Antwoord op Geert Vandeplassches Slag bij Chestres, deel 1, 2 en 3
Mijn dank, mijnheer Vandeplassche, voor zoveel lof op het einde van uw eerste bericht. Velen delen uw positieve mening over mijn studie blijkbaar niet. Het lijkt erop dat mijn boek meer een punchbal is waarnaar naar hartelust kan uitgehaald worden, zonder dat de waarde ervan ook maar wordt gezien. Er wordt gevlooid naar kleine, meestal vermeende onvolkomenheden. Het is mij dan ook een raadsel waarom sommige stommiteiten als het kan niet dat Atuatuca de huidige stad Tongeren is of dat de Paemani niet mogen geassocieerd worden met de Famenne niet onderhevig zijn geweest aan vergelijkbare kritiek.
Ik stelde inmiddels vast dat u tweemaal heeft gecorrigeerd om de militaire posities aan de Aisne te kunnen invullen, op basis van de identificaties die ik voorstelde, nl. Chestres = Castra, Vouziers = bruggenhoofd, St.-Lambert-les-Bièvres = Bibrax. Mijn dank voor het vertrouwen. Het was dus inderdaad nodig de gegevens uit BG II, 5, 9 en 10 te combineren om de posities bij de Slag aan de Aisne te kunnen inschatten.
Nu was het mijn bedoeling in mijn boek enkele geografische ankerpunten van BG in onze gewesten vast te leggen. Elders heb ik reeds vermeld dat daar heel veel moed voor nodig was, want vele vermeende geografische ankerpunten waren al gedurende tientallen jaren, ja zelfs bijna 150 jaar vastgeroest. Bibrax, Castra en het Bruggenhoofd aan de Aisne zijn daar bij. Het was dan ook voor mij verrassend dat de oplossing, die ik in mijn boek suggereerde, mogelijk was.
Dat daarom niet alle details onmiddellijk kloppen is geen verrassing voor mij. De Bello Gallico moeten we dan wel geografisch als correct beschouwen, de tekst beschrijft evenwel een minimum aan gegevens. De bronnen waaruit werd geput om dit werk te schrijven moeten veel meer gegevens hebben bevat. Wellicht zijn dat de persoonlijke herinneringen geweest van een aantal betrokkenen, maar vooral het legerarchief moet hebben gediend bij de redactie van het boek. Daarom zijn er zoveel gegevens over landschappelijke beschrijvingen, afstanden, militaire acties enzovoort, maar héél veel ontbreekt.
De situatie door u beschreven in 'Chestres2' is m.i. bijna correct. Ik geef u de volgende aanpassingen mee. Moeras en Belgen uit uw schema moeten verplaatst worden naar Zuiden, want de Belgen kwamen van Bibrax (St.-Lambert-les-Bièvres). Vanuit die positie bevindt de Aisne zich ten noorden achter het kamp te Chestres (het kaartje in mijn boek geeft voor de Aisne de huidige, licht geschematiseerde loop, daar waar in werkelijkheid, en ongetwijfeld ook in de Romeinse tijd, de Aisne veel dichter de hoge natuurlijke wal ten noorden van het kamp van Chestres volgt). Vouziers en Titurius (= Bruggenhoofd) aan de linkeroever (met dank voor uw terechte bijkomende opmerking) van de Aisne moeten veel korter bij Chestres worden gesitueerd (overeenkomstig de realiteit), want net ten zuiden van Vouziers bevindt zich nu nog een moerassige vlakte ten oosten van de Aisne, die verder in oostelijke richting eindigt in het hoger oplopende landschap van de Argonne. Dus zien de Belgen, komend vanuit het zuiden, voor zich een moerassige vlakte met daarachter het legerkamp van Caesar, met ten westen daarvan het Bruggenhoofd over de Aisne die zijn loop voortzet achter Caesars castra. Vanuit het zuiden konden de Belgen het land van de Remi binnengaan, daar verwoestingen aanrichten, Caesars slagorde confronteren, zijn toevoer afsnijden en het Bruggenhoofd van Vouziers aanvallen. Het is echt interessant om ter plaatse de door mij geïdentificeerde plaatsen eens te gaan bekijken. Dit zou verhelderend zijn, maar heb dan respect voor het archeologische werk dat in die omgeving nog dient te worden verricht! De sites werden door mij doorgegeven aan de Franse archeologische diensten van INRAP. Of er veel waardevols kan gevonden worden betwijfel ik, want slagvelden werden in oude tijden meestal grondig geplunderd. Merkwaardig is dat in dit gebied ook het front van de Eerste Wereldoorlog tot stilstand kwam. Het is m.i. echter geen toeval.
Hans Rombaut