Beste Mijnheer Rombaut,<?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Omdat dit bericht na twee pogingen geen platform kreeg op archeonet.be zend ik u mijn tweede reactie op mijnheer Michiels toe. Ik zend u ook mijn eerste reactie door.
Met gewaardeerde groet,
Hendrik
Geachte heer Michiels,
Zo zo zo
U zegt ik heb Anduaeripae (uw zogenaamde val voor Rombaut in GvA), Ambiduaeripae (de zogenaamde fout van Rombaut) en Ambaeduaeripae (uw zogenaamde eigen juiste oplossing) als eerste gepubliceerd. Dus zowel fout als juist! Waar dan wel? In de krant!
Weet u dan niet dat een aankondiging van een wetenschappelijke uitspraak via de pers geen enkele wetenschappelijke waarde heeft? Journalistiek vergaart nieuws en verspreidt nieuws over feiten, en maakt misschien prognoses op basis van feiten, in casu over wetenschappelijk onderzoek dat al tot resultaat heeft geleid en gepubliceerd is, ook al is dat maar een deelaspect. Een relaas in de pers wordt neergepend door een journalist op zijn verantwoordelijkheid en zijn auteurschap, niet op dat van de geïnterviewde. U kent toch hopelijk het verschil tussen de deontologie van het wetenschappelijk onderzoek en de deontologie van de journalistiek? Het kan best dat een journalist de hem verstrekte gegevens niet helemaal juist aanhaalt, bijvoorbeeld door een zeker gebrek aan kennis ter zake of ongewilde verwarring, die er volgens mij in de heisa van interviews in 1989 moet geslopen zijn. U geeft toch zelf toe dat u een val heeft willen opzetten voor Rombaut. Wie zegt niet dat u dan ook voor de andere persartikels tussen bent gekomen en verkeerde informatie hebt gegeven om zo Rombaut verkeerde woorden in de mond te leggen? Ik ben namelijk na uw reactie naar mij toe de wetenschappelijke publicaties van Rombaut gaan naspeuren en er zit wel degelijk een consequente lijn in zijn uitspraken en -ik verbaas mij steeds meer- hij spreekt nergens over het prefix ambi, zoals u hem verwijt. Niet in 1987 (Feiten en fabels), niet in 1988 (De Echternachteksten in Bijdragen tot de Geschiedenis en De Annales Fuldenses in de Annalen van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek), niet in 1992 (Het Wiel) en niet in 2006 (Caesar).
Maar heel uw beschuldiging en verweer nadien vind ik terug in zijn artikel in Feiten en Fabels van 1987. Ik viel bijna achterover toen ik alle argumenten die u aanhaalt terugvind in die bijdrage. Werd die dan geantidateerd??? Tjonge! Ik kan iedereen aanraden dit artikel grondig te lezen, met de reacties van u ernaast! Het begint al met Hij (Rombaut) had zich nooit ingelaten met Romeinse geschiedenis (Michiels 2007) terwijl Rombaut in Feiten en fabels (1987) van p. 164 tot 167 een stand van zaken geeft van de Antwerpse archeologie betreffende de Romeinse tijd en de vondsten nog interpreteert ook! Reeds op p. 166 brengt hij via de archeologische vondsten de bevolkingsgroep genaamd Andoverpenses in verband met de inwijking van Foederati in het Romeinse rijk, bevolkingsgroep zoals u zichzelf toeëigent! Verder komt hij met zeer sterke historisch-kritische ontledingen van de bronnen tot de conclusie dat Castrum Antwerpis vermeld in 726 een eigen gouw (uw pagus) moet zijn geweest naast de pagus Renensium, met een relatie langs beide zijden van de Scheldeoevers (p. 174-175), en brengt hij de heersende naamverklaring van Gysseling en Van Loon aan het wankelen met een interpretatie dat de naam Antwerpen staat voor een stadspagus zoals Kortrijk, Gent, Aardenburg, Doornik met standpunt vanuit Neustrië voor een bruggehoofd van de Andoverpenses aan de overkant van de Schelde, hetzij een nederzetting van deze bevolkingsgroep op de hoge oever in de holle Scheldebocht. Neustrië is het gebied aan de linkeroever van de Schelde, en de holle bocht bij Antwerpen is de rechteroever van de Schelde! Dit is revolutionair.
De relatie van de Antwerpenaars met de kust, waar u zogezegd naar op zoek was, staat ook in Feiten en Fabels 1987, zie p. 172 op basis van de Vita Eligii. Rombaut schrijft na de aanhaling uit de bron letterlijk: De opgesomde volksgroepen waarmee Antwerpen in één naam vernoemd wordt, spreken in hun relatie tot het kustgebied voor zichzelf.
De historicus middeleeuwen die voor u bereid moest zijn teksten te kopiëren in ruil voor medeauteurschap (Michiels 2007 p. 1), wat in uw ogen een buitenproportionele tegenprestatie was (Michiels 2007 p. 2), had nogal wat meer in zijn wetenschappelijke mouw dan u. Hij is door u mooi bedankt: u loopt met de vruchten naar de pers (geeft u zelf toe), verknalt de beloofde samenwerking (geeft u zelf toe) op basis van een programma voor een wetenschappelijk colloquium in Nijmegen dat nog moest plaatsvinden en dat hij nota bene zelf aan u bezorgde. Wat moet ik daarvan denken? Het zou best kunnen dat u in de etymologie van Antwerpen van het Latijn een mooi steentje hebt bijgedragen, maar ik denk dat u, zonder het onderzoek van Rombaut, dat voornamelijk historisch, archeologisch en geografisch getint is maar ook de geldende naamverklaring in vraag stelt, geen enkele reden heeft tot het claimen van deze verklaring.
Die studie van 1987 was voor mij een openbaring. Ik begrijp nu de oproep van Rombaut, Caesar (2006), p. 78: Daarom hoop ik dat dit onderwerp opnieuw op wetenschappelijke basis zou kunnen besproken worden. Is dit plagiaat? Meneer Rombaut is blijkbaar een braaf mens, want voorwaar meneer Michiels, als gij naar de rechtbank stapt, dan garandeer ik u dat gij dat verliest!
De feiten zijn niet mals:
Ten eerste: bedrieglijke beschuldiging van plagiaat.
Ten tweede: laster en eerroof via een publiek communicatiemiddel
Ten derde: misbruik maken van de pers (d.i. in België een assisenzaak)
Ten vierde: diefstal van eerder gepubliceerd onderzoek
Omdat ik toch gisteren naar de bibliotheek moest heb ik ook Rombauts kennis van het Latijn eens getest. Er waren twee Nederlandse vertalingen van Caesar aanwezig en wat blijkt? Rombaut maakte er geen gebruik van. Dan maar een Engelse genomen om te zien of hij de vertalingen uit het Engels vertaalde: ook niet! Uit het Frans evenmin. Maakte hij ze dan zelf? Het ziet er naar uit, maar ze zijn zeer kort bij de Latijnse tekst, moet ik zeggen.
En zo kan ik nog doorgaan
23-05-2007 om 01:08
geschreven door Hendrik de Bouw
|