De voorbije dagen had ik het echt wel moeilijk. De klaplong die bovenop de chemo kwam was er even teveel aan. Dan zijn er echt momenten dat je het even niet meer ziet zitten en je het mentaal niet meer kan verwerken. Wat zal het volgende zijn, wanneer houdt het eindelijk eens op. Er gaat zoveel door je hoofd. Vorige week moest ik 3 dagen naar de kliniek en dan begin je dat gebouw stilaan te vervloeken. Ik wil rust, ik wil mijn oude leven terug, ik wil genieten zonder al die rotzooi in mijn lichaam. Het doet me pijn als ik mensen zie joggen en ik door die vervloekte klaplong amper vooruit geraak. Het strookt niet met mijn karakter en dat doet me nog slechter voelen. Ik weet dat dit normale reacties zijn en dit waarschijnlijk wel weer over gaat zodra ik hersteld ben van die klaplong zodat ik me enkel hoef te concentreren op de chemo. Gelukkig zijn er in die moeilijke momenten ook periodes dat ik er in slaag om toch nog een beetje te kunnen genieten. Zo heb ik mezelf vrijdag op een klein lekker ontbijtje getrakteerd. Ondanks dat mijn hongergevoel door de chemo niet 100% is kon ik er toch van genieten en voelde ik me weer wat beter. Ik weet dat er nog veel van die dipjes zullen volgen en de enige manier om er mee om te gaan is gewoon slikken en doorgaan. Zoals ik al eerder zei ik heb geen enkele andere optie maar het is niet altijd even gemakkelijk.
Op 11 juni zou het 1ste bombardement
plaatsvinden. Hoe graag ik ook wil genezen, ik keek er niet echt naar uit. Terug
op die verschrikkelijke afdeling. Ik werd al misselijk als ik er aan dacht. De
aanloopperiode naar mijn 1ste chemo liep ook niet echt zoals ik had gewild.
Sinds het inplanten van de portocat had ik last van een drukkende pijn op mijn
borst en tussen mijn schouderbladen. Het zorgde ervoor dat ik moeizaam kon
bewegen en ademen. Voor alle zekerheid belde ik maandagmorgen naar de kliniek.
De pijn zou een gevolg kunnen zijn van het inplanten van de portocat.Ze raadde me aan om een pijnstiller te nemen.
Iets wat ik, koppig als ik ben, nog niet had genomen. Dinsdag was het dan zo
ver. Het beloofde een heel lange en uitputtende dag te worden. Gelukkig kon ik
met mijn pas aangekocht tabletje ook in de kliniek op het internet J. Die
tablet had ik gekocht om mezelf eens te verwennen en de economie een steuntje
in de rug te geven J. Toen was het tijd voor het gesprek met Dr. Demey. Het was al enkele
weken geleden dat ik hem gesproken had en het deed deugd om alles nog eens te
bespreken. Om zeker te zijn dat de pijn in mijn borst niets ernstig was moest
ik een foto laten nemen van mijn longen. Ook bespraken we het programma van de
chemo en die bevatte voor mij een aangename verrassing. Ik zou beginnen met 4
chemos waarna een evaluatie zou volgen. In het geval dat de kanker zou
gekrompen zijn zou men mij opereren om nadien af te sluiten met nog eens 4
chemos. Dit zou willen zeggen dat ik maar 8 chemos moest ondergaan ipv 12.
Dit was wel in het best mogelijke scenario. In dit scenario moest alles echt
wel meezitten. Na nog een gesprek met de psycholoog en het nemen van de longfoto
was het om half 2 tijd om aan de chemo te beginnen. 5.5 lange uren later mocht
ik naar huis. Ik voelde mij slap en uitgeperst en had het mentaal heel
moeilijk. Deze chemo zou veel zwaarder worden als die van vorig jaar. Niet omdat het om een ander soort ging maar omdat ik het nu veel moeilijker had om er
mee om te gaan. Ik wist immers wat me nog te wachten stond en dat was in dit
geval geen voordeel. Ik was blij dat ik terug thuis was in mijn vertrouwde
omgeving en de mensen waar ik zo veel van hou rond mij (en ons Lady
natuurlijk). Ik besefte dat het een heel lange en zware strijd zou worden maar
ik zou niet opgeven, dat nooit.
Aangezien ik nog niets had gehoord van de
uitslag van de foto belde ik woensdagmiddag om te informeren. Ik kreeg dokter
Demey aan de lijn en die wist mij te vertellen dat ik met een minimale klaplong
zat. Ook dat nog ! Mijn long was voor 90% open maar het moest toch opgevolgd
worden. Woensdagnamiddag moest ik terug langskomen zodat er een nieuwe foto kon
genomen worden om te zien of er iets moest gebeuren. In de meeste gevallen
herstelde het zich zelf. Ik wil nu niet pessimistisch klinken maar ik heb de
voorbije jaren al dikwijls mogen ondervinden dat de term meeste gevallen niet
op mij slaagt. Meestal val ik onder de noemer uitzonderingen. Het
belangrijkste is dat ik nu weet waar die vervelende pijn vandaan komt. Als daar
een specifieke behandeling voor moet volgen zal ik die moeten ondergaan.
Slikken en doorgaan is mijn motto tegenwoordig en niet te veel nadenken. Maar ik weet nu al dat ik vrijdag extra ga genieten van
mijn koffietjes met croissant J