link zustersite www.bloggen.be/jcb
  • Julius Caesar in België: fundamenten, grondslagen, achtergronden en publicaties
  •  © Copyright 2006 Hans Rombaut, Het Wiel

    Alle teksten op deze weblog, ondertekend met Hans Rombaut, zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen op geen enkele wijze worden verspreid of gebruikt of overgenomen, tenzij de auteur hiervoor toestemming heeft gegeven en mits de bron duidelijk wordt vermeld.

    Inhoud blog
  • Thuin: deel 2
  • Thuin: deel 1
  • Voorstelling Nationaal Biografisch Woordenboek deel 20
  • verschijning NBW deel 20
  • Antwoord 12/6 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006 (laatste deel)
  • Antwoord 12/5 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/4op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/3 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/2 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 12/1 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 11 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006.
  • Antwoord 10 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 9 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 8 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 7 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Vademecum bij deze blog
  • Antwoord 6 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 5 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Antwoord 4 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-bulletin 2006
  • Platteau: deel 2
  • Platteau: deel 1
  • Nota bij de publicatie van de inleiding van de thesis
  • Mededeling
  • verwijdering reacties
  • Argumentatie 2 tegen de uitspraken van Geert van de Plassche van 16 augustus 2008, 22u28
  • Argumentatie tegen de uitspraken van Geert Van de Plassche van 16 aug. 08, 22u28
  • Fonetische verwantschap tussen /b/ en /m/: een argument extra pro Sabis = Samme
  • Antwoord 3 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • BELANGRIJK BERICHT!!
  • Wikipedia spelletjes
  • Lezing H. Rombaut Centrum voor Europese Cultuur: Caesar en het Scheldebekken
  • VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • BIJKOMEND ARGUMENT IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' PLAGIAAT ALFRED MICHIELS: HISTOIRE? IS 'T WAAR? antwoord aan µALFRED £MICHIELS
  • TWEEDE BEWIJS DIEFSTAL ALFRED MICHIELS IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' - VILARIACUM-WILRIJK STAAT REEDS IN THESIS ROMBAUT 1985 p. 250
  • NIEUWE SITE n.a.v. Thesis-pagina's vroegste geschiedenis Antwerpen en Omgeving p204-254
  • HET BOEK 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' BEWIJST HET PLAGIAAT DOOR ALFRED MICHIELS
  • Het Land van Rijen oktober 1983- april 1984
  • Thesis-pagina's vroegste geschiedenis Antwerpen
  • tijdelijke sluiting discussieforum
  • Aan A. Sermon
  • De historische waarheid
  • Feiten en fabels p.63-p.77
  • Verderzetting discussie Antwerpen
  • 'eorum' en de fonetische verwantschap tussen /b/ en /m/
  • antwoord op Sermon zijn beschuldigingen
  • antwoord op nog enkele opmerkingen en vragen (G. Vandeplassche)
  • Antwoord 2 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord 1 op Tony Oosts bijdrage in de AVRA-Bulletin 2006
  • Antwoord op de aanklacht van Robert Nouwen in AVRA-Bulletin 2006
  • 'Steden des Tijds' Teleac 1990
  • Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Hans Rombaut: wetenschappelijke loopbaan (vervolg)
  • Hans Rombaut: wetenschappelijke loopbaan en lijst publicaties
  • Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • Plagiaat?
  • Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Caesars castra bij de Aisne
  • Identificatie Noviodunum
  • Antwoord op Geert Vandeplassches ‘Slag bij Chestres’, deel 1, 2 en 3
  • Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Et alia plurima
  • Portus Itius ontdekt!
  • Tweede antwoord van Hans Rombaut aan Leopold Winckelmans (eerste deel)
  • Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • “Julius Caesar in België” in de gewone boekhandel:
  • De Beverburcht
  • Commentaren op “Julius Caesar in België”
  • Hoe kan u BESTELLEN
  • Straffe toeren 5
  • Straffe toeren 4
  • Straffe toeren 3
  • Straffe toeren 2
  • wat als u problemen met bestellen via e-mail ondervindt
  • recensie SEMafoor
  • bundel kritiek en antwoorden
  • voor boekhandelaars
  • Antwoord op Cuyt: deel 16
  • Antwoord op Cuyt: deel 15
  • Antwoord op Cuyt: deel 14
  • Antwoord op Cuyt: deel 13
  • Antwoord op Cuyt: deel 12
  • Antwoord op Cuyt: deel 11
  • Antwoord op Cuyt: deel 10
  • Antwoord op Cuyt: deel 9
  • recensie BOEKEN uitpers
  • Antwoord op Cuyt: deel 8
  • Antwoord op Cuyt: deel 7
  • Antwoord op Cuyt: deel 6
  • Antwoord op Cuyt: deel 5
  • Antwoord op Cuyt: deel 4
  • Antwoord op Cuyt: deel 3
  • Antwoord op Cuyt: deel 2
  • Antwoord op Cuyt: deel 1
  • Eerlijkheid duurt nog altijd het langst
  • Bedankt Laurent
  • Straffe Toeren 1
  • Straffe Toeren
  • reactie Hans op Roger: archeonet
  • Rombaut publiceerde de defensieve functie van de muur van Tongeren als eerste!
  • archeonet reactie Schupperke
  • reactie archeonet: Historici - archeologen, een onmogelijk huwelijk?
  • reactie archeonet: De Boze Wolf
  • archeonet: onsportieve reactie Guido Cuyt
  • nieuwe vragen
  • S.P.Q.R nieuwsbrief
  • Tip van de sluier onderaan linker- en rechterkolom
  • antwoorden meerkeuzevragen
  • ENGLISH SUMMERY
  • AGENDA voordrachten
  • wenst u een voordracht door Hans Rombaut
  • contact auteur
  • Knack: Julius Caesar was wél in België
  • Hans te gast in 'Memo' bij Hein De Caluwé op Radio 2
  • DE TELEGRAAF: zaterdag 17 juni 06
  • vrtnieuws.net
  • interview op één in 'de zevende dag' van 18 juni 06
  • Het nieuwsblad (De Gentenaar-Het Volk)
  • interview Radio 1 'Wilde geruchten': 16 juni 06
  • persoverzicht mediargus: 15 juni 06
  • Interview Klara 14 juni 06
  • Julius Caesar in België
  • Dankwoordje van de auteur
  • speciale editie van 'HET WIEL'
  • enkele kaartjes
  • Het Land van Rijen 13
  • Het Land van Rijen 12
  • Het Land van Rijen 11
  • Het Land van Rijen 10
  • Het Land van Rijen 9
  • Het Land van Rijen 8
  • Het Land van Rijen 7
  • Het Land van Rijen 6
  • Het Land van Rijen 5
  • Het Land van Rijen 4
  • Het Land van Rijen 3
  • Het Land van Rijen 2
  • Het Land van Rijen oktober 1983
  • Korte toelichting
  • Feiten en fabels p.72
  • Feiten en fabels p.77
  • Feiten en fabels p.76
  • Feiten en fabels p.75
  • Feiten en fabels p.74
  • Feiten en fabels p.73
  • Feiten en fabels p.71
  • Feiten en fabels p.70
  • Feiten en fabels p.69
  • Feiten en fabels p.68
  • Feiten en fabels p.67
  • Feiten en fabels p.66
  • Feiten en fabels p.65
  • Feiten en fabels p.64
  • Feiten en fabels p.63
  • Steden des Tijds: p.20
  • Steden des Tijds: p.12
  • Steden des Tijds: p.29
  • Steden des Tijds: p.28
  • Steden des Tijds: p.27
  • Steden des Tijds: p.26
  • Steden des Tijds: p.25
  • Steden des Tijds: p.24
  • Steden des Tijds: p.23
  • Steden des Tijds: p.22
  • Steden des Tijds: p.21
  • Steden des Tijds: p.19
  • Steden des Tijds: p.18
  • Steden des Tijds: p.17
  • Steden des Tijds: p.16
  • Steden des Tijds: p.15
  • Steden des Tijds: p.14
  • Steden des Tijds: p.13
  • Steden des Tijds: p.11
  • Steden des Tijds: p.10
  • illustratiemateriaal
    Foto

    Charlotte Dua:
    -Ontwerp kaft
    -Vormgeving kaartjes

    Foto
    Foto
    Foto
    Mijn favorieten
  • Bloggen.be
  • Gemeente Niel
  • Universa Press
  • Ecomuseum en Archief van de Boomse Baksteen (EMABB)
  • Publicaties HET WIEL, Tijdschrift voor de Geschiedenis van de Rupelstreek en Klein-Brabant
    Rondvraag / Poll
    1. Na de slag bij de Aisne (Bibrax, Chestres, zie tip van de sluier deel 1) vervolgt Caesar in 57 voor Chr. zijn opmars in westelijke richting. Bij de Suessiones (omgeving van Soissons) wil hij de burcht Noviodunum onmiddellijk bij de aankomst van zijn leger belegeren, maar hij doet dat niet. Waarom?
    a. De Auguren voorspellen een slechte afloop van de strijd
    b. Caesar acht de plaats strategisch gezien niet van belang en gaat er gewoon voorbij
    c. Het aantal manschappen in de burcht lijkt hem te groot
    d. De omwalling is te hoog en de gracht te breed
    Bekijk resultaat

    Rondvraag / Poll
    3. De Ambiani (omgeving van Amiens) geven zich in 57 voor Chr. na de Bellovaci en de Suessiones eveneens over aan de oprukkende troepen van Julius Caesar. Hun hoofdstad is Samarobriua. Dit is een Keltische naam met volgens de toponymie volgende betekenis:
    a. Burcht aan de Somme
    b. Bocht van de Somme
    c. Brug over de Somme
    d. Plaats om samen te komen
    Bekijk resultaat

    Rondvraag / Poll
    5. In vijandelijk gebied moest Caesar zich kunnen oriënteren, d.w.z dat hij vooral moest kunnen inschatten waar hij was en hoeveel tijd hij nodig had om zijn troepen van de ene plaats naar de andere te brengen en eventueel om op dezelfde plaats terug te keren. Aan de hand van welk hulpmiddel moet hij zich volgens de auteur van Julius Caesar in België hebben georiënteerd bij zijn opmars?
    a. De stand van de sterren
    b. Kaarten van het Romeinse leger
    c. De loop van de rivieren
    d. Het kompas
    Bekijk resultaat

    Julius Caesar in België
    Hans Rombaut
    De vroegste geschiedenis van Gallia Belgica historisch geografisch benaderd vanuit de Bello Gallico
    28-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antwoord op Cuyt: deel 9

    Antwoord op Cuyt: deel 9

     

    Beschouwingen over § 15 (van lijn 124 tot 134)

     

    Pas de montagne sans vallée

     

    Na een aantal denigrerende insinuaties omtrent mijn visie over de plaats Atuatuca die niets wetenschappelijks hebben, herhaalt Cuyt de beschuldiging van bronvervalsing en het gebruik van de trukendoos: ik tover volgens hem een rivier te voorschijn die in De Bello Gallico niet voorkomt. De bedoelde passage is het tweede deel van BG V, 32: “collocatis insidiis bipartito in silvis opportuno atque occulto loco a milibus passuum circiter duobus Romanorum adventum exspectabant, et cum se maior pars agminis in magnam convallem demisisset, ex utraque parte eius vallis subito se ostenderunt novissimosque premere et primos prohibere ascensu atque iniquissimo nostris loco proelium comittere coeperunt” (Ze wachtten de komst van de Romeinen af nadat ze zich in twee delen hadden opgesplitst en in hinderlaag hadden gelegd in de bossen op een geschikte en heimelijke plaats op ongeveer twee mijl [van het kamp]. Toen het grootste deel van de colonne in een lang dal was afgedaald, kwamen ze [= de Eburonen] plots van beide kanten van het dal te voorschijn, dreven de achterhoede in het nauw, beletten de voorhoede de andere kant van het dal te beklimmen en vatten op een ongelijke plaats de strijd aan met de onzen).

     

    Maakt Caesar hier geen gewag van een rivier? Ben ik een auteur te kwader trouw, zoals Cuyt beweert? Waar gaat het hier eigenlijk over? Het handelt hier over de begrippen “vallis” en “convallis” (vallei), over de beschrijving van de troepenbewegingen van Romeinen en Eburonen en op welke manier en afstand van Atuatuca de Romeinse soldaten in die vallei werden ingesloten. De Romeinen daalden op 2 mijl of 3 km van het kamp Atuatuca met zo’n negen- tot tienduizend soldaten (1 legioen en 5 cohorten) gevolgd door de legertros met een lengte van om en bij de 500 tot 1000 meter (vergelijk met de acht legioenen tegenover de veel grotere legertroep der Belgae tussen Chestres en Termes aan de Aisne die een lengte had van 8 mijl of 12 km) af in een vallei en werden het terug uit de vallei komen belet, terwijl de achterhoede werd geblokkeerd. Resultaat: de Romeinen zaten in de “val”.

     

    Het begrip “vallis” nu draagt de betekenis van waterloop in zich. Dat doet trouwens het ervan afgeleide “vallum” of verdedigingswal eveneens: als men met aarde een ophoging maakt impliceert dit het uitgraven van de bodem daar vlakbij. Het is handig: door de gracht te graven heeft men na de aanleg van de wal de dubbele hoogte en kan men de hindernis nog moeilijker maken door de uitgegraven strook vol water te zetten. Het Nederlandse woord “wal” is trouwens afgeleid van “vallis”, zie maar in Van Dale, 13de uitgave, 1999, onder Wal, p. 3893: [1201-1250 < klass. Lat. Vallen], met betekenissen "1. opgeworpen ophoping grond, 2. waterkant". Interessant is trouwens ook betekenis III van het werkwoord “vallen” in Van Dale, p. 3614 welke inhoudt: “langs een helling naar beneden komen, naar beneden gericht zijn, 1 (van een waterloop) langs een helling naar beneden komen: vallen in –, uitmonden in: De Main valt in de Rijn; de Veluwse weteringen vallen bij Hatten in de hoofdstroom”. Deze betekenis is ongetwijfeld verwant aan het Franse aval (tegenover amont) voortkomend uit ad vallem met herkomst en betekenis volgens P. Robert, Dictionnaire alphabétique et analogique de la Langue française, Parijs, 1964, dl. I, p. 349: “de à et val. En suivant la pente de la vallée. Le côté vers lequel descend un cours d’eau, d’une vallée”.

     

    Voor het Nederlandse woord “vallei” geeft Van Dale dan ook terecht een herkomst uit het Frans, nl. p. 3613: Vallei: < Vallée, met als verklaring “geleidelijk dalende, vrij uitgestrekte inzinking van de bodem tussen hoogvlakten, bergen of heuvels (waardoor vaak een rivier stroomt). Deze verklaring is analoog aan die voor het Engelse “valley” in The Concise Oxford Dictionary, Oxford, 1991, p. 1356: Valley: “a low area more or less enclosed by hills and usually with a stream flowing through it”. Voor het Nederlands en het Engels is er nog een mogelijkheid dat er valleien bestaan zonder waterloop. Voor het Frans, de taal van herkomst van dit woord en voortkomend uit het Latijn “vallis”, is die mogelijkheid er niet. We halen de twee meest gezaghebbende woordenboeken aan:

     

    1. P. Robert, op. cit., 1964, dl. VI, p. 930: Vallée, 1. géogr. et langage com.: espace allongé entre deux zones plus élevées, qu’il s’agisse d’un pli concave ou, le plus souvent, de l’espace situé de part et d’autre du lit d’un cours d’eau, en contre-bas des terrains avoisinants.
    2. E. Littré, Dictionnaire de la Langue française, Parijs, Londen, 1875, dl. IV, 2416-2417: Vallée, 2. “longs sillons flexueux creusés dans le sol géologique par les cours d’eau”.

     

    Het Latijnse “vallis” op zijn beurt betekent een inzinking van de bodem, ontstaan door een waterloop. Het is misschien toch nuttig hier even stil te staan bij het begrip droge vallei en hoe uitzonderlijk, onnatuurlijk of tijdelijk deze wel zijn. Natuurlijk bestaan er valleien waarin geen waterloop aanwezig is. Ten eerste zijn er de droge valleien ontstaan door het verleggen van de oorspronkelijke waterloop en deze te vervangen door riolen, bijvoorbeeld voor de aanleg van wijken in polders en wateringen, zoals er o.m. zijn in Ekeren (de Lage Landen), Sint-Truiden en op vele andere plaatsen. Door hier de oorspronkelijke waterloop teniet te doen kent men in dergelijke gebieden vaak problemen bij hevige neerslag, zeker als de terreinen lager gelegen zijn dan de grote beken en rivieren waarnaar uitgewaterd moet worden. Evenwel doen de beschouwingen over de wateroverlast hier niet ter zake, feit is dat dit soort van droge valleien een recent fenomeen is en bijgevolg mogelijk wel vervat in de huidige betekenis van “vallei”, maar niet in de oorspronkelijke betekenis van het woord. Ten tweede zijn er de natuurlijke droge valleien. Hiervan kennen we ook verschillende soorten, bijvoorbeeld valleien ontstaan door een oorspronkelijke waterloop, waarvan de bedding tengevolge van een natuurlijke en permanente afwezigheid van water droog is komen te staan. Dit is het geval bijvoorbeeld bij woestijnvorming. Soms bestaat er zelfs nog een rivier ondergronds (bv. ten oosten van het Aralmeer, bij de Syr Darja en Amoer Darja). Maar van zodra de neerslag herneemt neemt het water de bedding van de oorspronkelijke rivier terug in en is de rivier precies niet weggeweest. Dergelijk fenomeen was in Gallië zeker niet bekend. Een ander soort van droge valleien is hieraan verwant en staat bekend als “rio seco”, met name het tijdens het droge zomerseizoen gedeeltelijk droog te komen staan van rivieren in het Middellandse Zeeklimaat, met name in Spanje. Dit is een zeer tijdelijke toestand voor een vallei waarin doorheen het grootste gedeelte van het jaar wel een rivier stroomt. Van zodra de neerslag herneemt komt de bedding terug vol water te staan. Ook tijdens het droge seizoen wordt zo’n rivierbedding erg gerespecteerd, omdat elk onverwacht onweer het water opnieuw kan doen wassen, soms zelfs zo snel dat omzichtigheid geboden is. Kortom, ook droge valleien hebben een waterloop als basis.

     

    Ontleden we nu de betekenis van het specifieke woord “convallis”, vaak zo mooi vertaald als “keteldal”. Hiervan is de betekenis eigenlijk niet met zekerheid bekend. Gewoonlijk vindt men als vertaling “rondom ingesloten dal”, iets wat in de geografie zeer weinig voorkomt en waarom “rondom ingesloten” meestal nog tussen haakjes geplaatst wordt, cf. F. Muller en E.H. Renkema, Beknopt Latijns-Nederlands Woordenboek, 8ste druk, Groningen, 1958, p. 204. “Keteldal” is een mooi woord, dat misschien wel de reële betekenis niet helemaal juist dekt. De samenstelling “con + vallis” is letterlijk “samen-dal”. In veel samenstellingen heeft “con” ook de betekenis van “eensluidend, samenhorend, overeenkomstig”, zoals het Nederlandse “samen” en “zamelen” en het Engelse “same” verwant is met het Latijn “similis” precies in de betekenis van “gelijkend” of “gelijkaardig”, zie J. De Vries en F. De Tollenaere, Etymologisch Woordenboek, 18de druk, Amsterdam, 1993, p. 437: “zamelen < samelen … een afl. van het bw. onfr. os. ohd. on. Saman, got. Samana, dat bewaard is in samen. Dit gaat weer terug op ohd. Samo, got. Sama, on. Samr ‘dezelfde’, dat verder verwant is met iers som ‘zelf’, lat. similis ‘gelijk’, gr. homos ‘dezelfde’, oind. Samá- ‘dezelfde, gelijk’. Zie verder sommig en –zaam”. Vergelijk nu deze betekenis met het Latijn con- uit cum: 1ste betekenis v. plaats: te zamen met. De semantische verwantschap tussen beide voorzetsels is dus opvallend. Ook etymologisch is er verwantschap, precies via het Griekse homos waarvan de spiritus asper in andere taalsubstraten overgegaan is tot een gutturale (g en c!, vandaar “cum, com- en con-”). Zo gezien is de kans heel groot dat “convallis” veeleer moet geïnterpreteerd worden als een dal waarvan de beide hellingen in hellingsgraad en hoogte overeenstemmen. Zoiets is wel een frequent voorkomend geografisch fenomeen, dat bovendien zeer kenmerkend is en goed te onderscheiden van de andere, veel talrijkere valleien waar die gelijkvormigheid zich niet voordoet. Welnu, het plateau rond de vallei die de Jeker heeft ingesneden ten westen van Tongeren heeft een gemiddelde en quasi constante hoogte die schommelt tussen de 100 en de 110 m boven zeeniveau. De vallei heeft een hoogte van rond de 80 tot 70 m boven zeeniveau. Ter hoogte van Tongeren is de vallei zeer breed, maar op precies twee mijl of drie km ten westen van de stad, die in de Romeinse tijd met zekerheid Atuatuca heette en van welk toponiem er maar één locatie bekend is, komen de hoogtelijnen van 100 m boven zeeniveau zeer kort bijeen, op ongeveer 500 m van elkaar. De oude Gallische weg (de recentere Romeinse weg ligt ongeveer 1 tot 2 km ten noorden) kruist de vallei van de Jeker in een schuine richting waardoor de doortocht door de vallei een stuk langer is dan dat de vallei eigenlijk breed is. De Romeinen waren daarin volledig afgedaald (soldaten en legertros). Caesar zegt dat de vijand de “primos” (de eersten of de voorhoede) belette de “ascensu” te beklimmen. Volgens de intrinsieke betekenis van vallis waren ze dus de waterloop of de rivier al overgestoken want in een vallei bevindt de rivier zich altijd op het laagste punt (ik ga hier niet in op de betekenis van “insnijden” en de eigenschappen daarvan in het landschap vanwege algemeen bekend). Daarom staat dat ook zo in mijn boek. De elementen Atuatuca als Tongeren, de afstand vermeld in de bron De Bello Gallico en de geografie van de Jekervallei bepalen perfect waar dit gebeuren plaatsvond. Eigenlijk is het bevreemdend dat men daaraan is voorbijgegaan bij de interpretatie van de vondsten te Kanne/Caster. Eén van de mensen die naar aanleiding van het verschijnen van mijn boek met mij correspondeerde, Dirk Meesen, liet mij onlangs het volgende weten: “ik wil er op wijzen (waarschijnlijk wist u dit wel) dat de Amerikaan Theodore Ayrault Dodge in zijn boek Caesar (gepubliceerd in 1892) de veldslag van Ambiorix tegen Sabinus en Cotta ook al lokaliseerde in Lauw bij Tongeren”. Dodge was een Amerikaans hoger officier met praktijkervaring uit de Burgeroorlog (1860-1865). Ik beschouw zijn beoordeling van het landschap te Lauw als strategisch overeenkomstig met De Bello Gallico als zeer zwaarwegend, dewijl ik moet bekennen dat ik zelf hoegenaamd geen kaas gegeten heb van militaire strategieën.

    Hans Rombaut


    25-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.recensie BOEKEN uitpers

    Met Julius Caesar van Italië naar Tongeren
    door Paul Vanden Bavière

    BOEKEN Uitpers

    http://www.uitpers.be/boek_view.php?id=1367

    Hans ROMBAUT. Julius Caesar in België. Uitg. Universa Press, Wetteren, 2006. 124 blz.

    De Romeinen zijn bij ons "terug van weggeweest". Dat blijkt uit de vele publicaties over hen, die de laatste jaren op de markt zijn gekomen. Zo verscheen eerder dit jaar bij het Davidsfonds "De Romeinen in België" van Robert Nouwen, die voorheen bij dezelfde uitgever "Caesar in Gallië" publiceerde. Waarbij automatisch de vraag rijst: "Is Caesar zelf tot bij ons, in het huidige België" geweest? Op die vraag antwoordt Hans Rombaut, volmondig "ja", vandaar ook de expliciete titel van zijn studie.

    Een gewaagde stelling, want nog in februari jl. poneerde prof. em. dr. Hugo Thoen, toch een zwaargewicht wat de archeologie betreft, zonder meer dat er geen enkel archeologisch bewijs bestaat dat Julius Caesar ooit een voet zette in onze gewesten. Het is dan ook wachten hoe prof. Thoen gaat reageren op dit boek. Wel is duidelijk dat de prof. het wantrouwen deelt dat Caesar’s "Commentarii de Bello Gallico", het verslag van Caesar over de Gallische oorlog voor de Senaat in Rome, lang te beurt is gevallen. Het zou een onbetrouwbaar propagandageschrift zijn.

    Maar de historisch-geograaf Hans Rombaut, gespecialiseerd in de vroege middeleeuwen, is het daar niet mee eens. Rombaut, die stafmedewerker is bij de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en onder meer redactiesecretaris is van het Nationaal Biografisch Woordenboek, waarvan onlangs het 17de deel verscheen, herlas de "Commentarii" en confronteerde de geografische informatie, die erin te vinden is met de huidige en vroegere toponymische gegevens, met archeologische data, en deed ook prospectie ter plekke. En hij moet vaststellen dat Caesar zeer nauwkeurige informatie over plaatsen en afstanden geeft, die hij toen hij zijn "Commentarii" schreef, waarschijnlijk uit de Romeinse militaire archieven putte.

    Rombaut neemt de lezer mee met Caesar van Noord-Italië (Gallia Cisalpina) tot in Tongeren, een veroveringstocht die in 58 voor Christus begon. Het jaar nadat Caesar consul in Rome was geweest en toen voor vijf jaar was benoemd tot proconsul van de provincie Gallia Cis- en Transalpina. Dankzij die functie beschikte hij over legioenen en geld, waarmee hij "vrij Gallië" (naast Gallia Cis- en Transalpina was ook al Gallia Narbonensis in Romeinse handen) onder zijn controle wilde brengen. Rombaut spitst zich toe op de verovering van Belgica (58-57 v.Chr.) en de opstand van Ambiorix, de leider van de Eburonen, in 54-53 v. Chr. Op het hele traject probeert hij de vestingen van de Galliërs, de plaatsen waar werd gevochten, en de oorden waar de Romeinen hun kampen opsloegen, te lokaliseren en te identificeren. Wat heel wat verrassend nieuw materiaal oplevert.

    Caesar rukte bij het begin van zijn campagne op door de valleien van de Rhône en de Saône. Dit om praktische redenen. De valleien zijn breed, en zo, merkt Rombaut op, de hoogteverschillen zijn gering. Geen "Ronde van Frankrijk" met hoge cols dus voor de Romeinse legioenen. En eens in vijandig gebied volgde de latere Romeinse dictator steeds rivieren, dit om strategische redenen: om ten minste aan één flank gedekt te zijn bij een aanval van vijandige stammen. Dit houdt in dat de Romeinen zeer goed op de hoogte moesten zijn van het netwerk van rivieren. En ook de Belgen wisten wat er aan de hand was, ze werden niet helemaal verrast toen Caesar met zijn legioenen oprukte, maar ze waren wel verdeeld waardoor hun coalitievorming tegen de Romeinen moeizaam verliep. Informatie en communicatie zijn niet zo’n nieuwe begrippen als velen tegenwoordig denken. (Ook waren de Romeinen na hun verovering niet de eersten om wegen, de heirbanen, aan te leggen, de Galliërs beschikten reeds over een wegennetwerk).

    In 58 v.Chr. beveiligde Caesar de oostgrens van Gallia door een versterkte wal tegen de Zwitsers aan te leggen en de Germanen uit het noordoosten van het huidige Frankrijk (o.m. uit Besançon) te verjagen. Na de winter, in 57 v.Chr. rukt Caesar via de beveiligde corridor van Rhône en Saône op naar Belgica, het noorden van Gallië. Hij bereikt de Marne en de Aisne en onderwerpt daar de Remi (denk aan Reims). Bij hen heeft de eerste confrontatie plaats met de coalitie van Belgische stammen, die in het voordeel van Caesar uitdraait. De tweede slag met een nieuwe coalitie van Belgae, onder leiding Boduognatus, de chef van de Nerviërs, wordt uitgevochten aan de Sabis. Vroeger werd aangenomen dat dit de Samber moest zijn. Maar de beschrijving van de Sabis – breed en ondiep – klopt niet met de Samber die smal en diep is. In 1941 lanceerde de Belgische historicus M.-A. Arnould de Selle, die ten zuid-westen van Valenciennes (in Frans Henegouwen), in de Schelde uitmondt als alternatief. Maar in gesprekken met Rombaut over de kwestie, zei hij niet meer te geloven in zijn eigen hypothese.

    Het was een aansporing voor Rombaut om een andere oplossing te vinden. Het zou de Samme moeten zijn, een riviertje ten noorden van La Louvière, die voldoet aan de beschrijving van Caesar. De coalitie wordt er verslagen na eerst aan de winnende hand te zijn geweest. De Atuatuci waren te laat om aan de strijd deel te nemen en trokken zich dan maar terug in hun voornaamste vesting, die door Rombaut als Gembloux wordt geïdentificeerd. Maar het bekomt hen niet goed. Ze worden belegerd door Caesar, sluiten dan maar vrede, maar met achtergehouden wapens vallen ze ’s nachts de Romeinen aan. Zowat 4.000 Atuatici sneuvelden en alle stamleden in de vesting, 53.000 in aantal, werden als slaven verkocht.

    Daarmee was de verovering van Gallië een feit: geen stam durfde het nog aan de strijd aan te gaan. Ook Ambiorix, de leider van de Eburonen, niet. Hij sloot een bondgenootschap met Caesar. Maar de relatie loopt mis en in 54 v.Chr. – Caesar was toen pas uit Brittannië naar Gallië teruggekeerd - valt hij het winterkamp van Quintus Titurius Sabina en Lucius Aurunculleius Cotta te Atuatuca aan en roeit daar een heel legioen uit. Ook een tweede kamp moet eraan geloven. Maar in 53 v. Chr. organiseert Caesar vanuit dit Atuatuca Eburonum, dat Rombaut identificeert met het later Atuatuca Tungrorum of Tongeren, wat men nu een genocide van de Eburonen zou noemen. Maar het betekende niet het einde van Tongeren, dat na Caesar een belangrijke Romeinse stad werd.

    Rijst nu de vraag waarom Caesar in Gallië niet eerst Aquitanië, dat in het zuidwesten grenst aan het al Romeinse Narbonne, aanpakte, of het gebied tussen de Garonne en de Seine. Het antwoord is graan, dat in grote hoeveelheden te vinden was in de Europese leemstreek, waarvan onder meer Haspengouw, zuidelijk West-Vlaanderen en delen van Noord-Frankrijk deel uitmaken. Graan had men nodig om soldaten te kunnen voeden en soldaten had Caesar nodig om zijn plannen om de macht te grijpen in Rome uit te voeren. En het was een belangrijke handelswaar. Met Belgica kreeg Rome er, na Sicilië, een tweede graanschuur bij.

    Maar waarom werd Tongeren, dat toch in de oostelijke uithoek van die leemstreek ligt, dan zo belangrijk? Dat is het gevolg van de strategische positie die de stad innam tussen de stroomgebieden van de Schelde en de Maas. Vanuit het huidige Frans-Vlaanderen en elders kon graan via zijvieren van de Schelde tot op korte afstand van Tongeren worden aangevoerd. Om dezelfde reden werd Tongeren een knooppunt van heirbanen. En van Tongeren werd het graan vervoerd naar de troepen die aan de Rijn de grens bewaakten tegen de Germaanse stammen. De poging van Varus in 9 na Christus om Germanië te veroveren mislukte met zijn nederlaag in het Teutoburgerwald. Van toen af werd de Rijn de Romeinse limes (grens). Graan dat vroeger naar Rome ging, was nu nodig voor de troepen aan de grens. De logistieke functie van Tongeren als stapel- en distributiecentrum wordt bevestigd door de ontdekking van een groot horreum (voorraadkamer) te Tongeren. Aan die cdntrumfunctie dankte Tongeren zijn welvaart.

    Ongetwijfeld zullen de bevindingen van Hans Rombaut nog lang met een kritisch en sceptisch oog worden bekeken. Maar zijn betoog klinkt zeer overtuigend. En dat vindt ook de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. Ze nodigde haar werknemer uit op 22 mei 2004 te Tongeren een lezing te geven over zijn onderzoek. Na afloop werd Hans Rombaut uitgenodigd ze, mits aanvullend onderzoek, voor te bereiden voor publicatie. Die publicatie is er nu. Het is een uiterst waardevolle bijdrage over het Romeinse tijdperk in België. Maar de lezer weze gewaarschuwd, het is een zeer gedetailleerde studie, niet een met de losse hand geschreven en in één adem uit te lezen boek.

    Wellicht had de auteur er ook voor moeten zorgen bij Latijnse woorden direct een vertaling te geven. Niet iedereen heeft een Latijns woordenboek in zijn bibliotheek zitten. Zo wordt al op blz. 11 gesproken over "het grote horreum" van Tongeren, maar pas op blz. 82 wordt duidelijk dat hiermee een stapelplaats voor graan wordt bedoeld. In een uitweiding, op blz. 78, geeft de auteur een mogelijke nieuwe etymologische verklaring van Antwerpen. Het woord zou kunnen afgeleid zijn van het Latijnse Ambaeduaeripae of uit het postklassieke Latijn Anduaeripae. Ik veronderstel dat het zoiets als "de twee oevers" moet betekenen, maar nergens wordt er een vertaling gegeven.

    (Uitpers, nr. 77, 7de jg., juli-augustus 2006)

    http://www.uitpers.be


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antwoord op Cuyt: deel 8

    Antwoord op Cuyt: deel 8

     

    Beschouwingen over § 13 bis en 14 (van lijn 115 tot 123)

     

    De Civitate ad Archiepiscopatum

     

    § 13 bis: “En dat de grens van het gebied van de Remi ongeveer 50km meer naar het zuiden lag…” beweert dhr. Cuyt hier. Is dat zo? Lag het gebied van de Treveri dan ook geen 50 km meer naar het zuiden en naar het oosten?

     

    Blijkbaar beseft de heer Cuyt niet dat door het optreden van Caesar in 53 voor Chr. in het gebied tussen Rijn en Schelde om de Eburones, de Atuatuci, de Nervii, de Condrusi, de Paemani en nog andere stammen te straffen (ad depopulandam), de bevolkingsgeografie van dat gebied totaal werd veranderd. Daardoor heeft het aartsbisdom Keulen geen referentie tot een welbepaalde civitas of groep civitates die in dat gebied aanwezig was op het moment dat Caesar onze gebieden binnenviel. Voor andere aartsbisdommen zoals Trier en Reims is dat wel het geval. Het territorium van het aartsbisdom Keulen is gebaseerd op het territorium van het conglomeraat van nieuwe inwijkelingen met oudere stammen (Eburones, Atuatuci, Condrusi, Caerosi en Paemani) na de strafexpeditie. Administratief werd dit gebied pas ingedeeld als Germania tussen de nederlaag van Varus in het Teutoburgerwald en ca. 50 na Chr. wanneer Keulen als hoofdplaats van dit gebied werd opgericht. Deze data zijn niet willekeurig: de provincie Germania ontstond pas nadat de Rijn de definitieve grens van het Rijk werd nadat de migraties in het gebied tussen Schelde en Rijn –  die er zeker zijn geweest (en die we o.m. kunnen afleiden uit de toponymie) – tot rust waren gekomen en het gebied stabiel gemaakt was. In de tijd van Caesar en onmiddellijk nadien kunnen we dus slechts spreken van twee groepen welke aanvankelijk naast elkaar stonden: de groep van de Remi en de groep van de Treveri, beiden beschouwd als Belgae, maar dit ten dele ten onrechte: Caesar vermeldt er een aantal als Germani cisrhenani. Dit wordt opgelost bij de definitieve administratieve indeling in provinciae circa 50 na Chr.: dan ontstaat naast Belgica de provincie Germania. Na de opsplitsing van Belgica (late derde eeuw) wordt Trier de hoofdplaats van Belgica Prima en tevens hoofdplaats van het latere aartsbisdom Trier, verwijzend naar de Treveri. Belgica secunda wordt bestuurd vanuit Reims en wordt het latere aartsbisdom Reims, verwijzend naar de Remi (maar waarin een groot stuk van het Germaanssprekende Belgica uit de tijd van Caesar inbegrepen is, meer bepaald de Morini, Menapii en Nervii). Germania secunda wordt bestuurd vanuit Colonia Agrippina, waarvan het territorium het latere aartsbisdom Keulen wordt dat naar geen enkele civitas verwijst, dan enkel deels naar de Tungri, het conglomeraat dat de Atuatuci, Eburones, Paemani, Condrusi en nog andere volkeren heeft vervangen en waarvan het territorium herkenbaar is in het latere bisdom Tongeren, Maastricht en Luik.

     

    Het oorspronkelijke territorium uit de tijd van Caesar tot ca. 50 na Chr. dat behoorde tot de invloedssfeer van de Civitas Treverorum reikte dus veel noordelijker. We weten dat zelfs de Eburonen een tribuut moesten betalen aan de Treveri. Daaruit blijkt dat de Civitates Treverorum en Remorum in de tijd van Caesar vrij noordelijke grenzen hadden, o.m. tussen de eronder ressorterende stammen van de Atrebates, Viromandui en Nervii enerzijds, en Atuatuci, Eburones, Condrusi en Paemani anderzijds. Ik denk daar niet alleen zo over. Er is bijvoorbeeld ook Justus Lipsius die hierover schrijft in een (nog niet uitgegeven) brief aan Dionysius Villerius uit Doornik. Villerius had de grote humanist naar zijn mening gevraagd over de grenzen van de Nervii. Lipsius antwoordt daarop in een brief de dato 13 oktober 1601 (de tekst hiervan zal worden uitgegeven in het volgende deel van de Iusti Lipsi Epistolae onder nr. 3136): “De Nerviis tuis, serio aliquoties a te quaesitum, quae mihi visa hic habes. Caesaris et Strabonis tempore has sedes coluisse. Trevirorum finibus ab Oriente; ad Occasum a tergo Ambianis et Atrebatibus iunctos; Veromanduos in Meridiem, Atuatucos in Septentrionem despexisse”. Lipsius situeert de Treveri ten oosten van de Nervii en dit zo’n 50 km noordelijker dan tot waar het aartsbisdom Trier tijdens de vroege middeleeuwen reikte. Mijn door Cuyt verweten “handigheid” dat de Paemani en de Condrusi tot de groep der Treveri behoorden deel ik dus met Justus Lipsius. Het is ook helemaal geen handigheid. Grote delen van het gebied waarin de Treveri hun invloed lieten gelden, zijn omstreeks 50 na Chr. ingedeeld bij Germania, meer bepaald precies die stammen die zijn opgegaan in de Tungri: Atuatuci (pagus Darnoensis en Hasbaniensis), Eburones (pagus Renensium, Texandria, Masau, Lewensis), Condrusi (pagus Condrustensis) en Paemani (pagus Falmenna). Vergelijk nu de grens tussen deze twee gebieden op de kaarten van J.R. Mertens en A. Despy-Meyer uit 1965-1968, dan zien we dat de omgeving van Chastrès vlakbij de provinciegrens van Belgica secunda met Germania secunda uit de late keizertijd ligt. In de vroege keizertijd wordt die niet vermeld. Interessant is nu het kleine kaartje met daarop de “Volksstammen ten tijde van Caesar: de Atuatuci staan daar nog ingetekend in het Entre-Sambre-et-Meuse, een situering op basis van de identificatie van de Sabis met de Selle. Tengevolge van de nieuwe identificatie van de Sabis met de Samme schuiven de Atuatuci terug naar het gebied ten noorden van Samber en Maas: de Remi grensden aan de Treveri en hun vazallen dus een heel eind noordelijker. Tot het aartsbisdom Reims behoorden tijdens de vroege middeleeuwen o.m. de bisdommen Noyon-Doornik, Atrecht, Terwaan en Kamerijk. Tot Trier o.m. Verdun en Toul. Tongeren tot Keulen.

     

    In dezelfde § 13 bis zegt Cuyt dat archeologische vondsten hebben aangetoond dat te Cugnon aan de Semois mogelijk het winterkamp van T. Labienus moet worden gesitueerd. Op welke basis is die bewering echter gefundeerd? Dat zegt Cuyt niet. Men moet toch oppassen met omgekeerde redeneringen: het is niet omdat men archeologisch iets vindt dat dateert uit de tijd van Caesar dat dit onmiddellijk moet worden verbonden aan een van de plaatsen beschreven in De Bello Gallico. De duidelijkste vergissingen zijn het kamp van Berry-au-Bac en het oppidum van Vieux-Laon te Saint-Thomas, respectievelijk als Caesars castra en het Remische oppidum Bibrax uit 57 voor Chr. Beiden zijn fout en in “Julius Caesar in België” toon ik dat ook aan, zonder archeologie maar op basis van historische kritiek en geografie.

     

    Mijn antwoord op het vermeende kamp van T. Labienus te Cugnon is het volgende: de winterkampen van 54 voor Chr. werden geplaatst doorheen de leemgebieden in oostelijke richting vanaf Samarobriva langs ongeveer dezelfde weg die Caesar was gevolgd in 57 voor Chr. van Samarobriva tot het oppidum van de Atuatuci en daar voorbij. Geen enkel winterkamp daarvan ligt ten oosten van de Maas, zelfs Atuatuca niet. Mocht er één toch ten oosten van de Maas hebben gelegen, dan hadden de Commentarii dit ook letterlijk omwille van de kenmerkende plaatsbepaling “trans Mosam” beschreven. Dit antwoord geldt tevens voor Cuyts beweringen in § 14 waarin hij mij beschuldigt van met “een truc het kamp van Labienus westelijk van de Maas te situeren”. Een argument waarom het kamp van Labienus ten oosten van de Maas zou mogen worden gesitueerd, voorbij de zeer verraderlijke vallei, geeft hij niet.

    Hans Rombaut




    Bestellen per e-mail

    Druk op onderstaande knop om te bestellen per e-mail. Vergeet niet uw NAAM en ADRES, telefoon/gsm en eventueel e-mail te vermelden. Alvast van harte bedankt!



    Hoofdpunten blog jcb
  • Inleiding Thesis: 'Verafgelegen domeinen van abdijen in Noord-Gallië'
  • Samenvatting lezing. De sleutelpositie van Antwerpen binnen het Scheldebekken tot het jaar 836, door Hans Rombaut voor het Antwerps Genootschap voor Geschiedenis, 4 september 2007


    Gastenboek
  • Edecor
  • Now
  • RE
  • Now
  • Now

    Druk op onderstaande knop om een berichtje of reactie te plaatsen


    Laatste commentaren
  • Geen "v" in merowingisch schrift, wel relevant (Hans Rombaut)
        op Argumentatie 2 tegen de uitspraken van Geert van de Plassche van 16 augustus 2008, 22u28
  • Niet relevant (Geert Vandeplassche)
        op Argumentatie 2 tegen de uitspraken van Geert van de Plassche van 16 augustus 2008, 22u28
  • Vervolg argumentatie afleiding Antwerpen van Ambaeduaueripae (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Vervolg argumentatie afleiding Antwerpen van Ambaeduaueripae (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Frankrijk (Bart)
        op Antwoord op Cuyt: deel 1
  • Antwerpen komt uit Ambaeduaeripae (Hans Rombaut)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Vita Eligii /Monumenta Germaniae Historica (MGH) (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Bronvermelding vergeten (Geert Vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • De Samme is de Sabim toch! (Hans Rombaut)
        op Wikipedia spelletjes
  • De Samme is de Sabis niet (Armand SERMON)
        op Wikipedia spelletjes
  • ambduo 2 (Hans Rombaut)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • amboduo (Hans Rombaut)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • SCHOL.Arat (Hans Rombaut)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • SCHOL. Arat. in de Thesaurus (leopold winckelmans)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • Aratusvertalingen (Leopold Winckelmans)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • Caesar en Antwerpen (Lieven Druylinckx)
        op VIERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' DOOR ALFRED MICHIELS: JULIUS CAESAR GERMANICUS
  • Antwerpen en Antwerpenaars (Jan Batens)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • Naamsverklaring in boek Michiels klopt niet (geert vandeplassche)
        op DERDE BEWIJS VAN DE DIEFSTAL IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' VAN ALFRED MICHIELS: DE ANNALES FULDENSES
  • toegang (Ellen)
        op TWEEDE BEWIJS DIEFSTAL ALFRED MICHIELS IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' - VILARIACUM-WILRIJK STAAT REEDS IN THESIS ROMBAUT 1985 p. 250
  • Kontich - Wilrijk (µalfred £michiels)
        op TWEEDE BEWIJS DIEFSTAL ALFRED MICHIELS IN 'ANDOUERPIS ANTWERPEN' - VILARIACUM-WILRIJK STAAT REEDS IN THESIS ROMBAUT 1985 p. 250
  • Kelten. (Toscaan)
        op Antwoord op Cuyt: deel 1
  • u leest niet wat er staat (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • geen falsificatie (Ellen)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • screening (ellen serrien)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • wetenschappelijk publicatie (ellen)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • Sammium en Sabium (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Na de feiten (Hans Rombaut)
        op De historische waarheid
  • de samme is de sabis niet (Armand Sermon)
        op De historische waarheid
  • plagiaat van Hans Rombaut (Alfred Michiels)
        op De historische waarheid
  • de samme is de sabis niet (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • plagiaat van alfred michiels (hans rombaut)
        op De historische waarheid
  • Fabels fabels en fabels (Alfred Michiels)
        op De historische waarheid
  • Fabels en Fabels over naam Antwerpen (Alfred Michiels)
        op Feiten en fabels p.63-p.77
  • naam Antwerpen (alfred Michiels)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • archeonet (Ellen)
        op Verderzetting discussie Antwerpen
  • Antwoord op eorum en droge route (Geert Vandeplassche)
        op 'eorum' en de fonetische verwantschap tussen /b/ en /m/
  • RRL site Gazet van Antwerpen (Geert Vandeplassche)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • error site aan Geert (Ellen)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • deze reactie vervangt en vernietigt de vorige, die per ongeluk te snel op de blog terecht kwam (Geert Vandeplassche)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • Andouerpis -Antwerpen 2 vraagjes aan Alfred Michiels (Geert Vandeplassche)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • uitnodiging (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Waarom de Samme de Sabis niet is (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • hoe het begon... (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • bevoegheid ter zake (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • geef aan Cuyt wat Cuyt toekomt?? (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • De identificatie van de Sabis met de Samme is NIET FOUT (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Uw verhaal over Sabis is TOTAAL fout (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • rue César Jolimont (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Condé (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • condatum (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • reactie (Geert Vandeplassche)
        op antwoord op nog enkele opmerkingen en vragen (G. Vandeplassche)
  • Altissimas ripas (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme Haine (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Haine en Scheldebekken (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme Haine (Armand SERMON)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme en Haine (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • samme haine (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Samme en Hene (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • samme (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • ste.-waudru (hans rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • waldetrudis en niet aldegondis (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • waltrudis en toch aldegondis (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • waldetrudis en niet aldegondis (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • Reactie op Armand Sermon (Hans Rombaut)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • aisne (Armand Sermon)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • e-mailreacties van GvdP (Ellen)
        op Op een mooie Pinksterdag… op bezoek bij de Mechelse Dienst Archeologie
  • tegenvoorstel aan ArcheoNet (hans rombaut)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • antwoord ArcheoNet (ArcheoNet Vlaanderen)
        op Veritas filia temporis­­. Antwerpen en Anreppen, of de kwestie An- in samenstellingen
  • antwoord archeonet (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • anreppen (Geert Vandeplassche)
        op Plagiaat?
  • Antwoord op uw v raag (geert.vandeplassche)
        op Plagiaat?
  • Antwoord op uw vraag (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • Antwoord gestuurd naar archeonet (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • gallo romeinse namen (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • plagiaat doorprikt (Hendrik de Bouw)
        op Plagiaat?
  • Antweerepen (Hans Rombaut)
        op Plagiaat?
  • Anreppen Antwerpen (hans rombaut)
        op Plagiaat?
  • wat doe je tegen oneerlijkheid? (Ellen)
        op Plagiaat?
  • Link (laurent Provost)
        op Plagiaat?
  • Géén plagiaat ! (Laurent Provost)
        op Plagiaat?
  • Geen rivieroversteken tussen Axona en Sabis (geert.vandeplassche)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • benieuwd wat er nu weer volgt (jeroen vanden borre)
        op archeonet reactie Schupperke
  • Genoeg! (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Vraagje (Geert Vandeplassche)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Portus Itius (hans rombaut)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • Arnoulds eerlijkheid is van goud (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Romeinen in Antwerpen! Wie kwam er uit het oude Rome naar hier? (hans rombaut)
        op Antwoord op Cuyt: deel 13
  • Romeinen in Antwerpen: ja! soldaten? (Ivan Derycke)
        op Antwoord op Cuyt: deel 13
  • Portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • Napoleon III (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Portus Itius (Armand Sermon)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • gebiedende wijs (hans rombaut)
        op Waar verzamelde zich “op één plaats” de coalitie der Belgae?
  • Linkeroever is de sleutel (geert.vandeplassche)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Linkeroever is de sleutel (geert.vandeplassche)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Toevoer afsnijden = omsingelen want... (hans rombaut)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • chaudardes (hans rombaut)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Saint-Thomas/berry-au-Bac (hans rombaut)
        op Julius Caesar in België gelauwerd.
  • Samme-Sennete-Zenne (hans rombaut)
        op Antwoord op reactie L. Winckelmans
  • Archief per week
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 28/11-04/12 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 01/11-07/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 01/09-07/09 2008
  • 25/08-31/08 2008
  • 18/08-24/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 17/12-23/12 2007
  • 03/12-09/12 2007
  • 24/09-30/09 2007
  • 17/09-23/09 2007
  • 10/09-16/09 2007
  • 27/08-02/09 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 09/10-15/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 11/09-17/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 26/09-02/10 2005

    Jan Verelst: Fotomateriaal
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Mijn favorieten
  • blog Laurent Provost
  • archeonet.nl

  • Blog als favoriet !

    Zoeken met Google



    Zoeken in blog


    Rondvraag / Poll
    2. De burcht waar de Bellovaci (omgeving van Beauvai) zich verschansen tegen Caesar heet Bratuspantium. Heel lang dacht men dat dit de Keltische naam van Beauvais was. Recentelijk rees hierover twijfel. Waarom?
    a. Beauvais werd pas gesticht na de verovering en heette Caesaromagus
    b. Bratuspantium werd teruggevonden 13 km ten zuidoosten van Baeuvais (Mont-César
    c. Bratuspantium werd op bevel van Caesar volledig verwoest en alle sporen ervan zijn uitgewist
    d. Beauvais ligt niet op de route die Caesar volgde
    Bekijk resultaat


    Rondvraag / Poll
    4. In Julius Caesar in België pleit de auteur ervoor dat Caesar in 57 voor Chr. zou zijn doorgestoten tot aan de westelijke kust van Frankrijk. Hij doet dit a.d.h.v. een welbepaalde plaatsnaam, Nigella, die doorwaadbare plaats zou betekenen. Wat is de naam van de plaats tot waar Caesar zou zijn geweest in 57 voor Chr. vooraleer zijn opmars om te keren naar het noordoosten, richting Nerviërs?
    a. Nesle-sur-Mer
    b. Nielles-sur-Mer
    c. Nivelles-sur-Mer
    d. Noyelles-sur-Mer
    Bekijk resultaat



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs