Het is de bedoeling om regelmatig via dit bericht telkens een tipje van de sluier op te lichten. Dit zal kwisgewijs gebeuren met telkens 5 meerkeuzevragen. De vragen kan u vinden onderaan de linker- en rechterkolom. In het bericht 'nieuwe vragen' vindt u wanneer er nieuwe vragen zullen verschijnen. Na een tijdje worden de antwoorden in 'tip van de sluier' prijsgegeven. Wanneer dit gebeurt, wordt gegeven in het berichtje 'antoord meerkeuzevragen'.
Antwoorden op de eerste vijf meerkeuzevragen:
1. De oudste pogingen om de plaatsen die in De Bello Gallico worden vermeld te identificeren, dateren uit de Renaissance. Zo wordt in het deel van de Iusti Lipsi Epistolae dat aanstonds zal verschijnen een brief vermeld van Justus Lipsius aan Dionysius Villerius uit Doornik de dato 13 oktober 1601, waarin de Leuvense humanist vragen van laatstgenoemde beantwoordt in verband met het woongebied van de Nerviërs. Eén van de cruciale fouten bij de interpretatie van de route die Caesar volgde volgens de beschrijving in De Bello Gallico werd steevast gemaakt op het moment dat Caesar zijn kamp opricht aan de andere oever van de Aisne (gezien vanuit het land van de Remi) en hij zijn Gallische bondgenoot Diviciacus naar het gebied van de Bellovaci stuurt om hun land te plunderen, en vooral om de Belgae niet tot eenheid te laten komen. In welke richting begeeft Caesar zich vanuit het land van de Remi om zijn kamp en hoofdkwartier te vestigen en een bruggenhoofd te plaatsen op de Aisne?
3. In het boek Julius Caesar in België wordt bibrax met zekerheid gelokaliseerd zonder dat er ooit opgravingen plaatsvonden. De identificatie gebeurde op basis van toponymische overeenstemming, de overeenkomsten met de beschrijving in De Bello Gallico en de ligging in het landschap. Deze site werd nooit eerder ontdekt. Het meest markante kenmerk heeft te maken met de Murus Gallicus, de traditionele omwalling van een oppidum zoals de Galliërs gewoon waren die te maken. Wat is er zo kenmerkend aan de Murus Gallicus van Bibrax?
|