Het is weer zover: Siska, Sofie en Sam maken zich op voor hun verblijf in het Glazen Huis in Gent. Tijd dus voor Music for LIfe. Dit jaar is het thema van de actie 'Stop Malaria en laat de wereld niet in de steek'. Malaria is een infectieziekte die voornamelijk in tropische gebieden voorkomt en veroorzaakt wordt door een parasiet. Die parasiet wordt hoofdzakelijk overgedragen via een beet van een besmette malariamug. De symptomen treden 10 tot 15 dagen na de infectie op: koorts, spierpijn, hoofdpijn en braken. Zonder aangepaste behandeling is malaria een levensbedreigende ziekte omdat ze de bloedtoevoer naar vitale organen aantast. Wereldwijd is malaria de vijfde doodsoorzaak. Malaria is te voorkomen: muskietennetten beschermen de mensen tegen de muggen. Een muskietennet kost 5 euro en redt een mensenleven. Toen ik tussen 1963 en 1966 les gaf in Kabinda (Oost-Kasaï) aan een middelbare school van de Paters Scheutisten, namen we iedere avond, preventief, een pilletje Nevakin, een verwante van het bekende kinine. Het busje met Nevakin stond op de tafel in de refter. Dit jaar stappen we in 6 dagen van Menen over Ronse naar Gent: 125 km. Eerst met de GR 5A Zuid tot in Brakelbos en dan met de GR 122 tot in Melle. De laatste dag maken we zelf een parcours op de Scheldedijken en langs het natuurgebied van de Damvallei. De 6 etappes zijn: Vrijdag 18 december: Menen - Doornikse steenweg Bellegem: 20 km Zaterdag 19 december: Doornikse steenweg Bellegem - Knokteberg (einde Kluisbos): 221, km Zondag 20 december: Knokteberg - D'Hoppe: 20 km Maandag 21 decmeber: D'Hoppe - Munkzwalm: 21 km Dinsdag 22 december: Munkzwalm - Melle: 24,5 km Woensdag 23 december: Melle - Gent: 17,5 km. We verzamelen telkens aan het eindpunt van de dagetappe. We picknicken (eigen picknick) in een café. Je kunt 1 of meer dagen meestappen. Je kunt inschrijven via mail of telefoon tot de dag ervoor. Laat het dan wel weten aub. WE LATEN ONS SPONSOREN AAN 1 EURO PER KM. Je bepaalt zelf hoeveel km je wilt betalen. Schrijf je bedrag over op rekening 738-3221103-46 van GR West-Vlaandeen, Goeberg 3, 8954 Westouter met vermelding 'Music for Life'. We garanderen dat alle bedragen doorgestort worden naar het Rode Kruis die de muskietennetten aankoopt en instaat voor de verspreiding ervan en voor de sensiblisering ter plaatse. Onze actie is geregistreerd onder nummer 86361258647406. Meer info: www.groteroutepaden.be of 057 44 56 57 of grpaden.wvl@telenet.be
Er staat een B tussen twee haakjes omdat er ook een Franse GR 123 bestaat, in Picardië. Dit terzijde. We starten met een kop koffie in het Musée de la Mine waar vrijwilligers, wellicht oud-mijnwekers, ons uiterst vriendelijk ontvangen. Ze zorgen zelfs met een gaskachel voor wat extra warmte. De stappers van de lange tocht (26 km) starten hier en die van de korte tocht rijden nog tot over de autoweg met de bus en starten dan aan de rand van het Bois d'Imberchies. Ik leid de korte tocht met de hulp van Dani's voorbereiding. Leuk om in deze tijd van het jaar door het bos te lopen. We steken de N50 over en trekken opnieuw het bos in. Links ligt het natuurreservaat La Mer de Sable (grondgebied Stambruges). Het gebied is ontstaan door uitdroging van een grote vijver, midden in de heide, na 1852. Het heeft veel weg van een veengebied, trouwens de bekende vijvers van Harchies liggen niet ver. We komen uit het bos bij het gehucht Le Happart, niet José natuurlijk. Op dit kruispunt vertrekt de GR 121 naar links: opletten dus. Een rustig platteland brengt ons tot voorbij een lorkenbosje : hier gaan we linksaf en trekken tussen plassen, met water gevulde verlaten steengroeven, het bos in. We klimmen op de rand van Coron Saint-Pierre en zien met welbehagen dat de natuur haar werk doet. Villerot komt in zicht: tijd voor de middagpauze. Gezellige taverne maar sommige biersoorten waren rap uitverkocht. We laten een chemische fabriek voor wat ze is en trekken opnieuw het bos in: Bois de Baudour. Door dat er geen bladeren aan de bomen zijn valt het zonlicht binnen: heerlijk stappen in zo'n weer. Berken zijn er hier volop en zijn ijdel: ze spiegelen zich heel mooi in het wateroppervlak. We maken een ommetje langs la Ronde Maison, het jachtpaviljoen van de familie de Ligne van het kasteel van Beloeil. Uit het bos komen we aan het station van Erbisoeul, lopen darana een tijdje parallel met de spoorlijn tot in het centrum van Erbisoeul. Een mooie veldweg brengt ons tot net vóór Erbaut. We stappen over de Ruisseau de Jurbise, verlaten de GR 123 en zoeken het centrum van Jurbise op waar de bus op ons wacht. Maar eerst een St-Feuillien in het plaatselijke café Le Cheval d'Or. Weer een verrassend mooie tocht in Henegouwen. Onze Waalse GR-vrienden hebben hun werk goed gedaan. Ook de voorbereiding van Dani mocht er wezen: we hebben alles vlot gevonden! Ik heb geen foto's want fotograferen en de tocht leiden gaat niet goed samen. Kijk even op de site van die andere José.
Maandagmorgen vertrokken kort nadat de vrouw des huizes naar school is. Het is droog wat het rijden op de autoweg veel aangenamer maakt. Na een vlotte rit kon ik al om 9.45 starten aan de jeugdherberg Het Gagelhof. Gagel is de naam van een welriekende struik.Thuis had ik de twee kringwandelingen grondig voorbereid op kaart maar je weet nooit wat ervan op het terrein terug te vinden is. Ik moet de terugweg zelf in mekaar steken. De zaterdagtocht: Met de GR 5 langs de bekende Trappistenabdij van Westmalle langs de Drieboomkesberg (30 m boven zee) en het Marbelenven naar het kanaal. Aan brug 11 een cafeetje gevonden waar we welkom zijn. Nu de terugtocht. Nog even verder langs het kanaal en dan rechtsaf door het Kooldriesnatuurgebied. We wisselen Brecht voor Westmalle, genieten van op een dreef van het weidse landschap en komen weer in de buurt van de bossen van de abdij. We steken de N12 over en zoeken stilletjes aan onze slaapplaats op. De zondagtocht. We starten weer aan de jeugdherberg maar gaan nu de andere kant op. Mooie bospaden op de GR 5 leiden naar het bekende Boshuisje waar Conscience van de Loteling hoorde. We stappen verder met de GR 564 door het Zoerselbos en het Gemeentebos. Zo komen we voorbij het Kasteel Zoerselhof. We steken de N14 over en maken nog een mooie lus langs het gehucht Einhoven (zonder d). Dan wordt het stilaan tijd om te gaan eten: we zijn welkom vlak bij de kerk in Zoersel. Kort na de middag ontdekken we geel-rood van de StreekGR Kempen. We trekken door 's Herenbos. Zo zijn we aan het verste punt. We zoeken maximaal onverhard op in het residentiële Zoersel. Zo geraken we weer aan de jeugdherberg. Het worden twee mooie dagstappers! Al zeg ik het zelf!
Vandaag zijn er op Goeberg 3 twee jarigen: mijn vrouw Els en mijn blog. Leuk om eens terug te kijken naar mijn eerste berichtje vorig jaar en vele andere. Een jaar gaat snel voorbij. En het klimaat wordt wamer en extremer. Het is al een paar weken nattigheid troef. Daarnet in het nieuws van de betoging in Brussel liepen Jürgen, Ilse en Guido Q. mooi door het beeld! Na het nieuws van 8 de reportage van Vranckx over het toerisme op Groenland. Heel mooie beelden maar voor hoelang zullen die nog te zien zijn??? De toekomst is aan onze kleinkinderen maar welke toekomst zal dat zijn?
Niettegenstaande het slechte weerbericht stonden ruim 25 GR-wandelaars op de afspraak bij het gemeentehuis van Kluisbergen in Berchem. Tochtleider Luc vertelt dat hij de oude spoorwegbedding en de'meersen' uit het parcours gelaten heeft omwille van de vele neerslag van de laatste dagen en dat we 'rechtstreeks' naar de Boomgaarddries zullen stappen. Geel-rood van de Vlaamse Ardennen zal vooral onze leidraad zijn. Al gauw krijgen we Kwaremont in het vizier maar die moet nog even wachten op ons bezoek. We stappen tussen vele mooie hoeven met kraaknet naambord. Het bord vermeldt ook telkens of het gaat om een bedrijf voor melkvee, vleesvee of akkerbouw. Een bekend fruifbedrijf trekt de aandacht: net en keurig woonhuis met wal, windscherm van elzen... Zo komen we aan de Paterberg, bekend uit de Ronde van Vlaanderen. De kasseien liggen er goed bij. Boven kun je even uitrusten op een bank. Vandaar geniet je van een schitterened uitzicht op de Scheldevallei waar de elektriciteitscentrale van Ruien prominent aanwezig is. Even verder leidt een smal paadje ons naar een witte kapel, zo'n 85 m boven zee. Vandaar heb je uitzicht op de kerk van Zulzeke beneden en op die van Nukerke boven op een heuvelrug. Aan de andere kant ontdek je de witte romp van de Hotondmolen. Bij 'Kalkoven' slaan we recchts af, dalen voorbij een prachtige helling met veel kleine landschapselementen als rijen knotbomen en komen weer aan de voet van de Paterberg. We kiezen nu voor links en klimmen langzaam naar het dorp Kwaremont waar we, na een rondje in het dorp, te gast zijn in het Restaurant 't Paletje voor de middagpauze. Na de lekkere soep keren we even op onze stappen terug en dalen nu rechtsaf naar de Oude (water-) Molen op de Molenbeek. We klimmen opnieuw en steken de drukke N36 over ter hoogte van Restaurant 't Konijntje.Dit is het eindpunt van onze tweede etappe en het beginpunt van de derde etappe van onze tocht naar Gent voor Music for Life: vergeet niet te sponsoren!! We volgen even de Ronde van Vlaanderenstraat en zoeken de Trieu op, ook bekend als de Knokteberg: we zijn dan op de taalgrens en de grens tussen Henegouwen en Oost-Vlaanderen. We dalen af richting Russeignies en stappen dan naar Amougies. Aan de eerste huizen van Amougies slaan we rechtsaf: het begint serieus te regenen. We klimmen naar de Vierschaar of de Ferme du Christ. We stappen op de hoofddreef door het bos tot aan de Knokte en nu gaat het linksaf. We steken opnieuw de drukke weg naar Ronse over en vinden meteen de kasseiweg, bekend als de "oude Kwaremont". De paraplu's gaan af en toe eens toe maar meestal staan ze open. Klokslag vier uur zijn we terug aan het vertrekpunt in Berchem.
De nieuwe GRiffel West is uit: nummer 4 van jaargang 21. Hij staat boordevol nieuws over de trektocht op de GR 4 "Les Gorges du Verdon en de Mont Ventoux" van 2 tot 16 april 2010, over de 6daagse GR-sponsortocht, 18 tot 23 december 2009, van Menen naar Gent langs de GR 5A Zuid en de GR 122 voor het goede doel: de Actie 'Malaria' van Music for Life van Studio Brussel en over onze donderdagtochten in lusvorm en de bustochten in lijn. En het Pinksterweekend in de Hoge Venen van 22 en 23 mei 2010 niet vergeten. Ken je de GRiffel nog niet en wil je die in je bus krijgen stuur een mailtje met je postadres naar grpaden.wvl@telenet.be Surf ook gerust naar www.groteroutepaden.be
Zondag 22 november 2009: Le Marouset - Seneffe: GR 12
De schoonheid van het tracé van de GR 12 verrast ons ieder jaar sinds we aan het kasteel van Beersel vertrokken zijn. Vandaag staat het Hellend Vlak van Ronquières op het programma. Na de ochtendkoffie in Le Marouset, even buiten 's Gravenbrakel of Braine-le-Comte, zijn we klaar voor de tocht. Al waren de weerberichten niet zo gunstig, we trekken welgezind het Bois de la Houssière in: de verdroogde bladeren ritselen onder onze voetzolen. Een paar smalle paadjes verder krijgen we vesterking van de GR 121 die van Ath komt. Een leuke klim in het bos brengt ons op temperatuur. Henripont is een rustig dorp. We krijgen een prachtig uitzicht op de vallei van de Senette (op stafkaart met nn). De raffinaderij van Feluy (de chouchou van Guy Mathot) valt op aan de einder en ook al de 150 m hoge toren van Ronquières. We dalen af naar de bedding van de oude spoorlijn Ecaussines -Ronquières - Tubize. Deze bedding loopt parallel met de schitterende, meanderende Senette. Het is er heerlijk wandelen: het lijnenspel van de bomenrijen, de glooiingen van de groene hellingen, de loop van het riviertje... We hebben de hele wereld voor ons alleen. We stappen onder een brug door, aan de rand van een dennenbosje en bereiken zo het centrum van Ronquières. We stappen over de brug van het kanaal en vangen al een glimp op van het fameuze Hellend Vlak. We ontmoeten onverwachts Jeroen en Barbara, de coördinatrice van Grote Routepaden, met de twee kleine spruiten: ze zijn hier met vrienden op weekend. Picknick in een acterzaaltje van "La Tour Glacée". De sfeer is er alles behalve glacée: het is er lekker warm, de bediening is uiterst vlot en efficiënt en de St Feuillien Blonde smaakt. Meer moet dan niet zijn. We steken de brug weer over en stappen omhoog, langs het hellend vlak. Dit hellend vlak dateert van 1968 en overbrugt een hoogteverschil van 68 m. De aken varen in een reusachtuige waterbak die op rails omhoog klimt tegen een snelheid van 5 km per uur over 1432 meter met een hellingsgraad van 5%. Van op de hoge toren moet je wel een schitterend uitzicht hebben op de hele streek. We stappen een eind in open landschap en dalen dan af naar het gehucht La Warte en komen zo aan het oude kanaal Brussel-Charleroi ter hoogte van Sluis 23. Al snel komen we voorbij het imposante Château de la Rocq. We volgen nu de onverharde oever van het kanaal over 9 km tot in Seneffe. Het traject is heel boeiend: de vele sluizen met de water-trapjes, de oevervegetatie, de talrijke bochten... Parallel met het kanaal vloeit de Samme: er zit stroming op. Aan de overkant ontdekken we de eerste huizen van Feluy en even over sluis 18 verlaten we de oever voor een ommetje door Arquennes: het dorp van de arduinkappers. Korte namiddagpauze op het plein met REVES DE PIERRE, REVES D'EAU. Wie met 18 km genoeg heeft, kon hier de bus op. We stappen nog verder: het onverharde pad loopt eerst onder de N27 en onder de autoweg A7-E19. En dan keert de rust terug. Ik kan er niet genoeg van krijgen: elk kanaal zou zeker één onverharde oever moeten hebben!!!!! Als het kwart voor vier is zien we dat het weer omslaat: de lucht wordt dreigend. Gaan we droog het einde halen? Vanaf Sluis 17 merken we stickers op met de Sint-Jacobsschelp: hier loopt ook de Via Gallica. Er vallen enkele spetters. We stappen goed door. We zien de kerk van Seneffe rechts van het water opduiken: het kan niet ver meer zijn. En net als we de bus zien staan, valt de eerste donderslag na een korte bliksemschicht. De timing van tochtleider Jozef klopt als een bus. Het onweer barst los: we hebben nog net de tijd om het café Le Tyberchamps in te vluchten. We zitten veilig en droog: de St Feuillien smaakt zo lekker, vooral de tweede. Vanmorgen om half zeven op de radio: bliksem sloeg in op flatgebouw in Nijvel en stak het dak in brand. Nijvel is op 8 km van Seneffe. Sint GRegorius heeft weer zijn werk gedaan.
Zaterdag 21 november: Dag van de Natuur en we planten een bosrand aan op de Sulferberg in Westouter. Het plantgoed is van autochtone oorsprong en bestaat vooral uit gelderse roos, meidoorn, sporkehout, sleedoorn, hondsroos, hazelaar, es, haagbeuk en Els. In de voormiddag planten een rij struiken naast het Tweebergenpad, net voor de wandelroute het Brandersbos induikt. Het pad is daar verlegd omdat het vroeger langs een afsluiting liep. Nu is het veel mooier. Er werd één rij struiken aangeplant: touw spannen, plantgaten maken, het plantgoed erin steken en beschermen met plasticstroken tegen konijnevraat. Vele handen maken licht werk. Het waren de handen van Johan, Bertin, Ivan, Chris, Ann en Piet. Tegen kwart over elf was de klus geklaard en trokken we naar een andere locatie op de Sulferberg. Hier zouden we aan een bestaand bos een zoom breien. Recent werden aan de straatkant twee (1 grote en 1 kleine) abelen (zie eerder in mijn blog) omgelegd en werd ook de vele opslag van jonge abelen aangepakt. Rond het bos komt er een aanplant van els, es en haagbeuk en dan volgen er enkele rijen van de struiken zodat er een geleidelijk groeiende bosrand ontstaat. Die bosrand heeft zijn eigen dynamiek van planten, vogels, vlinders.... In de namiddag waren we weer met zes: Johan, Rudy, Jan, Ivan, Hilde en Piet. We genoten er van een micro-klimaat en werkten in onze hemdsmouwen. Tegen half vijf dronken we nog een pintje, aten een wafel en we zagen dat het goed was....
In onze straat, Goeberg in Westouter, is het triestig gesteld met de lijsterbessen. Ze staan er al meer dan 30 jaar te verkommeren. Sommigen werden aangereden of beschadigd bij het maaien. En er zijn er al veel verdwenen. Het ware veel beter om ze allemaal te vervangen door platanen. Die kunnen goed tegen de uitlaatgassen van de auto's en de vrachtwagens. En hun afbladderende schors heeft in de duisternis een reflecterend effect onder de koplampen. Nu het klimaat toch opwarmt, kunnen we van onze Goeberg een straat maken uit de Provence. En er een Pastis opdrinken. Op de foto's toon ik de mooiste exemplaren uit respect voor de mindere goden.
Op 12 augustus schreef ik op mijn blog 'Dikkebusstraat in Loker verminkt voor altijd". Nu is ze nog verminkter!!! Ook de bomen aan de linkerkant van de weg moesten er aan geloven. En rechts betonnen oevertegels. En dan zegt de Vlaamse regering. Wat we zelf doen, doen we beter! Ze zouden daar op het kabinet van Openbare Werken in de grond moeten kruipen van schaamte!
11/11: 21ste Provinciale GR-wandeldag in Roesbrugge
Woensdag 11 november: de weergoden zouden ons gunstig zijn. Vanaf halftien kwamen de eerste stappers al toe in Roesbrugge. Tegen 10 uur waren we met z'n 75. Na een korte inleiding door tochtleider Luc M. en een even korte aankondiging van de GR-sponsortocht van Menen naar Gent voor Music for Life, net voorKerstmis, kwam de groep in beweging. We vertroken langs het jaagpad van de IJzer: met de GR 5A Zuid = GR IJzer naar Stavele. En meteen over het boogbruggetje over een Dode IJzerarm. We stelden vast dat het asfalt van de recent vernieuwde stukken jaagpad opnieuw aan het scheuren was. Eerst ontdekten we de kerk van Beveren-aan-de-IJzer en dan de witte Brouckmolen. Ondertussen zagen we inrichtingswerken om wateroverlast te voorkomen: de winterse plassen moeten ook een rustplaats worden voor trekkende watervogels. Aan de brug van Stavele verlieten we het GR-pad en sloegen rechtsaf naar de elegante kerk van Stavele voor een korte pauze op het gezellige dorpsplein. Langs rustige binnenwegen stapten we over de Westsluisbeek naar de buurt Waaienburg. Even de hoofdweg op om over de Proosdijbeek te geraken. Onderweg stond een akker facelia te bloeien, precies de lavendel van het noorden, toch wat het kleur betreft. Facelia is ook een groenbemester, net als de meer bekende gele mosterd. Tegen een uur kwamen we weer in Roesbrugge aan voor de picknick. We waren te gast in het Christen Volkshuis: wij zaten achteraan in de feestzaal, vooraan was er een feestmaal voor de oudstrijders, of was het de brandweer? In de namiddag stapten we het Dode IJzerpad, een provinciale luswandeling. Het eerste deel tot aan het bruggetje over de Heibeek is een deel van de GR IJzer. Het laatste deel vanaf Haringe is een onderdeel van de GR 5A Zuid. De weilanden lagen er verrassend droog bij , na de vele regen van de laatste week. We verlaten al vrij snel de oever van de IJzer en een streepje Sint-Omaarsstraat brengt ons naar de Zwijnebeek. Opnieuw de wei in: enkele schapen met een mooie ram houden de wacht. Het gras stond kort. We komen aan de brug over de IJzer. Daar ligt aan de rechter (Franse) kant een eendenjachtput op: de loerjacht vind ik zo een laffe manier van jagen. Ze zetten plactic lokeenden op het water en ze plaatsen levende vogels in kooien. Als er waterwild komt aangevlogen, gelokt door het geluid van of het zicht op, wordt het genadeloos afgeknald. Kan de mens nog stomper zijn? We stappen verder langs de IJzer en komen voorbij de samenvloeiing met de Heibeek. Hier steekt de GR IJzer het gammele bruggtje over en trekt zo Franrijk in. Wij verlaten de oever en een wat verder leidt een rechte kerkwegel ons naar Haringe. We ontdekken het standbeeld van Karel de Blauwer en stappen tot bij de Sint-Martinuskerk. De kerk bezit een befaamd Vanpeteghemorgel. Boven de kerkdeur valt het timpaan op: het tafereel van Sint-Maarten die zijn mantel in twee snijdt, past heel goed. We zijn niet voor niets het feest van Sint-Maarten. Tegen de gevel staat het graf van Pater Joris Declercq alias Djoos Utendoale: pastoor maar ook een begenadigd kunstenaar: dichter (de teksten van de eerste liedjes van Willem Vermandere waren van zijn hand) , schilder en muzikant-componist. Na jaren missionering in Burundi werd hij pastoor benoemd in Haringe en het dorp herleefde. Het verenigingsleven kende weer hoogdagen. Een mooie kerkwegel leidde ons links van de mooie B&B Sint-Maartenstuin naar de Heybrugstraat. Vrijwel meteen sloegen dan links in en trokken we langs de Kerkebeek en de Wijngaardstraat naar het centrum van Roesbrugge. We konden nog nakaarten bij pot en pint in dezelfde feestzaal. De weergoden hebben woord gehouden.
Twee abelen op de Sulferberg zorgen voor veel nakomelingen. En ze staan heel dicht bij de straat. Nu willen we daar, in het kader van de Dag van de Natuur, aan bosuitbreiding doen. En moesten die abelen plaats maken... November 2008 werd een 'bouwaanvraag' ingediend door Natuurpunt bij de Stad Poperinge voor het vellen van twee abelen en het bebossen van een deel van een perceel in het erkende natuurreservaat 'Bronnen van het Heuvelland'. Dat perceel op de Sulferberg ligt inderdaad op het grondgebied van Reningelst, dus Poperinge en niet Heuvelland. Er was een gunstig advies op 8 januari 2009 van het Departement Landbouw en Visserij en een op 30 januari van het Agentschap Natuur en Bos. Op 26 mei was er een gunstig advies van Agentschap Ruimtelijke Ordening. Op 15 juli kent het College van Burgemeester en Schepen van Poperinge de bouwvergunning toe. Na het betalen van 40 euro mag die afgehaald worden. De trein de traagheid... Woensdag 28 oktober was het zover. Om kwart over negen naar Poperinge om de formulieren voor aanvang en einde der werken af te geven in de Technische Dienst. Om half elf kwamen Klaas en Wim van de Natuurpuntploeg aan. Eerst wer de kleine abeel, maar toch al van een gewone grootte, geveld en in stukken gezaagd. Marc, de landbouwer met wie we het perceel geruild hebben, voerde het hout af. Dan kwam de kolos, een boom met vele bomen er op, aan de beurt. Dat was een ander paar mouwen. Eerst werden een paar zware zijtakken afgezaagd om te voorkomen dat de abeel aan de verkeerde kant in de diepte zou vallen. Dan begon het eigenlijke zaagwerk en werden enkele spieën ingestoken. Klaas hield de boom voortdurend in de gaten maar hij viel niet. De tractor van Marc werd ingeschakeld en die trok de boom met een groot gedruis omver. Dan begon de opkuis. Klaas klaarde dit huzarenstuk: de dikke stam werd in moten gezaagd zodat iets over vier de weg weer vrij was! Chapeau Klaas! Marc zal zich nog veel kunnen verwarmen: aan het weghalen van het hout, het splijten en ... bij de kachel!
Zondagnamiddag: Trage Wegenwandeling in Wijtschate
Toen Els en ik tegen kwart over twee toekwamen in Wijtschate, stond er al wat volk te wachten. Altijd een goed teken voor een flinke opkomst: meer dan 50 deelnemers. Het weer was goed: blauwe lucht met witte wolken, ideaal voor vergezichten. Stipt om half drie begon ik mijn inleiding over Trage Wegen, de Atlas der Buurtwegen en over het parcours van de dag met de twee problemen. De verbinding tussen Bossenstraat en Houthemstraat zoals die staat op het eerste plan van de gemeente Heuvelland (na de fusie) is niet dezelfde als degene die staat op de Atlas. Op de Atlas heb je eerst Voetweg 54 die tot aan het bos loopt en verder door naar de Rijselstraat. Aan het bos takt Voetweg 48 af: die is grotendeels verdwenen maar er ligt nog een aanzet. Die van het gemeenteplan is nu ook gedeeltelijk verdwenen. Beide voetwegen kwamen samen om dan over een 'beek zonder naam' te trekken tot aan de Houthemstraat. Voetweg 100 maakt de verbinding tussen Schoolstraat en Kruisstraat: een schitterende veldweg met uiticht op de hele omgeving van de Scherpenberg tot de Katsberg enerzijds en het Franse noorden anderzijds met ondermeer de skyline van Rijsel. Na circa 800 meter op het plateau daalt hij af, loopt door een hoevetje en daar ligt nu het probleem. Het 'doeningske' werd enkele jaren geleden verkocht en de nieuwe eigenaars hebben de toegang afgesneden met een elektrische poort. Ze hadden gerust een passage aan de buitenkant van de haag kunnen voorzien. Onderweg werd hier en daar halt gehouden om de situatie op het terrein toe te lichten. Toen we net aan de Houthemstraat kwamen, reed er een jeep op: jagers. Die ene vroeg waar die weg wel lag waar we gewandeld hadden. Ik heb hem mooi de kaart getoond. Hij wist niets af van Voetweg 48. Jammer voor hem. Langs de Krommestraat zagen we links een veld met facelia en rechts gele mosterd, groenbemesters en erosiebestrijders. Ook werd er aandacht gevraagd voor de dorpsnamen op de straatnaambordjes. Ook de voetwegen hebben een naam. Zo heet VW48 'Tinkeput wegelken', VW 54 'Busschendreef wegelken' en VW 100 'Leelik wegelken'. Beneden aan voetweg 100 liepen we dan rond de haag op de rand van de akker, allemaal netjes op een rij. We keerden terug en genoten nog van Buurtweg 25 met een prachtige rij knotbomen. Tegen 5 uur waren we terug op het dorpsplein van Wijtschate.
Zondag 25 oktober: Inwandeling Vijfhuizenwegel bij de Blankaart
Zondagmorgen kwamen een 90-tal genodigden samen in de loods van de ANB-hoeve op de grens tussen Merkem en Woumen voor de inwandeling van de Vijfhuizenwegel. De Vijfhuizen is een kleine buurt op de rand van de overstroombare IJzervallei nabij de Blankaart. In de jaren zeventig kregen de bewoners er het drinkwaterproductiecentrum als grote buur. Dit gehucht had een voetweg dat hen enerzijds naar Woumen, anderzijds richting Merkem bracht tot de wijk Luigem waar de Beukelaremolen prijkt. Het gedeelte richting Woumen maakt reeds vele jaren deel uit van de bekende Blankaartwandelroute. Het andere gedeelte raakte in onbruik en verdween zelfs gedeeltelijk onder de ploeg. De samenwerking tussen de gemeenten Houthulst (voor Merkem) en Dilsmuide (voor Woumen), het Agentschap voor Natuur en Bos, Natuurpunt, de Zuiderpolder, de VLM, het Regionaal Landschap IJzer en Polder en de lokale landbouwersfamile Roger en Geert Leeman resulteerde in een heringericht tracé van de Vijfhuizenwegel. Broekland, weiden en akkers, knotwilgen en fruitbomen, populierenrijen en houtkanten worden hierdoor een aantrekkelijk wandelgebied. Nieuw brugjes zorgen voor een vlotte overstap van beekjes en sloten. Achtereenvolgens voerden Lies Laridon, burgemeester Diksmuide, Geert Van Exem, schepen Houthulst, Guido Vandenbroucke, Natuurpunt en Brenda Bussche, directeur ANB het woord. Wim Packet van vzw De Boot was ceremoniemeester. Daarna werd een kort stukje wegel ingewandeld tot aan het eerste brugje: hier werd de wegel officieel 'opengekapt'. De receptie was een gezellige gelegenheid voor informele contacten. In de namiddag kwamen zo'n 500 mensen opdagen om kennis te maken met de nieuwe Vijfhuizenwegel. Een dikke proficiat voor al wie zich voor deze vernieuwde Vijfhuizenwegel heeft ingezet.
24 en 25 oktober: Dag van de Trage Weg Het deel van Voetweg 48 tussen de Schomminkelstraat en de Hellegatstraat in Westouter is weer open! Gisteren vrijdag (we wisten dat het op zaterdag ging regenen!) maaiden Geert Dujardin en ikzelf de bramen, de netels en de andere vegetatie aan de rand van de parking van het Woestenhof. De wegel loopt tot tegen het hekken van een weide. In het hekken is links onderaan een opening voorzien zodat je makkelijk door het hekken kunt kruipen want er is recht van doorgang. Aan de andere kant van de weide kruip je weer door het hekken en je bent in de Hellegatstraat, vlakbij het oude schoolgebouw. De wegel werd vroeger veel gebruikt door de kinderen van de Zwarteberg die naar de gemeentelijke jongensschool gingen. Het betekende immers een veel kortere en bovendien veel veiliger weg dan de drukke Bellestraat. Het andere deel, richting Bellestraat wordt nog steeds veel gebruikt, het werd daarom ook opgenomen in het Wandelnetwerk tussen knooppunten 15 en 7: het Pastoorwegelken of Bellewegel. Je kunt immers langs daar naar het Natuurpuntgebied De Broekelzen. Morgen stappen we in Wijtschate voor het behoud van voetwegen 54, 48 en 100!
Zondag 18 oktober: Op stap op de GR van de Terrils: GR 412
Zondag laatst stond de GR 412 tussen Flénu en Havré op het programma van GR West-Vlaanderen met onderweg de beklimming van de Terril du Dix-Sept en de Terril de l'Héribus. Het weer bleef droog , helemaal niet koud want vrij zonnig. We waren eerst te gast voor een koffie en een plas in het café Au Borègne waar we vorig jaar geeindigd waren. Een zevental 'individuelen' waren al snel op het pad. Daarna vertrokken 12 stappers met mij voor de lange tocht van 26 km en Luc Foulon die de tocht had voorbereid, nam de grote groep voor 21 km op sleeptouw. Flénu telde vroeger vijf terrils en al van 1765 was er sprake van steenkoolwinning. Al vroeg kwamen we aan de voet van de Terril du Dix-Sept of de Terril du Levant. De hele mijnsite is privé-bezit omdat de meeste Waalse mijnen nooit genationaliseerd werden. We maken een wijde boog beneden voor we de klim naar de top aanvatten. Het gaat er op het einde vrij steil aan toe. Maar de beloning is groot. Al is het in de verte nog wat nevelig, vooral de linkertop biedt een mooi uitzicht op de omgeving. Je ziet er ook nog rookontwikkeling: fumerolles. Je voelt de warmte uit de grond komen. We keren op onze stappen terug en moeten een ommetje maken om de site te verlaten. We stappen onder de R5, de ring rond Mons. We komen uit op het plein van Cuesmes met de reuze mijnlamp. We trekken verder op een smal pad tussen weilanden en komen aan de voet van de Héribus. Deze mijn is pas gesloten in 1963 en werd in 1968 ontmanteld. Boven op de terril is het uitzicht op Mons en omgeving buitengewoon heerlijk. Volgens de oriëntatietafel staat het Belfort van Mons op 2,3 km naar het noorden. We dalen af en het wordt tijd om de inwendige mens te versterken in de buurt van het oude station van Hyon. De namiddagwandeling krijgt een heel ander uitzicht: rustig platteland met kleine dorpjes als Mesvin, Spiennes en Saint-Symphorien. Vooral het laatste kan ons bekoren. Smalle kerkwegels leiden ons eerst naar de kerk en dan naar het heel mooie met linden omzoomde dorpsplein, een driehoekige Dries met kaatsbaan. Ondertussen waren we even gestopt bij een gemengde militaire begraafplaats: de 227 Britten liggen wel netjes gescheiden van de 284 Duitsers. Het klassieke Britse Kruis van het Offer is er en een Obelisk herdenkt de Duitsers. We steken de N90 over en gaan verder op de kerkwegel 'Piedsente d'Obourg'. Piedsente, wat een prachtig woord voor een trage weg! We trekken door het herfstige Bois d'Havré: de plassen die we zien in het begin van het bos, zijn stille getuigen van de fosfaatwinning. Via het gehucht Le Riau komen we aan het Bois du Rapois. Het eerste deel is af en toe wat modderig. We lopen rond de verlaten en begroeide Terril de Beaulieu. Even verder verlaten we de GR 412 en volgen een mooie bosdreef recht naar Havré. In Café Bis-Trop genieten we na bij een stevige pint, er zijn veel lekkere streekbieren als Saint-Feuillien of Super des Fagnes, het moet niet altijd Orval zijn. Om kwart voor zes stipt rijdt de bus terug naar huis. Weer een schitterende dagtocht op het GR-palmares. De voorbereiding was prima en het gezelschap ook. Opnieuw geen foto's want een tocht leiden en foto's nemen gaat niet zo goed samen. Er waren wel nog andere fotografen, misschien....
Overal vind je tegenwoordig gele mosterdvelden in bloei. Zo ook vlak bij het Natuurpuntgebied De Scherpenberg. Gele mosterd heeft vooral twee bedoelingen: het is in de eerste plaats een groenbemester en ten tweede het speelt een belangrijke rol in de erosiebestrijding. Zeker in het Heuvelland. Stel je voor dat dit land op de helling er de hele winter bloot bij ligt en er komt weer een van de stortbuien, dan weet je dat er modderstromen van komen. Soms zijn er dan hele geulen uitgespoeld op de akkers. Met de gele mosterd is er niets dan winst: beperkte of geen erosie, een natuurlijke bemesting en het oogt mooi. Hier in het natuurgebied De Scherpenberg bloeit de gele mosterd op een heling die afdaalt naar een heel waardevol grasland met echte koekoeksbloem en bosbies. Er ligt daartussen nog een bufferstrook van grasland. We hebben enkele jaren geleden een geul gegraven om, indien nodig, nog zoveel mogelijk de modder op te vangen. Dat jaar was er in Westouter op een nacht, begin juli, meer dan 100 liter gevallen per m2. Geniet mee van het gebied, van de panorama's (de windturbines gevonden?) en van de gele mosterd. Abraham is hier geweest!
Toen ik gisterenmorgen richting Zwartemolen reed in Dranouter, was ik getroffen door de schoonheid van een veld pompoenen! De ontelbare pompoenen lagen er als rode ballonnen, het groene loof was verdwenen. Mooi, heel mooi, ongelooflijk mooi! Hele velden geld mosterd staan nu ook in bloei en facelia kleurt paars-blauw als lavendel. Landbouw op zijn best. Geniet mee!
Goed geslapen in onze mooie kamer: sober maar heel functioneel ingericht. En een zalige douche doet wonderen. We nemen het ontbijt samen met het gastgezin. We zitten voor veel zaken op dezelfde golflengte: gezonde voeding, zachte recreatie, trage wegen, kijk op de maatschappij. De babbel bij het ontbijt loopt uit en het is al half elf als we naar Opbrakel vertrekken voor Dagstapper 2 uit de gids: de lange tocht van 25 km. Een blik op de kaart vertelt dat we regelmatig de hoogtelijnen zullen dwarsen: klimwerk dus. We stappen door een rustige streek met een valleitje hier en een valleitje daar. Het eerste hootepunt is het Natuurpuntgebied het Burreken. Het staat wel niet in lentetooi maar het kan ons toch bekoren. Als we afdalen naar de N8, net voor Zegelsem, ontmoeten we een groepje stappers. Met mijn Oost-Vlaamse collega Geert erbij en een bendeke West-Vlamingen uit het Kortrijkse. Zegelsem komt wat te vroeg voor de middagpauze (na dat heerlijke, late ontbijt) en we laten de kasseien en de herberg In den Drijhaard voor wat ze zijn en stappen verder. We zijn op de Leberg, bekend uit de Ronde van Vlaanderen. De buurt van de Perlinkmolen is heel mooi en het grote schoepenrad is nog te zien. Een geplaveid pad brengt ons naar de Pottenberg. En vandaar gaat het naar Elst: hier gingen we eten in het Geutelingenhof. Maar een bordje 'Te Huur' was duidelijk. Dus hebben we wat verder buiten gepicknickt op een muurtje van een voortuintje. We stappen verder door naar de Boembekemolen op de Zwalm. We zitten hier op het snijpunt van drie gemeenten: links Horebeke, gem. Zwalm, rechtdoor Sint-Goriks-Oudenhove, gem. Zottegem en we zijn in de buurt van Michelbeke, gem. Brakel. In Brakel vermelden de straatnaambordjes niet meer de naam van het dorp: alles Brakel en alleen Brakel, foei Herman! Als gewezen eerste burger van het land had je het verschil tussen woonplaats (dorp of stad) en gemeente (bestuurlijke eenheid) beter moeten kennen! Als dorpsnamen geen erfgoed zijn, dan weet ik het niet meer.We hopen dan maar onze dorst te lessen in Café In De Zavelput maar ook hier geen soelaas. Hier pikken we in op de GR 122. We merken meteen het verschil: veel meer onverharde paadjes! Als we bij huisnummer 43 rechtsaf gaan herken ik me aan het laatste huis: hier zagen we op onze GR-tocht Munkzwalm-La Houppe van 12/12/1999 voor het laatst onze Marie-Louise. Ze was door de vele modder die dag ongezien achteropgeraakt. Bij het binnengaan van Nederbrakel die dag ontmoeten we Fiel Van Twembeke, de plaatselijke GR-schilder. We vertellen het hem dat we een dame kwijt geraakt zijn en geven hem de naam van het café voor de middagpauze. Bijna drie kwartier later komen Marie-Louise en Fiel triomfantelijk het café binnen. Volgens Marie-Luise was Fiel de enige échte man in het hele gezelschap. Toch waren wij opgelucht! Terug naar de buurt van Michelbeke. Al snel komen we uit op de Berendries, nog zo een bekende helling. Een prachtig pad leidt ons naar de weg Brakel-Zottegem in de omgeving vn het kasteel van Lilare. Wat verder slaan we links af op het Mijnwerkerkspad, een oude spoorwegbedding, nu een 'wandel- en fietspad'. Jammer genoeg in het midden een brede geasfalteerde strook: je moet helaas regelmatig uitwijken voor fietsers, meestal zonder bel! Waarom niet de geasfalteerde strook rechts leggen en de linkerhelft onverhard laten? Veel beter voor onze voeten! We komen uit in Nederbrakel. Een ommetje langs het park van Top Bronnen en de Toepkapel brengen ons naar de Tenbossestraat, de laatste helling van onze 'Ronde van Brakel'. De kerk van Opbrakel wenkt en het café, het schutterslokaal, is open! Het pintje smaakt voor twee.