Fietsknooppunten:
50-79-50-2-3-7-6-5-50-44-47-46-50. Afstand: +/- 35 kilometer.
De Brabantse
Kouters zijn bewerkte velden in de streek ten noorden van Brussel en maken deel
uit van de Groene Gordel. De Brabantse Kouter fietsroute bestaat uit drie
fietslussen van ongeveer 30, 40 en 45 kilometer met relicten uit de eerste
Wereldoorlog. De fietslus van 45km heeft een vertrekplaats in Steenhuffel, de
fietslus van 40km begint in Kapelle-op-den-Bos en onze fietslus van 30 km start
in Affligem. In totaal zijn er 59 locaties terug te vinden met een
oorlogsgeschiedenis. Ter plaatse staan geen infoborden. Het is gokken waar
bepaalde locaties zijn. In de brochure van de Toeristische Dienst van Affligem
worden enkele plaatsen beschreven. Er is eveneens een stukje geschiedenis als
voorwoord meegegeven: Op 20 augustus 1914 bezetten de Duitsers Brussel. Enkele
weken lang lagen de Brabantse Kouters in niemandsland, geprangd tussen het
Duitse leger in het zuiden en het Belgische leger rond Antwerpen in het
noorden. Een gespannen situatie. De vrees voor vrij schutters, of
francs-tireurs, eiste haar tol: een zestigtal inwoners werden geëxecuteerd of
verloren het leven in de chaos. Ook tijdens de twee uitvallen van het Belgische
leger uit Antwerpen op 24-26 augustus en op 9-13 september vielen er
slachtoffers. Op 10 oktober gaven de Belgen Antwerpen op en trokken ze zich
terug in de Westhoek. De volledige lijst vinden we op: www.vlaamsbrabant14-18.be
of www.toenlevenoverlevenwas.be.
Zondag 2
augustus 2015. Het beloofd een prachtige dag te worden met veel zonneschijn met
een aangename temperatuur van 27°C. Bij ons vertrek uit Ekeren wijst de
temperatuur reeds meer dan 20°C aan. Om 8:45u draaien we bij de Noorderlaan de
snelweg A12 op. Het is rustig rijden, waarschijnlijk omdat het zondag is en
misschien ook door het vroege uur. Af en toe passeren we een eenzame
vrachtwagen. Voor deze chauffeurs is het geen rustdag. Onze GPS loodst ons niet
over de E19 maar, naar rechts, richting Boom. Via de A12, langs de
Boomsesteenweg, rijden we richting Brussel. Het kan dan sneller zijn dan de E19
snelweg, maar we staan wel stil voor elk rood licht. De Rupeltunnel brengt ons
onder het Zeekanaal Brussel-Schelde en de rivier Rupel. Het is de enige tunnel
in België die onder twee waterlopen gaat. In 1982 werd de tunnel in gebruik
genomen. Eens eronder door vertelt een bord dat we door Scheldestad rijden.
Vervolgens draaien we op de E40 richting
Gent en vijfenveertig minuten later nemen we afrit 19 Affligem.
We parkeren
de auto nabij de abdij van Affligem, dichtbij knppnt 46, in de Abdijstraat. In
de abdij, bekend om haar smaakvolle abdijkaas en het verrukkelijke bier, leven
de monniken al bijna duizend jaar volgens de regels van Sint-Benedictus. Naast
de abdijgebouwen vind men er een tuin, een archeologisch museum en een
cultureel en religieus centrum. Tijdens WOI verbleven enkele broeders van
Affligem aan het front als verplegers of aalmoezenier. Bier werd er toen niet
meer gebrouwen, want de Duitsers namen de brouwketels in beslag.
We houden de
abdij links van ons en fietsen richting knppnt 50 op het grondgebied van
Hekelgem, een deelgemeente van Affligem. In de Domentstraat vinden we een
kleine 'O.L.Vrouw ter nood' wegkapel. Ze staat wat verscholen achter mini bomen
en struiken. De kapel is in een lichtblauwe kleur geschilderd. Het interieur
vertoond een Heiligenbeeld van Maria met kind. We bevinden ons kortbij de
historische halte (2): 'het Etappegebied op de grens met Oost-Vlaanderen'. Bij
het begin van de Duitse bezetting werd ons land ingedeeld in drie zones: het
Spergebied, het Etappegebied en de rest van het land, dat onder Generaal
gouvernement viel. Heel Oost-Vlaanderen behoorde tot het Etappegebied, waar de
Duitse soldaten kwamen inkwartieren, (militairen bij burgers inlegeren of
huisvesten), na aan het front te zijn afgelost. Het Etappegebied had een
kunstmatige maar grondig bewaakte grens die het overbrengen van goederen en
levensmiddelen zeker bemoeilijkte, niet alleen vanuit het Etappegebied, maar
ook vanuit gemeenten als Affligem, Opwijk, Merchtem en Londerzeel die tot het
Generaal gouvernement behoorden. Dit laatste gebied werd bestuurd door de
militaire gouverneurs, van wie von Bissing de meest bekende was.
We rijden
voornamelijk tussen landbouwgronden. Het merendeel is beplant met maïs die
reeds van hoogte staat. Onderaan worden de bladeren reeds geel. Van
panoramazichten is geen sprake. Naast de hectaren maïs groeit het koren. Het
gewas is goudgeel gekleurd en rijp om geoogst te worden. De skyline vertoont
een bomenrij van loofhout. We rijden verder op het grondgebied van Essene. Nog
een deelgemeente van Affligem. Teneinde de Domentstraat moeten we rechtsaf op
de Brusselbaan om verder knppnt 50 te volgen. We letten heel even niet op en
fietsen rechtdoor. Voor het eerst, sinds ons vertrek, fietsen we op een rood
geasfalteerd fietspad. Heuvel op en heuvel af. Het was te mooi om waar te zijn.
Omdat we geen knppntnbordjes tegenkomen houden we halt. We rijden terug tot aan
de Domentstraat en zien daar onze vergissing. We hadden onmiddellijk linksaf
moeten rijden bij 'Estaminet 't Kaffeeken'. We rijden door de Koudenberg.
Bij knppnt
50 moeten we onze route verlaten en even knppnt 79 volgen. We rijden door de
Oude Baan, die haar naam waardig is. Eerst een stuk oude versleten asfalt met
diepe putten en kuilen. Na het asfalt fietsen we over grove grind. Het lijkt
erop of buurtbewoners het puin van afbraakwerken hier op het pad komen storten.
We moeten zigzag rijden om zoveel mogelijk grove grind van rode baksteen te
ontwijken. Ik hou mijn adem in en denk aan onze fietsbanden. Een pluspunt is de
omgeving. Ons pad slalomt tussen groene akkers met maïs en koren. Rechts van
ons werd reeds de helft van het korenveld geoogst. De matige wind heerst nu
over de bruine oppervlakte en doet het zand lichtjes opstuiven.
Na de
Molenweg moeten we rechtsaf in de Molenberg voor Domein Verbruggen (1). De site
is gelegen tegen de Oude Romeinseweg, die met kleine kiezel is aangelegd tussen
weiland. In het najaar van 1914 hadden de door onze bevolking gevreesde Ulanen
de bedoeling om hun residentie te vestigen in de Abdij van Affligem. De abt
weigerde hen te logeren met als reden dat Affligem buiten het Etappegebied lag.
Een schriftelijk bevel van de gouverneur was nodig om hen dat duidelijk te
maken. De officieren van de grenspatrouille zochten dan maar een onderkomen in het
kasteel van de gebroeders Verbruggen en werd aldus de abdij met rust gelaten.
Vooraan tegen de Molenberg stond 'de nieuwe molen of Molen de Vis' op
Hoog-Boekhout. Deze molen werd gebouwd in 1827. Sinds 1952 werd hij buiten
gebruik gesteld. De romp is nog net te zien. Ooit mooi wit geschilderd, maar nu
bijna helemaal overwoekerd met klimop. De romp heeft geen dak of wieken
meer. 'De nieuwe molen' is vervallen,
maar de molenaarswoning dat gebouwd werd in
1835 bleef bewaard. We kunnen het niet van dichtbij bewonderen. De
toegang werd afgesloten met aluminium hekwerken.
We rijden
terug en vinden de wegkapel op de hoek met de Molenweg. De kapel staat wat
verdoken onder bomen. Ze werd voor het eerst gebouwd in 1887. Het interieur
vertoont een beeld met Heilig Hart, met op de achtergrond een paternoster.
Bloemen en kaarsen fleuren het geheel op. We blijven de Molenberg verder volgen
en houden halt bij 'de Oude Molen'. Deze gerestaureerde stenen molen is gebouwd
in 1785 als korenmolen. Hij staat op het hoogste punt van Affligem, op 74 meter
boven zeeniveau. Voorheen stond hier al een molen die toebehoorde aan de abdij
van Affligem. Een zware storm vernielde de molen in 1413. Het materiaal van de
voormalige houten molen werd in de huidige molen verwerkt. De huidige molen is
ingericht als woning.
In de
Kerkstraat drinken we onze meegebrachte koffie bij de Sint-Michielskerk (3) van
Hekelgem die in de 12de eeuw bij een burcht behoorde. De kerk die we nu zien is
het resultaat van verschillende bouwcampagnes en restauraties. Bij de
verbouwingen van de kerk, tussen 1917 en 1919, werden obussen als steunpilaren
voor de altaren gebruikt. De fraaie preekstoel en de kraaiende haan zijn van
1788. Het schilderij op doek is van de 17de eeuw. De glasramen stellen de twaalf
apostelen voor, geschonken door welstellende familieleden. Het gebedshuis is
afgesloten, we kunnen het genoemde niet bevestigen. Waar is de tijd dat
iedereen op elk uur van de dag toegang had tot de kerk? Na de restauratie van
1977 werd een nieuw uurwerk op de toren geplaatst. De tekst eronder luidt:
'Siet hier de verganckelykheit van den tyd'. Ernaast staat het oorlogsmonument
voor de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. Twee burgerslachtoffers zijn van
mei 1940.
Terug langs
de Oude Baan naar knppnt 50. Op weg naar knppnt 2 rijden we door Neerheide, een
brede lange straat van het gehucht Essene. Bij huisnummer 21-23 (achterin de
boerderij) staat de romp van een 18de-eeuwse stenen bergmolen (12). Gebouwd in
1786 in het gehucht Asse-ter-Heide. De Duitsers beschouwden de windmolens als
uitkijkposten en vermoedden dat met de wieken tekens werden gegeven. De wieken
moesten worden verwijderd omdat van daar seinen waren gegeven naar de molen van
Boekhoutberg in Hekelgem die dan op zijn beurt verder zou doorgeven. Gerucht of
feit, wie zal het zeggen? In 2006 verkocht de eigenaar de nog volledig
ingerichte romp zonder kap aan een beeldend kunstenaar. Als we bij knppnt 2
arriveren hebben we echter geen molen romp gezien. Op Street View van Google is
hij nochtans duidelijk te zien. We rijden er niet voor terug. Hij wordt
misschien afgeschermd door de nieuwe eigenaar. We vervolgen onze weg naar
knppnt 3, slechts 900 m verder. We worden omgeven door weilanden met grazende
koeien en schapen. Wat verder dalen we gestaag af en rijden even door een holle
weg. We voelen haast geen wind en de zon brand. Insmeren met een hoge factor is
aan te raden. In de berm vinden we twee infoborden over het ecologisch
bermbeheer van de gemeente Asse. De gemeente maait de berm één tot tweemaal per
jaar. De berm bezit namelijk een grote variatie aan soorten bloemen. Belangrijk
is dat het maaisel wordt afgevoerd om de bodem te verschralen. Hoe schraler de
bodem, hoe bloemrijker de berm. Bloeiende planten trekken veel insecten aan.
Vlinders, bijen en andere insecten hebben dit soort habitat nodig om voort te
bestaan.
Het is
klimmen, we puffen, we hijgen en we sakkeren. We rijden op een smalle
asfaltbaan tussen maïsvelden. Hier valt de wind totaal weg. Er is amper
zuurstof. Of is dat maar een gedacht? Tijd om te drinken. Het water is echter
lauw geworden in onze fietstas. Maar beter lauw water dan geen water. We
fietsen menig wegkapel voorbij. De één al mooier dan de ander. Sommigen staan
er verwaarloosd bij, de ander is de
moeite waard om halt te houden. We stoppen niet bij elke wegkapel en zeker niet
bij een afdaling. Moe maar tevreden over ons zelf naderen we de grote baan met rode fietspaden. Tussen knppnt
3 en 7 moeten we de Dendermondsesteenweg dwarsen en linksaf slaan voor een
afwijking. We zien geen straatnaamborden en in de veronderstelling bij de
Dendermondsesteenweg te zijn, slaan we linksaf en rijden naar de
St-Hubertuskerk van Asse-ter-Heide. In de westtoren werd een vuurrode dubbele
poort aangebracht. Een priester die kleur bekend. Onze kerk moet een pannendak
hebben. Deze heeft leien. Dit is niet onze kerk. We moeten misschien nog
verder? Het plan boven halen brengt geen oplossing. Uiteraard niet! We zijn
verkeerd. Maar dat weten we nog niet. Vanop de fiets kunnen we redelijk ver
zien. Geen kerk te bespeuren met pannendak. We fietsen nog een eindje maar
stoppen opnieuw om ons plan te bekijken. Ons Rina komt tot de vaststelling dat
we ons op de Gentsesteenweg bevinden. Terug maar weer langs het fietspad en
sluiten opnieuw aan bij ons knppnt, nr 7.
Aan het
kruispunt Heuvelstraat/Groenstraat staat weer een mooie kapel. Deze
St-Rochuskapel is oorspronkelijk van de 19de-eeuw en gerestaureerd voor WOII.
De Heilige is de Patroon van de zieken en tegen pest. Na de Groenstraat moeten
we linksaf op de Gentsesteenweg. Jawel, dezelfde steenweg als daarstraks. We
hadden evengoed rechtdoor kunnen blijven rijden. Maar dan hadden we de mooie
kapel niet gezien. Soit. Na de Kelestraat bereiken we de beruchte/beroemde
Dendermondsesteenweg. Om knppnt 7 te volgen moeten we rechtdoor, maar wij slaan
linksaf tot bij huisnummer 48 voor de parochiekerk Onbevlekt Hart van Maria te
Krokegem. Met de bouw van de zaalkerk werd begonnen in 1948. Voornamelijk werd
zandsteen gebruikt. Uitzonderlijk voor een kerk is dat er een pannendak werd op
aangelegd. Bovenop nog een klokkentorentje. De rondboogramen hebben moderne
glas-in-loodramen uit de jaren 1980 met vermelding van de schenkers. De
vrijstaande klokkenstel werd ingewijd door kardinaal Danneels op 23/6/1985. Hier
in de buurt bevind zich de historische site (9), 'veld in de rotten',
O-L-Vrouw-van-de-vloekers, gelegen tussen Krokegem en Mazenzele. Op 17
september 1914 werden vier burgers uit Buggenhout, onder beschuldiging op de
Duitsers te hebben geschoten, gevangen genomen, naar Asse geleid en in dit veld
gefusilleerd. De burgers waren Leopold De Batselier, Pieter Joseph Meert,
Camille Moens en Pieter Jan Van Ransbeeck.
We rijden
een stuk terug en slaan linksaf in de Kelestraat om knppnt 7 te vervolgen. We
genieten van het vredige landschap, dat zich voor ons uitstrekt, en staan even
stil bij de tijd van toen, nu 100 jaar geleden. Na de volgende klimming houden
we halt om op adem te komen. Onze beenspieren zijn overbelast en staan zo
gespannen dat ze beginnen te daveren. Op de akker ligt het gras te drogen in de
bakkende zon. In de verte nadert een tractor. Deze komt het gras keren, gok ik.
Na onze
rustpauze vertrekken we weer. Bij de volgende splitsing zien we niet
onmiddellijk een knppntenbordje hangen en rijden rechtdoor, wat gebruikelijk is
in zo'n situatie. We genieten van een lange afdaling en rijden tot het centrum
van Mollem. Wat? Mollem? We halen ons plan erbij en jawel, we zijn nog maar
eens verkeerd. Terug naar boven, de lange afdaling van daarnet, teniet doen.
Dat is pas balen. We hebben nochtans mooie panoramazichten. We maken toch
enkele mooie foto's van het groene heuvelachtige landschap. Bij de splitsing
rechtsaf en we rijden terug op ons parcours.
Bij knppnt
7, vlak voor we Opwijk binnenrijden, staat een Mariakapel met datum:
08-08-2008. de bakstenen kapel is tamelijk groot. Achter de getraliede raam
staat een klein Mariabeeldje met kind. Naast de kapel staat een zitbank, waar
we dankbaar gebruik van maken. Hoogtijd voor onze picknick. We zijn omgeven
door maïs- en raapvelden. Villa's staan verdoken achter een rij hoge
populieren. De hoge inrijpoort is gesloten. Een camera houdt een oogje in het
zeil. Na ons middagmaal rijden we 900 meter verder tot knppnt 6. Het is 5,6km
tot knppnt 5. In Grootveld (straat) is een kinderboerderij met terras. Tijd
voor een verfrissing. Er is plaats genoeg en we zetten ons in de schaduw van
een parasol. Ik neem een Affligem blond en ons Rina een donkere Leffe. Ze wordt
er naderhand nog vrolijk van zodat ik besluit wat Leffe's in huis te halen. Om
14:30u rijden we verder.
Bij de
Steenweg op Vilvoorde wijken we even af naar rechts. Een grote 300m verder aan
onze rechterzijde vinden we het herinneringskruis of 'ongeluks kruis'. Frans De
Keersmaecker woonde op 't Eeksken. Achter zijn huis lagen de voorposten van de
Belgen, een kleine patrouille jagers. Vanaf daar schoten zij op een naderend
Duits bataljon en troffen zo één soldaat. De Duitsers hebben wellicht de
patrouille niet gezien en dachten dat Frans geschoten had. De Duitsers haalden
de verschrikte bewoners uit hun huizen en staken een 10-tal huizen van het
gehucht 't Eeksken in brand. De 52 mannen van het gehucht, waaronder ook Frans,
werden dan richting Mansteen geleid tot op deze plaats waar Frans De
Keersmaecker op 26 september 1914 werd neergeschoten. Dit kruis gedenkt dit
onschuldig slachtoffer. We rijden terug en voorbij firma Van Hoof slaan we
rechtsaf in Hulst (straat). De exacte locatie, in deze straat, wordt niet
aangegeven, doch is het relaas aangrijpend genoeg om erbij stil te staan. In
het Hulstbosje, zoals dat hier genoemd werd tijdens WOI, werd af en toe
geschoten. Op 23 februari 1919 kwamen enkele jongens van Droeshout en Hulst
terug van de zondagsschool. Achtergelaten Duitse munitie trok de aandacht van
de kinderen. Na een hevige knal bleek dat de 12-jarige Frans Buyl een duim
kwijt was. Zijn vrienden Karel Robberecht, August De Ridder, Louis Van
Handenhoven en August Verdoodt overleefden het helaas niet.
We rijden
het centrum binnen van Opwijk. Ook hier zijn historische haltes te vinden. Via
Google Maps heb ik de straten genoteerd om de route zo kort mogelijk te houden.
We blijven vooreerst knppnt 5 volgen tot de Kloosterstraat, waar we links
inslaan tot bij (43), het klooster en rectors woning van de zusters van
Sint-Vincentius a Paulo. Dit klooster werd gebouwd in 1902-1904. Het getuigt
van decennia geschiedenis op sociaal, pedagogisch en godsdienstig vlak. De
Congregatie, gesticht in 1847 beantwoordde de behoeften aan gezondheidszorg,
onderwijs en christelijke opvoeding. Haar invloed is niet weg te denken uit het
leven van Opwijk en omgeving. In 1914 werden de schoollokalen door de zusters
ingericht als lazaret en werden er 80 bedden beschikbaar gesteld om
voornamelijk vluchtelingen te verplegen. Opwijk zelf werd gelukkig niet in de
oorlogsgevechten betrokken: de gemeente en ook het klooster van de Zusters
bleef van grote rampen gevrijwaard. Pas in oktober 1918 kregen ze last met de
vijandelijke bezetters. De Duitse troepen namen eerst de Zustersschool in
beslag en richtten er een reusachtige veldbakkerij in. Later werd bijna het
hele klooster bezet, een echt militair kampement. Deze 'bezetting' duurde nog
tot 14 november; pas dan mochten de Zusters eindelijk de Vaderlandse vlag
hijsen.
Het is
14:45u als we bij de Sint-Pauluskerk halt houden op de Singel. Met de bouw werd
begonnen in de 15de eeuw in de stijl van Brabantse hooggothiek. Bewaard hiervan
zijn de vieringtoren, het koor, de kruisbeuken en de eerste traveeën van het
middenschip. In 1772-1773 werd de kerk verbreed en verlengd, hierdoor verkreeg
de St-Pauluskerk haar huidig uitzicht. De sacristie werd gebouwd in 1761.
Volgens de lijst van www.vlaamsbrabant14-18.be werd er op de zuidzijde van de noordwest
vieringkolom van de kerk in 1919 een bronzen gedenkplaat geplaatst, ter
nagedachtenis van 14 parochianen die door het oorlogsgeweld zijn omgekomen. We
zijn helemaal rond de kerk gewandeld, met de fiets aan de hand, maar de bronzen
plaat hebben we niet gezien. Ook in de Kattestraat is 'De Waag' niet direct te
spotten. De Waag was tijdens WOI het plaatselijk Hulp- en Voedselcomité. De
administratie, stapelplaats en uitreiking van de goederen aan de noodhebbende
bevolking. Ook het Opwijks Sint-Vincentiusgenootschap, dat enorm veel hulp
leverde aan de noodlijdende bevolking, had er haar stek. Nu zijn er in het
huidige complex parochielokalen. De diensten van 'Kind en Gezin' hebben een
plaats in de achterbouw van de voormalige Waag. Ook andere verenigingen
gebruiken sporadisch de Waag voor tentoonstellingen en feesten.
We fietsen
de Kattenstraat ten einde, slaan linksaf en rijden door de Marktstraat. We
nemen de vierde straat linksaf, in de Processiestraat, voor het oude gebouw op
het nr 18. De Sint-Pauluszaal van 1911 staat achteraan een recenter
etablissement: het 'St-Pauwelskaffee'. Het wordt vooral door lokale jeugd
bezocht. Echter niet vandaag. Het is sluitingsdag. De St-Pauwelszaal wordt
gestut door gele ijzeren poutrels. Ramen zijn om veiligheidsredenen dicht
gemetst. Hopelijk moet het gebouw niet worden afgebroken. Toen in
september-oktober 1914 en in de laatste oorlogsmaanden van 1918 duizenden
mensen vluchtten voor het krijgsgeweld, vonden honderden een onderkomen in
Opwijk. Velen werden geherbergd in de St-Pauluszaal. De zaal werd herschapen in
een bestendig nachtasiel. Er werd zelfs in de zaal les gegeven aan de kinderen
van de vluchtelingen. Aan de overzijde van de straat staat de Sint-Annakapel
van 1870 die zeker een bezoek waard is. Het interieur, met 20 stoelen, werd
prachtig gerestaureerd in 2012-2013 door handige buurtbewoners. Tegen de
zijmuur van de kapel werd een ijzeren plaat geplant waaruit een gedicht werd
uitgesneden met als titel: 'Kruispunt van vroeger en nu'. Achterin staat de O.L.Vrouw
ter noodkapel. Een kleinere kapel, maar daarom niet minder fraai. De
binnenzijde is echter sober.
In de
Schoolstraat 23-25 staat het Pensionaat/kostschool van de familie Lindemans.
Vanaf half augustus 1914 wordt het pensionaat ingericht als lazaret en later
als toevluchtsoord voor vluchtelingen, gekwetsten en zelfs vee. Het externaat
is even terug open geweest in januari 1915 maar op 31 juli volledig door het
Duitse leger bezet. Naar het einde van de oorlog toe, op 22 oktober 1918, is de
cartografische dienst van het Duitse leger er gevestigd. We rijden naar de hoek
van de Ringlaan/Marktstraat. Villa Wijnants of 't Kasteeltje is nu een
restaurant van aanzien. Ook deze zaak heeft vandaag zijn sluitingsdag. Door de
grote ramen zien we de stoelen op de tafels staan. De poetsvrouw wordt
verwacht. Ook het gezellige terras ligt er eenzaam en verlaten bij. De
voormalige villa werd in 1909 in gebruik genomen door notaris Fernand Wijnants.
Onder WOI was het de verblijfplaats van de Duitse officieren, met onder meer
diverse braspartijen en zelfs een gevecht op het einde van de oorlog.
Even verder
op de Ringlaan vinden we de begraafplaats Opwijk-centrum. Vooraan, onder de
driehoekige luifel, werden tegen de gevel zwarte marmeren tegels geplaatst in
de vorm van een kruis. Er staan namen in gegraveerd van: 'Zij die voor onze
vrijheid stierven tijdens de beide Wereld Oorlogen'. We betreden de
begraafplaats langs een gietijzeren poort. Onmiddellijk rechts vinden we het
erepark van talrijke oud-strijders van 1914-1918 en 1940-1945.
We rijden
terug tot de rotonde en nemen de eerste straat rechtsaf in de Stationsstraat.
De straat ten einde voor het station van Opwijk. Gelegen op het kruispunt van
twee spoorwegen, passeerden tal van treinen met soldaten en legermateriaal, van
beide kampen, en met vluchtelingen en geëvacueerde. In september 1914 was de
omgeving van het station het toneel van gevechten tussen Belgische en Duitse
troepen. Het station bezat de enige telegraaf in de gemeente. In de periode van
militaire activiteiten werd deze dan ook veelvuldig gebruikt door de
legerdiensten en ten behoeve van de burgers.
Nogmaals
terug naar de rotonde en nemen de tweede straat rechtsaf in Heiveld. Aan de
volgende rotonde slaan we onmiddellijk rechtsaf in de Klaarstraat. Hier sluiten
we terug aan bij ons knppnt. Tussen knppnt 50 en 44 rijden we over een
geasfalteerde spoorwegbedding van de vroegere spoorlijn tussen Opwijk station
en Aalst. Een groot infobord, opzij van ons pad, vertoont een rekening van een
locomotief met wagon, getekend door Jos Hens. Onderaan werden gedichten
geplaatst. Bij een zitbank houden we halt om van het uitzicht te genieten. Een
al wat oudere vrouw stopt met haar fiets tot bij ons en vraagt of dit de weg
naar Opwijk is. Ze komt uit dezelfde richting als wij. Ze was samen, met haar man, aan het fietsen. Doch
ergens verkeerd gereden. Dat klinkt bekend. Haar man laat haar achter en zegt
dat hij hun knppnt gaat zoeken. Hij is al meer dan een half uur weg vertelt ze.
Daarom rijd ik alleen terug naar huis. We nemen er het plan bij en tonen haar
hoe ze moet rijden. Terug tot het volgende kruispunt en knppnt 5 nemen. Daarna
knppnt 7 waar ze vlakbij woont. Goed dat wij steeds een plan bij hebben. Is het
niet voor ons zelf, dan kunnen we altijd iemand anders helpen. Ze verdwijnt in
de richting vanwaar ze is gekomen. Hopelijk rijdt ze niet verkeerd. Even later
fietsen we over de provinciale grens met Oost-Vlaanderen en bereiken we knppnt
44.
We rijden
door Baardegem en houden halt bij de mooie St-Barbarakapel die momenteel wordt
gerestaureerd. Ze is oorspronkelijk van 1847. De werken zullen nog tot eind
2015 duren. Met de bouw van de Sint-Margarethakerk werd gestart in de
14de-eeuw. Na meerdere verbouwingen en restauraties ontstond de huidige
parochiekerk. Ze heeft een groot en enkele kleine ronde glas-in-loodramen.
Verderop vinden we nog meer wegkapellen waar we even halt houden.
Achtereenvolgens vinden we de O.L.Vrouw van Lourdeskapel en de O.L.Vrouw van
Bystandkapel van 1841.
Om vijf voor
vijf passeren we de St-Walburgakerk van Meldert uit de 12de-eeuw. Ze staat op
een hoogte en is slechts te bereiken via enkele trappen. Ze wordt nog steeds
omgeven door oude grafzerken. Na knppnt 47 bereiken we knppnt 46, net op de
grens van het Vlaams Gewest. Linksaf langs de abdij van Affligem tot bij onze
wagen. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.




|