link zustersite www.bloggen.be/jcb
  • Julius Caesar in België: fundamenten, grondslagen, achtergronden en publicaties
  •  © Copyright 2006 Hans Rombaut, Het Wiel

    Alle teksten op deze weblog, ondertekend met Hans Rombaut, zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen op geen enkele wijze worden verspreid of gebruikt of overgenomen, tenzij de auteur hiervoor toestemming heeft gegeven en mits de bron duidelijk wordt vermeld.

    Inhoud blog
  • Thuin: deel 2
  • Thuin: deel 1
  • Voorstelling Nationaal Biografisch Woordenboek deel 20
  • verschijning NBW deel 20
  • Antwoord 12/6 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006 (laatste deel)
  • Antwoord 12/5 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/4op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/3 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/2 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/1 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 11 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006.
  • Antwoord 10 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 9 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 8 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 7 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Vademecum bij deze blog
  • Antwoord 6 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 5 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 4 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Platteau: deel 2
  • Platteau: deel 1
  • Nota bij de publicatie van de inleiding van de thesis
  • Mededeling
  • verwijdering reacties
  • Argumentatie 2 tegen de uitspraken van Geert van de Plassche van 16 augustus 2008, 22u28
  • Argumentatie tegen de uitspraken van Geert Van de Plassche van 16 aug. 08, 22u28
  • Fonetische verwantschap tussen /b/ en /m/: een argument extra pro Sabis = Samme
  • Antwoord 3 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • BELANGRIJK BERICHT!!
  • Wikipedia spelletjes
  • Lezing H. Rombaut Centrum voor Europese Cultuur: Caesar en het Scheldebekken
  • VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • BIJKOMEND ARGUMENT IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' PLAGIAAT ALFRED MICHIELS: HISTOIRE? IS 'T WAAR? antwoord aan µALFRED £MICHIELS
  • TWEEDE BEWIJS DIEFSTAL ALFRED MICHIELS IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' - VILARIACUM-WILRIJK STAAT REEDS IN THESIS ROMBAUT 1985 p. 250
  • NIEUWE SITE n.a.v. Thesis-pagina's vroegste geschiedenis Antwerpen en Omgeving p204-254
  • HET BOEK 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' BEWIJST HET PLAGIAAT DOOR ALFRED MICHIELS
  • Het Land van Rijen oktober 1983- april 1984
  • Thesis-pagina's vroegste geschiedenis Antwerpen
  • tijdelijke sluiting discussieforum
  • Aan A. Sermon
  • De historische waarheid
  • Feiten en fabels p.63-p.77
  • Verderzetting discussie Antwerpen
  • 'eorum' en de fonetische verwantschap tussen /b/ en /m/
  • antwoord op Sermon zijn beschuldigingen
  • antwoord op nog enkele opmerkingen en vragen (G. Vandeplassche)
  • Antwoord 2 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 1 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord op de aanklacht van Robert Nouwen in AVRA-Bulletin 2006
  • 'Steden des Tijds' Teleac 1990
  • Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Hans Rombaut: wetenschappelijke loopbaan (vervolg)
  • Hans Rombaut: wetenschappelijke loopbaan en lijst publicaties
  • Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • Plagiaat?
  • Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Caesars castra bij de Aisne
  • Identificatie Noviodunum
  • Antwoord op Geert Vandeplassches ‘Slag bij Chestres’, deel 1, 2 en 3
  • Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Et alia plurima
  • Portus Itius ontdekt!
  • Tweede antwoord van Hans Rombaut aan Leopold Winckelmans (eerste deel)
  • Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • “Julius Caesar in België” in de gewone boekhandel:
  • De Beverburcht
  • Commentaren op “Julius Caesar in België”
  • Hoe kan u BESTELLEN
  • Straffe toeren 5
  • Straffe toeren 4
  • Straffe toeren 3
  • Straffe toeren 2
  • wat als u problemen met bestellen via e-mail ondervindt
  • recensie SEMafoor
  • bundel kritiek en antwoorden
  • voor boekhandelaars
  • Antwoord op Cuyt: deel 16
  • Antwoord op Cuyt: deel 15
  • Antwoord op Cuyt: deel 14
  • Antwoord op Cuyt: deel 13
  • Antwoord op Cuyt: deel 12
  • Antwoord op Cuyt: deel 11
  • Antwoord op Cuyt: deel 10
  • Antwoord op Cuyt: deel 9
  • recensie BOEKEN uitpers
  • Antwoord op Cuyt: deel 8
  • Antwoord op Cuyt: deel 7
  • Antwoord op Cuyt: deel 6
  • Antwoord op Cuyt: deel 5
  • Antwoord op Cuyt: deel 4
  • Antwoord op Cuyt: deel 3
  • Antwoord op Cuyt: deel 2
  • Antwoord op Cuyt: deel 1
  • Eerlijkheid duurt nog altijd het langst
  • Bedankt Laurent
  • Straffe Toeren 1
  • Straffe Toeren
  • reactie Hans op Roger: archeonet
  • Rombaut publiceerde de defensieve functie van de muur van Tongeren als eerste!
  • archeonet reactie Schupperke
  • reactie archeonet: Historici - archeologen, een onmogelijk huwelijk?
  • reactie archeonet: De Boze Wolf
  • archeonet: onsportieve reactie Guido Cuyt
  • nieuwe vragen
  • S.P.Q.R nieuwsbrief
  • Tip van de sluier onderaan linker- en rechterkolom
  • antwoorden meerkeuzevragen
  • ENGLISH SUMMERY
  • AGENDA voordrachten
  • wenst u een voordracht door Hans Rombaut
  • contact auteur
  • Knack: Julius Caesar was wél in België
  • Hans te gast in 'Memo' bij Hein De Caluwé op Radio 2
  • DE TELEGRAAF: zaterdag 17 juni 06
  • vrtnieuws.net
  • interview op één in 'de zevende dag' van 18 juni 06
  • Het nieuwsblad (De Gentenaar-Het Volk)
  • interview Radio 1 'Wilde geruchten': 16 juni 06
  • persoverzicht mediargus: 15 juni 06
  • Interview Klara 14 juni 06
  • Julius Caesar in België
  • Dankwoordje van de auteur
  • speciale editie van 'HET WIEL'
  • enkele kaartjes
  • Het Land van Rijen 13
  • Het Land van Rijen 12
  • Het Land van Rijen 11
  • Het Land van Rijen 10
  • Het Land van Rijen 9
  • Het Land van Rijen 8
  • Het Land van Rijen 7
  • Het Land van Rijen 6
  • Het Land van Rijen 5
  • Het Land van Rijen 4
  • Het Land van Rijen 3
  • Het Land van Rijen 2
  • Het Land van Rijen oktober 1983
  • Korte toelichting
  • Feiten en fabels p.72
  • Feiten en fabels p.77
  • Feiten en fabels p.76
  • Feiten en fabels p.75
  • Feiten en fabels p.74
  • Feiten en fabels p.73
  • Feiten en fabels p.71
  • Feiten en fabels p.70
  • Feiten en fabels p.69
  • Feiten en fabels p.68
  • Feiten en fabels p.67
  • Feiten en fabels p.66
  • Feiten en fabels p.65
  • Feiten en fabels p.64
  • Feiten en fabels p.63
  • Steden des Tijds: p.20
  • Steden des Tijds: p.12
  • Steden des Tijds: p.29
  • Steden des Tijds: p.28
  • Steden des Tijds: p.27
  • Steden des Tijds: p.26
  • Steden des Tijds: p.25
  • Steden des Tijds: p.24
  • Steden des Tijds: p.23
  • Steden des Tijds: p.22
  • Steden des Tijds: p.21
  • Steden des Tijds: p.19
  • Steden des Tijds: p.18
  • Steden des Tijds: p.17
  • Steden des Tijds: p.16
  • Steden des Tijds: p.15
  • Steden des Tijds: p.14
  • Steden des Tijds: p.13
  • Steden des Tijds: p.11
  • Steden des Tijds: p.10
  • illustratiemateriaal
    Foto

    Charlotte Dua:
    -Ontwerp kaft
    -Vormgeving kaartjes

    Foto
    Foto
    Foto
    Mijn favorieten
  • Bloggen.be
  • Gemeente Niel
  • Universa Press
  • Ecomuseum en Archief van de Boomse Baksteen (EMABB)
  • Publicaties HET WIEL, Tijdschrift voor de Geschiedenis van de Rupelstreek en Klein-Brabant
    Rondvraag / Poll
    1. Na de slag bij de Aisne (Bibrax, Chestres, zie tip van de sluier deel 1) vervolgt Caesar in 57 voor Chr. zijn opmars in westelijke richting. Bij de Suessiones (omgeving van Soissons) wil hij de burcht Noviodunum onmiddellijk bij de aankomst van zijn leger belegeren, maar hij doet dat niet. Waarom?
    a. De Auguren voorspellen een slechte afloop van de strijd
    b. Caesar acht de plaats strategisch gezien niet van belang en gaat er gewoon voorbij
    c. Het aantal manschappen in de burcht lijkt hem te groot
    d. De omwalling is te hoog en de gracht te breed
    Bekijk resultaat

    Rondvraag / Poll
    3. De Ambiani (omgeving van Amiens) geven zich in 57 voor Chr. na de Bellovaci en de Suessiones eveneens over aan de oprukkende troepen van Julius Caesar. Hun hoofdstad is Samarobriua. Dit is een Keltische naam met volgens de toponymie volgende betekenis:
    a. Burcht aan de Somme
    b. Bocht van de Somme
    c. Brug over de Somme
    d. Plaats om samen te komen
    Bekijk resultaat

    Rondvraag / Poll
    5. In vijandelijk gebied moest Caesar zich kunnen oriënteren, d.w.z dat hij vooral moest kunnen inschatten waar hij was en hoeveel tijd hij nodig had om zijn troepen van de ene plaats naar de andere te brengen en eventueel om op dezelfde plaats terug te keren. Aan de hand van welk hulpmiddel moet hij zich volgens de auteur van Julius Caesar in België hebben georiënteerd bij zijn opmars?
    a. De stand van de sterren
    b. Kaarten van het Romeinse leger
    c. De loop van de rivieren
    d. Het kompas
    Bekijk resultaat

    Julius Caesar in België
    Hans Rombaut
    De vroegste geschiedenis van Gallia Belgica historisch geografisch benaderd vanuit de Bello Gallico
    19-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lezing H. Rombaut Centrum voor Europese Cultuur: Caesar en het Scheldebekken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Klik op afbeelding in een pagina om haar te openen en te vergroten

    De voorzitter van het Centrum voor Europese Cultuur, de heer Mark Eyskens,

    nodigt u vriendelijk uit op de lezing:

    Julius Caesar in België
    Identificaties ten noorden van de Seine en
    historisch-geografische consequenties voor het Scheldebekken

    op woensdag 16 januari 2008 om 17 uur
    in het Paleis der Academiën,
    Hertogsstraat 1, 1000 Brussel.


    Programma:

    17u00 Welkom door prof. Dr. Mark Eyskens

    17u15 De heer Hans Rombaut
    (Vlaams Instituut voor Geschiedenis): 

    18u45 Discussie

    Na afloop wordt u vriendelijk uitgenodigd op de receptie

    Inchrijvingen:
    Contact:
    cec@kvab.be

    tel: 02 550 23 22
    fax: 02 550 23 25

    De heer/mevrouw_________Schrijft zich in met ____ personen en
    betaalt _______ euro (€ 5,00 pp.) door
    storting op het nummer 091-0119992-32
    van de Koninklijke Vlaamse Academie van
    België voor Wetenschappen en Kunsten.
    (Voor KVAB en VLAST leden gratis toegang)

    Opmerking: gelieve bij uw inschrijving steeds naam, voornaam, (functie), adres en/of e-mail op te geven

    bron: www.kvab.be



    18-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS

    VIERDE BEWIJS IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN DE DIEFSTAL DOOR ALFRED MICHIELS: SCHOL. ARAT.

    Met Germanicus zijn we eindelijk gekomen bij datgene waar het voor Alfred Michiels eigenlijk allemaal om gaat: wie vond nu de naamverklaring van Antwerpen uit de vormen “Anduaeripae” en “Ambaeduaeripae”?

    Alfred Michiels beweert natuurlijk dat hij die naamverklaring van Antwerpen heeft gevonden. Nadat ik hem over de mogelijke evolutie van de naam “Antwerpen” uit de samenstelling van “Anduae” (contractie van “Ambaeduae”) met “Ripae” had verteld, organiseerde hijzelf daartoe een interview tijdens de tweede helft van augustus 1989 met journaliste Caroline Vanneste. In dat interview eigent Alfred Michiels zich de vondst toe dat de naam Antwerpen voortkomt uit “Anduaeripae”. Dit verscheen in Gazet van Antwerpen eind augustus 1989 als een donderslag bij heldere hemel.

    Natuurlijk liet ik dit niet zomaar van mij afpikken. Als auteur van deze toponymische verklaring confronteerde ik hem met een mogelijke onvolkomenheid in deze etymologie. Hij verwachtte dan ook een correctie, wanneer ik de eerstvolgende keer tegen zijn diefstal reageerde. Maar die correctie kwam er niet: ik bevestigde de etymologie uit het Latijn via “Ambaeduaeripae” en “Anduaeripae” in De Standaard in september 1989. Daarop bedacht hij de zogenaamde val voor mij waarover hij spreekt in zijn leugenachtige pdf-file (die eind mei 2007 met de hulp van www.archeonet.be werd verspreid en die nog steeds op het worldwideweb te vinden is) maar ook in de krant De Morgen in september 1989.

    Doordat hijzelf toegeeft dat hij voor mij een valstrik organiseerde (d.w.z. dat hij openlijk toegeeft dat hij misleidende informatie aan de geschreven pers bezorgde), pleegt Alfred Michiels een persmisdrijf. Wat voor hem wellicht maar een bagatel lijkt, krijgt volgens de Belgische grondwet ineens enorme juridische proporties. Persmisdrijven zijn in België namelijk geen lichte misdaad, maar een assisenzaak! Dit heeft alles te maken met de Belgische grondwet van 1830 die zeer verregaand beïnvloed is door liberale ideeën, die o.m. de persvrijheid zeer hoog in het vaandel voeren. Zowel Gazet van Antwerpen en a fortiori De Morgen kunnen de heer Michiels nu voor assisen dagen. Het merkwaardige hierbij is nu dat ik hem de verdediging kan bezorgen die hem hiervan vrij pleit! Want wat hij beweert een val te zijn geweest (hiermee bedoel ik dus het interview dat hij gaf aan Gazet van Antwerpen in augustus 1989), was helemaal geen val! Wel was het ordinaire diefstal, maar dat is geen assisenzaak.

    Om Alfred Michiels van assisen te sparen zal Julius Caesar Germanicus, die we reeds in het “Derde Bewijs van de diefstal van Alfred Michiels” opvoerden, een primordiale rol spelen!

    Waarom had Michiels deze val nodig? De reden daarvan is dat ik hem na het verschijnen van zijn interview in Gazet van Antwerpen meedeelde dat de naamverklaring voor Antwerpen uit het post-klassiek Latijn “Anduaeripae” en “Ambaeduaeripae” niet helemaal correct was. Hij moest nu een mogelijke weerlegging van mij voor blijven. Hij wachtte dus af welke correctie er van mijnentwege zou komen, maar die kwam er niet. Zoals gezegd verscheen er in De Standaard van begin september 1989 wel een reactie van mij, maar daarin bevestig ik de vorm “Ambaeduaeripae” als mijn vondst.

    Wat doet nu Alfred Michiels ? Hij begint die vorm – die in zijn ogen uit het post-klassiek Latijn komt – te ridiculiseren. Hij roept de autoriteit in van zijn generatiegenoot prof. Jozef Van Loon in de op de spits gedreven dubbele bladzijden van De Morgen die later in september 1989 verschenen: “Ambaeduaeripae” zou zelfs geen Latijn zijn. Ik hoop voor prof. Jozef Van Loon dat hij de woorden die hem in de mond worden gelegd nooit heeft gezegd, m.a.w. dat de uitspraak “prof. Van Loon zegt: “Ambaeduaeripae” is zelfs geen Latijn” een zoveelste leugen van Alfred Michiels is (maar Michiels herhaalt dit in 2007 nog eens in zijn misdadige pdf-file, waarvan de verspreiding mee op de verantwoordelijkheid van www.archeonet.be berust). “Ambaeduaeripae” is wel degelijk puur klassiek Latijn. In het taalkundig onderzoek is dit moeilijk terug te vinden als men niet naar een gespecialiseerde bibliotheek (of een seminarie voor klassieke talen) gaat zoals de heer Michiels, die zich liever laat bedienen door loopjongens. Classicus Alfred Michiels blijft geloven in wat ik hem suggereerde, namelijk dat de samenstelling “Amboduo” geen klassiek Latijn is, maar post-klassiek Latijn. En inderdaad: in geen enkel modern Latijns repertorium vind je “amboduo” terug. Hij wijdt er dan ook een speciale kadertekst aan op p. 145 en 146 van zijn boek.

    Door de vormen “Ambaeduaeripae” en “Anduaeripae” als klassiek Latijn en Latijn tout court te verwerpen maakte Alfred Michiels het zichzelf wel heel erg moeilijk. Hij vindt echter een oplossing via een gefingeerde Keltische volksnaam “Ambiduesr(e)ipi”, die uit het Keltisch via het vulgair Latijn naar het laat-middeleeuwse “Ansdous + ripi” evolueert. Zijn oplossingen zijn aan de ene kant niet eenduidig maar van de andere zijde wel zeer creatief. Of om het anders te zeggen: Alfred Michiels maakt er nu een knoeiboel van. De etymologie die eruit voortvloeit en die hij publiceert in zijn boek in 2007 is gewoon fout.

    Centraal in zijn betoog staan de vormen “Andouerpenses”, “Andouerpis” en “Anderpus”, de eerste twee uit de “Vita Eligii” (ca. 700), de derde vorm staat vermeld op een munt (daterend uit de vroege 7de eeuw). Deze perfect uit het klassieke Latijn te verklaren vormen plaatst Alfred Michiels tussen een Keltische vorm “Ambidoues” of “Andoues” + “Repi” (p. 151 en 158-159) en een vorm die hij samenstelt uit het Latijn “Amboduo” via het oud-Franse telwoord, vermeld in het beroemde Chanson de Roland (volgens hem begin 11de eeuw, maar meestal ca. 1080 gedateerd) “Ansdous” + “Ripi” (p. 145-146). Dit maakt dat het samenstellende element “Andoue” in de naam Antwerpen chronologisch bekeken zowel vóór de vormen vermeld in de 7de eeuw als bij de latere evolutie van datzelfde “Andoue” een “s” krijgt toegevoegd. Zowel zijn Keltische reconstructies “Ambodoues” en “Andoues” (Michiels, p. 151 bovenaan) als het oud-Franse “Ansdous” bevatten een samengestelde vorm uitgaand op “s”. Precies omwille van de hinderlijke “s” in het midden van de samenstelling "Ambidoues + ripi" kunnen Michiels’ Keltische vorm “Ambidouesr(e)ipi” als zijn oud-Franse vorm “Ansdous” + “Ripi” niet in overeenstemming worden gebracht met de vormen “Andouerpis”, “Andouerpenses” en “Anderpus” uit de 7de eeuw. Die “s” krijg je er niet zomaar uit als die er eenmaal in zit, en je voegt ze ook niet zomaar toe als ze er voorheen niet in zat! Zeker niet in een omgeving als Antwerpen, die in die jaren zeker reeds Germaanstalig was (vergelijk met de “s” uit “Insula” bewaard in het toponiem “Rijsel” uit “Ter IJsel”, maar in het Frans “Lille”). Michiels verklaart de vormen uit de 7de eeuw als Latijnse varianten van “Ambidouesrepi” of “Andouesrepi” (Michiels, 2007, p. 159). De Keltische volksstam waarnaar volgens hem Antwerpen werd genoemd waren dus de “Ambidouesr(e)ipi” (zie ook de samenvatting van Michiels’ lezing op de website van het Antwerps Genootschap voor Geschiedenis).

    Dat komt ervan als je als classicus onvoldoende klassiek Latijn kent! Ik had in augustus 1989 voor de vorm “Anduaeripae” namelijk een verklaring uit het klassiek Latijn, maar de basis waarop die is gestoeld heb ik aan Alfred Michiels niet meegedeeld, omdat ik gealarmeerd was door de hardnekkigheid waarmee hij tevoren naar de referentie van Antwerpen in de uitgave van de “Annales Fuldenses” had gevraagd (cf. DERDE BEWIJS). De oorspronkelijke vorm “Anduaeripae” had ik hem echter al bekend gemaakt. Ik kon dat niet meer terugroepen en dus wist hij eigenlijk al te veel. Met een mogelijke falsaris voor mij, zou het nu zeer moeilijk worden om hem nog te ontmaskeren indien hij de bedoeling zou hebben om de naamverklaring voor Antwerpen te stelen.

    Vaststellend dat classicus Michiels tot in detail alle informatie noteerde die ik hem vertelde, gaf ik hem toch meer dan ik eigenlijk moest vertellen, evenwel zonder mijn bron prijs te geven. Ik vertelde hem dat ik in laat-Latijnse literatuur een vermelding van “Amboduo” had gevonden, een voorbeeld dus. Het voorbeeld was bovendien zelfs in het vrouwelijk: “ambaeduae quidem subtiles videntur stellae”, dus compleet passend bij “ripae”. Natuurlijk moest hij weten waar dit vandaan kwam. Ik dicteerde vervolgens “Schol. Arat., p. 296, 8”. U vindt de aanhaling in zijn boek p. 146 met verwijzing naar voetnoot 373 p. 222! Hij vroeg me nog: “wat is dat: Schol. Arat.?” Nu, dat heb ik hem niet verteld! Ik dacht toen: als het vanavond de laatste keer is dat ik met hem over de vroegste geschiedenis én de naamverklaring van Antwerpen spreek, dan moet hij er maar zelf zien achter te komen, waar dat vandaan komt! Nu heeft hij daar 18 jaar de tijd voor gehad en het is hem niet gelukt. Ik zei hem dus: “ik heb die verwijzing zo gevonden” en zo staat ze dan ook in zijn voetnoot 373 p. 222. Vele classici die vertrouwd zijn met de repertoria zullen nu wel lachen, want zij weten al lang waar dit uit vandaan komt, nl. uit de bekende “Thesaurus Linguae Latinae”, het repertorium bij uitstek voor de classicus en het klassieke Latijn! In zijn boek citeert Michiels het zelf twee keer, op p. 225 in voetnoten 437 en 438, ongetwijfeld op basis van gegevens die iemand anders hem heeft aangeleverd of die hij in een studie heeft gevonden waarvan hij dan maar de referentie heeft overgenomen. Dit laatste doen heel veel studenten in hun papers en thesissen, maar het is o zo gevaarlijk, als het werk wordt verbeterd door iemand die vertrouwd is met de literatuur en de repertoria. Ze vallen dan door de mand en krijgen tot hun eigen verbazing niet de punten die ze dachten te verdienen. Dit gebeurt nu ook met Alfred Michiels.

    Wellicht heeft hij radeloos gezocht in de repertoria die hij binnen zijn bereik vond naar een vorm in het post-klassiek Latijn verwant aan “Amboduo”, maar hij heeft die niet gevonden. Hij kwam niet verder dan de vormen uit het oud Frans, bijvoorbeeld in A.J. GREIMAS, ‘Dictionnaire de l’ancien Français jusqu’au milieu du XIVe siècle’, Parijs, 1968, waarin op p. 30 de vorm “Andos, -dui” te vinden is, met verwijzing naar “Ambesdous, Ansdous” p. 26, met daarbij “adj. Pl. – Ambedui, Andui (1080, Roland) (Lat. Ambos Duos)”.

    “Amboduo” vindt men namelijk terug, en m.i. alleen daar, in de “Thesaurus Linguae Latinae”, vol. I, Leipzig, 1900, kol. 1866: “Amboduo, -ae: Schol. Arat, p. 296, 8, ‘ambaeduae quidem subtiles videntur stellae’ [valachice: aminda, ital.: amedue, francogallice vet.: andui]!!!

    Wat is nu “Schol. Arat.” in de “Thesaurus”? “Schol. Arat” verwijst naar het gedicht “Phaenomena” van de Griekse dichter Aratos, waarvan 3 Latijnse versies bestaan, de “Scholia et glossemata in Arati Phaenomena”, waarvan de versie in hexameter op naam staat van de auteur Caius Julius Caesar Germanicus, kleinzoon via dubbele adoptie van Augustus en broer van de latere keizer Claudius. Germanicus werd geboren in 14 voor Chr. Hij overleed (wellicht t.g.v. vergiftiging) in 19 na Chr. Germanicus was in het Romeinse Rijk de meest geliefde telg uit de familie van de Julii en voorbestemd om keizer te worden. De Latijnse vertaling van Aratus' Phaenoomena wordt dus aan hem toegeschreven. Als men weet dat het Klassieke Latijn maar gedurende ongeveer een eeuw heeft bestaan en dan nog voornamelijk literair, nl. vanaf Caesars “De Bello Gallico” tot en met de schrijvers in de periode van Augustus (Livius, Vergilius, Horatius…), dus vanaf ca. 50 BC tot 50 AD, dan beseft iedereen wel dat het Latijnse gedicht waar de “Thesaurus” hier naar verwijst, vertaald is uit het Grieks in de volle periode van het klassieke Latijn. Mogelijk (wellicht) heeft Germanicus hierbij wel de hulp gehad van een van de beroemde schrijvers uit de Pax Augustea, wat het “klassiek latinistische” karakter van dit “Ambaeduae” nog versterkt. “Schol. Arat.” in de “Thesaurus Linguae Latinae” verwijst naar de uitgave van het gedicht van Aratus in het Latijn, door J. Th. BUHLE, Leipzig, 1801. Aratos zelf was een Hellinistisch dichter die leefde van omstreeks 315 tot 245 voor Chr. Er zijn twee gedichten van hem bewaard, waarvan het in het Latijn vertaalde gedicht “Phaenomena” in hexameter 732 verzen lang is. Het gedicht “Phaenomena” handelt over het heelal, de sterren en de geografie. Het fragment dat in de “Thesaurus” werd geciteerd is dus exemplarisch! De Latijnse bewerking dateert zeker van vóór 19 na Chr.

    Hoe gering het aantal vermeldingen van “Amboduo” in het klassieke Latijn ook is, de “Thesaurus” toont onmiddellijk aan dat het woord op zeer brede geografische basis heeft voortgeleefd: als “aminde” in Roemenië (hiervoor staat “valachice”), als “amedue” in Italië en als “Andui” in het oud Frans!

    Dat het telwoord “Ambaeduae” in het oud Frans “Andui” wordt, laat ons toe een post-klassieke vorm in het Latijn te reconstrueren nl. de nog in het vrouwelijk verbogen vorm “Anduae”. Gekoppeld aan “Ripae” geeft dit een even klassieke toponymische vorming van de plaatsnaam “Antwerpen” uit “Anduaeripae” als “Saverne” wordt teruggevoerd tot “Tres Tabernae”, de plaats “Ripon”, vanwaar de H. Willibrord afkomstig was, tot “Ripae” of Michiels’ eigen verklaring voor Duffel uit Duo Flumina (p. 77).

    Het toppunt is nu dat classicus Alfred Michiels, niet op de hoogte zijnde dat “Amboduo” klassiek Latijn is, op p. 157 van zijn boek het zijns inziens laat-Latijnse “Amboduo” laat ontstaan onder invloed van het Keltisch! Wat een taalkundige blunder. En zo iemand durft mij op het worldwideweb, verspreid met de hulp van www.archeonet.be, te verwijten dat ik onvoldoende Latijn ken. Zo iemand, die niet terugschrikt voor ordinaire wetenschappelijke diefstal die ik verschillende malen zwart op wit kan bewijzen, krijgt een klankbord via het Antwerps Genootschap voor Geschiedenis. Voormalig voorzitter, wijlen professor Walter Couvreur, moest het weten! Zo iemand krijgt de steun van Dr. Robert Nouwen, die zijn doctoraat over Tongeren fundeerde op een stelling uit een artikel van mij uit 1990 (wetenschappelijke diefstal, mij gesignaleerd in 1994 door mijn vroegere collega Olivier Debaere; het doctoraat mij bezorgd door leescommissaris prof. dr. W. Clarysse). Zo iemand krijgt de steun van voormalig stadsarcheoloog Tony Oost “voor de promotie van zijn boek” (weer een loopjongen). Zo iemand krijgt de steun van Guido Cuyt, die in 1987 probeerde de valse Sarapis-scherf van Kontich voor echt te laten doorgaan (ontmaskerd in 2002-2003 door, jawel, nogmaals dezelfde Willy Clarysse). Waar kwam die valse scherf volgens de AVRA-bulletin nu ook weer vandaan? O ja, van een grapjas. Maar zijn naam hebben ze (nog altijd) niet bekend gemaakt.


    Hans Rombaut


    17-12-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES

    DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN'

    Op de website van het Antwerps Genootschap voor Geschiedenis vinden we sinds kort de samenvatting van de lezing die Alfred Michiels op 4 december 2007 hield voor dit eerbiedwaardige Genootschap. De vereniging bracht mij met enige fierheid van de voorbeeldige ijver van de heer Michiels op de hoogte. We hebben de samenvatting direct, maar met enige verwondering gelezen.

    Wat blijkt? De heer Michiels rangschikt de “Annales Fuldenses” onder de betrouwbare bronnen voor de vroege geschiedenis van Antwerpen. Dit is wel verwonderlijk

    De “Annales Fuldenses” zijn immers helemaal niet zo betrouwbaar voor de geschiedenis van Antwerpen als ze op het eerste zicht wel lijken. Door de studies van de Nederlandse historicus en toponymist D.P. Blok over de Noormanneninvallen en de handelsplaats Dorestad rees er vanaf 1978 en zeker vanaf 1981 serieuze twijfel over deze bron, en nog wel precies over dat gedeelte waarin Antwerpen voorkomt, dat is het deel vanaf het jaar 823 tot en met het jaar 838. Met D.P. Blok begonnen ook andere specialisten aan de “Annales Fuldenses” te twijfelen, o.m. ook Adriaan Verhulst. In het bijzonder op aanraden van mijn toenmalige collega bij Verhulst, George Declercq, die mijn onderzoek over de vroegmiddeleeuwse geschiedenis van Antwerpen volgde, maakte ik in de loop van 1987 een diepgaande kritische studie van deze bron met bijzondere aandacht voor de vroegste geschiedenis van Antwerpen. De neerslag daarvan verscheen in de “Bulletin van de Antwerpse Vereniging voor Bodem- en Grotonderzoek”, jaargang 1988, nr. 2, p. 1-13. De integrale tekst van deze studie plaatsten we reeds op de zusterblog, want het tijdschrift is zeer moeilijk te vinden. Wie het daadwerkelijk wil raadplegen kan dat in de bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap in Antwerpen, waar ik een kopie deponeerde.

    Tijdens een van mijn laatste ontmoetingen in 1989 bij de heer Michiels thuis sprak ik met hem over deze “Annales Fuldenses” in verband met Antwerpen. Daarbij citeerde ik de passus die hij in zijn boek p.106 weergeeft: “Nordmanni Antwerpam civitatem incendunt”. Dit citaat is echter niet volledig, want er staat nog heel wat voor en er volgt: “similiter et Witlam emporium iuxta ostium Mosae fluminis, et a Frisionibus tributum acceperunt”. De gehele passage luidt dus in het Nederlands: “De Noormannen brandden de civitas Antwerpen plat tegelijkertijd met het emporium Witla aan de monding van de Maas, en van de Friezen ontvingen ze een schatting”. Daarnaast staat het woord “Anno” of “A°” zoals Michiels het citeert niet in de tekst van de bronnenuitgaven. Ik zeg hier heel bewust ‘bronnenuitgaven’, meervoud dus, want de tekst werd tweemaal uitgegeven. De volledige passage vindt u op de zustersite onder “Studie Vermelding Antwerpen Annales Fuldenses 836” p. 1.

    Wat ik aan Alfred Michiels toen niet vertelde was dat er problemen bestonden rond de authenticiteit van de “Annales Fuldenses”. Niet dat ik dat niet wilde doen, maar in het kader van de monologen die ik bij Alfred Michiels hield over de vroegste geschiedenis van Antwerpen, was deze moeilijke bronnentraditie van de “Annales Fuldenses” iets te hinderlijk om aan bod te laten komen.

    Wel deelde ik hem mee wie de auteur van de “Annales Fuldenses” was, nl “Einhard” of nog beter “Eginhard”, en ik zei ook dat deze persoon ooit verbleef in de abdij van Fulda en dat de “Annales Fuldenses” vandaar hun naam hebben gekregen. Ook vertelde ik dat Einhard de gebeurtenissen anno 836 nog als tijdgenoot meemaakte. Michiels noteerde dit zorgvuldig, vroeg terloops ook op welke pagina van de bronnenuitgave die tekst stond en noteerde de pagina die ik hem aanwees. Ik kreeg echter niet de gelegenheid om alles te vertellen, want mijn tijd bij Alfred Michiels was beperkt.

    In zijn boek “Andouerpis Antwerpen” publiceert Alfred Michiels in 2007 zonder enige schroom al deze gegevens, o.m. ook dat Eginhard behoorde tot de abdij van Fulda. Volgens hem was hij een monnik van deze abdij. Dit laatste is natuurlijk niet het geval. Eginhard, zoals ik de auteur noemde, is niemand minder dan de beroemde Einhard. Hij was nooit monnik in Fulda, maar wel de zeer bekende biograaf van Karel de Grote, geboren omstreeks 770 en overleden op 14 maart 840. Hij was getrouwd met Imma. Na haar dood in 836 trad hij als monnik in zijn lievelingsklooster, de abdij van Seligenstadt, dus niet in de abdij van Fulda. Wel had hij in Fulda als kind of als jongeling zijn opleiding genoten. Hij was dus al 66 maar nog in leven in 836 wanneer de “Annales Fuldenses”, ook “Rijksannalen” genoemd, de verwoesting van Antwerpen en Witla vermeldden.

    Deze Einhard was tijdens zijn publieke carrière ook lekeabt geweest van verschillende belangrijke vroegmiddeleeuwse abdijen, o.m. van de abdijen van St.-Pieters en St.-Baafs van Gent. Daarom kreeg hij een biografie in het “Nationaal Biografisch Woordenboek”, dl. II, Brussel, 1966 door R. Van Caenegem. Deze R. Van Caenegem vermeldt in die biografie trouwens expliciet dat Einhard ten onrechte als auteur van de “Rijksannalen” wordt beschouwd, nl. op de overgang van kol. 191 naar 192!

    Het onterechte auteurschap van Einhard van dit gedeelte van de “Annales Fuldenses” komt voort uit een welbepaalde kopie van de “Annales Fuldenses” van het begin van de 10de eeuw, het handschrift 1, waarin na het jaar 838 de frase “hucusque Enhardus” (“tot hier Einhard”) werd geïnterpoleerd. In 1826 geeft G. Pertz het eerste gedeelte van deze “Annales” uit op basis van dit handschrift en vermeldt dan ook argeloos Einhard als auteur (“Annalium Fuldensium pars prima inde ab anno 680 usque ad annum 838 auctore Einhardo”).

    Omdat Einhard zo’n hoge ambtenaar was in het rijk van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome kregen de “Annales Fuldenses” van toen af de naam van “Rijksannalen”. In vele abdijen en scriptoria werden er kopieën van gemaakt, zodat het inderdaad eigenlijk reeds sinds het midden van de 10de eeuw is dat de “Annales Fuldenses” ook als “Rijksannalen” kunnen worden beschouwd.

    Na 1826 ontdekte men echter andere versies van de “Annales Fuldenses”. Belangrijk is dat deze handschriften Einhard niet vermelden. Daarom gaf in 1891 F. Kurze deze “Annales Fuldenses” opnieuw uit met vermelding van de andere handschriften. Uitgever Kurze stelde echter het auteurschap van Einhard uit het eerste handschrift niet in vraag. Dat deed S. Hellmann in 1909! Hij noemt het gedeelte van de tekst dat door het eerste handschrift, en door de uitgevers Pertz en Kurze aan Einhard werd toegeschreven (het deel vanaf het jaar 823 tot 838) terecht “Pseudo-Einhardus”. Einhard was immers nooit monnik in Fulda geweest en hij verbleef op het moment dat deze “Annales” ontstonden in Seligenstadt, niet in Fulda.

    Mijn studie over de “Annales Fuldenses” gaat voort op Hellmann, die wel het auteurschap van Einhard compleet op de helling heeft gezet, maar daarom nog niet de gegevens die erin vermeld worden. D.P. Blok doet dat echter wel, op basis van een veel langere tekst, de “Annales Bertiniani” (een gelijkaardige bron, maar ontstaan langs West-Frankische zijde). Daarin worden een aantal van dezelfde gebeurtenissen verhaald, de passage over Antwerpen echter niet. Daarom negeert Blok de “Annales Fuldenses” volledig. Mijns inziens een foute conclusie, want het oudste handschrift dateert toch al van het begin van de 10de eeuw. Enkel de auteur klopt niet.

    In mijn studie toon ik zeer duidelijk aan dat de “Annales Fuldenses” als historische bron wel betrouwbaar zijn, ook de passus over Antwerpen anno 836 die vermeld wordt. Met Hellmann ga ik akkoord dat de compilatie van tenminste 4 teksten (een stuk tot het jaar 823, een tweede deel van 823 tot 838, een derde deel van 838 tot 863 en een vierde van 863 tot 887) moet zijn ontstaan tussen 882 en 887. Hierin interesseert mij natuurlijk de “Vorlage” waarin Antwerpen voorkomt. De originaliteit van deze tekst wordt niet in vraag gesteld. Ook niet door Hellmann. Misschien was hij zelfs wat langer, en stonden er feiten in van vóór 823 en liep hij ook nog door na 838, maar werden die passages niet in de compilatie opgenomen. De originele versie van het onderdeel van de “Annales Fuldenses” waarin de verwoesting van Antwerpen wordt vermeld (de periode 823-838) moet op basis van mijn inwendig-kritisch onderzoek ontstaan zijn tussen 839 en 855 (zie mijn studie uit 1988 p. 4 einde van de voorlaatste paragraaf) en is dus quasi contemporain aan het jaar 836. Ik heb deze erg ingewikkelde bronnenoverlevering bij Michiels thuis niet vermeld. U begrijpt dat het zo al moeilijk genoeg was en wist ik veel dat hij mijn onderzoek op zijn naam wilde schrijven… Hij begeeft zich dan ook op uiterst glad terrein.

    Dit betekent dus dat de heer Alfred Michiels over de problemen met deze tekst totaal onwetend was. Hij kent bijgevolg het citaat over Antwerpen enkel via mij. Hij wist niet dat in dezelfde tekst “similiter” Witla aan de Maasmonding wordt geciteerd evenals de belasting die de Noormannen innen bij de Friezen. Daarom kan Alfred Michiels ook niet zien dat Sigebert van Gembloux in de 11de eeuw voor het jaar 836-837 een versie van de “Annales Fuldenses” gebruikte toen hij zijn “Chronicon” schreef. Nochtans is het duidelijk dat het citaat van Sigebert op p. 107 van Michiels’ boek schatplichtig is aan de passage uit de “Annales Fuldenses” die volledig wordt aangehaald op p. 1 van mijn artikel van 1988.

    Maar er is meer. Doordat ik de ingewikkelde bronnenoverlevering van de “Annales Fuldenses” aan Alfred Michiels niet heb kunnen vertellen, heeft Alfred Michiels in 1989 ook niet voldoende kunnen noteren wat nodig was om in 2007 over de “Annales Fuldenses” te kunnen schrijven zonder zijn diefstal verborgen te houden. Nu volgt het ene accident na het andere.

    De uitgave van Pertz uit 1826 is hem totaal onbekend en komt dan ook niet voor in zijn bibliografie. Wel citeert hij de uitgave van Kurze uit 1891, die in zijn bibliografie terug te vinden is p. 188 onder de letter E als “Einhardi Fuldenses Annales”, een draak van een titel als je die vergelijkt met die van Kurze: “Annales Fuldenses sive Annales Regni Francorum orientalis ab Einhardo…”.

    Maar wat zou de rechter van ons commentaar zeggen bij Michiels’ voetnoot nr. 285 op p. 218, de voetnoot waarnaar hij verwijst op p.106, waar hij de “Annales Fuldenses” zogezegd citeert? Deze voetnoot nr. 285 vermeldt de uitgave van F. Kurze uit 1891, met als pagina 360. De tekst over Antwerpen bij Kurze staat echter helemaal niet op p. 360 maar op p. 27! Dit is niet zomaar toeval! De bewuste p. 360 is namelijk de bladzijde waarop in de uitgave van Pertz uit 1826 de passage over Antwerpen staat! Zoals gezegd kent Alfred Michiels de uitgave van Pertz niet! Waar komt dan dat paginanummer vandaan? Ik heb bij Michiels gewoon bij toeval de pagina van de editie van Pertz geciteerd als de pagina bij Kurze. Michiels heeft toen gewoon het paginanummer van de verkeerde editie opgeschreven. Ik herinner mij nog goed dat Alfred Michiels me op zeker ogenblik vroeg op welke pagina de tekst over Antwerpen in de uitgave van de “Annales Fuldenses” stond. Ik antwoordde hem: “dat moet ik even nakijken in de voetnoten”, waarop ik naar de betreffende bladzijde 9 van mijn artikel uit 1988 bladerde, en vervolgens met mijn vinger voetnoot 8 volgde tot aan “p. 360”, dit is de pagina uit Pertz. Direct na “p. 360” volgt echter een kommapunt. De voetnoot loopt verder met de titel van de tweede uitgave van de “Annales Fuldenses”, die van F. Kurze, maar ik moest toen van mevrouw Michiels weg en mijn vinger ging niet voorbij de naam van Kurze. Alfred Michiels volgde mijn vinger, die doorschoof tot aan de naam Kurze, met de grootste aandacht, maar zag niet dat de voetnoot nog een paar regels langer was! Wellicht omdat het in vele bronnenuitgaven gebruikelijk is dat een uitgever van een bron na de titel van het uitgegeven werk wordt vermeld, interpreteerde Michiels p. 360 als de bewuste bladzijde uit Kurze (als bewijs: zie onze zusterblog, Annales Fuldenses, p. 9).

    Bij toeval maakte ik nog een foutje, nl. de titel van de reeks van de M.G.H. waarin de uitgave van F. Kurze in 1891 verscheen: ik citeerde die als “SS. (Scriptores) Rerum Germanorum”, terwijl ze in werkelijkheid “SS. Rerum Germanicarum” heet. Dit laatste is dus iets helemaal anders. De beroemde Romeinse generaal Germanicus was zelf helemaal geen Germanus! Het is dan toch wel lachwekkend dat onderaan p. 188 in Michiels’ “Andouerpis Antwerpen”, Rumst, 2007 “M.G.H., SS. Rerum Germanorum, 7, 1891” staat en dat hij als classicus niet heeft opgemerkt dat er iets schortte met de titel van deze reeks bronnenuitgaven, die totaal niets met de Germanen te maken heeft, maar wel met het Germaanse gedeelte van het Frankische Rijk of het H. Roomse Rijk der Duitse Natie!

    U kunt dan wel geloven hoe blij ik ben met het verschijnen van Michiels’ boek. Ik heb er 18 jaar op moeten wachten. Dat hij samen met zijn trawanten “pugnis et calcibus” mijn reputatie veel schade heeft kunnen toebrengen ondervind ik inmiddels dagelijks. Zo daagden op mijn lezing in Boom op 13 december 2007 slechts 10 mensen op. Maar op lange termijn kan nu eindelijk elke belangstellende lezen en nagaan wie van ons beiden hier het daadwerkelijke onderzoek naar de vroege geschiedenis en de naamverklaring van Antwerpen verrichtte.

    Professor Els Witte vertelde me nog onlangs de boutade: “wij historici werken eigenlijk voor eeuwigheid”. Hoewel ik als historicus a-religieus ben, vond ik in haar uitspraak een religieus element en dat zit er onmiskenbaar in. Religie zoekt naar de ultieme “waarheid”. Zo is voor de katholieken Jezus “de weg, de waarheid en het leven”. De geschiedenis zoekt echter naar de waarheid op basis van controleerbare gegevens. Geschiedenis is de praktische toepassing van het spreekwoord “Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel”. Ik gebruikte elders voor deze strijd de woorden: “cum lenitate veritatis”. Daar voeg ik nu “pugnax” aan toe: “met de kalmte van de waarheid strijdvaardig”


    Hans Rombaut




    Bestellen per e-mail

    Druk op onderstaande knop om te bestellen per e-mail. Vergeet niet uw NAAM en ADRES, telefoon/gsm en eventueel e-mail te vermelden. Alvast van harte bedankt!



    Hoofdpunten blog jcb
  • Inleiding Thesis: 'Verafgelegen domeinen van abdijen in Noord-Gallië'
  • Samenvatting lezing. De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836, door Hans Rombaut voor het Antwerps Genootschap voor Geschiedenis, 4 september 2007


    Gastenboek
  • Edecor
  • Now
  • RE
  • Now
  • Now

    Druk op onderstaande knop om een berichtje of reactie te plaatsen


    Laatste commentaren
  • Geen "v" in merowingisch schrift, wel relevant (Hans Rombaut)
        op Argumentatie 2 tegen de uitspraken van Geert van de Plassche van 16 augustus 2008, 22u28
  • Niet relevant (Geert Vandeplassche)
        op Argumentatie 2 tegen de uitspraken van Geert van de Plassche van 16 augustus 2008, 22u28
  • Vervolg argumentatie afleiding Antwerpen van Ambaeduaueripae (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Vervolg argumentatie afleiding Antwerpen van Ambaeduaueripae (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Frankrijk (Bart)
        op Antwoord op Cuyt: deel 1
  • Antwerpen komt uit Ambaeduaeripae (Hans Rombaut)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Vita Eligii /Monumenta Germaniae Historica (MGH) (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Bronvermelding vergeten (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • De Samme is de Sabim toch! (Hans Rombaut)
        op Wikipedia spelletjes
  • De Samme is de Sabis niet (Armand SERMON)
        op Wikipedia spelletjes
  • ambduo 2 (Hans Rombaut)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • amboduo (Hans Rombaut)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • SCHOL.Arat (Hans Rombaut)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • SCHOL. Arat. in de Thesaurus (leopold winckelmans)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • Aratusvertalingen (Leopold Winckelmans)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • Caesar en Antwerpen (Lieven Druylinckx)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • Antwerpen en Antwerpenaars (Jan Batens)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Naamsverklaring in boek Michiels klopt niet (geert vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • toegang (Ellen)
        op TWEEDE BEWIJS DIEFSTAL ALFRED MICHIELS IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' - VILARIACUM-WILRIJK STAAT REEDS IN THESIS ROMBAUT 1985 p. 250
  • Kontich - Wilrijk (µalfred £michiels)
        op TWEEDE BEWIJS DIEFSTAL ALFRED MICHIELS IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' - VILARIACUM-WILRIJK STAAT REEDS IN THESIS ROMBAUT 1985 p. 250
  • Kelten. (Toscaan)
        op Antwoord op Cuyt: deel 1
  • u leest niet wat er staat (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • geen falsificatie (Ellen)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • screening (ellen serrien)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • wetenschappelijk publicatie (ellen)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • Sammium en Sabium (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Na de feiten (Hans Rombaut)
        op De historische waarheid
  • de samme is de sabis niet (Armand Sermon)
        op De historische waarheid
  • plagiaat van Hans Rombaut (Alfred Michiels)
        op De historische waarheid
  • de samme is de sabis niet (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • plagiaat van alfred michiels (hans rombaut)
        op De historische waarheid
  • Fabels fabels en fabels (Alfred Michiels)
        op De historische waarheid
  • Fabels en Fabels over naam Antwerpen (Alfred Michiels)
        op Feiten en fabels p.63-p.77
  • naam Antwerpen (alfred Michiels)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • archeonet (Ellen)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • Antwoord op eorum en droge route (Geert Vandeplassche)
        op 'eorum' en de fonetische verwantschap tussen /b/ en /m/
  • RRL site Gazet van Antwerpen (Geert Vandeplassche)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • error site aan Geert (Ellen)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • deze reactie vervangt en vernietigt de vorige, die per ongeluk te snel op de blog terecht kwam (Geert Vandeplassche)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • Andouerpis -Antwerpen 2 vraagjes aan Alfred Michiels (Geert Vandeplassche)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • uitnodiging (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Waarom de Samme de Sabis niet is (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • hoe het begon... (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • bevoegheid ter zake (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • geef aan Cuyt wat Cuyt toekomt?? (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • De identificatie van de Sabis met de Samme is NIET FOUT (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Uw verhaal over Sabis is TOTAAL fout (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • rue César Jolimont (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Condé (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • condatum (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • reactie (Geert Vandeplassche)
        op antwoord op nog enkele opmerkingen en vragen (G. Vandeplassche)
  • Altissimas ripas (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme Haine (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Haine en Scheldebekken (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme Haine (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme en Haine (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • samme haine (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme en Hene (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • samme (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • ste.-waudru (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • waldetrudis en niet aldegondis (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • waltrudis en toch aldegondis (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • waldetrudis en niet aldegondis (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Reactie op Armand Sermon (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • aisne (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • e-mailreacties van GvdP (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • tegenvoorstel aan ArcheoNet (hans rombaut)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • antwoord ArcheoNet (ArcheoNet Vlaanderen)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • antwoord archeonet (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • anreppen (Geert Vandeplassche)
        op Plagiaat?
  • Antwoord op uw v raag (geert.vandeplassche)
        op Plagiaat?
  • Antwoord op uw vraag (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • Antwoord gestuurd naar archeonet (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • gallo romeinse namen (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • plagiaat doorprikt (Hendrik de Bouw)
        op Plagiaat?
  • Antweerepen (Hans Rombaut)
        op Plagiaat?
  • Anreppen Antwerpen (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • wat doe je tegen oneerlijkheid? (Ellen)
        op Plagiaat?
  • Link (laurent Provost)
        op Plagiaat?
  • Géén plagiaat ! (Laurent Provost)
        op Plagiaat?
  • Geen rivieroversteken tussen Axona en Sabis (geert.vandeplassche)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • benieuwd wat er nu weer volgt (jeroen vanden borre)
        op archeonet reactie Schupperke
  • Genoeg! (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Vraagje (Geert Vandeplassche)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Portus Itius (hans rombaut)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • Arnoulds eerlijkheid is van goud (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Romeinen in Antwerpen! Wie kwam er uit het oude Rome naar hier? (hans rombaut)
        op Antwoord op Cuyt: deel 13
  • Romeinen in Antwerpen: ja! soldaten? (Ivan Derycke)
        op Antwoord op Cuyt: deel 13
  • Portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • Napoleon III (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • gebiedende wijs (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Linkeroever is de sleutel (geert.vandeplassche)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Linkeroever is de sleutel (geert.vandeplassche)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Toevoer afsnijden = omsingelen want... (hans rombaut)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • chaudardes (hans rombaut)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Saint-Thomas/berry-au-Bac (hans rombaut)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Samme-Sennete-Zenne (hans rombaut)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • Archief per week
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 28/11-04/12 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 17/12-23/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 09/10-15/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 26/09-02/10 2005

    Jan Verelst: Fotomateriaal
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • blog Laurent Provost
  • archeonet.nl

  • Blog als favoriet !

    Zoeken met Google



    Zoeken in blog


    Rondvraag / Poll
    2. De burcht waar de Bellovaci (omgeving van Beauvai) zich verschansen tegen Caesar heet Bratuspantium. Heel lang dacht men dat dit de Keltische naam van Beauvais was. Recentelijk rees hierover twijfel. Waarom?
    a. Beauvais werd pas gesticht na de verovering en heette Caesaromagus
    b. Bratuspantium werd teruggevonden 13 km ten zuidoosten van Baeuvais (Mont-César
    c. Bratuspantium werd op bevel van Caesar volledig verwoest en alle sporen ervan zijn uitgewist
    d. Beauvais ligt niet op de route die Caesar volgde
    Bekijk resultaat


    Rondvraag / Poll
    4. In Julius Caesar in België pleit de auteur ervoor dat Caesar in 57 voor Chr. zou zijn doorgestoten tot aan de westelijke kust van Frankrijk. Hij doet dit a.d.h.v. een welbepaalde plaatsnaam, Nigella, die doorwaadbare plaats zou betekenen. Wat is de naam van de plaats tot waar Caesar zou zijn geweest in 57 voor Chr. vooraleer zijn opmars om te keren naar het noordoosten, richting Nerviërs?
    a. Nesle-sur-Mer
    b. Nielles-sur-Mer
    c. Nivelles-sur-Mer
    d. Noyelles-sur-Mer
    Bekijk resultaat



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs