4 december 2014: GR-Donderdagtocht Bollezeele: GR 130
Laatste donderdagtocht van 2014: het is mistig, koud maar droog. Vanaf half tien verzamelen 40 GR-stappers aan de kerk van Bollezeele. De meesten drinken nog een koffie in Café-Rando du Centre vlakbij. Stipt 10 uur licht ik de tocht van vandaag toe en weg zijn we. Via een ommetje langs het kerkhof komen we opnieuw op de D226 naar Bollezeele maar dalen de eerste straat rechts af. Beneden aan 't Swynland volgen we een mooie veldweg naar links: we stappen op de GR IJzer. Aan het volgende kruispunt asfalt naar boven naar het centrum van Merckeghem. Jammer dat we aan de oriëntatietafel niet kunnen genieten van het mooie uitzicht: we spreken onze verbeelding aan! We stappen voorbij de kerk van Merckeghem en dalen naar het Sanderstaes Veld. Heel even op D 246. Veldwegen leiden ons naar de Yser Houck: de IJzer loopt hier op 300 m. Een haakse bocht, kort voor de D928, en we stappen Volckerinckhove binnen: een Village Patrimoine. Het huis van de vereniging Yser Houck (met het Office de Tourisme) dateert uit 1682 en werd daar heropgebouwd in 2003. De Rosmolen is gebouwd in 2009-10. De Sint-Volkwinkerke is een hallenkerk, groots voor het kleine dorp. We zijn welkom bij Lucie in Herberge In d' Hope voor de picknick. Er is een ruime zaal, het ,is er warm en de bediening heel vlot.
Na de middag trekken we naar het Braem Veld: een schitterend hoekje. Op korte afstand van 51 m naar 26 en terug naar 44. We dalen een rustige veldweg af naar de kapel van Sinte Mildreda of Sinte Mulders. Meneer Delafosse, een vrijwilliger (65+) van Yser Houck komt speciaal voor ons de kapel openhouden en geeft wat toelichting. In de kapel hangen 6 grote schilderijen van de jonge Duinkerkse schilder Pieters (toen 22 jaar) uit 1780 die het leven vertellen van Mildreda: onderaan staat telkens een tekst in het Vlaemsch: op schilderij 1 "Mildreda wiert gewesen van haere moeder, suster ende broeder naer de abdie Selle in Vrankerick tonen haer het schep". Na het bezoek aan de kapel stappen we rond de Galgeberg ( met grotendeels privé-bos). We laten Millam links liggen en stappen in de richting van de Ronsberg die recent werd beplant. We houden dezelfde richting aan langs het Cappelle Veld, lopen rond het Pantgat en een prachtige veldweg klimt voorbij de Noord Bunder naar de D1. Na 200 m slaan we rechts af en vinden een veldweg die ons terugbrengt naar het centrum van Bollezeele. We zijn goed op tijd terug voor de het begint te duisteren. We praten na bij een picon, een pression of een koffie in het gezellige Café du Centre.ember
De foto's zijn van tijdens de voorbereiding op 4 november.
56 GR-stappers en stapsters waren op de afspraak voor de laatste dagtocht op de GR 12: van Fagnolle naar Oignies-en-Thiérache. 8 km verder ligt de Franse grens. Het GR-pad loopt door richting Charleville-Mézières maar dat is te ver voor een gewone dagtocht. Het mooie weer is ook op de afspraak: we wandelen de hele dag in fleece.We starten in Fagnolle, het dorp is zijn titel van 'Un des plus beaux Villages de Wallonie' niet waard. We komen voorbij de kerk en meteen een pittig klimmetje tot op het GR-pad. Wat verder komen we boven op het plateau en genieten van een heerlijk uitzicht. We dalen af door een bos, komen voorbij het Geofysisch Centrum en steken in Dourbes de N939 over. Het pittoreske kerkje van Dourbes staat helemaal aan de rand van het dorp. Kort daarna staan we aan de Haute Roche: boven op de rotsen ontdek je de ruïnes van een middeleeuws burcht die in 1554 door de Fransen werd verwoest. Vlakbij stroomt de Viroin, geboren uit de Eau Noire en de Eau Blanche. We verlaten de GR 12 en volgen de bordjes van het plaatselijke wandelnet, steken de Viroin over. Het pad klimt vrij behoorlijk en vrij lang in het Réserve Naturelle de Dourbes op de Revers des Godias. Daarna blijven we nog geruime tijd op de kam. We maken een bocht van 180° en dalen af naar de spoorlijn van de CFV3V, de Chemin de Fer à Vapeur des Trois Vallées: in het zomerseizoen rijdt hier een toeristische stoomtrein. We stappen nu beneden aan de rand van de heuvel, komen voorbij een steengroeve en merken de toren op van Olloy-sur-Viroin.. Tijd voor de picknick op het zonneterras van Café Chez Raoul in Olloy.
Na de middag maken die van de lange tocht een extra lus van 6 km naar Vierves-sur-Viroin. We vertrekken met de blauweruit van het plaatselijke wandelnet en aan de brug over de Viroin in Vierves pikken ze de wit-rode GR 125 op en komen langs de Viroin terug naar Olloy. Die van de korte tocht starten meteen met de GR 12. We verlaten Olloy in de rue des Carrières. In het bos lagen er steengroeves van leisteen en waren er ook ondergrondse mijnen van leisteen. We komen voorbij les Etangs du Grenadier. Ondertussen zijn we in het smalle valleitje van de Nouée eland. Er zijn maar weinig bladeren maar aan de bomen zodat de zon binnen kan. De Nouée speelt af en toe verstoppertje. Soms is er wat klim- of daalwerk. Sommigen klimmen liever want een steile helling afdalen gaat niet voor iedereen even vlot. Maar we helpen elkaar. Het GR-pad speelt haasje-over in het bos met een Ravel. Aan Marifontaine verlaten we het smalle valleitje van de Nouée en klimmen naar het plateau van Oignies-en-Thiérache. Het dorp ligt in een open cirkel met 2 km diameter en is volledig omgeven door bos. We verlaten de GR 12 aan de rand van het bos en zwenken in een boog naar het Café van Camping K D' Or waar we welkom zijn voor een pintje en een babbel. De SuperdesFagnes van het vat laat zich smaken.
11 november 2014: Tweede GR-luswandeling Ten Vrede Diksmuide
Al vanaf 9.20 u kwamen de eerste GR-wandelaars toe op een koude markt in Diksmuide. De groep groeide gestaag en om 10.05 u, na een korte inleiding, trok tochtleider Piet Hardeman de bonte bende van 97 stappers op gang. Door werken rond de Sinbt-Niklaaskerk, stapten we zowaar door de kerk langs een tijdelijke tentoonstelling 'Diksmuide kerkschatten en de Groote oorlog'. Vandaar ging het naar de Vismarkt en we daalden de trappen af naar de oever van de Handzamevaart. Brug over en zo de Beerstblotestraat in. Voorbij de verlaten gebouwen van Westoria kwamen we aan de samenvloeiing van de Handzamevaart en de IJzer. Aan de overkant zagen we de IJzertoren en het Calvariekruis bij twee populieren. We volgen de rechteroever van de IJzer. Aan huis nr 8 hangt een gedenkplaat voor Kolonel Rademakers en 153 dapperen die hier sneuvelden omdat ze stand hielden tot half mei 1915. Aan de Warmoesstraat (vroeger gebruikte men de grote bladeren van warmoes om er de Diksmuidse boter in te bewaren) stapten we rechtdoor tot aan de Tervatebrug. Kort voor de huidige, derde brug lag in 1914 de brug over de IJzer: aan de overkant Naamsteen Tervatebrug. Die draaibrug werd op 19 oktober 1914 door de Belgische genie opgeblazen. Een tweede brug lag lange tijd 650 m verder meer werd begin deze eeuw afgebroken wegens betonrot. We gingen nog een kijkje nemen bij het Monument voor het 2de Bataljon Grenadiers. We stapten nu door tot in Stuivekenskerke voor de middagpauze. We waren welkom in Café De Vicogne maar het café was te klein, gelukkig konden velen genieten van de zon buiten.
Na de middag stapten we voorbij de Kasteelhoeve Viconia, nu hotel, en trokken meteen het ANB-Natuurgeboied De Viconiakleiputten in. Waar vroeger klei werd gewonnen voor bakstenen, liggen nu prachtige plassen met mooie rietkragen: een waar paradijs voor watervogels. Recent werd het pad verlengd tot bijna tegen Oud-Stuivekenskerke: ideaal voor wandelaars. Oud-Stuivekenskerke of O-L.-Vrouwhoekje is een piepklein maar uiterst boeiend vlekje: kapel OLVrouw van de zege, uitkijktoren op de het overblijfsel van de vroegere kerk, gedenkzuilen, demarcatiepaal... We stapten nu langs de Reigersvliet op een rustig pad door de wijde wereld naar de oever van de IJzer. Eerst ontdekten we de gloednieuwe site van de Petroleumtanks (geslaagde visualisering) en stapten dan verder naar de Dodengang: zo werd de loopgraaf aan kilometerpaal 16 herdoopt. Wat verder sloegen we rechts af op het Stiltepad (beton hoefde voor mij nu echt niet), kwamen aan de ruïnes van een hoeve voorbij en zo bereikten we de Frontzate of de berm van de spoorlijn Nieuwpoort-Diksmuide: het is het gebied tussen de IJzer en deze berm dat onder water werd gezet. Het water kwam niet langs de IJzer binnen maar wel langs de Noordwatering. We stapten op de Frontzate tot bij de IJzertoren: de laatste halte van deze herinneringstocht. Daarna ging het richting de markt of een cafeetje....
De foto's zijn grotendeels van Gerard Druwé waarvoor GRote dank. Ze zijn aangevuld met foto's van de voorbereiding..
Zondag 19 oktober 2014: GR-Bustocht Ardenelle-Gentinnes-Lasne: GR 126
Welgezind stapten 45 GR-stappers uit de bus voor de koffie in Sombreffe. Het beloofde schitterend wandelweer te worden. Die van de lange tocht werden met Johan doorgevoerd naar het piepkleine Ardenelle en die van de korte tocht naar Gentinnes. Wij startten aan het Kongolo Memorial dat de missionarissen herdenkt die vermoord werden bij de onafhankelijkheid van Kongo. In de laatste kolom de namen van 2 broers Pauwelijn, Witte Pater, uit Harelbeke en Zusters van Maria uit Ingelmunster. Mijn oom Pastoor is nog directeur geweest van de Zusters van Maria en zijn huishoudster heette Marie-Thérèse Pauwelijn, zus van. Een mooie veldweg leidde ons naar een bomenrij in open landschap in de buurt van Mellery, dat wegens een stort (gesloten in 1989) regelmatig het nationale nieuws haalde. Dan volgde een reeks bossen en het pad golfde op en neer. De eerste herfstkleuren waren er al. We maakten een scherpe bocht in het Bois de l'Ermitage en klommen naar de indrukwekkende ruïnes van de Cisterciënzer Abdij van Villers-la-Ville: sinds 1972 erkend als monument. De abdij werd geheel of gedeeltelijk verwoest door de Geuzen, de Oostenrijkers en de Franse Revolutionairen. In 1795 verlieten de Paters definitief de site. Het was er druk want Feest van Sint-Hubert en zegening van paarden, ezels en honden. We klommen nu door het Bois d' Hé en vonden de Kapel van Tri-au-Chêne tussen de bieten. Nog een afdaling door het Bois de la Tassenière en kwamen tussen de huizen van Bousval: tijd voor de picknick.
Na de middag stapten we onder de N25 en in open veld trokken we richting Sclage. We stapten dan lange tijd aan de rand van het Bois de Sart des Dames en bereikten de weg naar Céroux. Wat volgde was een prachtige afwisseling van bos en open veld, van dalen en klimmen. Naarmate we Lasne naderden werden de huizen groter en mooier (?), in ieder geval duurder. Een eind voorbij Couture St-Germain verlieten we de GR 126 en trokken naar het centrum van Lasne voor de 'nabespreking' in La Tartine. We waren nog niet bediend of de regen viel bij bakken uit de hemel. Van timing gesproken.
Met dank aan Johan Van Malderen voor de perfecte voorbereiding. De afwezigen hadden weer eens ongelijk!
We verzamelen op de parking van het Badhuis, het Zwembad van Menen aan het einde van de Sluizenkaai langs de Oude Leie. Klokslag 10 uur licht tochtleider Bernard Goos de wandeling toe. We vertrekken op de GR 5A Zuid langs het jaagpad en komen voorbij het Jukebox Museum, het schrootbedrijf Galloo, twee windturbines van 145 m, de nieuwe sluizen. We verlaten het jaagpad ter hoogte van een klein bosje dat, raar maar waar, op Frankrijk ligt. (op de stafkaart staat het niet ingekleurd!). We stekend e weg van Laag Vlaanderen over en maken een wijde boog rond Betlehem en Koekuit. We steken de weg naar Ieper over en zoeken de Kommerehoek. We genieten van een stuk puur natuur, langs de Geluwebeek. Eerst bijzonder rustig, later dichter bij de bewoning. In de wijk Ons Dorp vinden we het voetbalveld van Sporting Menen waar we welkom zijn voor de picknick in de kantine
Na de middagpauze stappen we door het Serge Bertenpark en via een residentiële wijk (waar het veilig wonen is) komen we bij de Vestingen van Menen. Ze werden gebouwd door Vauban, verbouwd door de Nederlanders in 1817-1830 en ontmanteld vanaf 1857. Wat overgebleven is, kun je zien in Park Ter Walle. Vandaar naar het Brouwerspark en zo naar het centrum van Menen met Stadhuis en Belfort. Het Bois de Boulogne loodst ons naar de Blekerijvesting ( nog van die 'wallen') en zo naar de Oude Sluizen. We steken de Oude Leie over en trekken het bos in op het Franse eilandje dat ontstaan is door de rechttrekking van de Leie. We stappen onder de brug in de Rijselstraat en ontdekken de Barakken. Bij de kerk was er vroeger zelfs een wielerbaan.. We steken de Moeskroenstraat over en stappen opnieuw Frankrijk binnen: Halluin. We verkennen er steegjes en een mooi beluik: cité, cour en ruelle. De kerk van Halewijn oogt vrij indrukwekkend. We mijden de drukke winkelstraat maar steken de brug in de Rijselstraat nu over en via 't Schippershof komen we weer aan Het Badhuis: de kring is gesloten.
Met dank aan Bernard die tekende voor een verrassend boeiende Ronde van het Vestingstadje Menen, in de volksmond "Meende".
De bus vertrok om 8.00 uit Kortrijk richting Lens, voorbij de tweelingterrils van Loos-en-Gohelle en Houdain naar het café-restaurant Les Quatre Vents aan de N41. Hier eindigde de etappe vorig jaar. Na de koffie trokken de langetochters meteen te voet weg, richting de imposante kasteelhoeve Antigneul. Die van de korte tocht reden eerst nog 4 km met de bus naar Diéval. het regende toen we van de bus stapten. Gelukkig was de bui van korte duur en konden we vrij snel in fleece stappen. Een lange veldweg leidde ons langs een aanplant met een staalkaart van de bessen in de herfst en wat verder langs het Bois de la Lihue. Overal jagers in fluojasjes op de velden. Een haakse bocht naar links en we genoten van een schitterend uitzicht op de cuesta aan de overkant van de vallei. Een prachtige afdaling (maar het was opletten geblazen want de plankjes van de treden waren spekglad) leidde ons naar Bours. Een ommetje naar de donjon en de kerk was zeker de moeite waard. Een nieuwe veldweg liep eerst links van de spoorlijn, dan rechts. Uiteindelijk kwamen we la Ferté. Een klimmende veldweg bracht ons in Pernes waar de middagpauze voorzien was in een café op de markt. Het was goed zitten in de zon op het terras.
We verlieten Pernes langs een smal wegeltje en kozen dan een mooie klimmende veldweg die opklom in het Bois Brûlé. Van daar naar het Bois de la Ville en zo naar Aumerval waar de tijd leek stil te staan. We verlieten ook dit dorp langs een smal pad taan de rand van de akker en we kregen zicht op Bailleul-lès-Pernes, nog zo een piepklein dorpje. We stapten opnieuw tussen de ruime velden om uit te komen in Amettes waar het geboortehuis staat van St Benoit Labre ( 1748-1783). Hij kon het trappistenleven niet aan en werd pelgrim met de belofte van armoede en versterving. Na 30.000 km omzwerving (jammer voor hem dat er toen nog geen GR-paden waren) verbleef hij in Rome en stierf er op 35jarige leeftijd. We lopen nu 20 m boven de vallei van de Nave die we van dicht bij zien in Nédon. Voorbij het schamele kerkje zoeken we de veldweg op naar Nédonchel, het eindpunt van deze tocht. Tijd voor een pint en/of een picon in Le Loudan.
Het was weer eens een uiterst geslaagde tocht, met dank aan de voorbereiding door Dani die de lange tocht voor zijn rekening naù.
4 september 2014: GR-Donderdagtocht Steenwerck: GR 121B
De GR-stappers verzamelden op de Markt van Steenwerck waar het café-rando Le Damier open was. Klokslag 10 u gaf tochtleider Jaak Perneel zijn inleiding en weg waren we... met de wit-rode tekens van de GR 121B. Een eerste van de vele kapelletjes was voor Notre Dame de Confiance (1818). Wat later staken het riviertje La Serpentine of la GRande Becque over op de Pont Lothé. Voorbij La Croix du Bac, een gehucht aan de D122, zoeken we de Leie op. We stappen op groene wegen stroomopwaarts en in Bac Saint-Maur schakelen we over van de 59 naar de 62! Met de Chemin Champêtre komen we aan bij het vroegere station, nu een restaurant. Reconversie kennen ze hier: oude rangeersporen worden vogelbroedgebied, oude steenoven wordt sporthal. We komen weer aan de Leie en volgen nu een betonnen pad 'in 't groen'. Stilaan tijd voor de picknick ofwel op de oever van de Leie ofwel in een friterie-brasserie in Sailly-sur-la-Lys.
Na de boterhammetjes steken we de Leiebrug over en belanden weer in 59. Het vlakke land van de Leievallei: hoeven, kapelletjes, autoluwe asfaltweggetjes, en de heuvelrij ver aan de horizon.. Voorbij de TGV-brug kon men kiezen tussen korte of lange tocht. Wie voor lang koos, hielt halt bij het Grand Beaumart British Cemetery. Enkele veldwegen verder liepen we even parallel met de autoweg. De vreemde toren van Steenwerck was al dichtbij en we zochten het café-rando op om de dorst te lessen en nog even na te praten. Met Grote dank aan de tochtleider.
30 en 31 augustus 2014: 27ste Rando zonder GRenzen in Ekelsbeke
Op zaterdag 30 en zondag 31 augustus komen we voor de 27ste keer samen met de Franse wandelvrienden voor de Rando zonder GRenzen. De wandelaars van Les Semelles du Polder uit Bergues zijn onze gastheren. Uitvalsbasis voor het weekend in de Camping des Roses in Ekelsbeke, even buiten het centrum. Dat weekend is het ook Patate-Feest in Ekelsbeke. Na het onthaal met koffie starten we voor een tocht van 20 km richting Arneke. Na de groepsfoto voor de kerk en een bezoek aan de kerk (brand in 1976!) en het marktplein met vlakbij het kasteel waren we dan eindelijk echt vertrokken. De Steenstraete of de Voie Romaine zullen we verschillende keren oversteken tijdens het weekend. Op de spoorlijn naar Duinkerke zullen we verschillende treinen zien passeren. Op de IGN-kaart zijn he al Vlaamse toponiemen die de klok slaan: Cappele Buysch Veld, Cassel West Land, Vulle Meulen Houck, Creppe Straete....Uiteindelijk belanden we in Arneke voor de middagpauze.Na de boterhammetjes stappen we langs rustige wegen naar Ledringhem en vandaar naar La Plaine au Bois waar een 100-tal krijgsgevangen in mei 1940 worden opgesloten in een schuurtje en door de Duitsers lafhartig worden afgemaakt. De Britten probeerden de Duitsers zo lang mogelijk tegen te houden zodat het grootste deel van het leger langs de haven van Duinkerke naar Engeland kon vluchten: Operatie Dynamo! De heuvel met oriëntatietafel ligt er nu wat verwaarloosd bij. We stapten verder naar Ekelsbeke en naar de Camping des Roses: tijd voor een verfrissing, een douche en een gezellig avondmaal. Slaap wel!
Op zondag gaat de tocht van 20 km richting Crochte. Langs rustige veldwegen komen we opnieuw aan de Steenstraete ter hoogte van Groene Veld. Zegerscappel is dan al aardig in de buurt. De toren van de kerk is pas gerestaureerd. het landschap wordt licht golvend: 34-38-29-16 en 43 m op de Cappelle Houck. We steken weer de Steenstraete over en naderen Crochte. Middagpauze ten huize van de ouders van Nicole van Stéphane van Hoymille. Picon au vin blanc, broodje met worst en broodje met merguez (bbq) en een tomaat uit het vuistje. De sfeer is goed en het weer ook. Na de pauze trekken we in de richting van Socx. Voorbij de D928 vinden we opnieuw enkele veldwegen. We komen aan een grote boomgaard met appelbomen voorbij: het is er juist opendeurdag. Aan een oratoire legt Patrick het verschil uit met een kapel: een kapel (Op IGN-kaart 'Chap') heeft een altaartje, een oratoire ( op kaart 'Orat') niet. Wat verder leidt een veldweg ons terug naar de ingang van de camping. Tijd voor een afscheidspintje of 'le verre de l'amitié'
Het was weer eens een tof wandelweekend. Met GRote dank aan de vrienden van de Les Semelles du Polder. Tot volgend jaar aan deze kant van de Schreve.
Vierde en laatste deel. Maandag 4 augustus: Van de Refuge de la Grange de Holle (nabij Gavarnie) op 1538 m naar de Refuge de Bayssellance op 2651 m. Ons twaalftal wordt een elftal want Leo heeft last van zijn achillespees en besluit om niet verder mee te stappen. We zullen hem in Lourdes terug zien. Jammer voor hem. We volgen de wit-rode GR 10: we beginnen met een klim en dwarsen een paar keer de weg die naar het skistation van Gavarnie loopt. Eens op het plateau ( 1873 m) wordt het een golvend parcours door de bergweiden (je kunt moeilijk van alpenweiden spreken in de Pyreneeën). Van op onze flank hebben we een mooi zicht op de overkant van de Gave d'Ossoue. We maken twee keer een uitsprong naar links om een zijvallei te dwarsen: de Vallée de Sausse dessus en de Vallée de la Canau met de Cabane de Lourdes (middagpauze). Zo komen we aan de barrage d'Ossoue: hier begint de eigenlijke klim naar de hoogste berghut van de Pyreneeën. De cascade des Oulettes d'Ossoue ligt al op 2005 m. Wat verder ligt de Pont de Neige. Plots wijst een bordje de refuge op een half uur aan. Dat geeft moed want het wordt bijzonder koud daarboven. En we zijn blij als het binnen gezellig warm is.
Vierde en laatste deel. Maandag 4 augustus: van refuge de la Grange de Holle (1480 m) naar refuge de Bayssellance (2651 m). We volgen de GR 10 en beginnen met ene klim: we dwarsen een paar keer de weg die loopt naar het skistation van Gavarnie. We bereiken een plateau en we hebben een mooi uitzicht op de vallei van de Gave d'Ossoue. Het is een rustige groene wandeling door de bergweiden: je kunt moeilijk van alpenweiden spreken in de Pyreneeën. We maken twee keer een uitsprong naar links om een zijvallei te dwarsen: de Vallée de Sausse dessus en de Vallée de la Canau met de cabane de Lourdes (schuilplaats voor herders): tijd voor de middagpauze. We komen aan de barrage d'Ossoue: hier begint de eigenlijke klim. Een paar sneeuwvelden verder zijn we aan de Pont de Neige. Het klimt, nu eens in korte lacets, dan weer in langere. Plots zien we ene bordje "Refuge 30 min". Dat geeft moed want daarboven wordt het ijzig koud. Gelukkig is het binnen in de refuge best aangenaam. Douches zijn er niet: het wordt een kattenwas. Het avondeten is opnieuw heel lekker en we laten het ons smaken.
Dinsdag 5 augustus: We kunnen vroeg ontbijten en maken ons klaar voor een nieuwe etappe want vandaag staan 646 m klimmen en 1432 m dalen op het programma. We starten met zicht op de Vignemale, met zijn 3298 m de hoogste top van de Pyreneeën. We klimmen eerst nog naar de Hourquette (= col) d'Ossoue op 2734 m en dalen dan in lacets door de steenbrokken. Al snel komt de Refuge des Oulettes de Gaube in zicht: 2151 m. Als wij er aankomen, is men aan de schoonmaak bezig: we blijven buiten! We verlaten de GR 10 en beginnen dan maar aan de eerste klim van de dag: de Col des Mulets op de Spaanse grens: 2591 m. Het is pittig klimmen tot op de pas. We stappen door een hoekje Spanje want de Col d'Arratille ligt dan ook de Frans-Spaanse grens. We blijven min of meer op dezelfde hoogte (2440 m) in de flank en een slotklimmetje leidt naar 2528 m. Vlakbij ligt het azuurblauwe Lac du Col d'Arratille: mooie picknickplaats. We dalen door een sneeuwveld af naar een tweede meer, het Lac d'Arratille (2247 m). His er leuk verpozen. Ivan waagt zich toch in het koude water. Dan volgt een lange afdaling naar de Refuge Wallon op 1865 m. Het is er bijzonder druk want er zijn veel dagjesmensen. Tegen de avond wordt het dan rustiger...
Woensdag 6 augustus: laatste stapdag. De groep wordt opgedeeld. De meesten maken er nog een flinke stapdag van want ze klimmen nog nar het Lac du Pourtet op 2420 m. Met zijn vieren beginnen we meteen aan de afdaling langs de Gave du Marcadau. Het is een schilderachtig parcours. In het begin nog rustig maar naarmate we de Pont d'Espagne (1496 m) naderen, wordt het drukker. Dit is een bekende toeristische trekpleister. We pikken de GR 10 weer op en dalen verder langs verschillende watervallen tot aan La Raillère, een klein kuuroord. Nog een kort klimmetje tot bij de cascade de Lutour en een balkonwandeling tot boven Cauterets. We dalen in twee reeksen lacets af naar het stadcentrum van dit bekende kuuroord. We genieten van een welverdiende pint op een terras. Om 15.10 u nemen we de lijnbus van Keolis naar Lourdes. Na een lekkere douche en het avondmaal in ons hotel Océan gaan we naar het bedevaartsoord voor de kaarsjesprocessie. Sommigen zijn voor het eerst in Lourdes en willen dit niet missen.
Donderdag 7 augustus: Na een lekker uitgebreid ontbijt trekken we naar het SNCF-station, een half uur vroeger dan voorzien wegens werken op het traject. In Bordeaux hebben we nog de tijd voor een terras vooraleer de TGV naar Lille Europe vertrekt.
Waren van de partij: Bernard en Myriam, Dani en Trees, Piet en Els, Christine, Ivan, Jan, José, Leo en Willy.
Dani zorgde voor de etappe-indeling en de tochtleiding. Piet stond in voor de reservaties van de berghutten, trein en bussen.
Een GRote dank aan Dani, Ivan, Jan en José voor het gebruik van hun mooie foto's.
Vrijdag 1 augustus: We blijven nog een dag in refugio Goriz. De meesten nemen een rustdag voor de was en de plas, boek lezen, kaartje leggen en lekker relaxen. Vijf gemzen kiezen er voor om naar de top van de Monte Perdido op 3355 m te klimmen. Voor elk wat wils dus.
Zaterdag 2 augustus: Van refugio Goriz naar Torla. Het wordt in hoofdzaak dalen: van 2160 m naar 1030 m. In het begin is het nog een rotspad, daarna dalen we in grote lacets naar de bodem van de prachtige canyon de Ordesa in het gelijknamige parque nacional. Het wordt een opeenvolging van watervallen: indrukwekkend, de kracht van water. Na de picknick stappen we verder en plots begint het weer te veranderen. We zijn op een klein uur van Torla als het onweer uitbreekt: donder en bliksem en een bui. Gelukkig blijft ze niet duren. De brug over een en een leuk stenig pad brengt ons in het centrum van Torla. We gaan eerst in groep op café voor we onze refugio opzoeken. Het avondmaal vindt plaats in een resto van de zelfde eigenaar maar aan de overkant van de straat. Que aproveche! De waardin stelt op een ludieke manier de verschillende schotels voor. En het is lekker.
Zondag 3 augustus: Na het ontbijt gaan we onze picknick kopen in de plaatselijke supermercado. De bestelde busjes zijn goed op tijd om ons over te brengen naar San Nicolas de Bujaruelo, zo een 8 km verder in de vallei. Op die manier kunnen we meteen starten met de klim naar de Puerto de Bujaruelo op de Frans-Spaanse grens. In het Frans heet dat Port (of Col) de Boucharo. De brug over en we zijn vertrokken. We klimmen langzaam maar zeker, eerst in kortere lacets tussen de bomen. Boven de boomgrens genieten we van het schitterende decor. We klimmen verder, nu in langere lacets. Van op onze picknickplaats hebben we la zicht op de pas. We dalen af door een brede vallei in de richting van Gavarnie. Ondertussen krijgen we van op het Plateau de Bellevue een prachtig zicht op de Cirque de Gavarnie. Zo komen we opnieuw in de 'beschaving'. We gaan even onze dorst lessen op een terras vooraleer naar de Refuge de la Grange de Holle te trekken, zo een half uur stappen buiten het dorp maar in de goede richting voor de etappe van morgen.
De foto's zijn opnieuw van Jan en José, Dani en Ivan en van Mzelf.
Woensdag 30 juli: Vierde Stapdag van Gavarnie naar de Refuge de la Brèche. We starten op ca 1210 m en zijn snel door het nog rustige Gavarnie. Het weer belooft goed! We stappen langs de Gave de Gavarnie, veranderen van oever en wandelen keuvelend tot aan de Hostellerie du Cirque. Het zicht op de cirque met de grootste waterval blijft adembenemend. Nog even een stop en dan zijn we vertrokken voor de klim door de cirque. Waar zijn die fameuze Echelles des Sarradets?? Wat moeten we ons daarbij voorstellen? In ieder geval geen metalen ladders. We steken een torrent over op de steenblokken. We bergen onze wandelstokken even op om het klimmen met handen en voeten te vergemakkelijken. Die echelles vallen best mee: er zijn voldoende grepen om ons aan vast te houden. We pauzeren regelmatig en zo ontdekken we plots een eerste edelweiss. De flora valt best mee. Na een eerste strook echelles volgt een tweede en zo bereiken we een plateau: tijd voor de picknick. We genieten van het schitterende uitzicht op de cirque met de waterval én de grillige rotsformaties. Maar we moeten nog hoger. In lacets klimmen we tot een punt van waar de refuge zien liggen. Een kam over en we stappen rustig door tot aan de berghut (2587 m). Er is al veel volk want er staan ook heel wat tentjes in de buurt. Het zicht op de brèche geeft een waw-gevoel! Schitterend!!!!!! We lessen onze dorst en genieten dan van de sfeer buiten. Het avondmaal is lekker en we slapen drie hoog in onze dortoir. We hebben een uiterst geslaagde dag.
Donderdag 31 juli: Vijfde Stapdag van Refuge de la Brèche naar Refugio Goriz. Opnieuw prachtig weer! Na het ontbijt maken we ons klaar voor de blijde intrede in Spanje. De Brèche de Roland (je weet wel van La Chanson de Roland uit de Franse literatuur) vormt de GRens tussen Frankrijk en Spanje. We starten met wat steenblokken en een sneeuwveld. We klimmen verder op de morenenhoop en dan tenslotte door nog een sneeuwveld naar de Brèche op 2800 m. Wat een zicht aan beide kanten. Er ligt nog opvallend veel sneeuw aan de Spaanse kant (zuidkant!) We doen het rustig aan onderaan de rotswand. Sneeuw verplicht ons zo dicht mogelijk bij de rotswand te blijven. Maar het is niet eenvoudig om bij de Pas des Isards te geraken: een passage beveilgd met een ketting. We hebben geen stijgijzers mee: dus traag en voorzichtig. Ivan is de voorpost en Dani houdt achteraan de groep alles in het oog. De passage met de ketting valt uiteindelijk nog mee. Maar afdalen naar het pad benden in de vallei zit er door de vele sneeuw niet in. We blijven boven en zoeken onze weg met dank aan de vele steenmannetjes of cairns. Ondertussen is het tijd voor de picknick. We trekken dan verder door een uniek rotslandschap, moeten gedwongen nog hoger, klimmen over een kam en dan komen we uit op het pad van de Monte Perdido. We dalen af naar Refugio Goriz op 2160 m. het is er gezellig druk als we aan de refugio aankomen. Douches zijn er niet, tenzij buiten! Weer een uiterst geslaagde dag achter de rug!
De foto's zijn van José en Dani, van Jan en Ivan en van mezelf.
26 juli - 29 juli 2014: Met GR West-Vlaanderen naar de Pyreneeën Deel 1
Zaterdag 26 juli, kwart over acht verzamelden 12 West-Vlaamse GR-stappers in het station van Lille Europe voor hun trek naar het Parc National des Pyrénées en het Parque Nacional de Ordesa y Monte Perdido. Met de TGV ging het naar Montpellier waar we voldoende tijd hadden voor een terrasje voor we de Intercities namen naar Toulouse. En vandaar de TER naar Lourdes waar we pas om 20.01 u aankwamen. Gelukkige lag ons Hôtel Océan dicht bij het station. Net op tijd voor een lekker avondmaal.
Zondagmorgen 27 juli, na een uitgebreid ontbijt namen de bus van Maligne des Gaves naar Gèdre. Om 10.28 stapten we uit de bus, maakten de wandelstokken klaar, trokken de rugzak op en poseerden voor een groepsfoto. En weg waren we. Het begon meteen te klimmen. We dwarsten drie keer de weg naar Héas en klommen pittig door het Bois de Coumély. Vrij vlug waren we gestegen van 1011 naar 1563 m. We verlieten het pad naar rechts en zochten de Granges de Hountas op. Massaal bloeide hier de blauwe Pyrenese Iris: daar kon Van Gogh een punt aanzuigen. Ondertussen was het tijd voor picknick en platte rust. Daarna ging het verder omhoog, nu gezapiger. Boven op het plateau was het heerlijk stappen. We dzaalden vrij snel af naar het stuwmeer Lac des Gloriettes. Via de stuwdam zelf kwamen we uit op de D176. Enkele kilometer op asfalt en we kwamen aan in Héas (1500 m), een klein gehucht met de Auberge de la Munia ( slechts 12 bedden!). De halve liters op het terras deden deugd. Wie zin had, kon het piepkleine gehucht verkennen. Lekker avondmaal en iedereen vroeg onder de dekens.
Maandag 28 juli: We merken al bij het ontbijt dat de hemel grijs en grauw kleurt. Toch starten we welgezind voor een zware tocht. We zijn nog maar een half uur aan het klimmen als de eerste regendruppels vallen. Regenvest aan en raincover op de rugzak. minder dan anderhalf uur na ons vertrek staan we aan het Oratoire de la Sainte Famille op 1910 m. We klimmen verder in de bedding van de Gave de l'Aguila: mooie waterval. Als we zo rond de 2000 m zijn, begint het te donderen en bliksemen. Leuk is anders. We komen aan bij de Cabane des Aquilous op circa 2290 m. We overleggen en met zijn vijven besluiten we af te dalen naar Héas en dan de gewone weg te nemen naar de volgende slaapplaats. De anderen gaan het voorziene traject volgen langs de Col d ela Sède en de Cirque de Troumouse. Wij eten onze picknick op onder zeil op het terras van...Auberge de la Munia. Net als we willen vertrekken, komen er nog twee de berg afgewandeld. We wachten mekaar op en samen stappen we bergop. We snijden de haarspeldbochten af van de weg die loopt naar de Auberge du Maillet (1820 m). Rond 4 uur komen we er aan. Na een thee of een cola (voor de suikers!) zoeken we de dortoir op en installeren we ons. Douches zijn er in de kelder. We kletsen wat met een groepje motorbikers uit Elsegem of spelen uno. Om zes uur zijn de vijf anderen er nog niet en we worden op de duur lichtjes ongerust. We kunnen mekaar niet bellen want er is geen netwerk voor de gsm. Kwart voor zeven komen ze toe: moe maar uiterst voldaan. Net op tijd voor een aperitief en een lekker avondmaal.
Dinsdag 29 juli: Het miezert nog als we vertrekken met regenvest en raincover. We klimmen naar de Turon de Pouey Boucou om daarna af te dalen naar het stuwmeer van Les Gloriettes. We blijven aan deze kant en steken de Gave d' Estaubé over. We volgen de bergrivier stroomopwaarts in de schitterende vallei van de Estaubé met zicht op de Cirque d'Estaubé. Hoe geraken we daarover? En langs waar? We picknicken tussen de koeien op circa 1945 m. Dan wordt het weer pittig klimmen in lacets nara de pas op 2430 m: de Hourquette d'Alans. Boven in de smalle doorgang genieten we van het zicht op de andere vallei. Een vlotte afdaling leidt naar de Refuge des Espuguettes op 2027 m. Korte pauze voor we verder afdalen naar de 'beschaving'. We komen uit aan de Gave de Gavarnie en wandelen tussen de toeristen naar het drukke centrum van Gavarnie. Na een verkwikkende douche in ons Hôtel Complostelle genieten we van een pint op het terras van Les Glaciers met zicht op het overbekende Cirque de Gavarnie. We tafelen bijzonder lekker in Les Cascades, dit in samenspraak met ons hotel.
De foto's zijn van verschillende medestappers en van mezelf.
7 en 8 juni 2014: GR-Pinksterweekend Land van Herve Deel 2
Zondag 8 juni: Val-Dieu - Aubel - Val-Dieu: GR 563: 24 km
Na het ontbijt in het Centre d'Hébergement in Blégny reden we naar de parking bij de Abdij van Val-Dieu, een bekende toeristische trekpleister. De voorgebouwen, het park en de kerk zijn toegankelijk voor het publiek. Sinds eind 2001 zijn er geen monniken meer in Val-Dieu. Je kunt er genieten van lekker bier, de Val-Dieu, en van lekkere kaas.
Om half tien trok de groep zich op gang met een heerlijk klimmetje door een wei naar Lammerschot. Hoeveel keer we door een draaipoortje gestapt zijn, weet ik niet meer ...Kort daarna kwamen we bij de veel te grote kerk van Saint-Jean-Sart. Het begon te onweren, tijd dus om onze regenkledij aan te trekken. Na een kwartiertje was de vlaag over en konden we alles weer opbergen. Mara zuurstof genoeg in de lucht. We kregen een heel gevarieerd parcours: klimmen en dalen, open veld, weiland, bos...We volgen min of meer de vallei van de Berwinne. Geregeld keuren we prachtige woningen in traditionele stijl of soms modern. Ondertussen genieten we van de vele weidse uitzichten. Opvallend is dat er geen storende elementen zijn in het landschap. We merken de toren van Aubel op maar eerst maken we nog een brede lus naar de Amerikaanse begraafplaats Henri Chapelle boven op de heuvel. De wapperende vlag zien we al van heel ver. Het is heerlijk stappen in dit wondermooie Land van Herve. Aan het schooltje van La Clouse beginnen we aan de eindklim. Het Amerikaanse kerkhof ( het grootste van het land) is meer dan een bezoek waard: hier liggen 7792 Amerikaans een Britse soldaten en vliegeniers die grotendeels gesneuveld zijn in het Ardennenoffensief van Hitler in december 1944. Uniek panorama van boven op de heuvel: genieten! We dalen de heuvel af recht door een aantal weiden en dan gaat het rechtsreeks naar Aubel voor de middagpauze. Aubel, bekend van zijn Vrai Sirop de Liège, heeft een drukke markt op zondag. We zijn welkom in een bovenzaaltje van Café Pasteger op de Markt.
Na de broodjes verlaten we Aubel via een mooi weideparcours en botsen opnieuw op de GR 563. We dwarsen de weg naar de Voerstreek en wat verder gaan we rechtdoor in een mooie veldweg tussen akkers en heuvelrug. Zo komen we aan de Sint-Annakapel: korte pauze in de schaduw. Het blijft klimmen en dalen en zo lopen we in een brede boog achter de kerk van St-Jean-Sart. We komen opnieuw in Lammerschot en nemen dezelfde weg terug naar Val-Dieu maar nu is het heerlijk dalen met zicht op de abdij. De kring is gesloten. We trekken onze stapschoenen uit en gaan naar de terras van de abdij. De blonde Val-Dieu smaakt heerlijk. Dan is het tijd om van iedereen hartelijk afscheid te nemen...
Een welgemeende dank aan Johan en Marleen voor de voorbereiding van het weekend en de aangename tochtleiding.
7 en 8 juni 2014: GR-Pinksterweekend Land van Herve: Zaterdag
Al van de vrijdagavond waren 36 van de 43 deelnemers aan het GR-Pinksterweekend afgezakt naar Blégny-Mine, even over Luik. We sliepen in het moderne Centre d' Hébergement in comfortabele 2persoonskamers. Blégny-Mine is een van de vier steenkoolmijnen van Europa waar de ondergrondse galerijen toegankelijk zijn voor het publiek. Gelegen op -30 en op -60 meter geven ze de mogelijkheid om het volledige extractieproces te ontdekken.
Zaterdag 7 juni: Blégny-Mine - Dalhem - Blégny-Mine: GR 5, 565 en 412: 21,5 km
Na de groepsfoto vertrokken we op een piepklein stukje GR 412 van het Bassin Minier. We dalen af naar de Bolland, een lieflijke beek. Dan volgt een korte klim naar Leval, een oud mijnwerkersdorp . We blijven op het plateau tot in Housse waar de afdaling begint naar de vallei van de Julienne. Hier volgen we opnieuw wit-rood, nu van de GR 5. Het bospad is bijzonder aangenaam want het zal een warme dag worden. Een haakse bocht kondigt een pittig klimmetje aan in het bos: iedereen op één lijn. We verlaten het bos en dalen opnieuw af naar de Bolland in het dorp Saint-Rémy. We stappen nu door de weiden in de richting van Feneur. Langs een verlaten smalspoorbedding komen we in Dalhem. In Dalhem vloeien de Bolland en de Berwinne in mekaar. Nog een kort rondje naar de omgeving van de kerk en we zoeken het café op voor de middagpauze: 'Aux Enfants Belges'. Ook hier wordt er gesupporterd voor de Rode Duivels.
Na de broodjes vertrekken we langs de Berwinne en stappen door de weiden tot bij de Ferme de Cronwé. Hier kiezen we voor de GR 563. Het wordt een heel gevarieerd parcours: klimmen en dalen, weiden en bossen. Van op het plateau genieten we van het prachtige landschap en van de weidse uitzichten. Via les Brassines komen we in Mortroux waar de pittoreske vallei van de Asse op ons wacht. Het is heerlijk wandelen in het Bois de Mortroux. We verlaten de GR 563 en klimmen naar La Heussière: beekje, bosje, weide. Het Château des Cortils is nu een luxe B&B. Nog een laatste valleitje, dat van de Mortier, dalen en klimmen naar...Blégny-Mine. We genieten van een frisse pint en/of ijsje op het terras van het mijncentrum voor we gaan douchen. Na het lekkere avondmaal genieten we van een rustige babbel op ons eigen terras tot plots een paar voetbalkijkers komen zeggen dat er hagelballen vallen op de Heysel. Zo zie je maar....
Goed op tijd verzamelden 35 GR-stappers op de parking van de Lange Munte in Kortrijk. Na de inleiding door Tochtleider Luc Meert vertrokken we langs de Bad Godesberglaan en de Morinnestraat en zo ontdekten we dat niet alle hoeves even verzorgd zijn. En we leerden dat de Winkelstraat geen doodlopende straat was want zo bereikten we de drukke weg naar Zwevegem. De 4 Daltons zijn al langer geen onbekende meer. Een fietspad op een oude spoorwegbedding bracht ons naar het oud station van Zwevegem. We bleven nog een hele tijd op die spoorwegbedding tot we die naar rechts verlieten voor een tegelwegel in de buurt van de oude steenbakkerij Demeester. We vonden de Hoogstraat én het Balladehof waar we welkom waren voor de picknick op een zonnig terras.
Na de middag klommen we naar de kam tussen twee valleien van waar we zicht kregen op de Mont St-Aubert. De wit-rode markering van de GR 5A Zuid leidde naar en voorbij de Molen Ter Klare. Bij een station van De Watergroep kregen we uitleg over de huishouding in de regio. We genoten van de weidse uitzichten. We staken de Bellegemstraat over en daalden af in de Evangelieboomstraat. Hier ontdekten het bord 'Doorlopende Straat': via tegelwegels kwamen we uit in de Beekstraat: mooi zicht op d etwee molens van Zwevegem. De Sportcampus van de Lange Munte zagen we al van ver. Om half vijf was de kring gesloten. Bedankt Luc voor de goede leiding.
In café De Haes konden we onze dorst lessen en nog even bijpraten
Zondag 18 mei 2014: Wissant - Conteville-lès-Boulogne: GRP Tour du Boulonnais
Er was mooi weer aangekondigd en het is mooi weer geworden, warm zelfs. Na de koffie in Wissant vertrokken de langetochtstappers voor 26 km, die van de korte tocht voor 22 km. We verlieten Wissant in de richting van de Ferme d'Herlen en meteen kun je al van de open ruimte genieten. We laten eerst de Via Francigena (= de pelgrimsroute Canterbury-Rome) haar eigen weg zoeken, daarna de GR 128 ofte Vlaanderenroute (Wissant-Aken). Eerst op onverhard, daarna op asfalt tot boven op de Mont d'Ausques. Het gaat op en neer tot aan de Ferme équestre van Warincthun. We stappen door de camping en een schitterende veldweg leidt naar de Mont de la Louve (122 m).We genieten van het ene prachtige landschap na het andere. Wat is er hier nog open ruimte! Ondertussen heel wat brede orchis ontdekt. We steken de D191 over en dalen af naar Raventhun voor de middagpauze op een zonneterras in Camping Le Beaucamp.
Na de boterhammetjes dalen we af langs de Pré Communal d'Ambleteuse naar de vallei van de Slack (6 m boven zee). In de grasbermen bloeit de gele Grote Ratelaar. Le Marais de la Slack is een botanisch hoogtepunt: orchis, ratelaar, gele lis, echte koekoeksbloem... We verlaten de asfaltweg voor een prachtige slingerende en klimmende veldweg richting de Mont Duez (81 m). We stappen over de spoorweg en de autoweg A16 en trekken Wacquinghen binnen. We zoeken de schaduw op voor een korte pauze want de bus wacht ons nog even op, juist voor Maninghen. Op de busradio is Anderlecht aan de winnende hand. Een prachtige veldweg en een golvend parcours naar Henne en Hesdres en we komen uit aan het kruispunt met de D242. De bus voert ons naar Conteville-lès Boulogne waar we uiterst welkom zijn in de plaatselijke Auberge. Die van de lange tocht zijn er al.Welgezind om de mooie dagtocht stappen we op de bus om half zes en rijden huiswaarts.
Zondag 4 mei 2014: GR-Wandeling Ten Vrede Nieuwpoort
De zon was vroeg op die zondagmorgen. 49 GR-wandelaars verzamelden in de buurt van het Koning Albert I-monument in Nieuwpoort. Het monument was niet toegankelijk wegens werken (de eerste twee foto's zijn van een andere keer). We vertrokken lans het Memorial tot the Missing en stapten voorbij enkele monumenten achtereenvolgend over het Nieuw Bedelf, het Kanaal Plassendale-Nieuwpoort, de IJzer , de Vaart Veurne Ambacht en volgen het Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke. Het sluizencomples De Ganzepoot regelt de wateraf- en aanvoer. De oever van het laatste kanaal was een ode aan de het Fluitenkruid. Aan de Pelikaanbrug zochten we het Spaarbekken op van de Koolhofvaart. Via een trap klommen we naar de Frontzate: de oude spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide. Het was het gebied tussen de Frontzate en de IJzer dat in oktober 1914 onder water werd gezet onder leiding van Karel Cogghe en Hendrik Geeraert. Dit stopte de opmars van het Duitse leger en de oorlog veranderde in een stellingenoorlog: het front zou in de 4 jaar weinig wijzigingen ondergaan. Meteen na de brug van de E40 vonden we rechts de Belgische Begraafplaats van Ramskapelle. Hier liggen ongeveer 630 doden begraven waarvan er 400 onbekenden zijn. Terug nara de Frontate. Links en rechts ontmoet je bakstenen constructies. Een eindje over 'Booithoekestatie' ontdekten we een kunstwerk van Lucas Coeman 104 betonnen blokken verwijzen symbolisch naar 2 belangrijke data 4 augustus 1914 en 11 november 1918. Zo kwamen we aan op de hoeve van Pol en Bea Verstraete waar we uiterst gastvrij werden ontvangen voor de picknick. De koestal was schoongemaakt en er stond een lange tafel, creatief in mekaar gestoken. Bea en Pol hadden gezorgd voor verse soep (met balletjes), koffie, bier of water. Ok Arnout Hauben en zijn twee kompanen Jonas en Mikhael waren hier te gast op hun eerste etappe naar Gallipoli ( ze sliepen er op de hooizolder). Een groepsfoto bij het Poppy-kruisje voor Raoul Snoeck mocht niet ontbreken. Pol en Bea, super bedankt!
Na de picknick vertrokken we langs de Berkelhofweg en een prachtige grasweg langs de Grote Beverdijkvaart leidde naar de Proostdijk. Snel waren we aan de Schoorbakkebrug. Hier pikten we de wit-rode draad op van de GR 130. Rustig stapten we beneden de oeverberm (niet toegankelijk want ingericht als paaiplaats voor de vissen). Mannekensvere kwam in zicht. Ook aan de Uniebrug werd zwaar gevochten: Monumenten voor het 14de en het 7de Linieregiment. Twee stukken graspad brachten ons bij het Spaarbekken op de IJzer. Aan de Iepersluis zochten we een café op om nog even na te praten bij een deugddoende pint.
De hartelijke ontvangst bij Pol en Bea zal bij velen nog lang in het geheugen blijven. Waarvoor onze GRote dank!
49 GR-stappers trokken met de bus naar Léwarde, nabij Douai en bekend om zijn Historisch Mijncentrum, even buiten het centrum. Na de koffie in Café Le Gallia stapten we meteen naar en door het Bos van Léwarde met een rijke voorjaarsflora: nu ware,n de wilde hyacinten aan de beurt. We hadden een weids zicht van op de kam. We lieten Erchin links liggen en voorbij de dubbele watertoren genoten we van de bosrestjes en vooral van de schitterende gele koolzaadvelden. Het volgende dorp heette Bugnicourt. Twee kaarsrechte veldwegen leiden naar een drukke D-weg. We staken die over en ook een spoorlijn. Zo kwamen we aan het Marais d'Aubigny. Ondertussen begonnen de magen te knorren. Voor de picknick waren we welkom in La Pergola op de dijk tussen de twee waterplassen in Brunémont.
Na de middag stapten we over het Canal de la Sensée en wandelden we langs het Marais du Haut Pont. De vele plassen zijn ontstaan door turfwinning en halen een diepte van 6 meter. We kwamen uit in de buurt van Sluis nr 1. Wat verder staken we het Canal du Nord over en stapten Palluel binnen. Toen begon het te regenen. We zochten nu de oever op van het Marais du Grand Clair. En pad tussen de struwelen en de bosjes leidde naar het marais d'Ecourt St-Quentin en het Marais de Saudemont. Af en toe kregen we een uitzicht op het water. Het regende nog toen we in Lécluse aankwamen. Het was er kermis en we waren net op tijd voor de optocht van de muzikanten.
Die van de lange tocht stapten nog door tot in Sailly-en-Ostrevent.
Alweer een mooie etappe op de GR 121 in een onverwacht open landschap op de grens tussen le Nord en le Pas-de-Calais.
Voorbereiding GR-Bustocht Lewarde-Sailly-en-Ostrevent: GR 121
Op donderdag 20 maart genoot ik van schitterend weer bij de voorbereiding van de GR-bustocht van Lewarde (in de buurt van Douai) naar Sailly-en-Ostrevnt op de GR 121. Geniet alvast mee met de foto's.
Heel wat GR-stappers verzamelden aan de 'passerelle' aan het begin van de rue Solferino in Rijsel. Na een 'petit ou un grand café' in Brasserie Omega trok tochtleider Dani Nolf de bonte bende op gang. Voor een keer niet wit-rood of geel-rood als leidraad meer wel de Promenade des Remparts. Het weer beloofde veel goeds. Op de hoek een fruitboomarboretum. We trokken meteen de Jardin Vauban in en zochten de ingang van de Citadelle. We genoten van een heuse wandeling op en rond de Vestingen van Vauban. Sébastien Le Prestre de Vauban (1633-1707) was de militaire ingenieur van Lodewijk XIV. Daarna wandelden we door verschillende lieflijke parken: de GRoene longen voor de talrijke Rijselnaars. Aan de Gentpoort stapten we de stad in. Tegen de middag kwamen we uit aan de Place Mitterrand aan Euralille tussen de twee stations Lille Europe en Lille Flandres. Ideaal weer om buiten te picknicken.
Na de middag maakten we kennis met de kleurrijke nieuwe stadsontwikkeling van Euralille 2. Opvallend veel parken met mooie bloemperken met prachtige kleurencombinaties: Parc Lebas op een oude parking, Jardin des Plantes. We maakten ook een uitstapje over de boulevard périphérique en terug. Daarna stapten we langs enkele HLM's op een groene bufferstrook. Een graspad op de middenberm van de Boulevard de Lorraine bracht ons naar de port fluvial. Enkele voetgangersbruggen verder en we waren opnieuw aan de Jardin Vauban. Na een korte blik op de zoo daalden we de passerelle af en was de wandelkring gesloten. Tijd om nog even na te praten op het terras van de brasserie.
Het was voor velen een verrassende ontdekking van deze mooie Vlaamse stad die de overgang naar de 21ste eeuw niet gemist heeft. Met dank aan tochtleider Dani voor de leerrijke en boeiende kennismaking met de geschiedenis van Rijsel.