Beste Lezers,
Het blijft steeds op hoop van zegen. Bij het aanmaken van een nieuwe blog moest er uiteraard ook een nieuw wachtwoord en naam gegeven. Het is echter niet bevestigd door mij, de herinneringsmailtjes vliegen me nu op de oren.
Raar maar waar, plots was er geen probleem meer met het posten van tekst en foto’s.
En dan ga ik verder op zoek om zo weinig mogelijk materiaal te moeten meenemen op mijn tocht.
Een van de volgende probeersels zal het werken met alleen maar de I-Phone zijn. Er zijn nog een aantal mogelijkheden (aantal is een understatement) die me kunnen bijstaan met het (dagelijks) up-to-date houden van mijn blog. Er resten me nog enkele dagen om me hierin te verdiepen.
En verdiepen moet nu wel lukken. Voorlopig zet ik Op Stoapel ‘on hold’. De wandeling is opgesteld, de afwerking laat ik aan anderen. Tempus Fugit.
Onze expo ‘Scheepsbouw in Temse, een terugblik’ lokte, gespreid over 3 dagen, meer dan 1000 bezoekers . Het voorbije weekend was het op zaterdag redelijk druk, op zondag liepen er doorlopend tientallen mensen doorheen het AC De Zaat.
Voor velen lokte het dakterras langs de raadszaal ook heel wat kijklustigen. Bij de enkele buien die De Zaat en omgeving teisterden bleef dit kijkpunt eenzaam.
Velen kwamen hier voor het eerst, zelfs inwoners van het nieuwe Temse. Blijkbaar is er nog steeds een drempelvrees om het huis van de ‘overheid’ te betreden.
Wel veel gehoord, oh, wat prachtig, dat moet hier wel aangenaam vergaderen zijn. (Daar geef ik dan geen commentaar op wegens het nog nooit meegemaakt.)
Edoch, het zicht, de zaal en het gebouw blijven niet alleen de bezoekers verbazen. Bovendien heb je er geen dikke jas vandoen.
Dit weekend waren vele bezoekers blijkbaar van een ander slag dan diegenen op de erfgoed dag. De gesprekken voerden me menigmaal mee naar totaal andere oorden, maar wel gelinkt aan de scheepsbouw. En natuurlijk kom je regelmatig oude bekenden tegen en worden de persoonlijke evoluties besproken. Hier is het hoofdmenu het voort schreiden van de jaren en het berustend zuchten, ‘zolang we maar naar hier geraken’.
Zo’n ontmoeting is er met een dame op leeftijd. Ik denk bij mezelf, dat gezicht ken ik toch. Toen ik haar vroeg of ik kon helpen, antwoordde ze dat ze haar zoon moest in het oog houden. Die was aandachtig de maquettes aan het bestuderen en daardoor zou hij wel eens kunnen vergeten dat zijn moeder er ook nog was.
Even later komt die zoon langs en stel aan hem ook de vraag of ik kan helpen, of hij werkzaam is geweest op de werf.
Hijzelf niet maar zijn grootvader wel, Jeroom Temmerman.
Of ik die ken? Jazeker, zij het vaag, maar ik wist wel dat die meestergast is geweest in de schrijnwerkerij. Wat ik wel wist is dat de dame, zijn moeder, me nu wel heel bekend is geworden. Haar gelaat was precies hetzelfde als dat van mijn tante/pit, haar nicht.
De man bekeek mijn badge en begon uit het hoofd mijn familie stamboom uit te leggen. Bij het opsommen van de kinderen van nonkel Albert en tante Maria bleef het bij twee. Vorig jaar heb ik al eens verhaald hoe ik aan mijn naam ben gekomen. En dat wist hij dus niet. (kozijn Hugo is als kleine overleden en ik was de eerstgeboren jongen in de familie)
Liliane, ze was er intussen bij komen staan, herinnerde zich dat wel. En zo ben ik weeral het een en ander te weten gekomen. En dit ging nu eens niet over de werf maar ze was er wel de aanleiding toe.
De werf, voor velen een ijkpunt in het leven, voor velen binnenkort vergeten. Daarom is het werk van Op Stoapel best nuttig te noemen. Om te vermijden dat inwoners van De Zaat niet zouden weten dat hier voorheen een middelgroot bedrijf is geweest. Dat de mannen en vrouwen best wel goed waren in het uitoefenen van hun job.
Grtjs
Hugo
Foto’s: Temse in de regen I en II, Relikwieën I en II, Raadszaal R en L of andersom, Temse in de zon I en II, Portret met Temse, F 912, zon en regen.








|