Niettegenstaande de minder goede weersvoorspellingen stonden een kleine 30 GR-stappers om tien uur te wachten op de veerboot van Drie Goten (een buurt van Hamme met veel restaurants aan de Schelde) naar Weert. De vriendelijke veerman zette ons veilig af aan de overkant en weg waren we. En meteen een mooi natuurgebied in: de uiterwaarden van de Oude Schelde. Weert is een klein dorp aan die Oude Schelde. Die is 6 km lang en was tot de 14de eeuw de echte rivierbedding tussen Mariekerke en Temse. In een stiltegebied ontdekten we zowaar twee hangmatten. Leuk idee om daar een uiltje te vangen. We genoten van de voorgevel van het Kasteel van Marnix van St.-Aldegeonde. We trokken linksaf en in een rechte lijn naar de Scheldedijk. Aan de overkant ligt Temse. Waar vroeger de Boelscheepswerf lag, verrijzen nu flatgebouwen. We stapten onder de drukke weg Temse- Bornem en volgden verder de scheldedijk over 'Buitenland' tot aan De Notelaar. Dit mooie jachtpaviljoen, nu eigendom van het Vlaamse Gewest, werd bekend in de TV-serie Stille Waters. Voor ons was het zonneterras een ideale plek voor de middagpauze. Achter het terras lag voorwaar een beeldentuin. Na de boterhammetjes trokken we al snel richting Hingene met het Kasteel van Ursel en Het Laathof van het Centrum voor Jeugdtoerisme.Langs landelijke wegen bereikten we Bornem: een levendig stadje en bekend om de jaarlijkse Dodentocht, een voettocht van 100 km. Met de GR 5A Zuid trokken we het bos, richting achterkant Kasteel van Marnix. En dan linksaf opnieuw in de uiterwaarden van de Oude Schelde. Toen begon het te regenen. Onder moeders paraplu stapten we vrolijk verder. We zochten weer de Scheldedijk en de veerboot op. Tijd voor een dorstlesser in het restaurant Scheldeoord. Een aangename verrassing die tocht in wat ze noemen Klein Brabant!
Na 5 jaar gaan we opnieuw naar Parijs. Schitterend weer in zicht: er zal veel volk in de stad zijn. Zaterdag. We starten aan de het Sportcomplex van Bercy en trekken naar de Seine. Wat verder ligt de jachthaven Bassin de l'Arsenal. We veroveren de Place de la Bastille. Dan komt de wijk Le Marais aan de beurt en Le Village St-Paul. Centre Beaubourg of Centre Pompidou: het blijft even kleurrijk. Op place Michelet is het middagpauze: tijd voor een broodje en een koffietje. Daarna gaat het richting Les Halles, nu een bouwwerf. In de buurt van het Louvres is het bijzonder druk. De hoogtepunten volgen elkaar snel op: piramide op Cour Naploléon, Palais Royal, Jardin des Tuileries, Place de la Concorde, Petit en Grand Palais. We klimmen door de Jardins du Trocadéro naar het palais de Chaillot: ook hier bijzonder veel volk. We zoeken nog het Vrijheidsbeeld op en eindigen met een leuke tocht door het Bois de Boulogne. We overnachten in een Etap Hotel bij de Porte de la Chapelle (een kwartiertje rijden met de bus) en gaan lekker dineren in een restaurant in de buurt. Zondag. We vertrekken te voet aan het hotel. We steken al snel de Périphérique over en meteen ook de brug over het Canal St-Denis. In het Parc de la Villette zien het wetenschapspark, de vroeger beestenmarkt en het slachthuis. We stappen door smalle straatjes en klimmen naar de hoogte van Belleville. Het Parc des Buttes-Chaumont blijft verbazen: heel veel aktieve Parijzenaars op zondagmorgen. We komen uit aan het Canal St-Martin en bij de sluis aan de square Lemaître pauzeren we voor de picknick. We komen opnieuw in Le Marais, vandaar gaat het naar het bekende Place des Vosges. We zoeken weer de Seine op en stappen door het Ile de la Cité. De Notre Dame de Paris blijft steeds wondermooi. We flaneren verder langs de Seine en komen weer aan hetr sportcomplex van bercy, het eindpunt van dit weekend. en dat allemaal dank zij de perfecte voorbereiding van Marleen en Johan.
Op donderdag 26 april vlogen we naar Alicante. En met de bus naar Elche waar Asun woont, onze vriending van de Via de la Plata. Elche is Patrimonio de la Humanidad omwille van zijn palmbomen en het Misteri-verhaal van Maria Hemelvaart. Angela, de moeder van Asun, toont ons heel trots haar stad. 's Anderendaag met de trein naar Alicante. Om 11 uur konden we onze credencial afhalen en waren we klaar voor de start. Bij het verlaten van de stad hield Manolo ons tegen. Hij zag dat we pelgrims waren en schonk ons de 'Guia practica' waaraan hij zelf had meegewerkt.We stapten door de mooie barranco del Infierno en klommen naar de Cueva de San Pascual. In Novelda, einde eerste etappe, werden we hartelijk ontvangen door hospitalero Paco. Etappe 2 leidde naar de rio Vinalopo met bron van ijzerhoudend water. In Sax kwam Asun ons bezoeken in het weekend.Voorbij de colonia de Santa Eulalia was het één en al klaprozen: amapolas. Via een oude spoorwegbeddding bereikten we Yecla. Op weg naar Montealegre del Castillo stapten we door een open, weids landschap met rode aarde. De dag daarop klommen we naar de Puerto Pinar: op de crête stonden meer dan 100 windturbines! Het was leuk binnenkomen in Albacete. Tijdens de siësta viel de eerste regen. Onderweg naar La Gineta kegen we een eerste bui. Toen we daar in het dorp aankwamen, was het fiesta en nergens een slaapplaats. Nog eens 20 km extra, zagen we niet zitten, liften dan maar. Een vriendelijke man bracht ons tot in La Roda. Die hele zaterdagnamiddag is het blijven regenen. Van geluk gesproken. 's Anderendaags dreigende wolken maar het bleef droog. We zijn op een platean (718 m) beland, een soort meseta: een landbouwgebied met vooral graangewassen... Lange rechte, onverharde pistes: het is heerlijk vlot stappen. Hospitalero Manolo vergezelt ons naar de polideportivo waar we Falk ontmoeten, een Duitser die van de Camino de Levante is afgedwaald. Wijnstokken, laag bij de grond of hoger en geleid. Soms zo ver je kijken kunt. In Las Mesas is het opnieuw slapen op de turnmatten van het gemeentelijk sportcomplex. Zacht zijn die niet! We zien verschillende lagunas (vijvers): de flamencos hebben al jongen. El Teboso heeft iets met Don Quijote: we zijn immers in de regio Castilia La Mancha. De etappe naar Tembleque is lang: 30 km in de felle zon.Toledo is prachtig want ook Patrimonio de la Humanidad. We blijven er een dag extra om de stad te bezoeken. In de bar van ons hostal in Quismondo is het al toros op TV. De Spanse mannen gaan op in het stierengevecht. Het landschaop wordt golvend en de Sierra de Avila is in aantocht. Na Cadalso de los Vidrios komen we voorbij aan de Toros de Guisando: stenen stieren uit de Iberische tijd. We zien nu regelmatig ooievaars op de kerktorens. We klimmen naar een eerste pas, de Puerto de Arrabatacapas op 1068 m. het was heerlijk stappen door een wastinelandschap. Voor we afdalen naar Avila moeten we over de Puerto del Boqueron op 1315 m. Prachtig weer en een prachtig landschap. Avila, ook Patrimonio de la Humanidad, is vooral bekend om zijn volledig ommuurde binnenstad. De zaterdag krijgen we bezoek van onze vrienden uit Madrid. Malena en Gonzalo hebben we leren kennen op de Camino Francès in 2001. Ze hebben nu twee zoontjes, Marcos en Alvaro. Het weekend is bitterhoud en er vallen een paar buien. Onze tocht zit er op. Na een extra dag om de stad te bezoeken, sporen we naar Valladolid waar we nog 2 zonnige dagen genieten van het dolce far niente. Op 23 mei vlogen we weer naar België. We probeerden om iedere dag om 8 uur al te vertrekken, soms nog een half uur vroeger. Meestal kwamen we dan aan rond twee uur. Zo konden we 's middags genieten van de menu del dia: voorgerecht (primero), hoofdgerecht (segundo) en nagerecht (postre). En met brood en vino blanco of vino tinto (meestal een fles van 75 cl voor 2 personen). En dat voor de prijs van 9 of 10 euro. Anders moet je tot 9 uur 's avonds wachten om te eten. En dat is wat laat .... Het is een prachtige tocht geworden, meestal goed stapweer: 20 à 25 ° In Toledo was het meer dan 30 ° en in Avila vrij koud.