De GR-bus reed vlot naar Lécluse waar men zich al opmaakte voor de Foire au Cresson. Vandaag was de wit-rode GR 121 onze leidraad. Na de ochtendkoffie in Au Petit Caporal konden die van de lange tocht en de individuelen meteen starten. De stappers van de korte toch 21werden nog doorgevoerd naar Sailly-en-Ostrevent. Bij het verlaten van het dorp stapten we over Le Trinquise en zochten meteen de open ruimte op. De koolzaadvelden trokken de aandacht. Lager bij de grond trokken traag de limaçons voorbij: prachtig die slakkenhuizen. Kort voor de autoweg A26 sloegen we rechtsaf en de mooie veldweg leidde naar Les Bonnettes: een tumulus met 6 menhirs, 5000 jaar geschiedenis op een kleine plek. We staken de autoweg over en een rechte, rustige veldweg bracht ons in Boiry-Notre-Dame. Heel mooi dorpsplein. Een nieuwe rustige veldweg liep nu recht naar Monchy-le Preux. Hier was de Groote Oorlog duidelijk voelbaar in het dorp. De Canadese kariboe (eland bij de Zweden) houdt de wacht. Na de middagpauze stapten we voorbij een drietal Britse begraafplaatsen en kwamen in de vallei van de Scarpe, kort voor Fampoux. Toen begon het te regenen. Na een klein halfuurtje ging de vlaag over in wat gemiezer. We volgden de linkeroever tot bij een sluis op de gekanaliseerde Scarpe. We veranderden van oever en stapten door tot in St-Laurent-Blangy: heerlijk wandelen langs het water... Voorbij Blangy kwamen de eerste gebouwen van Arras in het vizier. Wat verder verlieten we de GR 121. Bij een watertoren sloegen we linksaf en trokken het centrum van Arras binnen. We genoten van de majestueuze Abdij van Sint-Vaast. Als nel kwamen we uit aan de Place de Heros die samen met de Grand Place een unieke architecturale tweeling vormt. Een waardig einde van een prachtige GR-tocht.