dat gebouwd werd in 1902 en kinderen
opvangt van werkende ouders. Het is net speeltijd en dat is duidelijk te horen
aan de schreeuwende en joelende kinderstemmetjes.
De Sint-Niklaaskerk is een klein gedrongen gebouw
dat dateert uit verschillende perioden. Met de bouw werd gestart in de 12de
eeuw. In de gevel werden oude grafzerken van de 19de eeuw ingewerkt. De poort
is op slot. Waar is de tijd toen je nog op elk uur van de dag een kerk kon
bezoeken. Het heilig hartbeeld staat tegen de zijgevel van het volgende huis.
Onderaan een gedenksteen voor de
gesneuvelden van WOII en een andere gedenksteen werd aangebracht voor de
burgerlijke slachtoffers van WOI. In café-feestzaal 'De Vrede' drinken we een
aangename en welgekomen verfrissing. Een fris biertje op een zonovergoten
terras. Het vormt de favoriete halte van menig wandelaar en fietser. Het hoort
er eenmaal bij. We proberen telkens iets uit de streek. Soms met een
streekgebonden hapje. Een half uur later schuiven er wolken voor de zon. Het
landschap veranderd plots van kleur en geeft bijna een zwart wit foto door de
grauwe lucht. Het lijkt alsof het elke minuut zal gaan regenen. De weergoden
beloofden echter een droge dag.
Heuvel af tot Dorpstraat 36 voor de pastorie. Een
huis van twee verdiepingen uit de 19de eeuw. Eveneens gerestaureerd en verhuurd
aan de muziekacademie van de gemeente. Verderop, naast de Molenbeek, zijn de
voormalige 'Oude Cam' banbrouwerijen. Gebouwd tussen 1742-1754. Daarna werd het
gebouw omgevormd voor een handelaar in
bouwmaterialen tot 1980. Inmiddels is het grote complex een gemeenschapscentrum
geworden met een volkscafé en een geuzestekerij in een nieuwe loods. Ban
betekent dwangrecht, iedereen was verplicht hier hun bier te brouwen, of te
laten brouwen.
In de Oude Geraardsbergsebaan staat een wit
geschilderd bakstenen wegkapel van N. Vandergucht in de schaduw van enkele hoge
loofbomen. We blijven de baan volgen tot knooppunt 15. Het is ondertussen
15:00u geworden en het is een eeuwigheid geleden dat we de zon gezien hebben.
Rechtdoor voor knooppunt 16. We komen in Lennik, het 'kloppend hart van het
Pajottenland'. Vlak voor het centrum vinden we onze zoveelste wegkapel. We zijn
de tel helaas kwijt geraakt. Een infobord vermeld: 'dit is de kapel van
Sint-Berlindis. De heilige werd vereerd om het vee van de boeren te
beschermen'. We rijden niet door het centrum. We maken een rustige afdaling en
fietsen daardoor zonder erg voorbij het kasteel van Sint-Kwintens-Lennik dat
dateert van eind 18de- en begin 19de eeuw. Door het centrum van Eizeringen
blijven we altijd rechtdoor rijden, over de N8 en na wat bochtenwerk arriveren
we in het gehucht Borchtlombeek. Een deelgemeente van Roosdaal. De
Sint-Amanduskerk op het Kerkplein ligt op een hoogte van 71,5 meter en is
oorspronkelijk van de 16de- of 17de eeuw. Het is indrukwekkend maar we rijden
er niet naar toe. Bij knooppunt 78 moeten we 7 kilometer rijden tot ons
volgende knooppunt.
Het ene centrum uit en het ander centrum weer in.
We zijn in Strijtem. Eveneens een deelgemeente van Roosdaal. Op het kruispunt
Broekkstraat/Oude Baan bewonderen we een moderne Mariakapel. Achteraan een
groen plantsoen werd eveneens een halfronde boog gemetseld. Een open kapel als
het ware. Achter een raster staat een heilig beeld van Maria met kind. Op het
Strijtemplein werd de Sint-Martinuskerk gebouwd in 1840 ter vervanging van een
vroegere kerk. De hoge toren heeft een met sterren versierde bolspits en is
daardoor al van ver herkenbaar. We kunnen niet in de kerk. Ik had ook niet
anders verwacht. De begraafplaats bevind zich nog steeds rond het gebouw. De
gedenkplaat Voor alle Strijtemnaars die sinds eeuwen en tot 1995 binnen deze
kerkhofmuur begraven werden. Ook voor hen die hier naamloos rusten. De
gedenksteen werd in 2015 geplaatst. Het monument voor de gesneuvelden werd
opgericht ter ere 'Aan Hare Helden van 14 18'. In het centrum bevinden zich
nog enkele bolle kassei weggetjes, en we hebben bijna elke kassei gevoelt.
Voorbij het gemeentelijk Cultuurcentrum vinden we rechts het oud gemeentehuis
van Strijtem. Tijdelijk vinden er de kleuter en lager onderwijsschool Triangel
hier onderdak.
We rijden naar de Zevenbeukenstraat. De kapel van
de zeven beuken is een arduinen kapel van 1918 en vervangen voor een grotere
kapel uit 1931. Ze werd gerestaureerd in 1987-88 door de landelijke gilde met
de financiële steun van de inwoners van Strijtem. Hier verdedigde priester
Daens in 1904 de belangen van de Hopboeren. De kapel is afgesloten. Door het
getraliede raam kunnen we het interieur toch bekijken. De muren werden in het
hemelsblauw geschilderd. Het Heiligenbeeld houdt de handen samen en bidt tot
God terwijl ze haar gezicht naar boven kijkt. Twaalf stoelen voor het altaar
geven een idee van de grootte van de kapel. Kaarsen en bloemen fleuren het
geheel op. De kapel verwijst naar het aantal beuken rondom de gebedsplaats. Ze
werden recent vervangen en bij elke boom werd een kleine kapel geplaatst. De
voorspelling van Simeon in de tempel vermeld één van de kleine kapellen. De
vlucht naar Egypte staat er bij het volgende. Twee infoborden vermelden een
gedicht van Bert de Korte. Aan de overzijde van de straat werd met de hulp van
het Davidsfonds en de cultuurraad Roosdaal een gedicht geplaatst van Eric
Heyman.
Verderop rijden we door het centrum van
Borchtlombeek en onmiddellijk daarna krijgen we het centrum van Liedekerke te
zien. Bij het kruispunt
Monniksbosstraat/ Sint Gabrielstraat werd het Sint-Gabriel-instituut gebouwd in
1919. Ooit liepen hier honderden leerlingen school maar dit aantal liep de
laatste jaren fors terug. De school is gesloten sinds september 2015.
Het bos dat we doorrijden is van Liedekerke.
Liedekerke en Pro vermeld een infobord. Bij knooppunt 10 moeten we knooppunt
85 volgen langsheen de Dender. Er zitten nog steeds talloze vissers langs de
oever. Een van hen haalt een zijn dobber omhoog, maar laat hem teleurgesteld
weer zakken.
We zijn weer terug bij onze auto en achter ons
bevindt zich de Onze-Lieve-Vrouw Opdrachtkerk van Okegem, waarvan al sprake was in de 14de
eeuw. Ze werd tijdens de daarop volgende eeuwen meermaals afgebroken, vergroot
en gerestaureerd. Slechts de toren uit de 14de eeuw bleef bewaard. De kerk
kreeg haar huidig uitzicht na de laatste vergroting in 1905-06. Zon hebben we
niet meer gezien. Na onze fietstocht staat de teller op 39 kilometer. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.






|