Al 23 jaar vindt het laatste weekend van augustus de Rando zonder GRenzen plaats, dit jaar in Coudekerque, een dorp tussen Duinkerke en Bergues: bienvenue chez les Ch'ti. De leden van "Les Semelles du Polder" stonden in voor de organisatie. Afspraak vanaf 9 u voor de koffie aan de ferme Lebecque. Om half tien carpoolden we naar Millam voor de dagwandeling. We startten aan de Taverne flamande. Rustige veldwegen brachten ons langs Petit Berdyck naar de oevers van het kanaal de la Haute Colme. Vandaar naar Watten waar we met de GR 128 klommen door het Bois Royal. Boven hadden we een mooi uitzicht op de vlakte in het noorden.. We staken de TGV-lijn over en kwamen waar aan de taverne flamand euit voor de picknick. In de namiddag werd een lus gemaakt rond de Galgberg in de buurt van Merckeghem. Na de wandeling kon uitzonderlijk de Kapel van Sinte-Mildreda bezocht worden. Op zondag vertrokken we van de de Ferme Lebecque zelf. Eerst ging het via een nieuw natuurgebied richting Fort Castelnau of Fort Louis: het gemeentelijk park van Coudekerque-Branche. Daarna trokken we door het Fort Vallières en het Bois des Forts naar het vestingstadje Bergues of Sint-Winoksbergen. Picknick met friet in de brasserie aan de voet van de oude abdij. In de namiddag kwamen de vestingen aan de beurt.Op zaterdagavond was het gezellig samenzijn: de après-rando met apero, avondmaal en een pintje en een babbel. Ik was blij dat ik iedere dag de grote helft, telkens een 12 à 13 km, mee kon stappen. Hielspoor is niet het leukste! De fotoreportage is van Jacques Mahieu.
Ben, voluit Benoit en opvoeder van eind de 20, is bezig aan het stappen van de Ronde van België en volgt zo goed mogelijk de landsgrenzen. Zijn tocht zal zo een 1400 kmlang zijn. Hij is vertrokken in Luik en heeft zo al de grens van de provincies Luik, Luxemburg, Namen en Henegouwen achter de rug. Zondag kregen we een telefoontje uit Wulvergem met de vraag of we maandag thuis waren en of twee mensen konden te slapen leggen. Toen we wat meer over het initiatief hoorden, moesten we niet meer nadenken. Ze mochten komen. Ben kreeg deze week gezelschap van zijn vriendin Mano of voluit Marie-Noël. Zij stapt mee van Doornik tot in De Panne. Ben is vertrokken met het absolute minimum aan bagage zo dat zijn rugzak maar 8 kilo weegt. Hij heeft geen tent mee, enkel een slaapzak. Aan het einde van iedere etappe (hij was nu aan etappe 34) vraagt hij om gastvrijheid. Zo krijg je echt contact met de mensen. Hij vroeg ons uitdrukkelijk om Nederlands met hem te spreken. En het was nu de eerste keer dat hij ergens 'verwacht' werd. Grote luxe. Het was rond half zeven toen ze bij ons arriveerden na een vrij lange etappe van Wervik naar Westouter. Nico uit Wervik had gebeld naar Henk in Wulvergem maar dat zou een te korte etappe. En zo belde Henk naar ons. Het werd en gezellige avond op het terras met aperitief en avondmaal: streekproducten troef. Wie zelf stapt, weet wat gastvrijheid is want die heeft er zelf al van genoten. Ook de kaarten voor de volgende dagen bekeken: de GR 5A Zuid zou grotendeels de leidraad zijn. Haringe is de aankomst voor vandaag. Vanmorgen, na een lekker ontbijt, hebben we ze uitgewuifd. Zonder picknick want die zouden ze onderwelg wel vragen. We hebben een stukje meegestapt tot ze het eerste wit-rode teken zagen. Het gaat ze goed.... Gisteren kwam de trip van Ben in het journaal van RTBF: ze hadden hem gespot in de buurt van Doornik. Je kunt hem volgen op www.letourdeben.be Vandaar kun je ook meelezen op Facebook.
Zondag laatst een kleine wandeling gemaakt naar De Broekelzen en met spijt vastgesteld dat er al schade is aangericht aan het nieuwe knuppelpad zowel in De Broekelzen als op De Sulfgerberg. In beide gevallen is met geweld een plank afgetrokken. Je vraagt je af wie daar nu plezier in vindt. In De Broekelzen lag de plank er nog half bij, op de Sulferberg is ze spoorloos.
Na ons bezoek aan Honfleur volgen we opnieuw de kustroute. Via Villerville gaat het naar Trouville, Deauville, Villers-sur-Mer en zo naar Houlgate waar we welkom zijn in een chambre d'hôte bij Jeanine en René. Jeanine is van Vlaamse afkomst en is als kind hier in de streek toegekomen. Houlgate is niet groot en heeft een breed en wijd strand. Op vrijdag bezoeken we Deauville, sjiek. Leuke markt en heel veel grote huizen in vakwerk. Deauville is ook een ville fleurie. Daarna trekken we het binnenland in naar Cambremer voor zijn jardin botanique. Die tuin is wel mooi maar het geheel is wel overroepen. Dan naar Beuvron-en-Auge: mooi maar piepklein dorp, een pleintje groot. We keren langs binnenwegen terug naar het gezellige Villers-sur-Mer en vertoeven nog wat op het strand. Op zaterdag bezoeken we de stranden waar de landing van de Geallieerden plaats vond in 1944. Van Ouistreham over Courseulles-sur-Mer. naar Arromanches-sur-Mer. Na een 'galette aux fruits de mer' bezoeken we het Musée du Débarquement. Het moet wat geweest zijn, die landing, we kunnen het ons moeilijk voorstellen. 1944 was hier en 1914-18 bij ons. Nooit brengt een oorlog vrede. We keren terug langs het binnenland en houden nog even halt in Cabourg! Terug in Houlgate sluiten we ons weekje Normandië af met een lekker vismenu in Le Royalty. Lekker en snelle bediening.
Donderdag begint deel 2 van onze reis: het departement Calvados. We rijden via Goderville naar de Pont de Normandie en steken de Seine over. En we zijn al om 10.30 u in Honfleur. Tijd voor een bezoekje aan dit levendige stadje. Geniet mee.
Dinsdag trokken we naar Etretat. Eerst bezochten we nog Yport: een klein badplaatsje tussen de kliffen. Vandaar langs Vaucottes en Vattetot naar Etretat. We maakten met GR 21 een wandeling op de kliffen tussen Courtine (naar links op de kaart) en de Valleuse du Curé (naar rechts). Je krijgt niet genoeg van al die mooie krijtrotsen en als je wat verder weggaat, vind je de rust terug. We kregen een bui maar we zaten toen lekker aan de koffie na een smakelijke lunch met vis. Op woensdag huurden we een fiets in Fécamp en maakten een ritje naar het binnenland. Een prachtig weggetje in het dal van de Ganzeville tot in Bec-de-Mortagne. Dan over de heuvels (!!) naar Valmont waar we de abdijkerk bezochten: sober maar heel mooi. Opnieuw de heuvel over naar Sassetot-le-Mauconduit en met een leuke afdaling naar de plage van Les Grandes Dalles. Tijd om even te rusten. En dan twee lastige klimmen: eerst naar St-Pierre-en Port en dan naar Eletot. En via Senneville naar de kapel van Notre Dame de Salut op Cap Fagnet. En dan in volle vaart naar beneden naar Fécamp. We hebben genoten van de verschillende landschappen en we hadden er de zadelpijn voor over. Geen fototoestel meegenomen, dus geen foto's van onze fietstrip.
De eerste dag zijn we ter plekke gebleven, in Fécamp. Tijd dus voor een bezoek aan het centrum van de stad, een korte wandeling naar boven op Cap Fagnet met een ministukje GR 21, de haven en het strand en een bezoek aan het Paleis van Alexandre Le Grand met degustatie van de bekende likeur Bénédictine! En genoten van de moules à la crème!
"Dankzij" de gedwongen wijziging in onze vakantieplannen, hebben we genoten van een weekje Normandië.We zouden een stukje kust bezoeken van twee departementen: de Seine Maritime en Calvados. We reden langs onze klassieke weg naar Le Tréport en zo naar Dieppe. We zochten nu de eigenlijke kustweg op vanaf Pourville. Dan kwam Varengeville aan de beurt met het bekende kerkje boven op de klif. In deze buurt is mijn vader, samen met zijn twee broers, naar toegevlucht in 1917. Ze verbleven er in een 'colonie' bij de nonnekes. Hun ouders zaten een eind verder. Begin de jaren 60 zijn we hier eens geweest met mijn vader en enkele broers en zussen. In Ste Marguerite-sur-Mer was het tijd voor de picknick. Het was er fris: fleece en windvest aan! Volgende etappe was Veules-les-Roses: ene klein maar knus stadje met de kleinste stroom van het land: 1,1 km van bron tot de zee. St-Valéry-en-Caux (niet te verwarren met St Valéry aan de Somme) heeft al meer allure en de openbare pleinen en gebouwen staan prachtig in de bloemen. Dan rijden we door naar Fécamp; on ze eerste pleisterplaats. We logeren in de rue de la Mer, dicht bij haven en srand. Ondertussen schijnt de zon en genieten we van het keienstrand.....
Gisteren "Heuvelland Magazine 21" (zomer 2010) ontvangen. Met veel aandacht het dossier over 'Heuvelland Tranquillizer' op pagina's 8 tot 11 gelezen. Etienne Cloet, voorzitter van het Stilte- en Rustplatform van VVV heuvelland zegt: "Dit is echt een schitterend product geworden". Hoe is het gegroeid? Els maakt deel uit van hetzelfde platform en op haar vraag heb ik 10 stilteplekken uitgekozen en voor iedere plek een korte wandeling voorzien. We hebben ze de voorbije winter samen ingewandeld (of voor-voorgeproefd!). Sommige leden van het platform hadden niet het minste vermoeden van het bestaan van die plekken. Acht locaties blijken nu in het project opgenomen. Verder lees ik: 'Even belangrijk als de stille plekken is de weg er naartoe" Volledig akkoord. En verder:" Elke stille plek heeft een instappunt waar u de auto of fiets kunt achterlaten en vanwaar u na een korte wandeling, variërend van 100 meter tot 1,5 kilometer, aankomt op de stille plek." Dat vind ik minder goed. Die weg is tekort want je komt op die manier niet in de juiste stemming om van die stille plek te genieten. Het ruikt naar stilte-consumeren. Productiehuis Madoc heeft dan het project uitgewerkt. Het product zelf heb ik nog niet gezien, het zal wel goed zijn. Maar wie de basis heeft geleverd voor dit project, dat is men bij de VVV vergeten. Lees het hele artikel er maar op na. Niemand is sant in eigen land. Wel zijn er die gaarne pronken met de veren van een ander!
Na het ontbijt met een lekkere fruitsalade, trekken we richting station. Het ligt aan de rand van het stadje, vlak bij de N2. Als we er aankomen, lezen we dat wegens werken aan de elektriciteitsleidingen er vervangbussen zijn en de uurregeling komt nogal verwarrend over. We denken dat een eerste trein pas na 11 uur is (het is zaterdag!). We besluiten om te liften naar Laon en daar de trein te nemen naar Rijsel. We staan dus aan de N2 te liften en vrij snel (na 5 minuten) kunnen we mee met een mevrouw in een Peugeot-monovolume. Ze is aan het telefoneren. We stappen in en ze rijdt verder en telefoneert verder. Na het telefoontje informeert ze waar we moeten zijn. We zeggen dat we naar Laon willen om daar de trein te nemen naar Rijsel. We zijn blijkbaar niet in de goede richting. De vriendelijke madam, ze is chef d'établissement van een school, zet ons af bij het station van Laon. We informeren in het station hoe we in Rijsel kunnen geraken. We moeten de trein nemen naar Hirson: deze trein stopt ondermeer in Vervins vanwaar we komen. In Hirson nemen we een andere boemel naar Rijsel: de trein stopt in plaatsen waarvan ik niet wist dat ze bestonden, af en toe een bekende naam als St-Amand-les-Eaux, Valenciennes, Orchies... In Rijsel hebben we de tijd om een pint tee pakken op een terras bij het station. Dan naar Belle. Het gaat nu vlug, alleen een halte in Armentiers. In Belle stappen we te voet naar de markt: aan de St-Amandskerk is er net een trouw! Voorbij de markt beginnen we te liften en we hebben meteen prijs: de vierde auto heeft een wit-rode nummerplaat. Het is bij toeval onze huisarts. Ward voert ons meteen naar huis. Alles ziet er ok uit.
Ontbijt om 7.00u en startom 7.23u. We duiken meteen het bos in en volgen de rechtlijnige dreef die de boswachter de avond voordien ons aanbevolen had. We moegen alle zijdreven negeren tot we na 1 uur op een T-kruispunt arriveren en we gaan rechtsaf. Het begint te druppelen maar het is grotendeels vals alarm. We komen uit het bos, pikken de GR 122 weer op en we vinden al snel het centrum van Buironfosse. We rusten even op de trappen van de kerk terwijl een cafémadam haar terras buiten zet. het centrum is niet zo aantrekkelijk. We dwarsen de D1029 en we zijn weer volop in het platteland. We passeren het gehucht Le Boujon en komen aan het Forêt du Régnaval. Het is niet de voorspelde 'canicule' maar het is bijzonder drukkend. We verlaten de GR om rechtstreeks door het bos te stappen en zo de dorpen Lerzy en Sorbais af te snijden.. We komen uit het bos en vonden opnieuw de GR 122. We stappen over de Oise (er komen net enkel kajakkers toe) en komen aan de axe vert, vlak voor Autreppes. In het dorp geen café, geen winkel. Gelukkig zijn er 2 picknicktafels aan het begin van deze oude spoorwegbedding: tijd voor onze portie Prince-koeken met chocoladevulling. Na de middagpauze stappen we verder op de axe vert maar missen de afslag naar Solmont. Geen nood, bij de eerste dwarsstraat gaan we rechtsaf, omhoog naar Solmont. Net voor de GR de grote weg N2 oversteekt, kiezen we een rechtreeks parcours naar Vervins voor onze overnachting. Het is warm en het wegdek is asfalt. Onze voeten beginnen het serieus te voelen. Als wa aan de NS uitkomen kunnen we bijna meteen weer er van af, richting Fontaine-les-Vervins. Het is er rustig stappen. De eerste strata links moet naar Vervins lopen maar het gaat bergop en het blijft maar duren. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Bij het binnenkomen van het centrum van Vervins zien we meteen ons Hôtel du Cheval Noir. We zijn ver de enige klanten. Dit keer hebben we een TV op onze kamer die wel speelt: Cavendish wint zijn tweede rit. We gaan nog heel even het stadje in maar zijn snel weer terug.Het eten laat wat op zich wachten en het is niet bepaald de fijnste keuken. Bij het etenrijzen de vragen: heeft het nog wel zin om verder te doen want mijn rechter voet doet van langsom meer pijn. Is het wel verstandig? Het genieten van het stappen zit er voor mij niet meer in. We beslissen om 's anderendaags te stoppen met onze tocht en om met de trein terug te keren: er is een stationnetje in Vervins.
Ontbijt om 7u15 maar daarna wat blijven babbelen met gastvrouw. In Maroilles kopen we koeken en stokbrood en verlaten het dorp via de site van La Maison du Parc. We stappen over de Helpe Mineure en volgen geel-rood. Kleine binnenwegen en twee prachtige, lange veldwegen. Een boer op zijn traktor kruist ons op het pad: hij informeert naar onze tocht. Al om 11.35 u zijn we in Priches: het dorpsplein ademt ruimte uit. Het Café des Sports is open: tijd om te picknicken want het is ondertussen heel warm geworden. Volgens de meteo, een stuk in de dertig graden! De bazin snapt niet dat wij in zulke temperaturen nog op stap gaan... Na de middag verlaten we de GR de Pays Avesnois-Thiérache en stappen via rustige binnenbaantjes naar Le Nouvion. Nog voor Barzy-en-Thiérache wisselen we het Département du Nord (59) voor het Département de l'Aisne (02). In Barzy rusten we even uit onder een treurberk vlak bij het kerkje. De kinderen van de basisschool hebben koeien in hardboard gemaakt en gekleurd en promoten zo hun veestapel. Langs Mon Idée stappen we verder: het asfalt is gesmolten en de blaasjes spokken onder onze voetzolen. De punt van onze wandelstokken blijft plakken in het zwartje goedje. We komen uit op de grote weg, kort voor Le Nouvion-en-Thiérache: gelukkig kunnen we snel op een soort stoep stappen. Aan de kerk vragen we naar het Hotel de la Plage en dat blijkt 1 km buiten het stadje te liggen, eerst wat dalen en dan omhoog tot boven. We spoelen de ontgoocheling door in het café op de hoek van het plein. En dan weer de hitte in. Ons hotelkamer valt best mee. De ligging van het hotel komt nu goed uit want het ligt aan het Forêt de Nouvion: onze start voor morgen. Rond zes uur gaan we even op verkenning naar de Base de Loisirs (leuk ingericht) en om te zien langswaar precies we morgen wegmoeten. We botsen toevallig op de jachtwachter, een heel vriendelijke man die ons gerust stelt: de weg door het bos die we op het oog hadden is toegankelijk. Het avondeten is laat, pas om 20 u. Maar heel lekker en goedkoop. Voor 13 euro krijgen we: kalfsniertjes (ik) of salade maroilles (els), rundsvlees of parelhoen met bloemkool, pommes dauphinoises en nog iets(?), en sorbet au citron. We lieten het ons smaken!
Ontbijt om 7u10 en we vertrekken om 7u50. Het zal warm worden maar we hebben een heel stuk door het bos: moet te doen zijn. We volgen een rustig asfaltje tot aan het mooie kasteel van Potelle uit de 14de eeuw om kort daarna weer op de GR 122 uit te komen, vlak bij een watertoren. Een mooie veldweg tussen twee hagen leidt naar het Forêt de Mormal. Rond tienen houden we even halt voor een stukje fruit. Ons pad dwarst een paar dreven en steekt een spoorweg over, we hadden kort ervoor een trein zien passeren. De GR zigzagt door het bos en we komen uit aan de kapel Notre Dame de la Flaquette. Een rechte dreef leidt naar de D33 aan de andere kant van Locquignol. 200 meter terug, richtting centrum ligt er een cafeetje en het is open: Chez Mado. Picknick om 12.05u. Gezien de GR 122 een hele lus maakt naar Wassigny, kiezen we hier voor geel-rood van de GR de Pays Avesnois-Thiérache. Na 500 meter op de D33 trekken we rechts het bos in. Eeen kaarsrechte dreef, op en neer, leidt naar de Auberge du Croisil. Perrier en Vittel op het terras onder de bomen: meer moet dat niet zijn. Nog een rechte dreef brengt ons over nog een spoorlijn, aan de rand van het bos. Aan het Maison Forestière stappen we weer in volle zon. Wat verder slaan we linksaf en stappen over de Samber: jongeren in bootjes spelen zeeslag. Langs een rustig weggetje bereiken we Maroilles. We komen uit in de rue des Juifs en onze chambre d'hôte ligt op nr 555. Als we rond 17 u naar het dorp gaan, blijken alle restos gesloten. Het Maison du Parc gaat net sluiten als we toekomen. We drinken een pression in het pmu-café (op TV geen Tour de France maar paardenrennen en tiercé) en kopen wat in de plaatselijke superette om het op te eten in de 'coin de détente' van onze gîte. In de winkels veel 'produits du terroir': kaas van Maroilles, bokalen pastei, bier... We zitten hier volop Chez les Ch'ti!!!
Ontbijt om 7u10 en we vertrekken om 7u50. Het zal warm worden maar we hebben een heel stuk door het bos: moet te doen zijn. We volgen een rustig asfaltje tot aan het mooie kasteel van Potelle uit de 14de eeuw om kort daarna weer op de GR 122 uit te komen, vlak bij een watertoren. Een mooie veldweg tussen twee hagen leidt naar het Forêt de Mormal. Rond tienen houden we even halt voor een stukje fruit. Ons pad dwarst een paar dreven en steekt een spoorweg over, we hadden kort ervoor een trein zien passeren. De GR zigzagt door het bos en we komen uit aan de kapel Notre Dame de la Flaquette. Een rechte dreef leidt naar de D33 aan de andere kant van Locquignol. 200 meter terug, richtting centrum ligt er een cafeetje en het is open: Chez Mado. Picknick om 12.05u. Gezien de GR 122 een hele lus maakt naar Wassigny, kiezen we hier voor geel-rood van de GR de Pays Avesnois-Thiérache. Na 500 meter op de D33 trekken we rechts het bos in. Eeen kaarsrechte dreef, op en neer, leidt naar de Auberge du Croisil. Perrier en Vittel op het terras onder de bomen: meer moet dat niet zijn. Nog een rechte dreef brengt ons over nog een spoorlijn, aan de rand van het bos. Aan het Maison Forestière stappen we weer in volle zon. Wat verder slaan we linksaf en stappen over de Samber: jongeren in bootjes spelen zeeslag. Langs een rustig weggetje bereiken we Maroilles. We komen uit in de rue des Juifs en onze chambre d'hôte ligt op nr 555. Als we rond 17 u naar het dorp gaan, blijken alle restos gesloten. Het Maison du Parc gaat net sluiten als we toekomen. We drinken een pression in het pmu-café (op TV geen Tour de France maar paardenrennen en tiercé) en kopen wat in de plaatselijke superette om het op te eten in de 'coin de détente' van onze gîte. In de winkels veel 'produits du terroir': kaas van Maroilles, bokalen pastei, bier... We zitten hier volop Chez les Ch'ti!!!
Het wordt een korte etappe vandaag. Lekker ontbijt om 8 u en leuke babbbel met Madame Martine, de vrouw des huizes. Philippe hebben we net voor ons ontbijt zien vertrekken en hem een goede tocht toegewenst. We vertrekken langs de Aunelle, een klein riviertje: het paadje slingert zich in een bosje. Een prachtige veldweg leidt ons naar Wargnies-le-Grand. Plots zien we dat de GR-bewegwijzering niet meer klopt met onze kaart. Korte rustpauze op de trappen aan de voet van de kerk. Een gemeentewerker komt de bloemkorven water geven. De GR maakt nu een hele omleiding rond het dorp, voorbij de Tombeau du Philantrope, wie zou dat kunnen zijn? We zien opnieuw de kerk en als de GR helemaal naar rechts uitwijkt, begrijpen we het niet meer. We zoeken zelf een uitweg om over de drukke D2649 te geraken en botsen ....op de tot autoweg omgebouwde D649 die niet op onze kaart stond! Wat nu? We keren op onze stappen terug en kunnen wat verder met de D129 over beide hindernissen stappen. We nemen de eerste straat links in de hoop weer op het oude tracé uit te komen. Van côte 107 naar côte 109. En na enkele km is het zover en zijn we voorbij Wargnies-le-Petit. We komen aan een klein watervalletje op de Warpe. Een mooie veldweg klimt tot aan een Duits kerkhof: een oase van rust. Even later steken we de D95 over en via Lorgnies klimmen we naar Le Quesnoy. Bij het binnenkomen van het stadje vragen we naar het station want daar ligt ons hotelletje 'Chez Ahmed'. Het is nog maar 14.15 u. We hebben nog een hele dag voor ons. Rond 17 u gaan we het stadje in en zien we de vestingen van Vauban. We ontdekken opnieuw wit-rood en in het Office du Tourisme vragen we naar het tracé van die GR: het blijkt de GR 121C te zijn. De vriendelijke jonge man vertelt over het kasteel van Potelle voor de etappe van morgen... Nog bellen naar Marijke, mijn zus in Amsterdam vor haar verjaardag: ze krijgt een nieuwe voordeur: 60!
De rechter voet voelde redelijk aan bij het opstaan. We kregen het ontbijt om 7 u in het hotel en vertrokken om 7.30 u. Het was heerlijk stappen op dit uur in het Forêt Domaniale de Bonsecours en we kenden nog het tracé van op de bustocht. Aan de kleine chapelleSt-Hubert trokken we rechts met GR 122 Frankrijk in, richting Condé-sur-l'Escaut. De GR 123 loopt links richting Bernissart en Harchies. Een prachtige kasseiweg, rue des Molineaux of zoiets, we volgen de GR naar rechts, het natuurgebied in. Hoofdzakelijk een pioniersvegetatie met berken. Een oude mijnsite? Al snel klopt er iets niet met de bewegwijzering. En we zien precies meer dan één vijver. Plots komen we aan een grasvlakt met in het midden de toren van een mijnschacht, le chevalier de l'ancienne Fosse Ledoux. We keren lnags een andere weg op onze stappen terug en komen aan een café La Roselière, het is toe. Er komt een auto voorbij, we vragen de weg maar worden niet veel wijzer. We volgen een dreef die naar een dijk loopt en vinden daar een GR-X. We volgen de dijk naar rechts en botsen na ruim 1 km op twee vissers. We keren terug aan de andere kant van die waterpartij en stappen in de richting van de grens. Kort ervoor moet er een brug zijn. Geen tekens, niets, alleen af en toe een opvliegende reiger. We zijn niet gerust in de afloop tot plots de brug verschijnt met de wit-rode bewegwijzering. Oef! Zo komen we in St-Aybert. Korte rustpauze in bushokje. We stappen over de E19 naar Crespin voor de middagpauze. Na de middag blijven we lang min of meer op de grens lopen, tussen Quiévrain (B) en Quiéchevrain (F). Vandaar naar Marchipont en Rombies en zo naar Sebourg. We verlaten de GR en maken een nodeloze omweg naar de chambre d'hôte want die ligt op de GR. Het is een vriendelijke mevrouw die ons ontvangt. Ze zegt dat er nog een Belgische pelgrims is die naar Compstela stapt. We gaan in een frituur eten en maken kennis met Philippe uit Machelen. De wereld is klein: zijn zus is een vriendin van de zus van Els. We brengen samen gezellig de avond door bij een fles wijn en enkele droge worstjes.
Mijn eerste stappen uit bed waren verschrikkeklijk: ik moest me vasthouden aan het stapelbed om vooruit te geraken. Ik zie het eerst niet meer zitten....Gelukkig gaat het dan wat beter. En we trekken de wandelschoenen weer aan. Het ontbijt in de jeugdherberg valt wat tegen: oud, wit brood. We vertrekken om 8.50 u en zoeken weer de rechteroever van de Schelde op. We zien aan de overkant de kerktoren, eerst van Allain, dan van Vaulx. We zijn in le Pays Blanc, van de kalkindustrie. Aan Antoing veranderen we van oever, kopen onze picknick in een bakkerij. Plots horen we het geluid, precies van een motorcross. Aan Le Grand Large van Péronnes zien we het: er is een jetski-race aan de gang. Het weer is prachtig en we installeren ons aan een picknicktafel te midden de toeschouwers en de families van de piloten. Eerst onze drank halen en in de tent en dan even de schoenen uit. We gaan hier picknicken, al is het nog maar half twaalf. We stappen verder langs het oude kanaal tot aan het oud station van Maubray, waar we in oktober 2008 met een GR-bustocht gestart zijn. Op een terras is het aperitief van het feest van Sint-Hubert aan de gang: men is nieuwsgierig naar onze rugzakken. Vier jachthoornspelers spelen, speciaal een 'airke' voor ons. En we krijgen een glas champagne in de hand gestoken: een aangename verrassing! Helaas, we kunnen niet blijven. We genieten ook van het bomengewelf op het jaagpad: lekker in de schaduw. Aan Callenelle, nog even op onverhard op dezelfde oever. Wat verder komen we uit op het grote kanaal, veranderen van oever en voorbij een treinbrug, verlaten we de kanaaloever. We stappen door het gehucht Gros Mont en aan een van de laatste huizen vragen we aan een meneer die buiten staat, om onze drinkfles te vullen. We krijgen anderhalve liter water... (we hadden de camelbak maar voor drie kwart gevuld die ochtend). Aan Verquessies stappen we rechtdoor op grint en een veldweg brengt ons tot aan Ravel:: betonnen fietspad op oude spoorwegbedding. We komen uit aan het begin van Peruwelz en verlaten de GR. We rusten nog even aan de kerk van Peruwelz en stappen dan rechtstreeks naar de Basiliek van Bonsecours. Vlakbij ligt Hotel Mélissa, onze pleisterplaats. Het eten is er lekker en we eindigen met een 'petite glace'. Het was een kanjer van een ijscoupe!
Na het ontbijt op het terras bij de ouders van Els voert haar broer Marc ons terug naar Rollegem waar we de wit-rode draad weer opnemen. We verlaten de GR 5A Zuid en volgen het verbindingsstuk naar de GR 122-123. Dit tracé loopt langs rustige weggetjes naar Tombroek en zo Henegouwen in. We ontmoeten er plots Jean-Luc Bertel en zijn vrouw Chantal ( ze wonen daar in de buurt): Jean-Luc heeft het schoollied voor het laatste schoolfeest bij Els gecomponeerd en ze blijken ook stappers te zijn. We steken achtereenvolgens de N58, de N512 en de N511 over. Zo komen we in Evregnies, een klein, rustig dorpje. We bereiken het kanaal van Spiere, stappen onder de A17 en vinden aan het ophaalbruggetje de GR 122 die nu voor een hele tijd onze leidraad wordt. In Estaimbourg vinden we op het dorpsplein een leuke terras: tijd voor de middagpauze. Een toffe veldweg brengt ons naar Pecq en we zoeken dan de Schelde op: we volgen het jaagpad op de rechteroever. Het begint te miezeren en we trekken onze jas aan. In Esquelmes bezoeken we het mooie kerkje (in de steigers): een oase van stilte. Een kop koffie in het restaurant er vlak naast doet deugd. We keren terug naar ons jaagpad. Wat later wordt het weer droog. Als de GR het kanaal verlaat voor een lus naar de Mont St-Aubert, stappen we gewoon rechtdoor tot in het centrum van Doornik. Net voor we aan de Grote Markt zijn, komt een echtpaar uit een winkel gestapt. De vrouw ziet onze rugzakken en vraagt of we onderweg zijn naar Compostela. We vertellen van onze plannen en zegt dat ze zelf pas een week terug is van Santiago. Edith en Francis willen ons trakteren op de Grote Markt: het wordt een gezellige babbel. Dan naar de jeugdherberg waar we een kamer hebben voor ons alleen met het nodige sanitair. Na de platte rust en de douche, keren we terug naar de Grote Markt om te eten: er is veel ambiance! We gaan vroeg onder de wol. Het wordt een beetje bang afwachten voor de voeten!!!!
We hebben vrij goed geslapen in de mobilhome, en dat voor een eerste keer. Het is wel even wennen in de smalle ruimte boven. In huis is bijna iedereen al op, alleen de zoon des huizes heeft alle tijd. Het is al behoorlijk warm als we buiten op terras ontbijten. We nemen afscheid van ons vriendelijk gastgezin en vertrekken rond 8.30 u. We lopen nog een heel klein eindje in de Zandvoordestraat: niet te geloven maar er bloeien hier zwanebloemen in de eerder vuile gracht! Via rustige binnenwegen stappen we naar het centrum van Wervik en kopen droge worstjes voor bij onze picknick in een slagerij bij de kerk. Net voor de brug naar Wervicq-Sud dalen we naar het jaagpad langs de Leie. Er komt net een boot voorbij. Af en toe wat fietsers, met bel of meestal zonder. We ontdekken een mooie rustbank met een gedicht van Rita Decramer, een facebookvriendin. Tof! Het is de eerste in een hele reeks telkens met een mooi vers. Het asfalt van het jaagpad verhit de voeten. Eerste pleister. Bij Laag-Vlaanderen komen we opnieuw aan de GR 5A Zuid. Het wordt van langsom warmer: meer dan 30° in de schaduw. Hoeveel in de zon? De site van Galloo veplicht ons het jaagpad te verlaten en even om te lopen. Plots is de Sluizenkaai in zicht. We bellen evan aan op nummer 47 en jawel, Willy is thuis. Het wordt een leuk weerzien en gezien het ongeveer middag is, eten we bij hem onze broodjes op. Na het afscheid volgen we de Leie tot in Lauwe. Via het Kraaiveld komen we in de Dronckaertstraat, vlakbij het voetbalveld. Hier wonen Herman en Réjane op 2 huizen van het GR-pad. Ook hier bellen we aan. Jammer, Herman is er niet want naar Gent. Réjane zorgt voor de kleinkinderen. We zitten buiten op terras in de schaduw en drinken er veel...water! We stappen verder via de Sjouwer, de molen van Aalbeke en zo naar Rollegem. We drinken een pintje op het terras van Elckerlys, vlakbij de ingang van de school van Els. We bellen schoonbroer Marc op die ons komt ophalen. Na een half uurtje platte rust en de douche voel ik de ongemakken van hielspoor: het is behoorlijk inlopen We overnachten in Zwevegem bij de familie. We zien er ook nog de "Amerikanen" Filip en Jo, Jeroen, Hannelore en Ruben die in het land zijn voor het jubileumfeest van de ouders van Jo. Een bui maakt het buiten wat frisser!
De zon staat al aan de blauwe hemel als we rond 9.40 u de deur achter ons dicht trekken en de klassieke vertrekfoto's nemen. De start van onze wandelroute is een deel van de toekomstige Streek-GR Heuvelland: Scherpenberg en Monteberg. We genieten van de korenbloemen en van een laatste terugblik op ons huis. We stappen gezwind: het wordt warm maar we hebben elk drie liter water in de camelbak en een volle drinkfles van 1 liter. Is vier kilo extra in de rugzak. Via de Gremmerslinde trekken we naar de Pool of Peace voor de middagpauze. We krijgen er gezelschap van een Nederlands fietspaar en een koppel uit Poperinge, Jan B. en zijn vrouw, dat met twee Britten op stap is. Waterlelies drijven op het water. We stappen verder naar de Kruisstraat en via Sentier 100 en een tarweveld komen we aan de weg naar Mesen. De kerk van Wijtschate wordt kleiner als we aan de Wambeke een korte pauze nemen. Wat later zijn we in Houthem: de straatnamen zijn er tweetalig omwille van de faciliteiten in Komen-Waasten. Het is er heet. We moeten even wachten want er komt een trein voorbij. Hier pikken we de wit-rode tekens op van de GR 5A Zuid. Onze eindbestemming is de Zandvoordestraat in Komen-ten-Brielen waar we gastvrij ontvangen worden door Kristin en Brecht en C°. Terras in de schaduw, een pintje, een babbel met de jeugd en dan komen de ouders toe. Het wordt een gezellige avond: lekkere BBQ en bijpraten bij een glas frisse, lichte rode wijn. We slapen in de mobilhome die ze uit de garage rijden. Wel te rusten!