Zondag 22 november 2009: Le Marouset - Seneffe: GR 12
De schoonheid van het tracé van de GR 12 verrast ons ieder jaar sinds we aan het kasteel van Beersel vertrokken zijn. Vandaag staat het Hellend Vlak van Ronquières op het programma. Na de ochtendkoffie in Le Marouset, even buiten 's Gravenbrakel of Braine-le-Comte, zijn we klaar voor de tocht. Al waren de weerberichten niet zo gunstig, we trekken welgezind het Bois de la Houssière in: de verdroogde bladeren ritselen onder onze voetzolen. Een paar smalle paadjes verder krijgen we vesterking van de GR 121 die van Ath komt. Een leuke klim in het bos brengt ons op temperatuur. Henripont is een rustig dorp. We krijgen een prachtig uitzicht op de vallei van de Senette (op stafkaart met nn). De raffinaderij van Feluy (de chouchou van Guy Mathot) valt op aan de einder en ook al de 150 m hoge toren van Ronquières. We dalen af naar de bedding van de oude spoorlijn Ecaussines -Ronquières - Tubize. Deze bedding loopt parallel met de schitterende, meanderende Senette. Het is er heerlijk wandelen: het lijnenspel van de bomenrijen, de glooiingen van de groene hellingen, de loop van het riviertje... We hebben de hele wereld voor ons alleen. We stappen onder een brug door, aan de rand van een dennenbosje en bereiken zo het centrum van Ronquières. We stappen over de brug van het kanaal en vangen al een glimp op van het fameuze Hellend Vlak. We ontmoeten onverwachts Jeroen en Barbara, de coördinatrice van Grote Routepaden, met de twee kleine spruiten: ze zijn hier met vrienden op weekend. Picknick in een acterzaaltje van "La Tour Glacée". De sfeer is er alles behalve glacée: het is er lekker warm, de bediening is uiterst vlot en efficiënt en de St Feuillien Blonde smaakt. Meer moet dan niet zijn. We steken de brug weer over en stappen omhoog, langs het hellend vlak. Dit hellend vlak dateert van 1968 en overbrugt een hoogteverschil van 68 m. De aken varen in een reusachtuige waterbak die op rails omhoog klimt tegen een snelheid van 5 km per uur over 1432 meter met een hellingsgraad van 5%. Van op de hoge toren moet je wel een schitterend uitzicht hebben op de hele streek. We stappen een eind in open landschap en dalen dan af naar het gehucht La Warte en komen zo aan het oude kanaal Brussel-Charleroi ter hoogte van Sluis 23. Al snel komen we voorbij het imposante Château de la Rocq. We volgen nu de onverharde oever van het kanaal over 9 km tot in Seneffe. Het traject is heel boeiend: de vele sluizen met de water-trapjes, de oevervegetatie, de talrijke bochten... Parallel met het kanaal vloeit de Samme: er zit stroming op. Aan de overkant ontdekken we de eerste huizen van Feluy en even over sluis 18 verlaten we de oever voor een ommetje door Arquennes: het dorp van de arduinkappers. Korte namiddagpauze op het plein met REVES DE PIERRE, REVES D'EAU. Wie met 18 km genoeg heeft, kon hier de bus op. We stappen nog verder: het onverharde pad loopt eerst onder de N27 en onder de autoweg A7-E19. En dan keert de rust terug. Ik kan er niet genoeg van krijgen: elk kanaal zou zeker één onverharde oever moeten hebben!!!!! Als het kwart voor vier is zien we dat het weer omslaat: de lucht wordt dreigend. Gaan we droog het einde halen? Vanaf Sluis 17 merken we stickers op met de Sint-Jacobsschelp: hier loopt ook de Via Gallica. Er vallen enkele spetters. We stappen goed door. We zien de kerk van Seneffe rechts van het water opduiken: het kan niet ver meer zijn. En net als we de bus zien staan, valt de eerste donderslag na een korte bliksemschicht. De timing van tochtleider Jozef klopt als een bus. Het onweer barst los: we hebben nog net de tijd om het café Le Tyberchamps in te vluchten. We zitten veilig en droog: de St Feuillien smaakt zo lekker, vooral de tweede. Vanmorgen om half zeven op de radio: bliksem sloeg in op flatgebouw in Nijvel en stak het dak in brand. Nijvel is op 8 km van Seneffe. Sint GRegorius heeft weer zijn werk gedaan.
Zaterdag 21 november: Dag van de Natuur en we planten een bosrand aan op de Sulferberg in Westouter. Het plantgoed is van autochtone oorsprong en bestaat vooral uit gelderse roos, meidoorn, sporkehout, sleedoorn, hondsroos, hazelaar, es, haagbeuk en Els. In de voormiddag planten een rij struiken naast het Tweebergenpad, net voor de wandelroute het Brandersbos induikt. Het pad is daar verlegd omdat het vroeger langs een afsluiting liep. Nu is het veel mooier. Er werd één rij struiken aangeplant: touw spannen, plantgaten maken, het plantgoed erin steken en beschermen met plasticstroken tegen konijnevraat. Vele handen maken licht werk. Het waren de handen van Johan, Bertin, Ivan, Chris, Ann en Piet. Tegen kwart over elf was de klus geklaard en trokken we naar een andere locatie op de Sulferberg. Hier zouden we aan een bestaand bos een zoom breien. Recent werden aan de straatkant twee (1 grote en 1 kleine) abelen (zie eerder in mijn blog) omgelegd en werd ook de vele opslag van jonge abelen aangepakt. Rond het bos komt er een aanplant van els, es en haagbeuk en dan volgen er enkele rijen van de struiken zodat er een geleidelijk groeiende bosrand ontstaat. Die bosrand heeft zijn eigen dynamiek van planten, vogels, vlinders.... In de namiddag waren we weer met zes: Johan, Rudy, Jan, Ivan, Hilde en Piet. We genoten er van een micro-klimaat en werkten in onze hemdsmouwen. Tegen half vijf dronken we nog een pintje, aten een wafel en we zagen dat het goed was....