De Werst-Vlaamse GR-stappers lieten zich niet vangen door de minder fraaie weersvoorspellingen en waren op de afspraak voor een tocht door het zuidelijke en vlakkere deel van het Hageland. De startplaats in Zoutleeuw moest aangepast worden aan de kermis-en karnavaltoestanden. We verlieten de stad als snel via de Koepoort en we waren zo in open landschap. Een kasseiweg langs de Kleine Gete bracht ons tot bij het mooie kerkje van Helen maar helaas, gesloten. We stapten verder op smalle betonbaantjes uit ruilverkavelingen oude stijl. Zo kwamen we uit op een oude spoorwegbedding, nu een betonnen fietspad. In één rechte lijn ging het, voorbij de Grote Gete, naar Drieslinter. Na een korte voormiddag was het al tijd voor de picknick in Petit Paris. De lange tochters en de individuelen vulden de gelagzaal beneden. Wij van de korte tocht mochten naar boven in de gezellige Chambres d'Amis.
Na de middag zochten we opnieuw de Grote Gete op. We stapten op de Getedijk. In de Valleiweg ontdekten we een prachtige rij Zwarte Abelen. Wat verder ging het linksaf op het Alvermannenpad tot aan de Kapel Onbevlekte Ontvangenis. Dan ging het naar de rand van het Walsbergenbos. Een viertal keren zagen we reeën de vlucht nemen: altijd een leuke waarneming. De Negenbunderweg leidde naar en voorbij,de Kapellekensboom. We staken de drukke weg Tienen-Sint-Truiden over op zoek naar de Konings(water)molen van Eliksem. Vandaar naar Ezemaal is het maar een GRote stap. In de Broekstraat (what's in a name!) sloegen we rechtsaf langs de Gete. In het begin was het nog vrij leuk stappen maar toen werd het drassiger... We stapten uiteindelijk onder een grote spoorwegberm en bereikten de Sint-Jobskapel op de grens tussen Vlaams-en Waals-Brabant. Enkele kerkwegels verder kwamen we uit in het centrum van Neerheylissem of Hélécine. Ons eindcafé Le Saint Sulpice lag naast de romaanse kerk Sint-Sulpitius uit de 12de eeuw. Er werd druk nagepraat bij een Orval of een Achouffe. Het leven kan mooi zijn.
24-02-2016, 12:38 geschreven door Piet Hardeman 
|