In onze straat, Goeberg in Westouter, is het triestig gesteld met de lijsterbessen. Ze staan er al meer dan 30 jaar te verkommeren. Sommigen werden aangereden of beschadigd bij het maaien. En er zijn er al veel verdwenen. Het ware veel beter om ze allemaal te vervangen door platanen. Die kunnen goed tegen de uitlaatgassen van de auto's en de vrachtwagens. En hun afbladderende schors heeft in de duisternis een reflecterend effect onder de koplampen. Nu het klimaat toch opwarmt, kunnen we van onze Goeberg een straat maken uit de Provence. En er een Pastis opdrinken. Op de foto's toon ik de mooiste exemplaren uit respect voor de mindere goden.
Op 12 augustus schreef ik op mijn blog 'Dikkebusstraat in Loker verminkt voor altijd". Nu is ze nog verminkter!!! Ook de bomen aan de linkerkant van de weg moesten er aan geloven. En rechts betonnen oevertegels. En dan zegt de Vlaamse regering. Wat we zelf doen, doen we beter! Ze zouden daar op het kabinet van Openbare Werken in de grond moeten kruipen van schaamte!
11/11: 21ste Provinciale GR-wandeldag in Roesbrugge
Woensdag 11 november: de weergoden zouden ons gunstig zijn. Vanaf halftien kwamen de eerste stappers al toe in Roesbrugge. Tegen 10 uur waren we met z'n 75. Na een korte inleiding door tochtleider Luc M. en een even korte aankondiging van de GR-sponsortocht van Menen naar Gent voor Music for Life, net voorKerstmis, kwam de groep in beweging. We vertroken langs het jaagpad van de IJzer: met de GR 5A Zuid = GR IJzer naar Stavele. En meteen over het boogbruggetje over een Dode IJzerarm. We stelden vast dat het asfalt van de recent vernieuwde stukken jaagpad opnieuw aan het scheuren was. Eerst ontdekten we de kerk van Beveren-aan-de-IJzer en dan de witte Brouckmolen. Ondertussen zagen we inrichtingswerken om wateroverlast te voorkomen: de winterse plassen moeten ook een rustplaats worden voor trekkende watervogels. Aan de brug van Stavele verlieten we het GR-pad en sloegen rechtsaf naar de elegante kerk van Stavele voor een korte pauze op het gezellige dorpsplein. Langs rustige binnenwegen stapten we over de Westsluisbeek naar de buurt Waaienburg. Even de hoofdweg op om over de Proosdijbeek te geraken. Onderweg stond een akker facelia te bloeien, precies de lavendel van het noorden, toch wat het kleur betreft. Facelia is ook een groenbemester, net als de meer bekende gele mosterd. Tegen een uur kwamen we weer in Roesbrugge aan voor de picknick. We waren te gast in het Christen Volkshuis: wij zaten achteraan in de feestzaal, vooraan was er een feestmaal voor de oudstrijders, of was het de brandweer? In de namiddag stapten we het Dode IJzerpad, een provinciale luswandeling. Het eerste deel tot aan het bruggetje over de Heibeek is een deel van de GR IJzer. Het laatste deel vanaf Haringe is een onderdeel van de GR 5A Zuid. De weilanden lagen er verrassend droog bij , na de vele regen van de laatste week. We verlaten al vrij snel de oever van de IJzer en een streepje Sint-Omaarsstraat brengt ons naar de Zwijnebeek. Opnieuw de wei in: enkele schapen met een mooie ram houden de wacht. Het gras stond kort. We komen aan de brug over de IJzer. Daar ligt aan de rechter (Franse) kant een eendenjachtput op: de loerjacht vind ik zo een laffe manier van jagen. Ze zetten plactic lokeenden op het water en ze plaatsen levende vogels in kooien. Als er waterwild komt aangevlogen, gelokt door het geluid van of het zicht op, wordt het genadeloos afgeknald. Kan de mens nog stomper zijn? We stappen verder langs de IJzer en komen voorbij de samenvloeiing met de Heibeek. Hier steekt de GR IJzer het gammele bruggtje over en trekt zo Franrijk in. Wij verlaten de oever en een wat verder leidt een rechte kerkwegel ons naar Haringe. We ontdekken het standbeeld van Karel de Blauwer en stappen tot bij de Sint-Martinuskerk. De kerk bezit een befaamd Vanpeteghemorgel. Boven de kerkdeur valt het timpaan op: het tafereel van Sint-Maarten die zijn mantel in twee snijdt, past heel goed. We zijn niet voor niets het feest van Sint-Maarten. Tegen de gevel staat het graf van Pater Joris Declercq alias Djoos Utendoale: pastoor maar ook een begenadigd kunstenaar: dichter (de teksten van de eerste liedjes van Willem Vermandere waren van zijn hand) , schilder en muzikant-componist. Na jaren missionering in Burundi werd hij pastoor benoemd in Haringe en het dorp herleefde. Het verenigingsleven kende weer hoogdagen. Een mooie kerkwegel leidde ons links van de mooie B&B Sint-Maartenstuin naar de Heybrugstraat. Vrijwel meteen sloegen dan links in en trokken we langs de Kerkebeek en de Wijngaardstraat naar het centrum van Roesbrugge. We konden nog nakaarten bij pot en pint in dezelfde feestzaal. De weergoden hebben woord gehouden.
Twee abelen op de Sulferberg zorgen voor veel nakomelingen. En ze staan heel dicht bij de straat. Nu willen we daar, in het kader van de Dag van de Natuur, aan bosuitbreiding doen. En moesten die abelen plaats maken... November 2008 werd een 'bouwaanvraag' ingediend door Natuurpunt bij de Stad Poperinge voor het vellen van twee abelen en het bebossen van een deel van een perceel in het erkende natuurreservaat 'Bronnen van het Heuvelland'. Dat perceel op de Sulferberg ligt inderdaad op het grondgebied van Reningelst, dus Poperinge en niet Heuvelland. Er was een gunstig advies op 8 januari 2009 van het Departement Landbouw en Visserij en een op 30 januari van het Agentschap Natuur en Bos. Op 26 mei was er een gunstig advies van Agentschap Ruimtelijke Ordening. Op 15 juli kent het College van Burgemeester en Schepen van Poperinge de bouwvergunning toe. Na het betalen van 40 euro mag die afgehaald worden. De trein de traagheid... Woensdag 28 oktober was het zover. Om kwart over negen naar Poperinge om de formulieren voor aanvang en einde der werken af te geven in de Technische Dienst. Om half elf kwamen Klaas en Wim van de Natuurpuntploeg aan. Eerst wer de kleine abeel, maar toch al van een gewone grootte, geveld en in stukken gezaagd. Marc, de landbouwer met wie we het perceel geruild hebben, voerde het hout af. Dan kwam de kolos, een boom met vele bomen er op, aan de beurt. Dat was een ander paar mouwen. Eerst werden een paar zware zijtakken afgezaagd om te voorkomen dat de abeel aan de verkeerde kant in de diepte zou vallen. Dan begon het eigenlijke zaagwerk en werden enkele spieën ingestoken. Klaas hield de boom voortdurend in de gaten maar hij viel niet. De tractor van Marc werd ingeschakeld en die trok de boom met een groot gedruis omver. Dan begon de opkuis. Klaas klaarde dit huzarenstuk: de dikke stam werd in moten gezaagd zodat iets over vier de weg weer vrij was! Chapeau Klaas! Marc zal zich nog veel kunnen verwarmen: aan het weghalen van het hout, het splijten en ... bij de kachel!
Zondagnamiddag: Trage Wegenwandeling in Wijtschate
Toen Els en ik tegen kwart over twee toekwamen in Wijtschate, stond er al wat volk te wachten. Altijd een goed teken voor een flinke opkomst: meer dan 50 deelnemers. Het weer was goed: blauwe lucht met witte wolken, ideaal voor vergezichten. Stipt om half drie begon ik mijn inleiding over Trage Wegen, de Atlas der Buurtwegen en over het parcours van de dag met de twee problemen. De verbinding tussen Bossenstraat en Houthemstraat zoals die staat op het eerste plan van de gemeente Heuvelland (na de fusie) is niet dezelfde als degene die staat op de Atlas. Op de Atlas heb je eerst Voetweg 54 die tot aan het bos loopt en verder door naar de Rijselstraat. Aan het bos takt Voetweg 48 af: die is grotendeels verdwenen maar er ligt nog een aanzet. Die van het gemeenteplan is nu ook gedeeltelijk verdwenen. Beide voetwegen kwamen samen om dan over een 'beek zonder naam' te trekken tot aan de Houthemstraat. Voetweg 100 maakt de verbinding tussen Schoolstraat en Kruisstraat: een schitterende veldweg met uiticht op de hele omgeving van de Scherpenberg tot de Katsberg enerzijds en het Franse noorden anderzijds met ondermeer de skyline van Rijsel. Na circa 800 meter op het plateau daalt hij af, loopt door een hoevetje en daar ligt nu het probleem. Het 'doeningske' werd enkele jaren geleden verkocht en de nieuwe eigenaars hebben de toegang afgesneden met een elektrische poort. Ze hadden gerust een passage aan de buitenkant van de haag kunnen voorzien. Onderweg werd hier en daar halt gehouden om de situatie op het terrein toe te lichten. Toen we net aan de Houthemstraat kwamen, reed er een jeep op: jagers. Die ene vroeg waar die weg wel lag waar we gewandeld hadden. Ik heb hem mooi de kaart getoond. Hij wist niets af van Voetweg 48. Jammer voor hem. Langs de Krommestraat zagen we links een veld met facelia en rechts gele mosterd, groenbemesters en erosiebestrijders. Ook werd er aandacht gevraagd voor de dorpsnamen op de straatnaambordjes. Ook de voetwegen hebben een naam. Zo heet VW48 'Tinkeput wegelken', VW 54 'Busschendreef wegelken' en VW 100 'Leelik wegelken'. Beneden aan voetweg 100 liepen we dan rond de haag op de rand van de akker, allemaal netjes op een rij. We keerden terug en genoten nog van Buurtweg 25 met een prachtige rij knotbomen. Tegen 5 uur waren we terug op het dorpsplein van Wijtschate.
Zondag 25 oktober: Inwandeling Vijfhuizenwegel bij de Blankaart
Zondagmorgen kwamen een 90-tal genodigden samen in de loods van de ANB-hoeve op de grens tussen Merkem en Woumen voor de inwandeling van de Vijfhuizenwegel. De Vijfhuizen is een kleine buurt op de rand van de overstroombare IJzervallei nabij de Blankaart. In de jaren zeventig kregen de bewoners er het drinkwaterproductiecentrum als grote buur. Dit gehucht had een voetweg dat hen enerzijds naar Woumen, anderzijds richting Merkem bracht tot de wijk Luigem waar de Beukelaremolen prijkt. Het gedeelte richting Woumen maakt reeds vele jaren deel uit van de bekende Blankaartwandelroute. Het andere gedeelte raakte in onbruik en verdween zelfs gedeeltelijk onder de ploeg. De samenwerking tussen de gemeenten Houthulst (voor Merkem) en Dilsmuide (voor Woumen), het Agentschap voor Natuur en Bos, Natuurpunt, de Zuiderpolder, de VLM, het Regionaal Landschap IJzer en Polder en de lokale landbouwersfamile Roger en Geert Leeman resulteerde in een heringericht tracé van de Vijfhuizenwegel. Broekland, weiden en akkers, knotwilgen en fruitbomen, populierenrijen en houtkanten worden hierdoor een aantrekkelijk wandelgebied. Nieuw brugjes zorgen voor een vlotte overstap van beekjes en sloten. Achtereenvolgens voerden Lies Laridon, burgemeester Diksmuide, Geert Van Exem, schepen Houthulst, Guido Vandenbroucke, Natuurpunt en Brenda Bussche, directeur ANB het woord. Wim Packet van vzw De Boot was ceremoniemeester. Daarna werd een kort stukje wegel ingewandeld tot aan het eerste brugje: hier werd de wegel officieel 'opengekapt'. De receptie was een gezellige gelegenheid voor informele contacten. In de namiddag kwamen zo'n 500 mensen opdagen om kennis te maken met de nieuwe Vijfhuizenwegel. Een dikke proficiat voor al wie zich voor deze vernieuwde Vijfhuizenwegel heeft ingezet.
24 en 25 oktober: Dag van de Trage Weg Het deel van Voetweg 48 tussen de Schomminkelstraat en de Hellegatstraat in Westouter is weer open! Gisteren vrijdag (we wisten dat het op zaterdag ging regenen!) maaiden Geert Dujardin en ikzelf de bramen, de netels en de andere vegetatie aan de rand van de parking van het Woestenhof. De wegel loopt tot tegen het hekken van een weide. In het hekken is links onderaan een opening voorzien zodat je makkelijk door het hekken kunt kruipen want er is recht van doorgang. Aan de andere kant van de weide kruip je weer door het hekken en je bent in de Hellegatstraat, vlakbij het oude schoolgebouw. De wegel werd vroeger veel gebruikt door de kinderen van de Zwarteberg die naar de gemeentelijke jongensschool gingen. Het betekende immers een veel kortere en bovendien veel veiliger weg dan de drukke Bellestraat. Het andere deel, richting Bellestraat wordt nog steeds veel gebruikt, het werd daarom ook opgenomen in het Wandelnetwerk tussen knooppunten 15 en 7: het Pastoorwegelken of Bellewegel. Je kunt immers langs daar naar het Natuurpuntgebied De Broekelzen. Morgen stappen we in Wijtschate voor het behoud van voetwegen 54, 48 en 100!
Zondag 18 oktober: Op stap op de GR van de Terrils: GR 412
Zondag laatst stond de GR 412 tussen Flénu en Havré op het programma van GR West-Vlaanderen met onderweg de beklimming van de Terril du Dix-Sept en de Terril de l'Héribus. Het weer bleef droog , helemaal niet koud want vrij zonnig. We waren eerst te gast voor een koffie en een plas in het café Au Borègne waar we vorig jaar geeindigd waren. Een zevental 'individuelen' waren al snel op het pad. Daarna vertrokken 12 stappers met mij voor de lange tocht van 26 km en Luc Foulon die de tocht had voorbereid, nam de grote groep voor 21 km op sleeptouw. Flénu telde vroeger vijf terrils en al van 1765 was er sprake van steenkoolwinning. Al vroeg kwamen we aan de voet van de Terril du Dix-Sept of de Terril du Levant. De hele mijnsite is privé-bezit omdat de meeste Waalse mijnen nooit genationaliseerd werden. We maken een wijde boog beneden voor we de klim naar de top aanvatten. Het gaat er op het einde vrij steil aan toe. Maar de beloning is groot. Al is het in de verte nog wat nevelig, vooral de linkertop biedt een mooi uitzicht op de omgeving. Je ziet er ook nog rookontwikkeling: fumerolles. Je voelt de warmte uit de grond komen. We keren op onze stappen terug en moeten een ommetje maken om de site te verlaten. We stappen onder de R5, de ring rond Mons. We komen uit op het plein van Cuesmes met de reuze mijnlamp. We trekken verder op een smal pad tussen weilanden en komen aan de voet van de Héribus. Deze mijn is pas gesloten in 1963 en werd in 1968 ontmanteld. Boven op de terril is het uitzicht op Mons en omgeving buitengewoon heerlijk. Volgens de oriëntatietafel staat het Belfort van Mons op 2,3 km naar het noorden. We dalen af en het wordt tijd om de inwendige mens te versterken in de buurt van het oude station van Hyon. De namiddagwandeling krijgt een heel ander uitzicht: rustig platteland met kleine dorpjes als Mesvin, Spiennes en Saint-Symphorien. Vooral het laatste kan ons bekoren. Smalle kerkwegels leiden ons eerst naar de kerk en dan naar het heel mooie met linden omzoomde dorpsplein, een driehoekige Dries met kaatsbaan. Ondertussen waren we even gestopt bij een gemengde militaire begraafplaats: de 227 Britten liggen wel netjes gescheiden van de 284 Duitsers. Het klassieke Britse Kruis van het Offer is er en een Obelisk herdenkt de Duitsers. We steken de N90 over en gaan verder op de kerkwegel 'Piedsente d'Obourg'. Piedsente, wat een prachtig woord voor een trage weg! We trekken door het herfstige Bois d'Havré: de plassen die we zien in het begin van het bos, zijn stille getuigen van de fosfaatwinning. Via het gehucht Le Riau komen we aan het Bois du Rapois. Het eerste deel is af en toe wat modderig. We lopen rond de verlaten en begroeide Terril de Beaulieu. Even verder verlaten we de GR 412 en volgen een mooie bosdreef recht naar Havré. In Café Bis-Trop genieten we na bij een stevige pint, er zijn veel lekkere streekbieren als Saint-Feuillien of Super des Fagnes, het moet niet altijd Orval zijn. Om kwart voor zes stipt rijdt de bus terug naar huis. Weer een schitterende dagtocht op het GR-palmares. De voorbereiding was prima en het gezelschap ook. Opnieuw geen foto's want een tocht leiden en foto's nemen gaat niet zo goed samen. Er waren wel nog andere fotografen, misschien....
Overal vind je tegenwoordig gele mosterdvelden in bloei. Zo ook vlak bij het Natuurpuntgebied De Scherpenberg. Gele mosterd heeft vooral twee bedoelingen: het is in de eerste plaats een groenbemester en ten tweede het speelt een belangrijke rol in de erosiebestrijding. Zeker in het Heuvelland. Stel je voor dat dit land op de helling er de hele winter bloot bij ligt en er komt weer een van de stortbuien, dan weet je dat er modderstromen van komen. Soms zijn er dan hele geulen uitgespoeld op de akkers. Met de gele mosterd is er niets dan winst: beperkte of geen erosie, een natuurlijke bemesting en het oogt mooi. Hier in het natuurgebied De Scherpenberg bloeit de gele mosterd op een heling die afdaalt naar een heel waardevol grasland met echte koekoeksbloem en bosbies. Er ligt daartussen nog een bufferstrook van grasland. We hebben enkele jaren geleden een geul gegraven om, indien nodig, nog zoveel mogelijk de modder op te vangen. Dat jaar was er in Westouter op een nacht, begin juli, meer dan 100 liter gevallen per m2. Geniet mee van het gebied, van de panorama's (de windturbines gevonden?) en van de gele mosterd. Abraham is hier geweest!
Toen ik gisterenmorgen richting Zwartemolen reed in Dranouter, was ik getroffen door de schoonheid van een veld pompoenen! De ontelbare pompoenen lagen er als rode ballonnen, het groene loof was verdwenen. Mooi, heel mooi, ongelooflijk mooi! Hele velden geld mosterd staan nu ook in bloei en facelia kleurt paars-blauw als lavendel. Landbouw op zijn best. Geniet mee!
Goed geslapen in onze mooie kamer: sober maar heel functioneel ingericht. En een zalige douche doet wonderen. We nemen het ontbijt samen met het gastgezin. We zitten voor veel zaken op dezelfde golflengte: gezonde voeding, zachte recreatie, trage wegen, kijk op de maatschappij. De babbel bij het ontbijt loopt uit en het is al half elf als we naar Opbrakel vertrekken voor Dagstapper 2 uit de gids: de lange tocht van 25 km. Een blik op de kaart vertelt dat we regelmatig de hoogtelijnen zullen dwarsen: klimwerk dus. We stappen door een rustige streek met een valleitje hier en een valleitje daar. Het eerste hootepunt is het Natuurpuntgebied het Burreken. Het staat wel niet in lentetooi maar het kan ons toch bekoren. Als we afdalen naar de N8, net voor Zegelsem, ontmoeten we een groepje stappers. Met mijn Oost-Vlaamse collega Geert erbij en een bendeke West-Vlamingen uit het Kortrijkse. Zegelsem komt wat te vroeg voor de middagpauze (na dat heerlijke, late ontbijt) en we laten de kasseien en de herberg In den Drijhaard voor wat ze zijn en stappen verder. We zijn op de Leberg, bekend uit de Ronde van Vlaanderen. De buurt van de Perlinkmolen is heel mooi en het grote schoepenrad is nog te zien. Een geplaveid pad brengt ons naar de Pottenberg. En vandaar gaat het naar Elst: hier gingen we eten in het Geutelingenhof. Maar een bordje 'Te Huur' was duidelijk. Dus hebben we wat verder buiten gepicknickt op een muurtje van een voortuintje. We stappen verder door naar de Boembekemolen op de Zwalm. We zitten hier op het snijpunt van drie gemeenten: links Horebeke, gem. Zwalm, rechtdoor Sint-Goriks-Oudenhove, gem. Zottegem en we zijn in de buurt van Michelbeke, gem. Brakel. In Brakel vermelden de straatnaambordjes niet meer de naam van het dorp: alles Brakel en alleen Brakel, foei Herman! Als gewezen eerste burger van het land had je het verschil tussen woonplaats (dorp of stad) en gemeente (bestuurlijke eenheid) beter moeten kennen! Als dorpsnamen geen erfgoed zijn, dan weet ik het niet meer.We hopen dan maar onze dorst te lessen in Café In De Zavelput maar ook hier geen soelaas. Hier pikken we in op de GR 122. We merken meteen het verschil: veel meer onverharde paadjes! Als we bij huisnummer 43 rechtsaf gaan herken ik me aan het laatste huis: hier zagen we op onze GR-tocht Munkzwalm-La Houppe van 12/12/1999 voor het laatst onze Marie-Louise. Ze was door de vele modder die dag ongezien achteropgeraakt. Bij het binnengaan van Nederbrakel die dag ontmoeten we Fiel Van Twembeke, de plaatselijke GR-schilder. We vertellen het hem dat we een dame kwijt geraakt zijn en geven hem de naam van het café voor de middagpauze. Bijna drie kwartier later komen Marie-Louise en Fiel triomfantelijk het café binnen. Volgens Marie-Luise was Fiel de enige échte man in het hele gezelschap. Toch waren wij opgelucht! Terug naar de buurt van Michelbeke. Al snel komen we uit op de Berendries, nog zo een bekende helling. Een prachtig pad leidt ons naar de weg Brakel-Zottegem in de omgeving vn het kasteel van Lilare. Wat verder slaan we links af op het Mijnwerkerkspad, een oude spoorwegbedding, nu een 'wandel- en fietspad'. Jammer genoeg in het midden een brede geasfalteerde strook: je moet helaas regelmatig uitwijken voor fietsers, meestal zonder bel! Waarom niet de geasfalteerde strook rechts leggen en de linkerhelft onverhard laten? Veel beter voor onze voeten! We komen uit in Nederbrakel. Een ommetje langs het park van Top Bronnen en de Toepkapel brengen ons naar de Tenbossestraat, de laatste helling van onze 'Ronde van Brakel'. De kerk van Opbrakel wenkt en het café, het schutterslokaal, is open! Het pintje smaakt voor twee.
We hadden wat te vieren en trokken er voor het weekend op uit. Nederzwalm was onze bestemming. We hadden Dagstapper 5 uit de Oost-Vlaamse gids gekozen. We zoeken de Ter Biestmolen op en pikken daar in op de luswandeling. Hier zijn het geen windmolens maar watermolens op de Zwalmbeek. De Ter Biest molen is de laatste op de Zwalm voor die uitmondt in de Schelde.Hij bestond al in 1063 en was afhankelijk van de abdij van Ename. Het molenhuis is nu een restaurant. We komen aan een oude Schelde-arm ter hoogte van de Kaaihoeve, een natuureducatief centrum. Een smal pad tussen weilanden brengt ons naar Dikkelvenne. We maken een lus rond het kasteelpark en stappen op de vele betonnen ruilverkavelingsbaantjes. Aan de kapel van Beerlegem slaan we links af en komen uit op de kasseien van Dikkele. In dit dorp is de tijd precies stil blijven staan: het ademt een en al rust uit. We zijn onverwachts welkom in Poezenelle: normaal is het enkel nog open op zondag maar er was een groep aan het eten en de deur was niet op slot. We werden vriendelijk bediend: waterkerssoep bij de boterhammetjes en dan een Zwalmse Tripel. Welgezind gaan we weer op stap. We steken de Hundelgemsesteenweg over en wat verder dalen we de Rekegemstraat af naar de Zwalmmolen. Dit is de bekendste van de watermolens. Hij is meer dan 1000 jaar oud. Het provinciebestuur is bezig met de molen te restaureren. In het stijlvolle cafetaria genoten we van de pannekoek met ijs. We liepen nu op een smal pad langs de Zwalm tot in Munkzwalm het centrum van de gemeente Zwalm die uit 12 dorpen bestaat. Een nodelloos ommetje langs het station van Munkzwalm (is wel interessant voor wie met openbaar vervoer komt) bracht ons weer tot bij de Zwalm. Nu volgde het mooiste stuk van de wandeling langs de Zwalm met Klein Zwitserland, Stampkotmolen en zo tot aan de Ter Biestmolen: kring gesloten. We overnachtten in B&B De Notelaar (www.de-notelaar.be) waar we heel vriendelijk werden ontvangen door Bart en Els en de kinderen Flor en Jasper. Met een arrangement van onze B&B gingen we tafelen in het gezellige restaurant van de Ter Biestmolen. Leuk dat we er voet naar toe konden. Spijs en drank, het was allemaal heel lekker en de bediening was vlot. Nog even nababbelen met onze gastheer en- vrouw en 'moe maar voldaan' gingen we slapen. Ook dit keer geen foto's: toestel is thuis vergeten, net als de jas van Els. Gelukkig heeft het niet geregend. Maar morgen???
Donderdagmorgen, er vallen wat spatjes regen op de voorruit als ik naar Wijtschate rijd. Daar stap ik over in de wagen van Michel en Rita. Carpoolen in tof gezelschap is leuk en ecologisch. Als we in Ellezelles toekomen, is het weer al een tijdje opgeklaard en staan er al enkele stappers te wachten. Tochtleider Dani vinkt aan op zijn lijstje als hij de deelnemers ziet toekomen: een stuk in de veertig!. Twee minuten over tien licht hij even de luswandeling toe en weg zijn we met wit-rood van GR 123. Meteen verlaten we de hoofdweg naar Ronse en zijn we al 'te velde'. Rijen knotbomen (wilg, maar ook haagbeuk en eik) duiden hier de perceelsgrenzen aan en leveren hout om te stoken. Rechts het valleitje van de ruisseau du Tordoir. We slaan rechtsaf en stappen door een bosje. We stappen over van GR 123 naar GR129, steken de weg naar Ronse over ter hoogte van de Moulin du Cat Sauvage. Hij maalt nog voor een nabijgelegen bakkerij. Een oude spoorwegbedding leidt ons naar de N519. Tijd voor een kennismaking met La Grange en le Jardin des plantes: zeker een plek om terug te keren. We zoeken weer de spoorwegbedding op en dalen dan af naar de Brasserie Ellezelloise. Het weer is ons gunstig en we kunnen buiten picknicken op het terras. Voor mij een Quintine blonde! Vooral die tweede smaakt. We genieten van dit Waalse platteland en trekken noordwaarts. Van Queneau naar La Houppe of D'Hoppe: we zijn op de taalgrens. Het Brakelbos lonkt al maar we volgen de rechterkant van het bos. Hier en daar liggen er al tamme kastanjes en walnoten. We lopen rond de Mont de Rhodes.. We ontmoeten de GR 5A Zuid en de GR 122 en volgen nog een streepje geel-rood van de StreekGR Vlaamse Ardennen. Je moet het maar doen: 5 op een rij! We laten Ste-Anne links liggen en steken de Chaussée Brunehaut over. De GR 123 leidt ons veilig terug naar Ellezelles: de heksen die op de loer staan, hebben geen schijn van kans. We wippen nog even binnen in het Maison du Parc waar een mevrouw ons heel vriendelijk ontvangt. Vandaar naar het plaatselijke café op de markt. Ook hier smaakt de Quintine blonde. En ik heb een chauffeur! Een heel mooie wandeling, zalig wandelweer en de compagnie, meer moet dat niet zijn. Merci Dani! Er zijn geen foto's: mijn toestel is thuis blijven liggen.
13 september 09: Creuse - Picquigny op de GR 123 (F)
Zondagmorgen vroeg uit de veren want we gaan stappenin de buurt van Amiens. De bus zit praktisch vol, jammer een echtpaar ontbreekt op de afspraak. De busreis verloopt heel vlot, net als de koffiepauze in en wegrestaurant , kort voor Amiens. Dan nog voor een 20-tal km de bus tot in Creuse. De individuelen kiezen meteen het hazenpad. De groep voor de korte tocht van 22 km is groter dan de groep van 26 km. Bertje heeft er zijn handen mee vol! Johan leidt de lange tocht en ik sluit af. We klimmen uit het dorp en slaan links het Forêt Domaniale de Creuse in. Prachtige veldwegen leiden ons voorbij de N29 Amiens-Rouen, naar Clairy-Saulchoix. We lopen een tijdje op asfalt maar het landschap is wijds. En plots begint het wat te miezeren. Wie had gedacht? En wie zijn/haar jas meeheeft, trekt die aan. Gelukkig duur het niet lang. Ondertussen lieten we Guignemicourt rechts liggen. Een rustige veldweg brengt ons naar Ferrières en daarna trekken we het mooie Forêt d'Ailly in. Weer in open veld verlaten we het GR-pad om te gaan picknicken in Saveuse. We worden er uitertst hartelijk ontvangen door gastvrouw Catherine en haar man in de vakantiehoeve Les Kintrabell (de naam verwijst naar iets met paarden). Als wij toekomen is de groep van de korte tocht daar ook nog. Een adres om te onthouden. We keren terug naar het Gr-pad en trekken verder in een licht golvend landschap. In de buurt van Amiens is er een thermische centrale, vandaar de hoogspanningsleidingen in verschillende richtingen. Geef mij maar windturbines, dat vind ik veel eleganter, vooral als ze draaien. We lopen links van de vallei van de Somme maar de rivier zelf krijgen we niet te zien. We laten Ailly-sur-Somme en Breilly voor wat ze zijn en maken een grote bocht naar Picquigny. Ondertussen passeren we een stoppelveld met ongelooflijk veel bloemen in de akkerrand. Nog een mooie heg en we dalen af naar Picquigny. Een ommetje langs het kasteel is meer dan de moeite waard. Trap afdalen, brug over en we komen uit bij Café Le Terminus bij het stationnetje. Hier zijn we ook weer welkom want ze houden het café speciaal voor ons open. Op het terras kaarten we na over de tocht en genieten we van een pression. Kijk ook naar de site van José Millecam voor zijn fotoreportage.
Volgend jaar komt er bij Lannoo een nieuwe Dagstappergids uit "Frans-Vlaanderen" met 15 schitterende wandellussen. Vooral de GR 128 Wissant-Kemmel en de GR du Littoral tussen Bray-Dunes en Boulogne zullen telkens de ruggegraat vormen. Gisteren heb ik die van de Catsberg afgewandeld en 'ingesproken'. Nu moet ik de tekst uitschrijven. Het wordt een vijfbergentocht: 2x de Catsberg, de Boeschepeberg, de Kokereleberg en de Zwarteberg. Afstand: 27,3 km maar kan voor wie dat wenst, ingekort worden tot 20 kmIk heb zelfs een nieuw leuk paadje ontdekt op de flanken en heb mijn tracé meteen aangepast. Start is aan de plaats van waar mijn blogfoto genomen is. De mast boven op de berg is zelf 200 m hoog. Dat is meer dan de hoogte van de Casselberg boven zee. Ongelooflijk. Met minder dan 4 x die hoogte kom je aan het hoogste punt van ons land!Crazy! De foto is van José Millecam.
Wie nog meer foto's wil zien van de GR-donderdagtocht in Béclers surft naar de site van José Millecam 'k lere were te voete lopen of naar "Freddy's Wandelhoekje" van Freddy Lesage. Doen!
Dit jaar zijn druiven goed gelukt. Misschien wel te goed want ik vraag of zoveel trossen de wijnstok niet teveel uitputten. Ze genieten nu nog van de zon en straks zal ik van mijn druiven smullen.
De gemeente Doornik telt meer dan 20 deelgemeenten waaronder Béclers, vroeger nog nooit van gehoord. Maar het ligt vlak over de bekende cementfabriek van Gaurain-Ramecroix. Een dertigtal GR-wandelaars verzamelen zich op het kerkpleintje. En hopen dat het droog zal blijven. Tochtleider Dani vertelt over de wandeling en ... we zijn al snel in open landschap. En al even snel dreigen de grijze wolken en vallen de eerste druppels. Een kleine uitwijk tot bij het Kruis en dan gaat het richting Haut Hameau. Tegen een gevel trek ik snel mijn regenbroek aan want het begint serieus te regenen. Het zijn dikke druppels en het zijn er veel. De vlaag gaat over voor we in Thimougies aankomen. Onder een blauw dekzeil ligt de romp van de oude molen: wellicht wordt hij gerestaureerd. We kiezen richting Montroeul-au-Bois dat we bereiken via een tegelpad tussen twee stukken 'Chemin Forestier'. De kerk ligt er prachtig tegen de beboste helling. Er wordt gepicknickt buiten, in het huis van de Vader of in de sofa boven het parochiezaaltje La Cure. Het toilet wordt er druk bezocht. Na de middagpauze starten we een beetje ontredderd: waar is Gerard gebleven? Wie heeft hem waar gezien voor het laatst? Een prachtige kerkwegel leidt ons weg van de kerk, omhoog. We zoeken een grote zendmast op: schitterend uitzicht op Maulde. We dalen af tot bij een boerderij en trekken rechtdoor de maïs in. De kerkwegel loopt inderdaad door maïs en bieten en lijkt nog vrij veel gebruikt. Van Maulde gaat het naar het Château-ferme de Maulde en dan via het brongebied van de Rieu de la Motte naar de rand van het Kasteeldomein van Froidmanteau. En weer naar boven naar de zendmast! We dalen nu een mooie holle weg af en bemerken de toren van Béclers al in de verte. De perenpluk is al begonnen en langs een mooie grasweg komen we weer het dorp in. Dani en José A. keren met de auto terug naar Montroeul-au-Bois op zoek naar Gerard. Ze zijn net weg of de Verloren Zoon duikt op: eind goed al goed.. En het pintje smaakt in La Rotonde.
Rare foto van Dranouter met een toren van Belle. Van waar zou die genomen zijn? M.a.w. welke is de straat op de voorgrond? Laat het maar weten. De foto's zijn van dezelfde fotografen als die van Dag 1.