49 GR-stappers trokken met de bus naar Léwarde, nabij Douai en bekend om zijn Historisch Mijncentrum, even buiten het centrum. Na de koffie in Café Le Gallia stapten we meteen naar en door het Bos van Léwarde met een rijke voorjaarsflora: nu ware,n de wilde hyacinten aan de beurt. We hadden een weids zicht van op de kam. We lieten Erchin links liggen en voorbij de dubbele watertoren genoten we van de bosrestjes en vooral van de schitterende gele koolzaadvelden. Het volgende dorp heette Bugnicourt. Twee kaarsrechte veldwegen leiden naar een drukke D-weg. We staken die over en ook een spoorlijn. Zo kwamen we aan het Marais d'Aubigny. Ondertussen begonnen de magen te knorren. Voor de picknick waren we welkom in La Pergola op de dijk tussen de twee waterplassen in Brunémont.
Na de middag stapten we over het Canal de la Sensée en wandelden we langs het Marais du Haut Pont. De vele plassen zijn ontstaan door turfwinning en halen een diepte van 6 meter. We kwamen uit in de buurt van Sluis nr 1. Wat verder staken we het Canal du Nord over en stapten Palluel binnen. Toen begon het te regenen. We zochten nu de oever op van het Marais du Grand Clair. En pad tussen de struwelen en de bosjes leidde naar het marais d'Ecourt St-Quentin en het Marais de Saudemont. Af en toe kregen we een uitzicht op het water. Het regende nog toen we in Lécluse aankwamen. Het was er kermis en we waren net op tijd voor de optocht van de muzikanten.
Die van de lange tocht stapten nog door tot in Sailly-en-Ostrevent.
Alweer een mooie etappe op de GR 121 in een onverwacht open landschap op de grens tussen le Nord en le Pas-de-Calais.
|