Bellum ita suscipiatur, ut nihil aliud nisi pax quaesita videatur - De oorlog moet zo opgenomen worden, dat niets anders tenzij de vrede schijnt gezocht te worden. Hugo Peregrinus
10-05-2019
Probeersel
Beste Lezers,
De daar bij het woord voegen, hierbij eens proberen of het bijwerken van de blog lukt.
Ik probeer dit ook met spraak technologie.
Dat lukt prima, tot nu toe.
Het is zover, de kaart is zichtbaar op de blog. Links vind je bovenaan de kaart met enkel het Olavspad. Eronder is het gehele traject te volgen.
Dit is een voorbereiding en voor het grootste deel zal dit ook gevolgd worden. De kans dat er hier en daar zijsprongen worden gemaakt is reëel.
De juiste en exacte afstand is, volgens BaseCamp 1993 km. Daar mag je precies 200 km in mindering brengen wegens niet met de benenwagen maar met de ferry.
Volgende overzetten staan op het programma:
- Norderham naar Bremerhaven (3 km)
- Cuxhaven naar Brunsbüttel (27 km)
- Hirsthals naar Larvik (160 km)
(van Denemarken naar Noorwegen, tussen het Skagerrak en het Kattegat)
- Horton naar Moss.(10 km)
Verder loop ik langs kilometers kust, door bossen en, vooral in Noorwegen, over enkele pittige bergjes.
Het is iets verder als twee vorige jaren, toch zie ik er naar uit.
In Oslo ga ik langs bij het Pilegrimssenter alwaar ik een stempel boekje voor het Olavspad kan bekomen. Wel heb ik al gezorgd voor een eigen boekje waar de eerste stempel, traditie, gezet wordt in het AC De Zaat.
Hoelang de tocht zal duren is van vele factoren afhankelijk. Gezond blijven is de eerste vereiste, de rest zal zich zelf wel uitwijzen. Verwachting is, zoals bij mijn eerste pelgrimstocht naar Compostela, tussen de 65 en 70 dagen onderweg te zijn.
Het blijft steeds op hoop van zegen. Bij het aanmaken van een nieuwe blog moest er uiteraard ook een nieuw wachtwoord en naam gegeven. Het is echter niet bevestigd door mij, de herinneringsmailtjes vliegen me nu op de oren.
Raar maar waar, plots was er geen probleem meer met het posten van tekst en foto’s.
En dan ga ik verder op zoek om zo weinig mogelijk materiaal te moeten meenemen op mijn tocht.
Een van de volgende probeersels zal het werken met alleen maar de I-Phone zijn. Er zijn nog een aantal mogelijkheden (aantal is een understatement) die me kunnen bijstaan met het (dagelijks) up-to-date houden van mijn blog. Er resten me nog enkele dagen om me hierin te verdiepen.
En verdiepen moet nu wel lukken. Voorlopig zet ik Op Stoapel ‘on hold’. De wandeling is opgesteld, de afwerking laat ik aan anderen. Tempus Fugit.
Onze expo ‘Scheepsbouw in Temse, een terugblik’ lokte, gespreid over 3 dagen, meer dan 1000 bezoekers . Het voorbije weekend was het op zaterdag redelijk druk, op zondag liepen er doorlopend tientallen mensen doorheen het AC De Zaat.
Voor velen lokte het dakterras langs de raadszaal ook heel wat kijklustigen. Bij de enkele buien die De Zaat en omgeving teisterden bleef dit kijkpunt eenzaam.
Velen kwamen hier voor het eerst, zelfs inwoners van het nieuwe Temse. Blijkbaar is er nog steeds een drempelvrees om het huis van de ‘overheid’ te betreden.
Wel veel gehoord, oh, wat prachtig, dat moet hier wel aangenaam vergaderen zijn. (Daar geef ik dan geen commentaar op wegens het nog nooit meegemaakt.)
Edoch, het zicht, de zaal en het gebouw blijven niet alleen de bezoekers verbazen. Bovendien heb je er geen dikke jas vandoen.
Dit weekend waren vele bezoekers blijkbaar van een ander slag dan diegenen op de erfgoed dag. De gesprekken voerden me menigmaal mee naar totaal andere oorden, maar wel gelinkt aan de scheepsbouw. En natuurlijk kom je regelmatig oude bekenden tegen en worden de persoonlijke evoluties besproken. Hier is het hoofdmenu het voort schreiden van de jaren en het berustend zuchten, ‘zolang we maar naar hier geraken’.
Zo’n ontmoeting is er met een dame op leeftijd. Ik denk bij mezelf, dat gezicht ken ik toch. Toen ik haar vroeg of ik kon helpen, antwoordde ze dat ze haar zoon moest in het oog houden. Die was aandachtig de maquettes aan het bestuderen en daardoor zou hij wel eens kunnen vergeten dat zijn moeder er ook nog was.
Even later komt die zoon langs en stel aan hem ook de vraag of ik kan helpen, of hij werkzaam is geweest op de werf.
Hijzelf niet maar zijn grootvader wel, Jeroom Temmerman.
Of ik die ken? Jazeker, zij het vaag, maar ik wist wel dat die meestergast is geweest in de schrijnwerkerij. Wat ik wel wist is dat de dame, zijn moeder, me nu wel heel bekend is geworden. Haar gelaat was precies hetzelfde als dat van mijn tante/pit, haar nicht.
De man bekeek mijn badge en begon uit het hoofd mijn familie stamboom uit te leggen. Bij het opsommen van de kinderen van nonkel Albert en tante Maria bleef het bij twee. Vorig jaar heb ik al eens verhaald hoe ik aan mijn naam ben gekomen. En dat wist hij dus niet. (kozijn Hugo is als kleine overleden en ik was de eerstgeboren jongen in de familie)
Liliane, ze was er intussen bij komen staan, herinnerde zich dat wel. En zo ben ik weeral het een en ander te weten gekomen. En dit ging nu eens niet over de werf maar ze was er wel de aanleiding toe.
De werf, voor velen een ijkpunt in het leven, voor velen binnenkort vergeten. Daarom is het werk van Op Stoapel best nuttig te noemen. Om te vermijden dat inwoners van De Zaat niet zouden weten dat hier voorheen een middelgroot bedrijf is geweest. Dat de mannen en vrouwen best wel goed waren in het uitoefenen van hun job.
Grtjs
Hugo
Foto’s: Temse in de regen I en II, Relikwieën I en II, Raadszaal R en L of andersom, Temse in de zon I en II, Portret met Temse, F 912, zon en regen.
Het is verwarrend. Weeral is het onmogelijk geweest een verslagje op mijn blog te krijgen. Van arrenmoede heb ik een nieuwe blog gecreëerd onder de titel Tempus Fugit II. Dit lees je, als het lukt op de vorige blog.
Onze Jan is zondag aangekomen in Santiago. Hij heeft zijne compostela opgehaald samen met Els, die met de fiets de Camino de Sureste heeft gedaan. (en niet zoals ik had geschreven de camino De la Plata) Beiden hebben veel regen, stortbuien en zelfs onweer te verduren gehad. Maar alles is uiteindelijk weeral goed verlopen.
Voor mij is het nog even wachten, het is de eerste maal dat ik zo laat vertrek. Het heeft alles te maken met het onbekende. Ik dacht in het Noorden komt de natuur iets later tot leven en zijn vooral de nacht temperaturen iets aantrekkelijker. Maar zie de weerkaart, 23°C in Oslo.
Hoe je het ook draait of keert, één ding is duidelijk, met mijn uitrusting kan ik zeker niet in de winter periode op stap, als dat al de bedoeling zou geweest zijn.
De expo van Op Stoapel in AC De Zaat kan (weeral) als een succes bestempeld worden. Meer dan 400 bezoekers werden geteld. Op vrijdag, op de opening van de erfgoeddagen waren meer dan 100 personen aanwezig, meestal mensen met een connectie met OS en /of Boelwerf.
Het koor Cor@Cor bracht enkele gesmaakte liederen. Eentje ervan was in het Gaelic, totaal onverstaanbaar maar bovenal hemels gezongen.
De voorverkoop van het boek Made in Belgium by Boelwerf ging vlotjes, de inschrijvingstafel was druk bezet, zowel op vrijdag als op zondag.
De brochure van de tentoongestelde maquettes vond gretig zijn weg naar de bezoekers.
Nu begin ik direct aan het volgende project, de Boelwandeling herschrijven. Dit Boelwerf parcour zou een ankerpunt zijn in het basisconcept dat is uitgewerkt met de raden van Bestuur van Op Stoapel, de werkgroepen Scheepswerven in Beeld en ons Toekomstproject. Deze besprekingen hadden tot doel een permanente vereeuwiging en eerbetoon aan het scheepsbouwerfgoed.
De betrokken overheden zijn bijzonder geïnteresseerd en bereid de nodige fondsen te voorzien. Dit vergt allemaal wel wat tijd. Het belangrijkste is dat er nu definitief kan gestart worden om langs de rivieren van het Schelde estuarium een toeristisch wandel fietspad te creëren om het toerisme te bevorderen en ook dat erfgoed te bewaren en de kennis door te geven.
En één van de ankerpunten is dan de kraan A27/M22 hier op de dijk te Temse. Het ankerpunt zou gekenmerkt worden door, uiteraard de kraan, maar ook door een tripod. Dit is de typische mast vooraan op de Boelschepen.
En van hieruit kan de bezoeker dan een rondwandeling over de site maken langs een 8 tal punten waar fotos en teksten de nodige uitleg geven over de plaats zelf. Heel makkelijk is dat niet maar uit ervaring weet ik dat, met de nodige mondelinge overlevering, het toch de moeite kan zijn.
Wandelen langs de Schelde, Scheepswerven in beeld zou in de toekomst een mooie fietstocht kunnen worden. Vanaf elk vertrekpunt (ankerpunt) kan men de Schelde, Rupel en Dender volgen langsheen plaatsen met een rijke industriële geschiedenis. De mogelijkheid om kortere lussen te vormen is een troef.
Mijn biljart tornooi zit er nog niet op, na 2 winst en 2 nipte verlies partijen realiseer ik een puntentotaal van 36. Dit is normaliter voldoende om de volgende ronde te mogen deelnemen.
De form is er, de winst is afwachten.
Vorige week heb ik nog een tochtje ondernomen. Samen met de Catsjoe (en de Ronny) zijn we van Gavere naar Oudenaarde gestapt. Prachtig decor langs de Schelde (daar is ze weer) langs rustige wegen en paden. Aan de brouwerij Liefmans, juist voor de voetgangers brug te Oudenaarde, was onze broek al enigszins droog. Zoals voorspelt was het wisselvallig weer. Met mijn plu bleef het wel beperkt tot de broek. Het bijhorende cafeetje van Liefmans is nog niet open voor het publiek. Dat drogen deden we dan maar naast de Sint-Walburgakerk, in de Carillon. Lang kon het liedje wel niet duren, de trein terug noopte ons om nog er een spurtje uit te persen, anders zou het een uurtje later worden.
Zaterdag morgen heb ik dan nog een toerke naar Tielrode gemaakt. Tijdens het oversteken van de polder kreeg ik 'op' de stortregen nog een windvlaag. Toen hielp mijn pluutje iets minder. Maar geen man overboord, een half uurtje later was het al vergeten.
Grtjs
Hugo
Fotos: Rustig pad, niet altijd langs de Schelde; Het komt toch!; Singing in the .. ; Zicht op de sluis; Prachtige gast maquette in AC De Zaat; Cor@Cor; In memory: Jan zijn stempel van het Paradores, verhaal komt nog; Guy is zaterdag vertrokken naar Compostela, in de regen (blog zie onderaan rechtse kolom).
nota: Waarschijnlijk is er een probleem met Bloggen.be geweest. Al verscheidene dagen kon ik geen bericht plaatsen. De titel luide oorspronkelijk: Morgen 1 mei.
Dit weekend is het erfgoed dag. Met Op Stoapel organiseren we een expo in het AC De Zaat onder de subtitel: Scheepsbouw in Temse, een terugblik.
Nu vrijdag is er de officiële voorstelling van het programma en de opening van onze expo.
Op deze expo zal weer heel wat nieuws te zien zijn. Brochures en catalogi van de werf, fotoboeken over tewaterlatingen, typisch scheepsbouwers gereedschappen, gekleurde tekeningen van schepen voor de klant en bijdragen over leidende figuren zoals Maurice Hemelaer en Frank Van Dycke zijn er enkele.
Verder is er nog een projectie ‘scheepsbouwers’ met beelden van beroepen, feestelijkheden en het verenigingsleven op de werf.
Een beeldmontage laat de verschillende stadia zien hoe een schip wordt gebouwd, een andere beeldmontage overloopt de gebouwen van de werf.
Ook andere werven in groot Temse worden belicht, zoals De Durme uit Tielrode en Gebroeders Maes uit Steendorp.
Uiteraard zijn er de prachtige maquettes die staan opgesteld op verschillende plaatsen in het AC. Enkele ervan zijn alleen op de erfgoed dag te bezichtigen. Op deze avond wordt ook de herwerkte en helemaal up-to-date gemaakte brochure over dit onderwerp voorgesteld.
Andere klassiekers zijn de platte grond met erop maquettes van de gebouwen en kranen en de dwarse tewaterlating van ons schip, de Op Stoapel.
Er is nog meer te beleven en te zien en dat alles kan uiteraard worden besproken in het Boelcafé, op de vijfde verdieping met prachtig zicht over de site.
Als toemaatje brengt Cor@Cor op regelmatige tijdstippen een muzikaal watergebonden bijdrage.
Voilà, bij dezen iedereen welkom op het Frans Boelplein.
Een zalige Pasen aan allen. Met dit weer moet het zeker lukken.
Zomerse toestanden in april, als dat maar goed komt.
Ieder geval, ik laat het niet aan mijn hart komen.
Donderdag laatstleden er nog eens op uit getrokken met de Ronny en de Catsjoe.
De Jan zit alweer veilig en goed in Portugal om zijn camino Portugués af te werken.
Hij werd daar verwelkomd door Lynn, de Amerikaanse die regelmatig overvliegt om een stapke in Europa te zetten, veelal in de richting van Compostela. En als het goed zit ontmoet hij volgende week ook Els, de Nederlandse die hij al verschillende keren heeft ontmoet, op de camino en thuis. Deze laatste dame is nu met de fiets bezig aan de camino de la Plata, iedere dag een 100 km, over niet altijd vlakke wegen.
Wel kan ik al melden dat Jan zijne camino begonnen is in de regen. Aha!
Niet gelachen, het kan hier ook vlug verkeren.
Maar donderdag dus was het uitstekend wandelweer, nog niet te warm en (bijna) windstil. We hebben een tochtje gedaan langs de parken in de omgeving van Hoboken en Berchem.
Via Petroleum Zuid trokken we langs het Kielpark naar Vogelzang. We volgden als het ware de onderkant van de ring, goed hoorbaar. Maar eens in het Nachtegalenpark kwam de rust. De omgevingsgeluiden kwamen vooral van vogels. Joggers waren er ook al. Die hun geluiden zijn meestal zacht, het ritselen van pantoffels op het grint. Hun andere geluiden beperken zich meestal tot hun eigen oren.
Een korte rustpauze, om te genieten van de warme zonnestralen, volstond om onze tocht verder te zetten.
Als vanzelf loop je het Middelheim park binnen. Eigenlijk moet ik schrijven, het Middelheim Museum/beeldenpark.
Dit was voor mij een ware openbaring.
Al dikwijls langs daar gepasseerd, meestal werk gerelateerd of om een bezoekje te brengen aan iemand in het UZ.
Om alle kunstwerken te bezichtigen heb je meer dan één dag nodig. Terugkeren kan uiteraard ook, en dat zal wel gebeuren.
Bij dit blitz bezoek vielen me Het Huis en The Bridge Without a name op.
Bij het biljart tornooi driebanden heb ik al twee wedstrijden gewonnen. De eerste nipt verloren, de tweede overtuigend gewonnen en de derde slecht gewonnen. Kan dat? Ja, als je uw aantal caramboles bereikt maar te veel beurten nodig hebt. Het is dus afwachten of ik volgende week aan een aanvaardbaar resultaat kom om verder te mogen gaan. It’s just a game.
Grtjs
Hugo
Foto’s: Daar ga ik naartoe, via fietserstunnel; Sanering nog steeds aan de gang op Petroleum Zuid, bakermat van de Belgische petroleum industrie; ’t Stad; Het Huis, waar vogel gezang je tegemoet waait; Steek je zo de Chinese grens over, werk van Weiwei Ai; Rustig plaatsje voor de pic-nic; Te lang in de zon gelegen; Op de terugweg, mooi in het zonnetje; Veel herinneringen!
Vrijdag een stapke gedaan, toerke in de omgeving van Kortenberg – Erps-Kwerps. Er stond een scherpe noord-oostenwind. Het deerde niet en had een voordeel, we konden kennismaken met het geluid van opstijgende vliegtuigen. En dat zijn er veel. Om de 2 à 3 minuten, schat ik, scheurt de lucht open.
Jan dacht aanvankelijk dat het wel meeviel tot je in het verlengde van de startbaan komt.
Achja, alles went. Toen we s’avonds in Kwerps nog een verfrissing tot ons namen konden we de plaatselijke bevolking uitvoerig ondervragen over het geluid. De eerste vraag was natuurlijk of die opstijgende vogels geen bron van ergernis was. ‘Welle zoan da geweun hè’ was het uitgebreide antwoord. De slotvraag van de enquete was iets uitgebreider. Waarvan ondervinden jullie het meest hinder, stijgen of dalen? ‘Woa zelven bloaven op de greund’.
Spreker van dienst was echter van mening dat stijgende toestellen iets meer decibels produceerden.
Voor ons drieën was het weer eens iets anders. Natuurlijk kan ik best begrijpen dat in de ruime omgeving van Zaventem Airport wonen een ‘gewoonte’ moet zijn.
Voor de Ronny was het een hoogdag. Een nieuwe lens, voor zijn al uitstekende foto toestel, kon uitgebreid getest worden. En het mag gezegd en geschreven worden, de foto’s van de opstijgende vliegtuigen zijn best scherp te noemen. Op een bepaald moment kon je de vullingen van de tanden van een piloot zien. En die waren goed gedaan.
Ikzelf zal me op mijn tocht deze zomer enkel bedienen van het I-Phone toestel, minder gewicht en makkelijk weg te steken. Alhoewel het toestel van de Ronny qua gewicht heel goed meevalt. Er is natuurlijk wel die lens die een iets groter volume heeft. Maar één ding is nu al zeker, zijn foto’s zullen mijlenver beter zijn. Een geluk nog voor mij, hij loopt ook van Oslo naar Trondheim en deelt graag zijn opnames.
Vandaag leg ik de laatste hand aan een brochure voor Op Stoapel. Hierin worden de tentoongestelde maquettes in AC De Zaat, van Op Stoapel en enkele uit privé bezit, beschreven. Er is nogal wat tijd en moeite in gestoken. Dankzij de medewerking van velen (hartelijk dank) zal op de erfgoeddag van 28 april e.k. een unieke uitgave van Op Stoapel ter beschikking liggen van de bezoekers.
En dan begin ik echtigentechtig aan de afwerking van mijn trip naar Oslo. Want ook hier weer: tempus fugit.
Grtjs
Hugo
Foto’s: Scherpe beelden; Die is wendbaarder; Gegrond.
Nota: Woensdag vertrekt de Jan naar Porto alwaar hij zijn onderbroken tocht van vorig jaar, de Camino Portuguès, zal afwerken. We brengen hem weg, zijn we ook eens een aantal dagen gerust.
Is te volgen op https://jacobspadportugal.blogspot.com/ .
In de linker kolom zijn enkele wijzigingen aangebracht. En het beloofde kaartje van het Olavspad staat op zijn plaats evenals het stukje na de overzet tussen Horton en Moss, eigenlijk al een voorloper van het GROTE pad. Om de grote kaart te zien dien je op het vierkantje in de rechter bovenhoek te klikken. De kaart verschijnt op uw scherm. Ik ben al tevreden dat dit mij is gelukt. Als de volledige kaart klaar is, Temse - Oslo zal ook deze een geschikte plaats krijgen.
Vanmiddag rustig in de zon gezeten en ervan genoten. En in de late namiddag nog even tijd gemaakt om een tentoonstelling te bezichtigen.
‘Platenhoezen uit de Belgische Muziekgeschiedenis’ is zeker de moeite van een bezoekje waard: tot en met 28 april, Gemeentemuseum, Kasteelstraat 16.
Je loopt doorheen 60 jaar geschiedenis, op een logische wijze uitgestald, en bij elkaar gespaard door Dany De Bock.
Deze week geen wandeling gemaakt, gene tijd! Zoals vermeld is de lente ‘kriebel’ schoonmaak hiervan de schuldige. Maar dat moet ook eens gebeuren. En of dit ook iets te maken heeft met het driebanden weet ik niet. Mijn eerste partij is wel niet schitterend verlopen en op de koop toe, al is dat eigenlijk een logisch gevolg, ook verloren.
Wel goed nieuws is het ophalen van dopjes bij de gemeentelijke lagere school te Kruibeke. Er bleek niet één zak klaar te staan maar zeven. Met de woorden zeven, klein en groot zou ik wel een verhaaltje kunnen schrijven, als dit niet al was gebeurd.
Pieter en Miranda hun tuinhuis zit weer helemaal vol, meer dan dertig zakken. Als er nog bijkomen tegen dat de ophaaldienst langs komt (normaliter deze week) zullen de zakken buiten gestapeld moeten worden, weliswaar in het droge.
Deze week staat er alleszins een wandeltochtje op het programma, als …..
Vorige vrijdag was er een rëunie bijeenkomst van de OAP. Voor de vierentwintigste keer is de Onderhoud Altijd Paraat bijeen gekomen in de kantine van KSV. En zoals dat gaat bij dergelijke gebeurtenissen van iets oudere mannen, er wordt nog al eens over het verleden gesproken.
Het ging er ook over dat niet iedereen altijd aanwezig was. Mensen die aan de kust zijn gaan wonen komen niet zo maar eventjes over en weer. Van een persoon werd gezegd dat het niet zo goed ging met zijn echtgenote.
Zaterdag morgen kwam het nieuws dan toe dat het erger was. Vorige avond was Betty overleden. En dan kom je weer terug op aarde. Het is onvermijdelijk en het komt naderbij en niemand ontsnapt eraan. Alleen denk je altijd, het is toch wat vroeg.
De vereniging OAP was er één van de vele op de ‘zaat’. Zelfs binnen de onderhoud waren er nog groepjes, de eilentriekers, de paswaarkers, de droairs, kortom, de iet of wat grotere beroepsgroepen hadden nog wel een voetbalploeg of iets dergelijks.
Maar alleen de OAP had een eigen wapenschild.
En dat schild hangt bij me thuis. En nee, ik heb dat niet meegepikt. Het hing, na het faillissement en de opruiming van alles wat niet vast zat, nog steeds boven aan de muur, waar ooit mijn werkbank stond. Ik merkte dat schildje natuurlijk direct op toen ik er een brandweeroefening ging voorbereiden. (Daar kon ik nog een vuurtje maken zodat de ‘uitruk’ realistischer was.)
Grtjs
Hugo
Foto’s: Die zeven zijn er in BCG zakken overgegoten uiteindelijk acht; Het schildje met wisselende achtergrond; Hoezen.
Nota: Wie oude poster kalenders wil, geef maar een seintje.
Gisterenavond is het drieband tornooi van start gegaan. Vandaag is het mijn beurt om te proberen binnen een redelijk aantal beurten aan tien driebanden te geraken.
Ik heb vier wedstrijden gezien en het waren er vier verschillende. Natuurlijk is dat zo, anders heb je geen vier wedstrijden. Het verschil zit hem in de reeks waarin wordt gespeeld.
De eerste en de laatste partij ging tussen spelers uit de lage reeks, tussen 10 en 14. De eerste eindigde na 71 beurten, waarin een speler pas na 30 pogingen zijn eerste carambole lukte. De laatste eindigde na 37 pogingen, wat een mooi resultaat is.
In de hoge reeks (van 15 tot 20) ging het mooi gelijk op. Het is te zeggen en schrijven, een nul reeks van zes tot tien beurten is mogelijk. En dan volgt plots een reeks van 3 of meer (gisteren 5) driebanden. Op precies 40 beurten was de partij beslist, wat een punten score van 10 oplevert.
In de ere-klasse (21 en meer) zie je dan wel het verschil, meerdere reeksjes zijn geen uitzondering. Zelden komen die partijen ver boven de 40 beurten uit.
Alle beurten voor die 40 levert extra punten op, al wat hoger uitkomt heeft een mindering tot gevolg. 0 punten worden bereikt aan het ronde getal van 80 pogingen. En in het driebanden spel wordt deze score niet zelden bereikt.
Daarom in de aanhef van dit artikel het woord proberen. Misschien helpt de nieuwe oude keu, kadootje, die iets zwaarder is. Keep you posted.
Maar het is niet al biljart wat de klok slaat. De lente is nu wel degelijk in het land en ook al is het een beetje gedateerd, de lente schoonmaak is gestart. Die opfrisbeurt betekend (gelukkig) dat er heel wat overtollige zaken naar andere oorden zullen verhuizen. En dat impliceert ook weer om keuzes te maken.
Keuzes maken doen we ook met Op Stoapel. De erfgoeddag van eind deze maand nadert met rasse schreden. Het weekend van 28 april begint al op vrijdag, het materiaal verhuizen en opstellen in AC De Zaat.
In deze tentoonstelling trachten we een beeld te geven van de scheepsbouw in (groot) Temse. De Boelwerf in Temse heeft 165 jaar bestaan. Daar is in het huidige straatbeeld weinig van te zien behalve dan de beschermde A27 (M22) torenkraan op site De Zaat. In de buurgemeente Steendorp gaat de scheepsbouw zelfs terug tot de 17e eeuw.
Er zullen extra luiken zijn over de scheepswerven in de buurgemeenten met name Scheepswerf gebr. Maes uit Steendorp en Scheepswerf De Durme uit Tielrode.
Kamerkoor Cor@Cor zorgt voor een muzikale noot met liederen over water, schepen, varen
De maquettes die opgesteld zijn in AC de Zaat zullen uitvoerig te bekijken zijn. Er zijn ook maquettes uit privécollecties die speciaal voor de gelegenheid zullen te zien zijn.
Verder heel wat multimedia die de scheepswerf een beetje terug zal brengen en ons doet mijmeren over vroegere tijden.
In het Boelcafé kan je wat bijpraten bij een drankje en kennis maken met andere bezoekers.
Volgende verenigingen werkten mee en zullen ook aanwezig zijn op de Erfgoeddag: Scheepswerf De Durme Tielrode, Kamiel D Hanis, Binnenvaartmuseum Dordrecht, Rijn-en Binnenvaartmuseum Antwerpen, en Tolerant vzw uit Rupelmonde.
Met de steun van de gemeente Temse, Erfgoeddag en Erfgoedcel Waasland.
Om af te sluiten nog dit: deze week kan ik alweer een zak met dopjes gaan ophalen in de gemeentelijke lagere school van Kruibeke.
Hierbij een artikeltje uit het driemaandelijks tijdschrift van Flash 1, van het Belgisch Centrum voor Geleidehonden vzw.
We zeggen het ieder jaar.... "Dit record zal moeilijk te evenaren of te breken zijn...", maar ieder jaar opnieuw, verpulveren jullie, onze trouwe dopjesspaarders, het staande record. Niet zomaar met een paar kilo, dit jaar met maar liefst 33.960 kg meer dopjes dan in 2017.
Dit brengt het nieuwe record op 380.800 kg aan gerecycleerd plastic en het zal niet makkelijk zijn, maar we zijn vol vertrouwen dat we dit jaar nog net iets meer naar de 400.000 kg zullen opschuiven. Een mooie droom toch? We vermelden ook graag een aantal nieuwigheden uit het afgelopen jaar.
De sorteerders uit Tongeren namen een nieuwe dopjesloods in gebruik om alle opgehaalde dopjes makkelijker te kunnen stockeren en sorteren. Verder lanceerden we een dopjesbrief - een nieuwsbrief met berichten over de dopjesactie. Inschrijven kan via www.dopjesactie.be .
Geïnteresseerden kunnen hun bijdrage aan de dopjesbrief inzenden via info@dopjesactie.be. Wil jij bijvoorbeeld een school of organisatie die heel veel doppen inzamelt eens in de kijker zetten, dan kan dit. Suggesties, verhalen, leuke foto's of anekdotes over de dopjesactie, zijn altijd welkom.
Dat we weerom een record breken met onze dopjesactie is een teken dat de dopjesvrijwilligers en alle spaarders zich nog altijd ten volle inzetten voor ons centrum. Zo kwam er in 2018 75.000 kg van het sorteerpunt van "Ternat dopt mee... met het BCG". Er kwamen ook een aantal nieuwe inzamelpunten bij. Op dit moment staan er ondertussen meer dan 370 inzamelpunten op de website, maar we ontvangen dopjes van veel meer verzamelaars in binnen- en buitenland. De dopjesbus deed 400 ophaalplaatsen aan, hetgeen zich vertaalde in meer dan 70.000 km op de teller.
We willen ook alle mensen, die van dichtbij of van ver bij deze actie betrokken zijn, van harte bedanken. Dopjesspaarders, inzamelpunten, chauffeurs, sorteerders, de dopjescoördinator, Horta - uw partner voor tuin en dier - en Raff Plastics - het recyclagebedrijf - ... allen dragen ze hun dopje bij aan het succes van de actie en zo werd dopjesactie 2018, ondanks de prijsdaling, een daverend succes!
Bedankt.
Ik wil hierbij aansluiten en de vele donateurs, die met alle bescheiden maar zeer waardevolle bijdragen, er voor zorgen dat het inzamelpunt van Pieter-Miranda en Herman-Eliane regelmatig meer dan twintig (en meer) zakken kunnen afleveren. Deze week stonden er weer twee plastiek tassen aan de deur, en dat tikt leuk aan in de grote BCG zak.
Eeckhoutdriesstraat 169, honderd NEGENENZESTIG, hé makker! Ge kunt nie missen.
En inderdaad, de zon schijnt er altijd.
De Jean is voor altijd verbonden met Temse en de Werf, de waarf.
Zoals zovelen begonnen als nagelheter, de basis van een lange en vooral rijk gevulde carrière. En die carrière heeft de Jean vooral aan zichzelf te danken. Zijn doorzettingsvermogen gecombineerd met zijn leergierigheid brachten hem tot leidend tekenaar.
Als er te Temse niks meer te leren valt trekt de Jean met het trammeke naar Antwerpen, naar de Londonstraat.
Naar verhalen over zijn jeugd, de oorlog, het café en zijn familie kon je urenlang geboeid luisteren. Nooit was er een moment van verveling.
En als we op dreef kwamen en de geschiedenis van den Boel kwam aan bod vlogen de uren zo om. En soms zakte de flesinhoud iets rapper dan voorzien, geen nood, de reserve stond klaar.
Ik heb genoten van mijn bezoekjes. Zelfs toen het einde naderbij kwam was zijn humor nog steeds van een ‘hemelse’ kwaliteit. Waarheen zijn geest ook is gegaan, de herinnering aan de Jean zal dicht bij blijven.
De zon zal immer schijnen maar net iets anders.
Hugo
Foto's: Datishem; Naar de vergadering van OS; Bekijken, nalezen en catalogiseren; Samen op reis.
Auteur Jean De Block (° Temse, 1928-2019) was jarenlang leidend scheepsbouwkundig tekenaar
op de Boelwerf en leraar scheepsbouw. Als
voorzitter van de Werkgroep Wandel- en Fietspaden van Toerisme Temse was hij medeauteur
van het boek Fietsen door natuurrijk Temse. Zijn levendige belangstelling voor
Temse en zijn geschiedenis van de 20ste eeuw
lag aan de basis van zijn late roeping als vorser
en auteur. Van zijn hand is de biografie van Rik De Meester (1918-1994). Voor Op Stoapel was hij een levende encyclopedie, over Jos Boel&Zonen heeft hij een uitgebreid archief samengesteld. Ook hij heeft hij zijn gewaardeerde medewerking verleend aan vele evenementen en geschriften voor o.a. Op Stoapel en de docu reeks: Zolang er Scheepsbouwers Zingen van Jan Vroman.
Zoals gezegd en geschreven vorige bijdrage is de St-Jozefs bedevaart doorgegaan op de heilige man zijn feestdag.
Gestart op de markt aan café De Graanmarkt (nu Rita) ben ik dezelfde weg gegaan zoals bijna zestig (60) jaar geleden. Op vele plaatsen, te beginnen op de markt zelf, heb ik mijn geheugen diepgaand geraadpleegd om de verschillen in het straatbeeld te visualiseren. En die verschillen zijn enorm. Op elke plaats in de gemeente is het uitzicht veranderd.
De kleine kasseikes van de markt zijn herschikt. Ik denk dat op vele van die steentjes nog wel een stukske van mijn vel hangt. Vele gebouwen zijn vervangen door moderne exemplaren maar de OLV Kerk schittert meer dan ooit. Alleen is het moeilijk om die op een foto te krijgen, zeker als je er geen auto op wil zien.
In de Kamiel Wautersstraat is het zicht er nog wel. Op de hoek van de Franklin Roosevelt straat, het gemeentehuis en het hoekhuis naast voormalige beenhouwerij Arbyn na zijn echter alle gebouwen uit mijn jeugd verdwenen. Ik weet wel dat het Volkshuis zijn gevel er nog is, de geest is daar wel degelijk uit de fles. Hetzelfde verhaal als ik richting Oeverstraat draai. Deze straat ziet er nog redelijk hetzelfde uit. De Vos kijkt nog steeds in dezelfde richting. Maar je mag niet te ver kijken. Vlak voor me is het gebouw van de Gendarmen verdwenen net zoals het gebouw ernaast van elentrieker Vermeulen. Het grote gebouw, waar nu CM, ACV en C° gevestigd zijn, is reeds heel lang verdwenen. Zelfs het uitzicht van het huidige gebouw verschilt grondig van Het Volk voorheen. Turnen, met WIK, heb ik er nog gedaan in de feestzaal, gewoon op de vloer. Voorheen konden we terecht in de Akkerstraat, in een heuse turnzaal. En alvorens aan dat turnen te beginnen konden we rondrennen op het koer met de grote bomen. Als ik het me goed herinner was er rond die bomen een verhoging.
Aan het duiven lokaal van De Graeve (het huis staat er nog) ben ik eens met mijn trotinette in volle snelheid op ne pierewit gevlogen. Wegens overschrijden van de toegestane speeltijd in de Oeverstraat (bij Peirsman en op den Hogenhof) ben ik in het donker in volle gallop op dat ding geknald. Door de klap kwam ik op straat terecht, hulp stroomde onmiddellijk vanuit de kroeg toe. Met enkel wat schrammen en een flinke vermaning kwam ik er vanaf. Zou dat nu nog kunnen?
Maar terug naar de diezelfde Oeverstraat. Wie kent er nog den Hogen Hof? De straten waren er niet breed, de woningen navenant niet groot. Wel was er 'boven' een klein pleintje alwaar de latere ruitenwasser, glazenier Van Overschelde woonachtig was. Ervoor de schoolwinkel van De Landtsheer en de poelierderij Thielens. Verdwenen zijn ook de beenhouwerij (Rooms?) en de kleding winkel van Smet. Rookwaren De Bock zouden deze tijden zijn overgeschakeld op de E-sigaret maar bakker Pellecom zou nog steeds bakken. Wel zou zijn assortiment gevoelig zijn uitgebreid. De groentewinkel met de bascuul, het komt er niet op 100 gram op aan, zou waarschijnlijk de tijd niet hebben overleefd. Voor behangpapier of verf kon je terecht bij Peirsman of er rechtover, de naam ontsnapt me. En even voorbij P was er nog een kleding winkel. Mijn moeder heeft er me ooit een witte wijde broek gekocht, een afschuwelijk ding. En vooral vlug vuil op de fiets. Verder was er nog dokter Poort en verzekeringen Hellebaut.
Maar vooral de fietsenwinkel herinner ik me nog goed. Niet zozeer om die fietsen of het café ernaast. Vooral omdat tussen de bakkerij en het café den Britisch was gevestigd. Die witte balkjes begreep in nog niet zo goed, maar het was best wel spannend want eigenlijk verboden terrein. En via die fietsen was de stap makkelijker gezet.
Maar om tot in Tielrode te geraken moet ik wel even voortmaken.
De linkerkant van de Oeverstraat, verder na de bocht, verandert vooral de laatste jaren in snel tempo. Het kruispunt verderop is zeker veiliger geworden. En waar op Cauwerburg ooit de 'boningman' woonde staat nu een groot appartement.
Richting Tielrode zijn de fabrieken van Orly omgevormd tot magazijnen terwijl ervoor en er tegenover nieuwe wijken zijn ontstaan. Wel is het café, Het Schalie Huis, nog ongeveer hetzelfde. De baan echter is totaal verschillend. De kasseibaan, met een breedte van grote kar en later uitgebreid met een strook links en rechts van een ander soort kasseien, was bij nat weer eerder slippery te noemen. Ik weet het omdat ik er op zeer jonge leeftijd met de auto ben overgereden.
Hoe jong, minder dan 10 jaar. Hoe kan dat? Wel de chauffeur, Dolf Baetens beenhouwer op de markt, reed elke week (dinsdag?) naar de slachterij in Elversele. Na de stop in voornoemde Schalie Huis mocht ik op zijn schoot zittend zijn Morris besturen. Mits enige correcties van Dolf verliep dit vrij goed. Op de terugweg lukte dit soms minder goed, dan bedoel ik de correcties. (mijn moeder heeft het te laat geweten)
En zo komen we aan het beeld van het H Hart met de vermelding Wij bleven gespaard van de V1 De betekenis hiervan is pas later goed tot me doorgedrongen. Even verder liep toenmalig nog het tramspoor, nu A Heymanstraat. Of die tram er nog effectief over reed weet ik niet meer, wel dat we met die tram vele jaren naar Ham Carnaval reden op zondag.
Ook in het dorp van Tielrode zijn er al heel wat wijzigingen gebeurd. Niet in het minst bedoel ik de transformatie ter hoogte van het rusthuis. St-Jozef moest hier plaats maken voor Woon-zorgcentrum Huize Vincent. En de werken gaan verder.
De oprit naar het kasteelke van Tielrode ligt er nog steeds. Het plein voor de sporthal herinner ik me helemaal niet meer, uiteraard wel de kerk. Een aangename verandering is Den Brabander zeker wel te noemen. Dat het voorheen een brouwerij was wist ik toen niet.
En zoals al eerder aangehaald, de kapel is er nog steeds. De Durme rivier heeft terug meer water dan voorheen en De Durme Werf is voorgoed weg.
Al bij al een mooie herinneringstocht en op het eind, in de kapel, een ouderwetse sfeervolle gebedsdienst bijgewoond.
Via de buitendijk van de potpolder, ook een verandering, kom ik langs mijn laatste rustplaats.
Grtjs
Hugo
Nota: Vandaag zijn Agnes, Annita, Jan en ikzelf gezegend in de St-Rombauts van Mechelen. Klaar om op tocht ofte camino te trekken.
Fotos: Vertrekpunt (geboortehuis); Hogen Hof; Dank de Heer; Waar zijn de sporen (van mijn verleden); Kasseibaantje naar de poort van .; Kapel van St-Jozef; Noveen kaars voor iedereen; Wat er nog rest van De Durme; Rust plaats.
19 maart is de enige echte vaderdag sinds mensen heugenis. Zoals 17 maart de enige echte feestdag is van de Ieren.
Dit kleine eiland in het uiterste westen van Europa is waar het allemaal begon, én het is het middelpunt van de wereldwijde viering van St. Patrick. Zo vind je artistieke flair bij de St. Patricks Day optocht in Galway en bij het Home of St. Patrick Festival in Armagh en Downpatrick, waar de legende van de heilige diepgeworteld is.
Luke Wadding, een Ierse Fransiscaan, heeft ervoor gezorgd dat 17 maart een feestdag is geworden. Op die datum is in 461 Patrick overleden in Saul, county Down. St-Patricks Day is een traditionele dag voor geestelijke vernieuwing. Ik ben er al eens bij geweest, te Dublin, en volgens mij zit die vernieuwing vooral in The Guinness.
Het is trouwens in Boston, USA, dat in 1737 de eerste optocht ter ere van St-Patrick werd gehouden. De eerste officiële parade werd gehouden in New York in 1766. Het groene eiland vierde pas in 1903, in Waterford, zijn eerste Patricks Day. In Dublin werd het zelfs wachten tot het jaar 1931.
De kleur van Patrick was het blauw maar in de loop van de 19e eeuw kleurde de wereld op St-Patricks Day groen.
En het is dank zij diezelfde heilige dat Ierland vrij is van slangen. Maar zoals je weet zijn de Ieren uitstekende vertellers.
De St-Jozefkapel te Tielrode is voor mij de herinnering aan mijn vader, Milaan - San Remo en de klinknagel.
Traditioneel werd, bijna zestig jaar geleden, op 19 maart de wielerklassieker Milano Sanremo verreden. Deze klassieker oftewel de Primavera werd toen ook al uitgezonden door de BRT, toen nog NIR genaamd. Die uitzendingen waren er pas vanaf een uur of vier. Ik herinner me zon uitzending. De TV stond in het café op een verhoogje, enige klanten zaten ervoor. Het enige zichtbare was grijze mist. De sprint op de Via Roma was enigszins zichtbaar, zelfs de commentator wist pas na enige tijd een juist uitslag te geven. Het commentaar ter plaatse was er dan ook naar.
Een andere aankomst herinner ik me ook nog, de renners waren al binnen als de uitzending begon.
Alvorens naar die TV te staren ging mijn vader met mijn oudere broer en mezelf dus naar Tielrode, te voet wel te verstaan. Heb ik daar de goesting opgedaan om op pelgrimstocht te gaan? Ik weet wel dat ik het geweldig vond.
En juist naast de kapel was toen nog de scheepswerf van Heyman. Mijn vader nam altijd verlof op St-Jozef, niet iedereen deed dat. Het geratel van de klinkers aan de schepen kende ik al, op de markt in Temse kon ik dat ook horen. Op mijn vraag waarom die mensen werkten op een feestdag bleef mijn vader het antwoord schuldig. Wel wist hij zeker dat het lawaai van de hamer op de klinknagel niet van op den Boel kwam. En dus gingen we een stapje verder voorbij het hek van de werf De Durme, alwaar ik met eigen ogen de helling kon zien waarop de kleine scheepjes lagen.
Een verfrissing in een plaatselijke kroeg, die er nog voldoende waren (je kon geen dorst lijden), en terug op weg om op tijd te zijn voor de aankomst van La Classicissima, de eerste grote koers van het jaar.
Vandaag is er geen klassieker op TV, ik ga wel een klassieker doen, seffens te voet naar de kapel. De wind of de koude kan me niet deren, mijn lief heeft me een cadeau gegeven dat mijn lijf zal beschermen.
Grtjs
Hugo
Fotos: Groen wereld (Rome, de Muur, Niagara Falls); Nieuwe kliniek in Bornem, bijna geopend maar al in gebruik.
Het interclub kampioenschap van het Biljart verbond van Temse zit erop. Zaterdag ll was er de prijsuitreiking in biljartcafé The Pocket. Laureaat werd Sint-Joris A, dat met 6 winstpartijen op 7 deze 56e competitie won. Er waren ook beeldtrofeeën voor Sportvrienden (2de) en Sportstadium B (3de). Ik ben met mijn ploeg gestrand op de 6e plaats (van de 8), volgende keer beter denk ik dan.
Ik probeer om in het driebanden, de volgende competitie, enige ervaring op te doen. Als deze discipline achter de rug is ben ik schuppes.
Vorige vrijdag ben ik dan met de stapmaten een toerke gaan doen romdomom het Kremlin, euh sorry Aalter. Zie Voetstappen in Vaderlandsche Bodem voor een degelijk verslagje.
Dat ‘schuppes zijn’ is nog even maar het is ook hoog tijd om die voorbereiding terug aan te vatten. Voor Noorwegen is de tocht al in orde, het boekje van Ria Warmerdam, HET OLAVSPAD, is voorzien van de nodige kaarten en adresjes. Er bovenop zijn er voldoende sites om aan gegevens te geraken. In Oslo kan ik langsgaan in het Olavs center alwaar ik een wandelboekje en stempel kan bekomen en nog extra raadgevingen.
Ik moet dus zelf nog zorgen voor zo’n boekje om vanuit Temse tot in Oslo te geraken, via Nederland, Duitsland en Denemarken. Op de overzetten tussen Brake-Sandstedt, Cuxhaven-Brunsbüttel en Hirtshals-Larvik, die ik normaliter zal nemen, hebben ze waarschijnlijk ook wel een stempel.
Niet dat ik met dat boekje overal terecht kan, het opent wel eens deuren. En het is een mooie herinnering.
Een drietal weken terug kon ik alweer twee zakken met dopjes afleveren ten huize Miranda. De meerderheid van de dopjes kwamen van de gemeentelijke (kleuter en lagere) school van Kruibeke en werden aangevuld met deze uit de brandweerkazerne. Bedankt!
Bedankt ook alle mensen die bij me thuis regelmatig een zakje afgeven. Al die kleine beetjes maken best wel een grote, zoals de zak die ik vorige week nog meekreeg van de vrienden uit Pamel. Dank aan Myriam en haar collega’s van het UZ Aalst.
Blijkbaar is een beetje wind (!) voldoende om het land plat te leggen. Gelukkig is dit gebeurd op een zondag, anders was het financiële plaatje wellicht niet te overzien. In de Weert, Bornem en Branst lagen de straten vol takken, wellicht was dit overal in West Europa wel zo.
Het kon K.H. Zucht naar Kunst er niet van weerhouden om een prachtig Lenteconcert ten beste te geven. Persoonlijk vond ik ‘Regina’ van Gioacchino Rossini erboven uitsteken. Niet dat ik enige affiniteit met deze componist heb. Blijkbaar was de heer Rossini niet alleen een uitzonderlijk begaafd musicus, hij schreef opera’s aan een waanzinnig tempo, maar bovenal stond hij bekend om zijn luiheid. Het gerucht doet de ronde dat wanneer er een muziekblad uit bed viel (hij componeerde uitsluitend in bed!), hij liever de aria herschreef, dan het blad te moeten oprapen.
Op zijn 37e stopte hij met componeren en ging rentenieren. Wel vond men hem nog regelmatig achter het keukenfornuis, Rossini is één der grootste meester koks van de geschiedenis!
Grt
Hugo
Foto: Het winnende team van het interclubkampioenschap vrijspel Temse 2019, samen met het bestuur van het Biljartverbond. Vlnr: Schepen Stephan Van der Gucht, Hugo Van Britsom, Johnny Van den Bergen, Werner De Wilde, Alfons Lesire, Willy Viaene, Peter Pauwels, Ivan Scheers, Eddy Acke en Luc Verhulst.
(klik op de foto voor grotere weergave)
Deze week, vorige eigenlijk, geen wandeling gedaan wegens elke avond al weg. En daar zit het biljart voor iets tussen. Maar er is ook goed nieuws, onze beide ploegen hebben deze week eindelijk nog eens gewonnen. Mijn ploeg, de Juniors, heeft het wel moeilijk gehad. Elke wedstrijd eindigden beide tegenstrevers binnen vijf punten van hun aantal. Het minste foutje kan dan fataal zijn. Ook al noemen we Juniors, we hebben bewezen over voldoende kwaliteit en vastheid te beschikken. (Zoals je weet spelen we in ketting. Diegene die het minst aantal caramboles dient te spelen vangt aan. Op het moment dat een van beide spelers zijn aantal bereikt wordt de wedstrijd verder gezet door de ploegma(a)t(en). De ballen blijven wel liggen zoals laatst gespeeld. De speler die het meest aantal punten moet behalen eindigt de partij.)
Ook onze club genoten, de Seniors, konden niet achterblijven. Ze wonnen wel op meer overtuigende wijze.
En dus heb ik deze week nog geen kilometerkes gestapt. Dat wil wel niet zeggen dat ik stil heb gezeten. In de tuin is er al heel wat gedaan. Onder andere zijn er twee (te) grote struiken uitgedaan. Vooral de kiwi verwijderen had heel wat snoei en spit werk nodig. Dit was al meer een boom, hij stond er dan ook al dertig jaar. Zijn verwijdering is vooral het gevolg van het weigeren om voldoende vruchten voort te brengen. Tweedens, zijn opvolger stond al klaar. En dan alles kleinen en in pakjes binden, ik moet alles doorheen de gang naar buiten brengen hé. Ik had toch 85 kilogram aan stronken en snoeisel bijeen gescharelt.
Maar eigenlijk wou ik het deze week hebben over de abdij van Bornem. Vorige (vorige) week ben ik er nog eens langs geweest. De volledige site is in renovatie. En het toeval wil dat vrijdag laatst leden de stapmaten gepasseerd zijn in Achel. En daar juist over de grens met Nederland is de brouwerij La Trappe gevestigd.
De kloosterlingen leefden volgens de leefregels van Benedictus van Nursia (480-547). Deze kerkvader stelde de zogenaamde 'Regel' op die door de eeuwen heen de onbetwiste leidraad is gebleven voor het kloosterleven. De Regel is een nog steeds zeer toegankelijke tekst waarin heel systematisch alle aspecten van het leven binnen de kloostermuren aan de orde komen. De monnik moet beloven trouw te zijn aan zijn klooster, in kuisheid te leven, gehoorzaam te zijn en afstand doen van alle bezittingen.
De cisterciënzer abdijen ontstonden als een reactie op het slecht naleven van de regel van Benedictus. Trappisten zijn ook cisterciënzers maar dan van de strikte observantie. Die orde ontstond einde 18de eeuw in de abdij van La Trappe (Frankrijk) en ook hier gaat het om het invoeren van een veel striktere regel. Met de jaren zijn de trappisten talrijker geworden dan de gewone cisterciënzers.
Negen eeuwen geleden bouwden de cisterciënzers hun eerste abdijen. Het waren bouwtechnisch gezien, zeker in die tijd, absolute meesterwerken. De cisterciënzers leefden ascetisch en dat was in die tijd voor ridders haast even aantrekkelijk als deelname aan de kruistochten. Onder de bezielende leiding van Bernardus van Clairveaux werden vanuit Frankrijk overal in Europa honderden nieuwe kloosters gesticht.
Hoewel het bidden en zingen voor God min of meer als 'core-business' van de cisterciënzers moet worden beschouwd en ze om die reden een teruggetrokken levensstijl kenden, drukten ze overal waar een klooster was gevestigd hun stempel op de omgeving. Ze hebben dijken en sluizen gebouwd, overzeese handel gedreven, tal van gronden aangekocht, voor tal van burgers de oude dag voorziening verzorgd en steeds nieuwe kloosters en uithoven gesticht. In tijden van grote overstromingen en van gewelddadige confrontaties, zorgden de monniken, samen met de grietmannen, voor een stabiel bestuur. De cisterciënzer abdijen waren monumenten in het landschap door hun omvang en bouwtechniek. Ze kenden een strikte scheiding tussen de koormonniken en de lekenbroeders, de 'oratores' versus de 'laboratores'. Het klooster was verdeeld in een gedeelte voor de koormonniken en een deel voor de lekenbroeders. Deze laatste groep, die veruit in de meerderheid was, had bijvoorbeeld geen toegang tot het kloosterhof.
De koormonniken droegen een wit habijt met een zwart scapulier of schouderkleed. Tijdens de koordienst droegen ze een witte hoofdkap. Dag en nacht zongen ze in onafgebroken koordiensten Gods lof. De lekenbroeders moesten het met een grijze uitvoering doen. Daarom werden ze de 'skiere mûntsen' werden genoemd, de schiere of grijze monniken.
De cisterciënzers moesten vooral in hun beginperiode niets hebben van beelden of muurschilderingen. Hun oprichter Bernardus van Clairveaux (1120-1153) verzette zich er tegen dat het goud in de kerken schitterde terwijl de armen in diepe ellende moesten leven. Hij wilde terug naar eenvoud en vroomheid. Het was hem een doorn in het oog dat de door Benedictus opgestelde kloosterregels in veel benedictijner klooster danig waren vervlakt.
Bernardus van Clairvaux was een zeer invloedrijke middeleeuwse geestelijke, ongetwijfeld mede door zijn welbespraaktheid, zijn overwicht en organisatietalent en zijn fanatieke streven om de geloofwaardigheid en macht van de kerk te bevorderen door zuiverheid, onbaatzuchtigheid en nederigheid te betrachten. Als Bourgondische edelman trad hij met een groot aantal mannelijke familieleden in 1112 toe tot de dan noodlijdende orde van de cisterciënzers die in Citeaux hun moederklooster hadden.
Bernardus werd abt van Clairvaux toen hij 24 jaar oud was. Hij was intelligent en hij wist pijlsnel hoog in de kerkhiërarchie op te klimmen. Vanaf die positie gaf hij belangrijke steun aan de 'Ridders van de Tempel', ook wel de ridders van de heilige graal, tempelridders of tempeliers genoemd. Deze gezworen verdedigers van het Heilige Land kwamen volgens een legende voort uit afstammelingen van Jezus, de zogenaamde Rex Deus. De tempeliers waren goed getrainde monnikenridders die de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid hadden afgelegd. Hun orde groeide uit tot een machtige organisatie, niet alleen in religieus en cultureel opzicht maar ook dankzij aanzienlijke donaties op militair en financieel-economisch gebied. Vele grote bouwprojecten zijn het werk geweest van de tempeliers. Hun kerken en kastelen getuigden van een bijzondere architectonische kunde. De cisterciënzer orde had hier ook profijt van. Nog tijdens het leven van Bernardus stichtte de orde driehonderd nieuwe abdijen.
Bernardus zweepte in het midden van de twaalfde eeuw de Westeuropese gelovigen op tot de kruisvaart. Zijn volgelingen, koningen, ridders, geestelijken en gewone mensen waren onder invloed van de christelijke retoriek zo enthousiast geworden dat men op drie fronten tegelijk ten strijde trok: in het Heilige Land, in Spanje en Portugal en in het Duitse Rijk ten oosten van de Elbe. Gedurende vele jaren werden expedities opgezet die tot een grote 'clash' hebben geleid tussen de arabische wereld en de westerse cultuur.
Het woord 'Clairvaux' is afgeleid van 'Clara Vallis' dat 'het lichte dal' betekent. Het woord 'Klaarkamp' is afgeleid van 'Clarus Campus' dat 'het lichte veld' betekent en is een klooster in Nederland. In België kennen we het klooster Klaarland.
Ik ben eens gaan grasduinen bij zowel de ene als de andere orde. Hun websites zijn voortreffelijk gemaakt. Beide strekkingen zijn wel strikt georganiseerd.
Bij de gewone orde telde ik 162 kloosters met 35 bijhuizen, verdeeld over 25 congregaties, in 28 landen. In België tel ik een tiental kloosters van Cisterciënsers met onder andere Bornem. Te Oudenaarde zijn de Zusters Bernardinnen (Moeders van Goede Raad) in vijf vestigingen vertegenwoordigd.
Bij de trappisten, OCSO ofte The Order of Cistercians of the Strict Observance, tel ik 177 kloosters wereldwijd. In België zijn 10 trappisten kloosters: Brialmont, Clairfontaine, Klaarland, Nazareth, Orval, Rochefort, Scourmont, Soleilmont, St-Sixte en Westmalle.
Cisterciënzers: http://www.ocist.org/ocist/de/
Trappisten: https://www.ocso.org/
Bornem dus.
De abdij, daterend uit 1603, is vele jaren een zorgenkind voor de gemeente Bornem en de kloostergemeenschap geweest. Een herbestemming van een dergelijk pand met een dusdanige historiek ligt niet voor de hand. Er waren heel wat besprekingsrondes nodig en vooral veel studiewerk om te komen tot een voorstel voor een haalbare herbestemming van de abdij, met respect voor de geschiedenis, de omgeving en haar bewoners (in de abdij resideren nog steeds een aantal paters die ook na de herbestemming en restauratie zullen blijven wonen in de abdij).
Het dossier bestond uit 2 aparte luiken die beiden dienden te worden verzoend tot een globaal aan te pakken dossier en project. Het eerste luik omvatte een aanbesteding voor de restauratie van de gehele buitenschil van de abdij: gevels, daken, buitenschrijnwerk. Naast het restauratiedossier diende een antwoord te worden geboden op de vraag tot herbestemming van de abdij.
Bijkomende moeilijkheid in het gehele dossier betrof het feit dat de volledige gelijkvloerse verdieping, inclusief pandgang en abdijkerk, niet tot de herbestemmings opdracht behoorden.
Deze ruimtes worden in de toekomst door de gemeente ter beschikking gesteld voor de Bornemse gemeenschap.
Naast het abdijgebouw moest ook rekening gehouden worden met de immense maar prachtige abdijtuin. Deze tuin wordt in ere hersteld.
De idee om de inrichting van volks moestuinen, te laten onderhouden door de eigenaars van de appartementen, is een preferente wens van het gemeentebestuur en zal aangevuld worden met een gemeenschappelijk te gebruiken fruitboomgaard en aangename siertuin.
Onder de titel Hemels wonen in een abdij wordt dit project op de particuliere woningmarkt aangeboden.
Er zullen 32 appartementen worden voorzien met oppervlaktes tussen 80 & 170 m².
Deze classicistische abdij kent een lange voorgeschiedenis. Pedro Coloma, heer van Bornem, stichtte op deze plaats een klooster van het Heilig kruis, waarvan de eerste steen werd gelegd in 1603.
In 1658 werd het ingenomen door de Engelse Dominicanen, die omwille van godsdienstvervolgingen hun eigen land moesten verlaten. Ze startten de verbouwingen en het gebouw kreeg de bijnaam Engels klooster. Vanaf 1659 werd het geheel uitgebreid met een succesvol opleidingscollege, het zogenaamde Engels college.
Na een periode van verval, start men in 1768 met de afbraak van het klooster. Enkel de kerk kan men behouden. Vrijwel onmiddellijk worden de werken voor het nieuwe klooster aangevat. De oostelijke en zuidelijke vleugel werden vermoedelijk reeds in 1769 afgewerkt. In 1771 startte men de bouw van de westelijke vleugel, of het nieuwe college. Deze vleugel bevat tevens de refter die beschikt over een Kalvarie, waarschijnlijk van W. Pompe. Het nieuwe gebouwencomplex dat voltooid werd in 1773 vormde een volledig vierkant rondom een binnenplaats. De oude kerk strekte zich uit over de noordelijke vleugel.
Tijdens de Franse Revolutie werd het klooster verbeurd verklaard en in 1797 openbaar verkocht, waarna het door kloosterlingen opnieuw werd aangekocht. Omwille van de zware schuldenlast ging de eigendom in 1825 over naar een makelaar uit Antwerpen, die het goed in 1836 definitief verkocht aan de Cisterciënzers van Hemiksem. Op die manier werd de abdij van Sint-Bernardus aan de Schelde in Hemiksem overgebracht naar Bornem. De abdij kende een nieuwe bloei met dezelfde rechten en privileges als de voormalige abdij van Hemiksem onder de naam Sint-Bernardus. In 1840 startte men op de plaats van de oude kerk, de bouw van een neoclassicistische kerk. Ze doet nog steeds dienst als parochiekerk.
In de tweede helft van de 19de eeuw werd het hele complex (met tuin) omgeven door een bakstenen muur.
Het klooster werd geleidelijk uitgebreid met onder meer een bibliotheek naar een ontwerp van J. Schadde in 1872. Vooruitziende bibliothecarissen zoals de paters Edmundus de Fierlant en Benedictus Van Doninck wisten het boekenbezit van de abdij tot een bijzonder rijke verzameling uit te bouwen. Vooral de door hen bijeengebrachte werken over de Cisterciënzer orde droegen bij tot de faam van de abdijbibliotheek tot ver over de landsgrenzen. Hoewel van het oorspronkelijke boekenbestand van de oude abdij van Hemiksem slechts 3000 banden overbleven, werd dit bezit door oordeelkundige aankoop aanzienlijk uitgebreid tot meer dan 30.000 banden, waaronder zelfs banden uit de 15de eeuw en oude handschriften met miniaturen uit de 13de en 14de eeuw.
Als ge het aan mij vraagt, ik denk dat het er mooi en aangenaam wonen zal zijn.
Het is ook nooit goed. Nu is de lente te vroeg, en het regent niet genoeg. Waar moet dat naartoe?
Naar Geel bijvoorbeeld, op vrijdag het wekelijkse stapje in het Vlaamsche Land gezet. En Geel als uitvalsbasis mocht geen probleem zijn. We zijn er alle drie weg geraakt!
Tegen de middag stonden we, Jan, Ronny en mezelf aan het sas nummer 7 van het Bocholt-Herentals kanaal, nabij Tenaard. Het is één van de zeven Kempische Kanalen tussen de Maas en de Schelde. Omdat het bijna middag was, en er een bankje stond, besloten we om daar al te beginnen met ons aperitief.
Jan zei dat het een miskoop was maar het toastje met ganzenlever smaakte uiteindelijk wel. Uiteindelijk, want al jaren ben ik er geen liefhebber van. Niet zozeer omwille van de voedingsmethode van deze dieren, vooral omwille van de smaak. Maar nu moet ik toegeven dat het best meeviel. En dat glaasje erbij deed de rest.
Een zwaarbeladen fiets met daarop een prima uitgedoste fietser deed de Ronny uitroepen: en waar gaat de tocht naartoe. De eenzame fietser maakte een 180° bocht en stopte aan onze pic-nic plaats. Jan maakte al de opmerking, zwijgt gij, straks komt die al onze foie gras opeten. De brave man stond pas voor onze neus of diezelfde Jan bood hem al een toastje aan.
Compostela was het antwoord op de vraag waar hij naartoe fietste.
Een jonge Nederlander die pas was vertrokken en al meteen prijs had, een trio ervaren Compostela gangers.
Het gesprek vlotte vlug, de route was ongeveer dezelfde als de mijne vier jaar terug. Ook Bas wou Parijs niet aandoen en had de oversteek over de Gironde in Royan gepland om dan door Les Landes te trekken.
Waarheen hij elke dag zou fietsen lag min of meer vast, het slapen zou hij wel ter plaatse zien. En dat zou die vrijdag avond in Hemiksem zijn, bij de Ronny. Compogangers helpen elkaar. Alleen was het nog zaak om de werkende wederhelft op het thuisfront te overtuigen.
Daardoor mocht de Ronny wel niet te laat thuiskomen. Het station in St-Jozef Olen was maar een uurtje meer stappen, het wachten op de trein verliep onder de beste omstandigheden. Rond 15u zat onze gastheer al op de trein huiswaarts, Bas moest nog een drietal uurtjes fietsen.
Naar ik heb vernomen heeft het Bas zowel savonds als smorgens goed gesmaakt, om van de pic-nic te zwijgen. Na nog een stop in Geraardsbergen moet onze vriend nu al in Frankrijk zitten, ik schat al in de buurt van Beauvais. Goede reis aan Bas, zeker omdat die man na Compostela aan een wereldreis wil beginnen.
Voor de liefhebbers te volgen op:
- Facebook: bass cycle worldtrip
- www.basidsigna.com
- www.polarsteps.com/basIdsigna
Doordat onze trip enigszins anders is verlopen passeren we ook nog een staaltje knappe techniek, een Bailybrug (van de Mosselgoren).
Ik weet niet hoeveel er nog in België liggen, de meeste kan je terug vinden in de Kempen en Limburg, meestal over de kempische kanalen.
Een baileybrug is een brug die bestaat uit standaardsegmenten en als zodanig zeer snel opgebouwd kan worden. De basis van het ontwerp is een vakwerkbrug. Dit type brug is in eerste instantie ontworpen voor toepassing door genietroepen van het leger en kan maximaal 60 meter vrij overspannen en zware voertuigen dragen. Dit brugtype is nog steeds in gebruik voor militaire en civiele toepassingen.
Deze bruggen kwamen mee met de Engelse bevrijders.
De segmenten van de brug zijn ontworpen om zonder bijzonder gereedschap en zonder een hijskraan geplaatst te kunnen worden. De delen zijn licht genoeg om door een aantal mensen getild te worden. Ze zijn getekend met voldoende tolerantie zodat onderdelen, die in verschillende fabrieken gemaakt zijn, onderling uitwisselbaar zijn.
De brug wordt gebouwd op de plaats waar de brug moet komen, bijvoorbeeld vanaf de oever van een rivier. Zodra 3 secties van 3 meter lengte gereed zijn worden deze één sectielengte op rollers doorgeschoven waarna volgende secties eraan vastgemaakt worden. Dit proces wordt herhaald totdat de brug de overkant van de rivier bereikt heeft. De brug balanceert hierbij steeds op de rollers, waarbij het brugdeel wat nog op de oever ligt uiteraard altijd langer moet zijn dan het vrij uitstekende deel.
Voila, Maart is al in aantocht, Nidaros komt al dichterbij.
Grjts
Hugo
Fotos: Toastje; Is dit er wat over?; Picnicplaats; Bas op weg naar Compo; ; Eerder iets om savonds te bezoeken, Crossroad Olen; Bailey, cadeautje van de Engelsen?