Antwoord 2 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
Baksteenwaar is van belang. Waarom?
Zogenaamde baksteenwaar wordt archeologisch vaak niet op zijn waarde beoordeeld, maar het geval van de opgravingen op Stadsparking Antwerpen tart elke verbeelding. In een stadskern als die van de metropool, waar gedurende negentienhonderd jaar de stedelijke activiteiten zoveel sporen hebben kunnen uitwissen, heeft men het overgrote deel van de Romeinse baksteenwaar als archeologisch bewijsmateriaal laten verdwijnen. Eerlijk gezegd: ik zou daarover niet graag de verantwoordelijkheid dragen tegenover de toekomstige generaties, maar laat ons hopen dat bijvoorbeeld opgravingen bij het badhuis aan de Burchtgracht de archeologie een tweede kans geven!
Dakpanstempels zijn immers erg belangrijk voor de identificatie van bepaalde Romeinse legerafdelingen. Dat is de reden waarom mijn oplossing van PRIMCORS als PRIMA COHORS onvolledig was. Oost kan dan wel uithalen naar mij op de autoriteit van Devijver en Bogaers, maar hij weet niet waarom. Een dakpanstempeling van een eerste cohort zonder naam heeft namelijk geen zin. Ik wist dat niet, want ik ben geen specialist terzake. Wel een eerlijk onderzoeker naar de vroegste geschiedenis van de stad Antwerpen, die destijds de hand uitstak naar de archeologie, als historicus met specialisatie vroege middeleeuwen en historische geografie. En daarbij wordt datgene wat ik al twintig jaar lang denk en ook reeds gepubliceerd heb, nu uiteindelijk bevestigd: de stempels met PRIMCORS, gevonden in Antwerpen, zijn van het grootste belang voor de interpretatie van Verhulsts Vorlage van het Merovingische Castrum Antwerpis (726/7), met name een afdeling van het Romeinse leger, de Cohors I Corsorum. Dit is precies op dezelfde basis als voor zovele andere plaatsen over heel Europa, waar bepaalde legerafdelingen werden gelokaliseerd, in Nederland, Duitsland, Hongarije, Engeland, Frankrijk, enzovoort, soms op geen ruimere basis dan die van één scherf! De consequenties voor de vroegste geschiedenis van Antwerpen zijn enorm. Adriaan Verhulst, die hieromtrent op 19 april 1989 tijdens een avond over de vroegste geschiedenis van Antwerpen zo voor schut werd gezet (o.m. met het betwijfelen van de echtheid van de vroegmiddeleeuwse geschreven bronnen!) had gelijk! De Romeinse "Vorlage" voor het castrum Antwerpis was op dat moment al archeologisch gevonden, eerst in 1975 met de eerste scherf waarop PRIMCORS was vermeld, later nogmaals door een gelijkaardige scherf, die als ik het goed heb, in de Gallo-Romeinse bodem werd aangetroffen. Dit is dus niet buiten context!
Ook de CGPF stempels van de Classis Germanica, gevonden in Rumst en Rijmenam zijn belangrijk. Dat Oost durft beweren dat de dakpannen met de CGPF stempel niet bewijzen dat de Romeinse vloot in Germanië of een onderdeel van die vloot daar heeft verbleven is onwaar. De fragmenten met die stempel bewijzen dat wel degelijk! C.B. Rüger gebruikte de CGPF-stempel van Rumst zelfs om aan te tonen dat het gebied van de provincie Germania Inferior mogelijk tot Rumst reikte. Misschien was dit ook een overhaaste conclusie? Helaas legt Rüger Rumst foutief aan de monding van Rupel en Schelde. Ik vermeldde dit in mijn boek p. 61 voetnoot 74, als zijnde weinig accuraat vanwege Rüger. Maar misschien diende Rügers kaart met de aanduiding van Rumst aan de monding van Rupel en Schelde wel als basis voor de uitspraak van Oost dat Rumst de enige plaats is aan de Schelde waar er met zekerheid sporen van Romeinse militaire aanwezigheid werden aangetroffen (cf Antwoord 1 op Tony Oost)?
Het mag dan wel worden beweerd dat die scherf van Rumst met daarop CGPF als aanduiding voor de Romeinse militaire aanwezigheid, bevestigd werd door een spitsgracht die er werd teruggevonden. Maar misschien is die spitgracht zo we Oosts redenering voor de Antwerpse vondsten consequent mogen verdertrekken ook gegraven door boeren? Dat kan toch? Maar de Rumstse spitsgracht wordt dan misschien op haar beurt bevestigd als een militaire constructie door de CGPF-stempel die duidt op een legereenheid? Tussendoor even dit tussen haakjes: waren de vondsten te Rijmenam en Rumst ook geen losse vondsten? Daar mag dan geen conclusie aan verbonden worden? Wordt vervolgd
Hans Rombaut
|