Waar verzamelde zich op één plaats de coalitie der Belgae?
Onze identificatie voor de plaats van de slag bij de Aisne tussen St.-Lambert-les-Bièvres in het zuiden en Chestres in het noorden, is gebaseerd op geografische overeenstemming met BG en toponymische evidentie. Beide, geografische en toponymische overeenstemming, ontbreken voor de traditionele identificaties van Mauchamps (Berry-au-Bac) en Saint-Thomas. De sleutel om de verzamelplaats der Belgae te vinden ligt niet alleen in een situering op linker- of rechteroever van de Aisne. Dat Caesars verdedigingsstructuur zich op de rechteroever van de Aisne bevond is onbetwijfelbaar. Dat de Aisne aldaar moet gelegen zijn aan de grens van het gebied der Remi wordt in BG zelf vermeld. Dat de Belgae, na de belegering van het Remische Bibrax, de Remische akkers op de linkeroever plunderen is eveneens evident. De zaak ligt nu in het volgende: gebeurde dit in het westelijke deel van het gebied der Remi, in het noordelijke of in het oostelijke?
De sleutel daarvan ligt in de situering van de ene plaats waar de Belgische troepen zich verzamelden, en die is vooralsnog onbekend. Onbekend? Neen. De plaats waar Caesar zich bevindt bij de overgave van de Remi is in het zuidoosten van hun gebied, daar waar de Marne hun gebied binnenvloeit. Dit is een eerste bepalend gegeven, want hij is van die plaats blijkbaar zeer snel geïnstalleerd aan de overkant van de Aisne. Dat op zich sluit welhaast de omgeving van Berry-au-Bac uit, dat op meer dan twee dagmarsen afstand ligt.
Het tweede bepalende element is de verzamelplaats der Belgae. Als de Belgae militair wilden anticiperen op Caesar, van wie ze wisten dat hij naar het noorden zou terugkomen na de nederlaag van de Germanen tussen Besançon en de Vogezen het jaar voordien, dan moesten ze proberen te voorzien wat hij van plan was. Zoals hij vanuit de Provincia nostra naar het noorden oprukte in het eerste jaar van de oorlog, is eigenlijk het gebied tussen Maas en Rijn het meest bedreigd. Vanuit het standpunt van de Belgen bekeken is het dat gebied waar de volgende militaire agressie te verwachten valt. Dus is het eigenlijk de meest logische oplossing dat een coalitieleger in die omgeving wordt verzameld. De beste plaatsen daartoe zijn mogelijk Verdun, Sedan of Montmédy, aan de noordoostelijke zijde van het gebied der Remi. Daarom is het zo belangrijk om de inleiding op het antwoord van de Remische gezanten bij Caesar goed te begrijpen: hij vraagt welke en hoeveel stammen er onder de wapens zijn, en wat ze vermogen in de oorlog. Het antwoord is dat de meeste Belgen van Germaanse origine zijn. De opsomming eindigt met de stammen die in uno nomine Germani appellantur. Welnu, die vier stammen situeren zich geografisch perfect ten opzichte van de noordoostelijke grens van het gebied der Remi. Daar is militair-strategisch de meest logische confrontatieplaats gelegen.
De door Caesar eerst bedreigde Belgische stammen zijn de Remi en de Treveri. Van de Remi weten we dat ze zich bij Caesar aansluiten. Van de Treveri weten we dat ze schitteren door hun afwezigheid in de opsomming van de Remische gezanten. Later in hetzelfde jaar van de oorlog vernemen we dat ze aan de kant van Caesar staan.
Is er een reden om aan te nemen dat de coalitie bestaat uit Bellovaci en Suessiones? Zeker, ze behoren tot de coalitie, maar ze zijn niet de enige die de coalitie vormen. Maar bij hen ligt wel de zwakheid van de coalitie, wanneer, na de slag bij de Aisne, de Bellovaci afhaken. Pas dan beweegt Caesar zijn militaire agressie in westelijke richting. Wil ex itinere het oppidum van de Suessiones bestormen, een versterking die gelegen is aan de meest oostelijke kant van hun territorium. Caesar heeft bloed geroken en zet zijn veroveringstocht in de richting van de Atlantische kust.
Hans Rombaut
|