Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur - De oorlog moet zo opgenomen worden, dat niets anders tenzij de vrede schijnt gezocht te worden. Hugo Peregrinus
17-10-2022
Kanker draag je niet alleen
Beste Lezers,
Kom Op Tegen Kanker voert al vele jaren, meer dan dertig, een strijd tegen kanker, samen met vele vrijwilligers en actievoerders. De plantjes acties in september zijn ondertussen al een begrip. Net zoals de jaarlijkse Dag tegen Kanker.
Dit jaar is dat nu donderdag 20 oktober.
Het thema is Kanker draag je niet alleen.
Op die dag laten we kankerpatiënten en hun naasten weten dat ze er niet alleen voor staan. Dat kan je tonen door een stickerlintje te dragen of door iets geel te dragen. Ikzelf zal het bij dat lintje houden. Tijdens de Dag tegen Kanker kunnen patiënten en hun naasten genieten van deugddoende activiteiten in ruim 100 ziekenhuizen en zorgorganisaties.
Want nog steeds krijgen elk jaar meer dan 40.000 Vlamingen het harde verdict. Dat zijn gemiddeld vijf nieuwe patiënten per uur. Vandaag leven ook ruim 200.000 mensen met de gevolgen van kanker. Het betekent dat iedereen vroeg of laat met deze ziekte te maken krijgt.
Ook vrijwilligers en zorgpersoneel krijgen hun plekje in het gele lintje. En je ziet wat Kom op tegen Kanker zoal doet. Het zijn maar enkele van de vele manieren waarop we tonen aan alle mensen getroffen door kanker: jullie strijd is ook de onze.
Volgend jaar is er een nieuw evenement, Decolop.
De Col op voor Kom op tegen Kanker is een nieuw en uniek sportief evenement om geld in te zamelen voor kankeronderzoek. Samen met vele gelijkgestemde zielen beklim je de Col des Saisies, een stevige helling die goed is voor zo'n 1000 hoogtemeters. Je fietst tegen kanker. En voor wie je dierbaar is. Want de strijd tegen kanker is voor patiënten ook een berg.
Op zaterdag 9 september 2023 klimt het warmste peloton richting de top van de Col des Saisies, in de schaduw van de Mont Blanc.
Iedereen kent wel iemand die getroffen werd door kanker. Je weet hoe moeilijk de weg is die ze moeten afleggen. Hoe sterk hun wil is om door te zetten. Tegen kanker en voor wie je dierbaar is.
Nog anders nieuws, de Jan is terug thuis. Na veertig stapdagen is hij vrijdag laatstleden toegekomen in Santiago de Compostella. En vandaag is hij met Vueling terug in Belgie geland. Een beetje (7kg) vermagerd en met een flinke baard. Toch proficiat om deze, wel zwaardere, tocht tot een goed einde te hebben gebracht. Je kan zijn avonturen nog steeds volgen op
https://pelgrimeren-op-de-noordcamino.blogspot.com/
Op De Zaat kan je de befaamde tripod ofte de voorpiek mast ontdekken. De hoofdmast met kraaiennest staat opgesteld voor AC De Zaat. Dit is een onderdeel van het wandelparcour. Via die driepikkels krijg je als wandelaar/toerist een idee wat er voorheen op de site gevestigd was.
Bij de hoofdmast zal dit jaar de herdenking voor de overleden Boelwerfmedewerkers worden gehouden. Deze korte plechtigheid vindt plaats op zaterdag 5 november e.k.
We hebben deze week al van enkele zonnige en redelijk warme dagen mogen genieten. Ik heb er van geprofiteerd om enkele wandelingen te maken.
Op maandag ben ik vertrokken vanuit Beveren en via Melsele en Zwijndrecht tot aan de nieuwe fietsersbrug over de E34 gestapt. Het noordoostelijk gedeelte van Zwijndrecht met Blokkersdijk, de Smoutpot en de polderstraat, liggen in PFOS gebied, rode zone. En dit is niet zover van het centrum. Een bewoner van de rode zone gaf een korte uitleg over het gehele probleem en het bestaan van meerdere zones. Dat er een oplossing zou kunnen zijn in de vorm van de aanplant van vlas lijkt meer iets voor akkerland. Het zouden ook hennepplanten mogen zijn. Dat zou een meer opbrengst kunnen betekenen. Ik gaf de man gelijk, de siertuin zal, hoe dan ook, voor jaren verdwijnen.
Op dinsdag ging het dan vanuit Temse naar Beveren over Haasdonk. Met alweer een prachtige morgen en een heerlijk wandelweertje.
In de fotoreeks is duidelijk, de samenvloeiing van landbouw en nijverheid in het Waasland. Net zoals rond Temse is het zoeken om zuivere landschappen te fotograferen.
Woensdag morgen was het echter tijd om een beetje in de tuin te werken. De regen kondigde zich nog niet aan, vandaar.
Na de noen volgde dan de ontspanning. Een bezoek aan het RWZI Temse stond op het programma, dit georganiseerd door Toerisme Temse.
Normaliter geeft Aquafin geen rondleidingen op zijn stations, voor TT werd een uitzondering gemaakt. De veiligheidsregels werden strikt opgevolgd: veiligheidsbotten, helm en bril lagen op ons te wachten. In twee groepen van ongeveer 12 personen werden we door leidinggevenden rondgeleid en van de nodige informatie voorzien.
De waterzuiveringsinstallatie werd gebouwd in 2001 en had een capaciteit om het vuile water van 24.000 inwoners van Temse en Kruibeke op te vangen. Toen waren lang niet alle inwoners aangesloten op de riolering. Dankzij bijkomende gescheiden rioleringen, pompstations en collectoren, komt er nu veel meer water naar het zuiveringsstation. Hierdoor drong een uitbreiding zich op. Aquafin startte in het voorjaar van 2013 met de uitbreiding en bijna twee jaar later waren de aanpassingswerken afgerond. Momenteel zuivert de installatie het afvalwater van 33.000 inwoners, met een capaciteit die kan oplopen tot 38.000 inwoners. Er komt alleen vuil water binnen en daar wordt eerst het vaste afval uitgehaald. Van oorstokjes tot maandverbanden, je komt hier vanalles tegen. Na verschillende stappen blijft er dan in de laatste fase proper water over. Dat betekent water van een kwaliteit dat een vis er met plezier in zou zwemmen. Dat water komt dan uiteindelijk in de Schelde terecht. Het weinige slib dat rest, wordt bewerkt en gaat naar de bouwsector.
Heb gisteren een toerke rond Temse gewandeld. Onderwijl heb ik geprobeerd om langs het traject (Weg-Om) zoveel mogelijk landschapsfotos te nemen. En het is niet makkelijk om gebouwen, hoogspanningslijnen of wegen te mijden.
Dan valt het op hoeveel wegen er zijn, vooral verharde wegen. De zandwegen uit de jeugd zijn verdwenen. Wat rest zijn de kerkwegels en trage wegen.
Boerderijen zie je nog wel maar villas en nieuwe wijken nemen toch het merendeel van de vergezichten weg. Ik zeg hier niet verpest het beeld. Het is gewoon de evolutie.
De groei van de uitgestrekte bedrijven terreinen zijn hieraan ook niet vreemd. Het was eertijds kiezen tussen industrie in de dorpskern of meer rust en de bedrijven buiten het dorp.
Nog significanter zijn het aantal hoogspanningsleidingen en masten dat onze regio telt.
Sinds begin dit jaar is er veel bedrijvigheid rond en op deze masten.
Elia, de beheerder van het Belgische hoogspanningsnet, voert werken uit aan de hoogspanningslijn (380kV) tussen de hoogspanningsstations Mercator in Kruibeke en Bruegel in Dilbeek.
De bestaande luchtlijn tussen Kruibeke en Dilbeek is ongeveer 32 kilometer. Het traject loopt vanaf het hoogspanningsstation Mercator in Kruibeke, gelegen ten zuiden van het Fort van Haasdonk, via de Schelde (Temse en Bornem) en loopt verder zuidwaarts richting Buggenhout, Merchtem en Dilbeek. De bovengrondse luchtlijn doorkruist 3 provincies en overspant 9 gemeenten, namelijk Kruibeke, Temse, Bornem, Puurs-Sint-Amands, Buggenhout, Londerzeel, Merchtem, Asse en Dilbeek.
De bestaande hoogspanningslijn krijgt een nieuw type elektriciteitsdraden die meer elektriciteit kunnen transporteren. Om de nieuwe en zwaardere elektriciteitsdraden te kunnen dragen zijn werken aan de bestaande hoogspanningsmasten nodig. Van 64 masten zal Elia de funderingen en het ijzerwerk versterken en zes masten worden vervangen.
Dus grote werken aan de hoogspanningsmasten aan de oevers van de Schelde in Temse en Bornem. In Temse wordt hiervoor een kraan van 130 meter gebruikt. In Bornem worden de mastarmen vervangen met behulp van een ketting die aan de mast wordt bevestigd.
Eens die masten versterkt of vervangen zijn, worden de elektriciteitsdraden verwijderd en vervangen door de nieuwe elektriciteitsdraden. Dit deel van de werken start pas volgend jaar. Daarna worden nog bebakeningsbollen gehangen zodat de hoogspanningslijn goed zichtbaar is. Dit gebeurt in Temse op de plaats waar de hoogspanning de Schelde oversteekt. In gebieden waar veel vogels voorkomen, plaatst Elia speciale vogelkrullen of fluorescerende bollen.
Het einde van de grote werken is gepland eind 2026 en duren dus 4 jaar.
Er zijn nog vergelijkbare werken
De as van Mercator tot Horta is een bovengrondse hoogspanningsverbinding die in de jaren 70 werd aangelegd en die 12 gemeenten doorkruist over een afstand van 49 km.
De lijn ligt volledig in de provincie Oost-Vlaanderen en doorkruist 12 gemeenten: Zomergem, Lovendegem, Waarschot, Evergem, Gent, Lochristi, Moerbeke, Lokeren, Sint-Niklaas, Waasmunster, Temse, Kruibeke.
De klassieke geleiders worden vervangen door geleiders die performanter zijn. Dankzij de hogere transportcapaciteit van deze geleiders kan Horta-Mercator de elektriciteitsproductie op zee verder inlands transporteren en elektrische verbindingen met buurlanden mogelijk maken.
De vernieuwing van de geleiders maken het ook noodzakelijk om de schakelapparatuur in het hoogspanningsstation Mercator in Kruibeke aan te passen en uit te breiden.
De fotoreeks is tweeledig: eerst rondom Temse in weidse zichten en vervolgens de toekomst van de natie, het versterken van het elektriciteitsnet. (behalve die watertoren, kon ik niet laten)
Verbeeld ik het me gewoon of is het werkelijkheid: de reuk van houtkachels komt me meer tegemoet.
Ondanks de weinige ruime zichten was het met het prachtige weer alweer een mooie morgen en wandeling.
De regen is al een tijdje in het land. Het doet deugd, voor alles. Met de regen is ook de herfst meegekomen. Ook dat doet deugd. Ik hou er wel eens van om in de regen te gaan wandelen.
Vorige week, half september, heb ik nog helpen plantjes verkopen voor Kom Op Tegen Kanker. Ondanks de regen is die verkoop van de azalea's goed gegaan. De 2000 plantjes die de Nauwe Band had aangevraagd waren tegen zaterdag middag aan de man/vrouw gebracht. De partytentjes die ons beschermen tegen ofwel de zon of de regen kwamen er dit jaar bekaaid van af. Zowel op vrijdag als zaterdag joeg een plotse wind alles omhoog. Deze jaarlijkse activiteit van de vereniging is ook deugd doend.
Voorbije weekend was er weer volop regen. Voor organisatoren van buiten evenementen is dit uiteraard minder plezant. En dat zag je ook in Eksel. Want daar was de start en aankomst van de Boslandtrail. Deze 100 km tocht doorheen het grootste avonturenbos van Vlaanderen werd voor de 5e maal georganiseerd. De tocht loopt doorheen Hechter-Eksel, Pelt, Lommel en Peer.
Voor mij was het mijn derde deelname. Net zoals de eerste deelname heb ik het einde niet bereikt. Na 80 km was de blein onder mijn linkerhiel te groot. Een bezoek aan het Rode Kruis was de bevestiging dat doorgaan niet aan te raden was. Zo zie je maar dat het krijgen van bleinen soms onberekenbaar is. En een kleintje, daar stap je doorheen. Alleen was deze ook onderhuids waardoor normaal stappen niet meer mogelijk was. Tja, was de fysiek uitstekend, duiken er weer andere stoorzenders op. Volgende keer ??? beter.
Ik moet wel vermelden dat Mark C een uitzonderlijke pijngrens heeft. Ondanks meerdere bleien blijft die stappen aan een mooie snelheid.
Die snelheid was er ook vrijdag namiddag. Mark en mezelf waren de eerste wandelaars op het start terrein. Voor drank en eten waren we nog op onszelf aangewezen. En het moet gezegd en geschreven, de trein was op tijd. Bij het tonen van mijn senioren ticket vroeg de conducteur of ik al +65 was. Hilariteit bij de mede reizigers als ik antwoorde: just. Alleen waren we met de bus een halte te laat afgestapt. Maar eigenlijk was dat geen erg, die 1.5 km nog er nog wel bij.
En de regen, wel, die viel met zachtheid. Pas na een viertal uurtjes waren de druppels goed voelbaar. Ondanks de paraplu in mijn rugzak was ik niet door, doornat. Zelfs mijn voeten waren droog, op het eigen nat na.
Bij deze een dikke proficiat aan Mark. Goed gestapt en me uitstekend onderhouden met een muziek kwis. De muziek van de jaren zeventig was wat door de box klonk. Dat klinken was zeer modest, voor eigen gebruik, om de natuur en de mede wandelaars niet te storen. Maar het kwam de wandel kadans ten goede. Hoe we toch in de jaren zestig terecht kwamen weet ik niet meer. Wel dat een vliegtuig ongeval de aanleiding was, The Day The Music Died. Twee van de omgekomen artiesten wisten we te achterhalen. Alleen die derde wilde maar niet op ons scherm verschijnen.
En ja hoor, na een tweetal uurtjes was het Mark die Buddy wist. Daarna was het makkelijk om Holly bij te voegen.
Voor de volledigheid, het ongeval vond plaats op 3 februari 1959 (niet 1960!) en de slachtoffers waren buiten de piloot en BH nog The Big Bopper (J.P.Richardson) en Richie Valens.
Jammer genoeg was ook voor mij het avontuur voorbij.
Ondanks de regen gisteren een stukje gaan wandelen.
Het deed deugd, de regen en de iets frissere wind. Ik hoop alleen dat het weekend van 23, 25 september toch overwegend droog zal zijn. Dan volgt alweer de Boslandtrail. Het is voor de derde keer dat deze 100km tocht op het programma staat. Deze is iets zwaarder dat de Dodentocht, wegens het enigszins heuvellend gabarit. Niet dat er bergen dienen beklommen te worden. In de buurt van Lommel loopt het parcours doorheen de Sahara. De naam laat het vermoeden, zand baggeren is beslist een zwaar karwei.
Bij een zachte regen een tripke gemaakt doorheen het dorp en verder naar de potpolder.
De eerste beelden in de foto galerij tonen mijn straat van zijn beste kant. Vorige week lag het er prima bij, de Sleutelbraderij kwam eraan. En dan moet je weten dat er tot tweemaal per week een vrijwilliger uit de Boodstraat de hele wijk opruimt. De veegwegen van de gemeente komt niet op het plankier en de man van den olifant heb ik al enkele weken gemist.
Telkens het regent ligt er papier op straat. Iets verder woont er iemand die zijn vuilzak gewoon tegen een boom placeert en op zijn beloop laat. Noodgedwongen moet er dan een gemeente karreke langskomen om op te ruimen.
Blijkbaar wordt Temse een stad.
Als ik denk aan de vele blikjes die ik aantref in de goot, op vensterbanken, aan bushokjes . in grachten. Zeker op plaatsen waar autos moeten vertragen is het steeds prijs.
En toch is het niet alles kommer en kwel. Hier en daar zitten nog stukjes paradijs verscholen. Zo ook in de buurt van De Zaat. (stapschoenen aanbevolen)
Bij een rondgang van de potpolder overdag vraag ik me af waar al die reeën naartoe zijn getrokken. Smorgens vroeg zie er makkelijk een twintigtal rondcrossen. Eenzelfde fenomeen zie je ook in de Weert.
Mijn herstelde wandelschoenen zijn meteen getest en goed gekeurd.
En onze wandelvriend Jan is bezig aan zijn camino. Deze keer volgt hij de noordelijke route. Je kunt hem volgen op: https://pelgrimeren-op-de-noordcamino.blogspot.com/
Het is lange tijd geleden dat we, ikzelf en Jan, nog op stap zijn geweest. De andere maten waren ofwel druk bezet ofwel met verlof naar zonniger oorden. Dat laatste kan eigenlijk niet meer worden geschreven want ook hier is het best zonnig te noemen. Voor sommigen wellicht te zonnig en vooral te droog.
De uitstap verliep van Bilzen tot Tongeren, een treinstapper en ook een deel van de streek GR Haspengouw. Wellicht liep het pad ook voor een groot deel samen met de pelgrimsweg naar Compostela. De Via Limburgica begint in Thorn in Nederland, komt in Maaseik Belgisch-Limburg binnen en loopt langs het Nationaal Park Hoge Kempen tot in Tongeren. Achter Tongeren gaat ze over in de Via Monastica, een andere pelgrimsroute.
We passeerden landcommanderij Alden Biesen, een van de meest invloedrijke hoofdkwartieren van de Ridders van de Duitse Orde. De site is omringd door historische tuinparken en unieke hoogstamboomgaarden. Een mooie omzoomde laan bracht ons tot aan de rentmeesterij, tijd voor een koffie.
Na de koffie verlieten we het domein en konden we onze eindbestemming, Tongeren, in de verte zien liggen. Geschatte afstand tussen de 8 à 9 kilometers, volgens de gps precies 8.2 km. Onze route liep niet precies recht door en dus liepen we verder onder een loden zon.
Waar die term lood precies vandaan komt heb ik opgezocht. Het heeft niks vandoen met plomb ofte lood. Wel slaat het op de term loodrecht. In de zomer kan de zon op de middag loodrecht boven ons staan. Vandaar. En laat het nu middag zijn geweest vooraleer we een een rustbankje vonden in de schaduw. Het boterhammetje smaakte er niet minder om, ook het frisse roseetje niet.
Verder zijn we van de alcoholische verleidingen afgebleven, ook aan het domein van Genoels-Elderen. Dit enige wijnkasteel van België ligt tussen Tongeren en Maastricht langs een oude Romeinse heirbaan. Niet per toeval, aangezien de Romeinen reeds wijngaarden hadden in deze streek.
Nadat we nog enkele olifanten en een potvis hadden gespot naderden we de stad der Eburonen. Alvorens het bord Tongeren te passeren liepen we onder de spoorweg door. In die tunnel staat er een prachtige graffiti waarop het leven van een geleidehond wordt uitgebeeld. Het BCG is namelijk ook in Tongeren gevestigd.
Na een korte stop bij Ambiorix togen we richting station. Vandaaruit liep het prima tot Hasselt. De aansluiting stond daar al te wachtin in de vorm van een dubbeldekker, die zou ons naar Antwerpen Berchem brengen. Zou.
Na het vertrekuur stond al een + 41 in het rood. En dat getal verhoogde regelmatig. Dus geen trein! En een aansluiting via Mechelen was een minuutje weg! Gelukkig konden we met een ander, minder modern qua frisse lucht, onze reis verder zetten. De Break MS80 snorde op sommige stroken tegen 135k/u over de sporen.
In Berchem was het weer van dat, de aansluiting naar Sint-Niklaas was just weg. En een drankje kon je enkel nog aan een automaat verkrijgen. Jan heeft met een muntstuk van 2 gegeven zodat deze arme jongen zijn dorst kon lessen. Afijn, het was nog licht toen ik thuis kwam.
Maar dat maakt de dagtocht er niet minder fijn om. Wel goed geslapen, dank zij de opgeslagen zonne-energie.
Bij de aankondiging van de DDT organisatie dat de 53e Internationale Dodentocht zou worden ingekort was ik wel even teleur gesteld. Voor mij persoonlijk is warmte een van de factoren die meespelen in dergelijke evenementen. Hevige regen, koude nachten, wind en zelfs bleinen zijn geen hinder om de 100 uit te stappen. Maar ik begrijp ook wel dat in het algemeen belang moet worden gedacht, veiligheid voor alle wandelaars is primordiaal.
En achteraf, zaterdagmorgen, kon ik alleen maar beamen dat het een goede en wijze beslissing is geweest om de DDT te beperken tot 63.6 kilometers. De vermoeidheid viel redelijk mee, de warmte was goed om dragen, tot tegen de middag. De zon gaf flink van jetje en het heetste van de dag moest nog komen. Met normaal nog veertig kilometers voor de boeg zouden vele wandelaars hebben afgehaakt. Zeker omdat die tweede helft van de deelnemers zowieso in de blakke zon zouden lopen. En juist in die groep, waarin ikzelf loop, is de meeste miserie waar te nemen. Mezelf een beetje kennende zou ik toch doorbijten. En dat zou dan niet wijs zijn geweest
Bijkomend kan ik vertellen dat het gevolg van de covid besmetting best voelbaar was. Dat ik de afstand vrij goed heb verteerd is dus een grote meevaller. De hele 100 kilometer zou iets te ver zijn geweest.
Geluk bij een ongeluk.
Bon, het voordeel is ook dat het lichaam vlugger herstelt is van de tocht.
Eind september wacht de Boslandtrial, heel warm zal het dan wellicht niet meer zijn. Hopelijk is er tegen dan al voldoende neerslag gevallen zodat de bosgrond niet te veel stof doet opwaaien. Zie foto.
Zo, deze week kan ik terug plasma geven, de volledige reeks deze zomer (vijf giften) zit er niet meer in. Maar alle beetjes helpen.
Schrijven dat het wel goed komt is makkelijk. De praktijk zal het uitwijzen.
Gisteren morgen vroeg een kort tochtje gemaakt tot Steendorp om eens na te gaan hoe het voelt na een maand van rust. Tevens een test om te zien hoe hard dat viruske er heeft ingehakt.
En dat is toch redelijk diep. Alhoewel het een kort toerke was, op een rustig tempo afgewerkt, bleek achteraf dat ik heel moe was. Niet tijdens het tochtje maar eens ik thuis kwam, pardaf een pettet op mijne kop. Precies of ik al die DDT had gestapt. Er moet dus nog wel wat gerust worden.
Lezen is alvast een oplossing, er liggen nog genoeg boeken te wachten. Misschien is die tijd wel aangebroken, de tijd van: als ik ooit eens tijd heb.
Ach, die praktijk toch hé. De stapmaten hebben gisteren ook een toerke gemaakt, wellicht zijn ze ook langs Steendorp gepasseerd. Dat trippelke zal ik op een andere keer wel consumeren.
Ik luister graag naar de uitzendingen van radio 1, zeker als het over de Tour de France gaat. Dat gaat terug tot mijn jeugd, toen er op den televizie soms iets te zien was. Of soms niks te zien omdat de renners er de pees op legden en een halfuur vroeger de meet bereikten.
Maar op de radio kon je de laatste uren van de rit volgen, bijna op de voet of de motor zoals je wil. En bovendien draaiden ze af en toe een recent popdeuntje. Zo herinner ik me nog dat The Monkees, met Last train to Clarksville, worden onderbroken door Mick Clinkspoor om Piet Theys aan het woord te laten. Ik weet niet precies meer of dat het moment was dat Tom Simpson begon te zwalpen op de Mont Ventoux. Misschien zijn niet alle namen en periodes nog correct weergegeven, in ieder geval, het was spannend en je bleef steeds op je honger om meer te weten te komen.
Deze week was het ook spannend. Maar ik moet toegeven, het volgen van de Tour de France Femmes is meestal voor het TV scherm verlopen. Is het omdat het de damestour is? Ja en nee.
Ja, het is mooi om naar te kijken en luisteren, vooral de openhartige commentaren van de sporters zelf. En wat een mooie wedstrijden, open en zonder te veel rekenen. En het moet gezegd, als de dames tegen de grond gaan doen ze het uitbundig.
Nee, gedwongen rust noopte tot thuis blijven.
Gisteren was het er exploot van Annemiek Van Vleuten. Je moet het maar doen na een slappe week op de fiets, in een solo van 60 km alle tegenstand naar huis fietsen. Ook een exploot is het feit dat alle truien in de TdFF omgord worden door Nederlandse rensters.
Gelukkig hebben we als wielerland nog een mannelijke, weliswaar veel jongere exponent van Annemiek, Remco Evenepoel. Ook hier kan je schrijven, je moet het maar doen. Zomaar van je tegenstanders bergop wegfietsen en een soloke doen van dik 40 km, daar doe ik mijn txapela voor af.
Nog een kleine veertien dagen om paraat te geraken voor de DDT. Sinds ik terug van Spanje ben heb ik nog geen meter gestapt. Eerst om te rusten, deze week door gedwongen rust.
Het virus is binnen geraakt en ondanks een voor mij negatieve test ben ik danig onder de voet geweest. De voorziene tocht van woensdag ll is verdaagd, ik hoop nu woensdag toch mijn stapschoenen toch nog eens te kunnen dragen. Niet dat ik vrees voor mijn deelname, maar regelmatig trainen is wel nodig, kwestie van het ritme te onderhouden.
De originele nummer van de laatste Boelwerfkraan is M22. In Hoboken werden de kranen met een M aangeduid, op den Boel met een A. En omdat deze Hensen kraan de zevenentwintigste was op de werf kreeg ze een kenplaat met daarop A27. De Cockerill nummer is boven de bestuurders cabine bevestigd en veel groter en springt meer in het oog. Voor mij echter is het gewoon den A27, punt aan de lijn.
Vandaag, dertig jaar na mijn Boelwerf carrière, ben ik dertig jaar terug gegaan en heb de torenkraan beklommen. De mensen van monumentenwacht - Erfgoed en Erfgoedsites - hadden me gevraagd om hen te vergezellen bij hun controle. Met plezier heb ik toegehapt. Eventjes was er wel de overweging of het na al die jaren nog zou lukken. Niet het bestijgen zou een probleem zijn maar het gevoel. Zou het niet nijpen? Het was ondertussen toch al weer zeven jaar geleden dat ik nog zo hoog van grond was geweest.
Het is heel goed meegevallen. Meer nog, het was een fantastische ervaring. Na dertig jaar terug, via Memory Lane, naar een plaats waar ik bijzonder veel geluk heb gehad. En dat geluk moet je soms hebben om het te kunnen navertellen. Mijn toenmalige meestergast, Andre DW, zijn hart zal menige tel hebben overgeslagen.
Feit is dat ik geen emotie had in verband met dit voorval. Het profiel waarop ik stond bij het inscheren van de hoofdkabel was lang en breed genoeg om een sprongetje te maken. Een ongewild sprongetje maar eentje met goede afloop. Het alternatief was een duik van veertig meter.
Maar mijn aandacht ging vooral naar hoe de toestand van dit monument nu eigenlijk feitelijk is. En ik zal niet voor mijn beurt spreken. Er is werk aan. Maar het staat er. Het staat er in de betekenis van sterk en solide. De mensen van monumenten wacht zullen hun rapport opmaken en aan de bevoegde instanties overmaken. (mooie ambtelijke taal)
Dankzij de door Op Stoapel georganiseerde Ronde Tafel van begin mei zijn al vele positieve reacties gekomen. Deze algemene vergadering met vele overheden en privé firma's heeft heel wat losgemaakt.
Na enkele dagen terug op Vlaamsche Bodem te hebben doorgebracht moet ik eerlijk bekennen dat het niet vreemd aandoet. Ik voel me goed maar de moeheid is er nog niet helemaal uit. Uit, zoals in eruit, de titel van het artikel. Of het is de moeilijkheidsgraad van het tweede deel Camino del Norte of mijn recuperatie vermogen is flink achteruit gegaan, feit is dat inspanningen in stijgende lijn de laatste dagen meer moeite kosten. Ik had zelfs de moed niet meer om nog twee kilometers te stappen om de nul paal te bereiken aan de Pharo de Finistere.
Het wandelen blijft zeker een uiterst ontspannende bezigheid, de duur zal in de toekomst wel korter zijn. Tripkes van zo'n twee à driehonderd kilometers staan zeker nog op het programma. De duizend paaltjes tochten behoren tot het verleden. De rek is eruit!
Ik heb ook foto's gepubliceerd waarop één van de geest verhalen van Santiago worden uitgebeeld. Boven de Orfèvres portaal wordt het verhaal uitgebeeld van de verzoeking van Jezus in de woestijn.
De legende zegt dat er een maagd was die zwanger zou zijn geworden, terwijl ze beweerde geen contact te hebben gehad met een man. Haar ouders hebben haar vermoord om de schaamte te verbergen en ze hebben haar begraven. Eenmaal begraven, kwam er een hoofd uit het graf en het voorspelde de toekomst van de mens. Deze maagd bidt niet op haar knieën, maar zit op twee leeuwen. De geest verschijnt soms des nachts boven de Koninklijke poort. Mijn stapgenoten zagen meer in de figuur op de muur naast de poort. Oordeel zelf maar of ga eens ter plaatse kijken.
Woensdag al stond mijn mochila met de bastones aan de voordeur. Correos en B-Post hebben hun best gedaan.
Die ene foto van de verspreide klederen is typisch iets voor mensen die in hun eentje leven. Dat uit zich ook in het ongeneerd luidop bellen, laat binnen komen of nog allerlei dringende zaken die persé op een on-kristelijk uur moeten geregeld. Maar dat hoort er ook bij, verdraagzaamheid.
Er rest me nog het inlossen van een belofte: het verhaal van de Amerikaanse Bask.
Paul Zuluaga is de zoon van een Baskische vader en moeder. Zijn over-overgrootvader is rond 1870 naar de Filipijnen getrokken. Magellaan ontdekte de eilanden in 1521. Het zou nog tot 1565 duren vooraleer Spanje er in slaagde de Visaya's in handen te krijgen. Dat was het begin van zo'n 350 jaar Spaanse overheersing.
De grootvader was naar ginds getrokken om er een touw bedrijf op te richten. Dat ging goed net zoals het uitbreiden van het gezin. Er sproten meer dan tien nakomelingen voort uit dit gezin, dat op zich al deel uitmaakte van een uiterst grote familie, ook bij ons geen onbekend gegeven in die jaren.
De Baskische cultuur en taal werden meegenomen en in die meer besloten gemeenschap gecultiveerd. Af en toe was er nog contact met naaste familie uit het thuisland. Paul zijn grootvader nam rond 1910 het touwbedrijf over. Op zijn beurt zorgde deze grootvader voor een groot gezin.
Paul's vader, geboren op de Filipijnen, keerde nooit naar Baskenland terug maar huwde wel een baskische vrouw. Het touwbedrijf bood weinig toekomst en de man emigreerde, net als een deel van de familie, naar het land van belofte, Amerika. Zijn vader vertelde nooit iets over het verleden of over andere familieleden, waar die woonden enzoverder.
Paul zelf nam dienst in het leger, bij de Air Force. Zo kwam hij in 2001 in Duitsland terecht. En dat is niet zo ver van Spanje. Daarom nam hij tijdens een verlof periode met zijn gezin de auto naar Baskenland. Hij wist enkel de naam van het geboortedorp van zijn voorouders. Maar heel precies nu ook weer niet. Een verre neef uit Amerika wees hem erop dat de spelling wel eens anders zou kunnen zijn, Baskisch en Spaans zijn duidelijk verschillend. Hoe dan ook, na enig zoekwerk kwam hij in het bedoelde dorp terecht. Dit dorp is gelegen een vijftiental kilometers van Guernika.
En hier start eigenlijk ons verhaal: bij het vernoemen van deze laatste stad stelde ik de vraag of hij, als Amerikaanse Bask, wist wat hier in de jaren dertig was gebeurd. Hij klaarde op dat er nog iemand was, er waren meerdere toehoorders, die hiervan wist. En toen kwam het hele familieverhaal ten berde.
Om verder te gaan, bij het bezoek aan zijn heimat dorp, speelde zijn kinderen buiten en ontmoette er een jongen die naar hun naam vroeg. Bij het vermelden van Zuluaga sprond dit jongentje op en rende naar een naburig pand om zijn moeder op de hoogte te brengen dat er Amerikanen met dezelfde naam waren.
Deze moeder kwam erbij en bleek gehuwd met een Zuluage. Het hele gevolg trok naar het gemeentehuis om de bevolkings registers te raadplegen. Ze kregen makkelijk toegang, de bediende had ook die naam waar ze naar op zoek trokken. Omdat Paul de geboortedatum van zijn grootvader nog wist was het vlug uitgepluist wie wie was. Een groot deel van het dorp bleek nog familie te zijn. Maar er bleken ook nog familieleden te wonen in Australië, Ierland, in Madrid en uiteraard nog op de Filipijnen.
Via opzoekwerk, van die vere neef, op tinternet bleken er zelfs in zijn thuisland, Colorado, nogal wat familieleden te wonen. En heden te dage spreken vele van deze mensen nog steeds het Bask. Paul is er trots op om Bask te zijn, evenzo zijn dochter Kimi, die samen met haar vader op camino is.
Het verhaal gaf me kippevel. De manier waarop deze man sprak over zijn roots en het geluk om deze te herontdekken en te kunnen vaststellen dat het Baskenland nog steeds bestaat en leeft deed iedere toehoorder stil luisteren.
Zo, beste lezers, we gaan terug over naar de orde van de dag. Binnenkort is er weer, na twee jaar, de Dodentocht in Bornem. En op de radio is er de Tour de France, steeds een belevenis.
Het WhatsApp groepje, Camilo, is opgezet door Charles de American. Hij is met zijn dochter Morgan op zaterdag verder getrokken naar het einde van de wereld. De Letse, Damara, is gisteren morgen met de bus naar datzelfde eind gereisd. En ik, heb des morgens eerst mijn PR verzorgd. In de namiddag heb ik samen met de Canadese, Sherry, aan mijn cultuur gewerkt. In de wandelgangen van de kerk, eigenlijk op het dak 3e verdiep, werd gefluisterd dat er weer rook door het gebouw ging vliegen. En dat wou ik nu toch eens vanop de eerste rij meemaken. Dus zat ik om zeven uur al op een moeilijke kerkbank, op de achterste root.
Zelfs dat extra halfuur afzien werd niet beloond. Op het eind van de dienst, anderhalf uur later vloog er niks door het zwerk. Conclusie, geloof zelfs geen persoon met een toga, zeker niet in de wandelgangen.
Het laatste avondmaal, vrijdag avond, was voortreffelijk. Het restaurant El Papparoria, in de drukste straat, was volzet. Om 10u was het onze beurt en het was het wachten waard. Vijf verschillende gerechten en alles smaakte om ter best. Rond middernacht konden de volgenden binnen.
Daarvoor had Camilo een gids gereserveerd voor een stads verkenning. David, de gids, sprak goed Engels met een nog betere tongval. Duidelijk een inwoner van Jakob zijn stad. Elke keer hij ergens een uitleg begon stelde hij de vraag: Why, onmiddellijk gevolgd door: I tell You.
Vandaag heb ik me onledig gehouden met Wat? Dat zal ik vertellen!
Met een busrit naar Finistere. Ofwel was de chauffeur niet geïnformeerd ofwel was hij het vergeten, hij nam een doodlopende weg. De brug in het dorp was in herstelling. Keren was onmogelijk en dus volgde en Echternach rit van bijna een kilometer. De rit heen duurde 3u, terug maar 2u.
Hij kreeg wel applaus voor zij stuurmanskunst maar het zweet stond in zijn schoenen.
En nu nog een frisse pint alvorens een laatste nacht in Spanje, fingers crossed.
Gisteren was de kamer vlug gevonden, wel voor één nacht. Dus vanmorgen terug op zoek gegaan. Van arrenmoede naar het toerisme bureau getrokken. Helaas konden ze me daar voor minder dan 150/ nacht niet helpen. Een albergue even uit het cenrtrum is de volgende drie dagen mijn uitvalsbasis.
Deze morgen mijn rugzak gepost, viel ietsje duurder uit dan verwacht. Samen met het goedkope ticket komt het toch nog goed.
Straks komen we terug samen voor een rondrit door de stad. Waarschijnlijk zullen we erna, zoals gisteravond, gaan eten met gedeelde gerechten. Ieder besteld zijn goesting en deelt met de anderen. Mooi toch.
Heb deze morgen een kapper mijn krullen laten goed leggen. Ik heb hem proficiat gewenst, met google. Hij straalde.
Hij straalde net zoals de zon, die al een hele dag van jetje geeft. Nu in de late namiddag 25°C.
Kort, her zit erop. En in Galicië regent het niet elke dag. Tenmiste niet op de plaats en het moment dat ik daar was. Het maakt de regendagen van een vorige editie een beetje goed.
Het afhalen van den diplom verliep vlekkeloos, geen urenlang meer aanschuiven. Wel was de controle zeer secuur. Maar bon, om 16u konden we toasten op het resultaat. Of anders zou het op iets anders zijn geweest.
Vanuit mijn kamertje voor één nacht kijk ik op de Kathedraal.
En nu opstappen en voorbereiden voor het laatste avondmaal.
Nog één dag op de camino. Ik zou bijna schrijven gelukkig. Maar dat is niet helemaal waar. Het parcour is bekend, het grote aantal wandelaars is ook bekend. En zelfs de commerce is niet nieuw. Toch blijft het de Camino de Santiago. Ongeacht de manier waarop iemand deze tocht, lang of kort, volbrengt, het is de intentie en de motivatie die belangrijk blijven.
Op mijn leeftijd denk je al eens terug. Of beter, denk je niet te lang meer vooruit. As it comes.
Ik ben dankbaar voor het leven en de mogelijkheden die me gegund zijn. Vooral dankbaar met een persoon die me ongelooflijk steunt en me dit gunt. Agnes, de liefde van mijn leven. Aan Jorg en Evert, bedankt om me te verdragen.
Zoals al eerder vermeld, de highway camino loopt makkelijk, de rugzak weegt niks meer en thuis is in zicht.
Nu ik tijd heb is er de mogelijkheid om toch eens tot Finistere te gaan, met de bus welteverstaan. Maar in eerste instantie er voor te zorgen dat mijn bagage via post in België geraakt.
Ben in een groepje verzeild geraakt dat klikt. Al zitten we deze avond verspreid, morgen gaat het wellicht naar dezelfde albergue. Ikzelf zit alweer in een Xunta de Galicia herberg, 8. En die voldoen aan een aantal normen die een gezonde omgeving waarborgen. De tolk, Madara, en het koppel met de jongste pelgrim zijn hier ook.
De plaats van overnachten is Arzua, een bekende naam bij pelgrims. Hier komt de Camino del Norte ten einde en vervoegd de Frances. Het aantal pelgrims is meteen een flink pak hoger.
Rond de middag arriveren we aan een kapel. En deze is open. Een persoon met een fluo hesje met vermelding: voluntario, verwelkomd ons in Spaans met een accentje. Blijkt het een Italiaan te zijn die hier, via de Confratery of James, gids is en het gebouw openhoud.
Enkele kilometers verder staat een verwijzing naar een restaurant, 270 meter van de weg verwijderd. Daar dus heen gelet op het uur. Twee uur later, 16u15, zetten we onze weg verder. De chef bleek alweer een Italiaan te zijn. Zijn kennis van de keuken was net zo goed als deze van de vele Europese pelgrims wegen, uitstekend.
Na een frisse start onder een stralende hemel heb ik eindelijk terug in T-shirt en korte flok kunnen lopen.
Vandaar de titel, schuif aan tafel op het warmste van de dag.
In het klooster zijn nog enkele mannen die in een pij rondlopen. Of het monniken zijn, I will not chance my arm. (St Patricks Cathedral Dublin)
De torenklokken daarentegen zijn wel degelijk goed werkend. Volgens de uitstekend Engels pratende monk zullen deze tussen 22u en 6u very quiet zijn.
Een prachtige morgen doorheen een prachtige natuur, het kan slechter. Voor de rest is er weinig te melden. Het klooster is leeg maar de kerk maakt juist daardoor indruk.
En het avondmaal, het laatste in deze bezetting, smaakte voortreffelijk. Dat is ook camino.
Zit nu in een door de Confratery of St-James gerunde albergue. Mooi, modern en all the way very English.
Het viertal from Sheffield zit hier als vrijwilliger voor veertien dagen. Kevin, Gary, Phylly and David zijn schoolvrienden die op hun zestig jarig bestaan een reünie hadden. Zo volgde de afspraak om voor de CSJ dienst te doen, ook wegens hun eigen camino ervaring.
Er is hier nog een jong koppel, hij Zuid-Afrikaan, zij Schotse, met hun 7 maanden oude dochtertje, Rebecca.
Het kind word opgevoed in het Suid Afrikaans, Engels en Spaans, mama's origine.
Zit hier ook, Madara, een Litouwse die Chinees heeft gestudeerd en daar vier jaar heeft gewerkt. Verder spreekt ze, buiten haar moedertaal, Russisch, Duits, Engels en noties van Spaans en Italiaans.
Alle pelgrims die zijn binnengekomen spreken dezelfde taal, dat bespaart een hoop gebaren.
Vandaag was een rustige wandeldag, niet ver en door een prachtig stukje natuur. Natuurlijk heeft Laura haar steentje bijgedragen, na vier dagen zeker welgekomen. Dat het frisjes was is er met plezier bijgenomen. En de 100 km paal is gepasseerd, althans het merkteken. Blijkbaar heeft men geoordeeld om dat paaltje zes meter verder te plaatsen.
En ja, ik ben links gegaan.
Morgen een laatste trip boven de 20 km naar alweer een klooster.