"Meneer? Mevrouw?
Heeft iemand nog een papier over om films te beoordelen?" Het
moeten Koerden of Turken geweest zijn, die na afloop van 'Min Dit'
per se nog een beoordelingsformulier wilden bemachtigen. Aan het
belang dat ze er aan hechtten, viel duidelijk af te lezen dat hun
quotering 'uitstekend' of 'zwak' zou zijn, maar niks er tussenin.
'Uitstekend' als het Koerden waren, ben ik geneigd te denken, 'zwak'
als het Turken waren. Niet dat regisseur Miraz Bezar in 'Min Dit' een
standpunt inneemt. Integendeel: hij doet geen enkele uitspraak over
wie goed of fout is in de oorlog; zijn film is een aanklacht tegen
het oorlogsgeweld in het algemeen.
Ik sta nogal huiverachtig
tegenover films met kinderen in de hoofdrol omdat kinderen meestal
niet 's werelds beste acteurs zijn, maar de twee hoofdrolspelertjes
in 'Min Dit' leveren een ronduit schitterende prestatie af. Gülistan
en Firat zitten op de achterbank van de auto wanneer voor hun ogen
hun vader en moeder doodgeschoten worden door een Turkse
privémilitie. Plots staan ze helemaal alleen in het leven. Of
nee, niet alleen. Er is ook nog het schreiende babyzusje in de handen
van de vermoorde moeder.
De film gaat over het lot
van ouderloze oorlogskinderen. Het is geen kinderfilm (terecht dat
Open Doek hem bij 'Stories' catalogeerde en niet bij 'Kidz'), maar
ook geen oorlogsfilm. Het geweld is zeer nadrukkelijk aanwezig, maar
wordt nooit getoond. Dat is op zich al een sterke zet van de
regisseur. Bij mij heeft dit sluimerend, immer aanwezig, maar nooit
in beeld gebracht geweld in elk geval een veel grotere impact dan een
streep bloed op het scherm. Het dringt veel dieper door. 'Min dit'
laat niemand onberoerd.
Neem daar nog bij dat
'Min Dit' een vernuftige, erg realistische en geloofwaardige
ontknoping kent. De moordenaar van Gülistan en Firat ontloopt
zijn straf niet. Een film met een happy end, dus? Neen, zo simpel is
het ook weer niet. Want zelfs al alle geweren zwijgen, zijn de
problemen van de door het leven getekende oorlogskinderen niet
opgelost.
Machtig mooie film. Een
van de beste die ik dit festival gezien heb. Van mij zou hij een
'uitstekend' gekregen hebben als ik mijn blad niet had afgegeven aan
een Koerd of een Turk.
Filipijnse seks
Filipijnse seks: we
kunnen ons daar niet veel bij voorstellen. Toch wordt het al jaar en
dag gedaan. Anders waren er allang geen Filipino's meer geweest. Om
mezelf in te wijden in de materie ben ik vrijdagavond naar 'Boatman'
gaan kijken. Een erotische film uit 1984 waarover nu in de Filipijnen
nog altijd schande gesproken wordt. Noem het de 'Turks fruit' van de
Filipijnen.
Felipe wil hogerop in het
leven. Hij is het beu om voor een schamel loon toeristen te vervoeren
in zijn bootje. Hij gaat in Manila zijn geluk beproeven en komt daar
terecht in de seksindustrie. Het geldt verblindt hem en doet hem
steeds meer grenzen overschrijden en daar komen de nodige vodden van.
Het verhaal heeft
tweehonderd keer meer om het lijf dan een doorsnee seksfilm en de
film overstijgt ook zonder enige twijfel dat niveau. De dramatische
en zelfs spannende verhaallijn zou je zelfs even kunnen ontroeren,
ware het niet dat er zo tenenkrullend slecht geacteerd werd.
"Da's typisch voor
deze bombafilms, die in de jaren tachtig razend populair waren in de
Filipijnen", legde Marc Boonen me achteraf uit. "Vergis je
niet. De acteurs zijn in eigen land supersterren. Maar
mensen kijken ginder op
een andere manier naar film en er wordt dus ook op een andere manier
geacteerd. Je kunt het een beetje vergelijken met de Bollywoodfilms.
Het is de taak van een breed programmerend filmfestival om ook eens
een film uit zo'n ongekend genre te tonen."
Daar kunnen we in komen.
Wij, Europeanen, zijn allergisch voor overacting, maar dat is
inderdaad lang niet overal in de wereld zo. Point taken.
Waar we het een stuk
moeilijker mee hadden, waren enkele van de seksstandjes die
uitgebreid getoond werden. Dat de 'Around the world' in de praktijk
uit te voeren is, wil ik met veel goeie wil nog geloven. Maar de
'Ferris wheel' is volgens mij en volgens iedereen die ik het gevraagd
heb, simpelweg ondoenbaar. Alleen Marc Boonen maakte enig voorbehoud.
Pas op Jan Klaasen, achter u!
Het kan niet altijd feest zijn. Ik vond
'White material' geen goeie film. En daarmee bedoel ik dat ik het
niet geloofde. Als je 102 minuten lang de Franse eigenares van een
Afrikaanse koffieplantage volgt, die moedig probeert te redden wat er
te redden valt en die weigert op de vlucht te slaan voor het alsmaar
toenemende oorlogsgeweld, dan zou je normaal gesproken begrip moeten
kunnen opbrengen voor haar situatie en voor haar standpunt. Haar
verhaal zou in de loop van de film ook het jouwe moeten zijn. Je zou
onder haar huid moeten gekropen zijn.
Maar niks hoor, wel integendeel. Ik heb
de hele film gedacht: "Maar mens, ga nu toch lopen!" Bijna
heb ik dat zelfs geroepen. Zoals vroeger met de poppenkast: "Pas
op, Jan Klaasen, achter u!" Maar ik heb het niet gedaan. Ik was
blij dat ik het na een uur en drie kwartier uiteindelijk zélf
kon afbollen.
Jammer, maar niet getreurd. Op naar de
volgende.
Met rum
Bart Gaublomme vermoedt dat de
appel-rabarbersap nog beter is als je er rum bij kapt. Ik heb er al
dagen over nagedacht en ben, na eliminatie van alle alternatieven,
tot de conclusie gekomen dat er maar één manier is om
erachter te komen.
Lebanon
De geniaalste vondsten
zijn bijna altijd heel simpel. Hoe kun je de beklemmende sfeer in een
legertank filmisch beter weergeven dan de volledige film in de tank
zelf te draaien? Het enige wat je in 'Lebanon' van de buitenwereld te
zien krijgt, zie je door het vizier van het kanon.
In de tank zitten vier
soldaten die absoluut niet klaar zijn voor de opdrachten die ze
krijgen. De commandant heeft geen gezag, de schutter heeft nog nooit
op een levend wezen geschoten, de chauffeur panikeert bij de minste
tegenslag, ... De film maakt al snel duidelijk dat niets zo onveilig
is als 'veilig in een tank zitten'. Je zit tussen vier stalen platen,
je hebt geen flauw benul van wat er rond je gebeurt, je bent
overgeleverd aan info die je via de radio krijgt, maar hoe
betrouwbaar is die?
'Lebanon' doet nauwelijks of niet onder
voor de legendarische en al even claustrofobische film 'Das boot' uit
1981. Indrukwekkend.
Contact
1964. Australië test
enkele raketten, die moeten dienen om satelieten te lanceren. De
raketten zullen worden afgeschoten in Woomera en boven een verlaten
woestijn in het westen van Australië tot ontploffing worden
gebracht.
Iedereen gaat ervan uit
dat de woestijn verlaten is, maar er wordt voor alle zekerheid een
delegatie op uitgestuurd om eventueel nog mensen te evacueren. Wat
dan gebeurt, is nauwelijks te omschrijven. Enkele wetenschappers
stoten tot onverwacht en onvoorbereid op een groep van twintig
Martu-aboriginals. Een cultuurschok kan onmogelijk nog groter zijn:
een gemeenschap die letterlijk nog in het stenen tijdperk leeft komt
in contact met raketgeleerden. De Martu's hebben nog nooit een
whitefella gezien. En waarom dragen die whitefella's 'schotels'
(hoeden) op hun hoofd? En vanwaar komen die 'bewegende rotsen
(vrachtwagens) die zoveel lawaai maken? Van de ene seconde op de
andere belanden de Martu's van de prehistorie in de twintigste eeuw.
De verbijstering! De doodsangst! De Martu's zetten het op een lopen,
want de whitefella's met hun bewegende monsters kunnen niet anders
dan menseneters zijn. Mensenetende duivels.
Ik heb zelden -of nooit?-
een straffere documentaire gezien. Alsof het verhaal op zich nog niet
boeiend genoeg zou zijn, worden deze waar gebeurde feiten ook nog
eens geïllustreerd met authentiek film- en fotomateriaal uit
1964, met getuigenissen van Yuwali en Thelma, die nu zestigers zijn
maar 17 en 8 jaar oud waren toen zij door de blanken werden
'ontdekt', en met verklaringen van de wetenschappers die 46 jaar
geleden plots oog in oog stonden met de Martu's.
De werkelijkheid
overtreft soms de verbeelding. Deze documentaire bewijst dat nog maar
eens.
30-04-2010
Krabben vangen
Het is puur toeval, maar
dit jaar zie ik de helft van de competitiefilms. Andere jaren zijn
het er altijd minder geweest. 'Lola' heb ik al gezien, 'The loners',
'Kinshasa Symphony' en 'Dawson, Isla 10' ook. 'El vuelco del
cangrejo' ('de krabbenval') is de vijfde en voorlaatste
competitiefilm waar ik naar ga kijken. 'Harragas' zie ik morgen nog.
'El vuelco del cangrejo'
kon me wel bekoren, moet ik zeggen. 't Is een film die bol staat van
de symboliek en nauwelijks een verhaal vertelt. Een vreemdeling
belandt in een vissersdorp, waar de rust en de traditionele manier
van leven worden verstoord door een hotel met discobar. De
vooruitgang is niet te stoppen, zo blijkt. Zelfs niet in een
afgelegen vissersdorp in Columbia. Maar of het leven er beter op
wordt, is maar de vraag. Het dorpje krijgt voor het eerst
elektriciteit, maar dat brengt meer ellende dan wat anders met zich
mee. Een blanke man ruikt geldt en wil een hotel en discobar met
zicht op zee openen. De muziek knalt al door de boxen en in het
plekje waar eeuwenlang alleen het fluiten van de vogels en het ruisen
van de zee te horen was, valt dat niet in goede aarde. Leve de
moderniteit!
We volgen de oplopende
spanningen tussen de oudere dorpsbewoners en de nieuwe hotelbaas door
de ogen van een toerist. Een goede vondst van de regisseur. Want als
toerist kan je wel zien wat er gebeurt, je kan zelfs partij kiezen,
maar je kan niet tussenkomen omdat je toch een buitenstaander bent en
blijft.
De toerist wil weg uit
Columbia. Het kan hem niet schelen waarheen, als het maar weg is van
al die problemen die hij toch niet kan oplossen. Maar hij zit
gevangen. Hij kan alleen per boot weg, en die wil maar niet komen.
Zoals een krab weerloos is als ze op haar rug ligt en moet wachten op
een golf om overeind te kunnen komen, zo moet de toerist zijn tijd
maar zien te verdoen in een levenloos dorp, wachtend op een boot.
Goed gedaan, deze film.
Een verhaal over niks, op het eerste gezicht. Maar als je beter kijkt
een verhaal over migratie, over criminaliteit, over alcoholisme,
over de strijd tussen het traditionele en moderne leven en over
rassenconflicten,... kortom: over alles wat er gaande is in Columbia.
Kippenvel
'Dawson, Isla 10' speelt
zich af in 1973. Het leger van Pinochet heeft net een staatsgreep
gepleegd en president Allende van de troon gestoten. Er vallen veel
doden, onder wie Allende zelf. Wie de coup overleeft, komt op Dawson
terecht: een eiland in het barre en ijskoude Patagonië. Het
einde van de wereld. Het Siberische alternatief voor Chili. Het
strafkamp -ontworpen door nazivluchteling Walter Rauff- op Dawson
heeft maar één doel: de gevangenen breken tot op het
bot, op geestelijk en lichamelijk vlak. Bij aankomst begint het al:
de gevangenen verliezen hun identiteit. Ze krijgen een nieuwe naam:
die van de barak waarin ze moeten slapen en een volgnummer.
De voormalige minister
van mijnbouw Sergio Bitar -de man leeft nog steeds, hij is bijna 70-
kreeg de naam 'Isla 10'. Hij overleefde het concentratiekamp en begon
meteen na zijn vrijlating aan een boek over het leven op Dawson
Island. Opdat die geschiedenis nooit meer doodgezwegen of vergeten
zou kunnen worden.
Beklijvende cinema, met
op het einde een kippenvel-lied met de letterlijke tekst van een
speech van Allende. Zo mooi dat ik bij thuiskomst direct heb
gegoogeld om dat nummer terug te vinden. Zonder resultaat.
Doodjammer.
Humor
Cynische humor, ik hou er
wel van. En Rik Mercelis, gitarist van Eddy en de Schellekens,
blijkbaar ook. "Véél plezier met deze film'
fluisterde hij me toe in zaal 8, waar "Dawson, Isla 10"
begon: een film over een concentratiekamp in Chili, gebaseerd op
waargebeurde feiten.
29-04-2010
Niet zomaar een gevangenisfilm
Bloggers hebben glijdende
uren. Dat heeft het grote voordeel dat je 's nachts al eens zwaar in
de Gageleer kan vliegen zonder dat je 's morgens moet vrezen dat Marc
Boonen aan de lijn hangt om te vragen waar je artikel blijft.
Gisteren was het van dattum. Te veel Gageleer en te weinig karakter:
een dodelijke combinatie. Maar het gaat al beter, dank u. Er is niet
eens een Dafalgan Forte bij te pas moeten komen. Een boterham met
Camembert en appel-rabarbersap in Kaffee Kopenhagen volstond. En het
zien van een goeie film kan natuurlijk ook nooit kwaad.
'The loners' is veel meer
dan zomaar een gevangenisfilm. Twee Russische soldaten in het
Israelisch leger belanden in de cel omdat ze ervan worden verdacht
wapens te hebben verkocht. Alsof dat nog niet erg genoeg is, is een
van de geweren terechtgekomen bij de Palestijnse militante
verzetsbeweging Hamas, die het gebruikte voor een aanslag waarbij
vijf Israelische slachtoffers vielen.
De Russische vrienden
gaan van de ene seconde op de andere van hemel naar hel. Terwijl ze
wilden strijden en vechten voor hun vaderland, worden ze nu plots
beschuldigd van landsverraad. Ze doen alles om aan hun lot -een
strenge veroordeling voor een burgerlijke rechtbank- te ontkomen,
maar bij elke stap die ze zetten, werken ze zichzelf dieper in de
miserie, tot er zelfs in de verste verte geen uitweg meer te zien is.
Schitterende film, mooi
-op waargebeurde feiten gebaseerd- verhaal, prachtig uitgetekende
karakters van de hoofdpersonages. Ja, 'The loners' is veel meer dan
zomaar een gevangenisfilm. Of had ik dat al gezegd?
Correctie
Ik vind het altijd erg
moeilijk om films te beoordelen meteen nadat ik ze gezien heb. Soms
moet een film de tijd krijgen om te bezinken. Soms gaat-ie een eigen
leven leiden, lang nadat je hem gezien hebt. Bij middelmatige of
slechte films heb je dat niet. Die ben je na een dag al vergeten.
Goeie films spoken rond in je hoofd. Blijven even nazinderen.
Vandaag heb ik gemerkt
dat dat het geval is met de film 'Honey' die ik gisteren heb gezien.
Die is blijven hangen. Mag ik bij deze mijn recensie van gisteren nog
corrigeren en mijn fout rechtzetten?
Ik, de ondergetekende
Roel Sels, verklaar bij deze officieel dat ik de film 'Honey' niet
middelmatig vind, maar goed. En nu ik toch bezig ben met correcties:
ik verklaar ook dat festivalmeter Tine Van den Brande niet lichtjes
beneveld was na de openingsreceptie, maar bloednuchter. Tot slot wens
ik ook officieel mede te delen dat je niet alles moet geloven wat ik
zeg. Wie dat nog niet wist, weet het nu.
Leve de vrolijkheid
"Vrolijker word je
er niet van, van die films van Open Doek. Ze hebben bijna nooit een
happy end". Het is een opmerking die je vaak hoort. Ze is niet
onterecht, maar moet toch wel genuanceerd worden.
Ten eerste snap ik de
kritiek niet. Heel de wereld houdt van tearjerkers. Hoe meer
zakdoeken er bovengehaald moeten worden, hoe beter de film. Er mag
een hele film lang gesnotterd en gebleit worden, als het maar niet op
het einde is. Dan moet alles ineens wel koek en ei zijn.
Ten tweede vind ik de
kritiek niet echt kritiek. Geef mij maar een tragisch einde of een
'open einde' in plaats van een geforceerd en ongeloofwaardig happy
end dat er nog snel aan gebreid werd omdat het nu eenmaal zo hoort.
In het dagelijks leven is het ook niet altijd dolle pret, en voor
mijn part mag een film daar gerust een weerspiegeling van zijn. De
harde realiteit hoeft niet altijd verbloemd te worden met een
'en-ze-leefden-nog-lang-en-gelukkig'-slot. Bovendien kan je het
regisseurs moeilijk kwalijk nemen dat ze via het medium film
wantoestanden in hun land onder de aandacht willen brengen.
Maar ik laat me afleiden.
Wat ik eigenlijk maar wilde zeggen, is dat in het Open Doek-aanbod
ook een hoop films zitten waar je wél vrolijk van wordt.
'Unmade beds' is er zo eentje. Een jonge knaap gaat op zoek naar zijn
vader en komt in een feestende jongerengemeenschap terecht in
bruisend Londen.
Leuk, fris, speels, jong,
vrolijk. Genieten van begin tot eind. Een feelgoodmovie volgens het
boekje. En weet je wat je dan meemaakt? Dat je bij het verlaten van
de zaal beseft dat het al een halve eeuw geleden is dat je zelf nog
zo zorgeloos feestend door het leven ging en dat je een ouwe knar
bent geworden. Eigenlijk word ik van die feelgoedmovies véél
slechter dan van die dieptragische verhalen.
Dag van de middelmaat
Maandag is de dag van de
middelmaat geworden. Drie films heb ik gezien, toevallig allemaal in
dezelfde zaal. Ik heb vandaag meer tijd doorgebracht in Zaal 6 van
Utopolis dan thuis. Eerst 'Liberté', dan 'Rabia' en tot slot
'Honey'.
Drie goeie films. Niet
minder maar ook niet meer dan dat. Daarmee bedoel ik dat ik geen
spijt heb dat ik ze gezien heb, maar dat ze niet in mijn geheugen
gegrift staan als memorabele prenten. 'Honey' van de Turk Semih
Kaplanoglu kwam wellicht nog het meest in de buurt. Het is een
bijzonder trage film en daar hou ik wel van. Niet alleen ontbreekt
elke vorm van actie, er is bovendien ook geen filmmuziek om de
beelden te ondersteunen. Een film in al zijn naaktheid, dus. Niet
geschikt voor iedereen. Je moet daar voor open staan, vandaar dat de
Open Doekers er ook de kwalificatie 'discovery' aan gegeven hebben.
'Film voor gevorderden', vrij vertaald.
'Honey' kwam wel degelijk
in de buurt van een fantastische film, maar voor een film die het
vooral moet hebben van de prachtige beelden had ik net iets meer ...
euh ... prachtige beelden verwacht. En dan heb ik het over de
indrukwekkende Turkse natuur. Die kwam wel aan bod, maar niet
nadrukkelijk genoeg. Er werd naar mijn goesting te veel binnenshuis
en in de school gefilmd en te weinig buiten.
Het zal wel aan mij
liggen. Te veel in de school, te weinig buiten. Dat vond ik vroeger
ook al.
27-04-2010
Toeristen en kenners
Maandag. Een speciale
dag. Vandaag krijgt Open Doek een ander karakter. Het wordt niet
beter of slechter. Het wordt gewoon anders. Het openingsweekend zit
erop. De bezoekersaantallen worden, op de schoolvoorstellingen na,
zowat gehalveerd. Met een beetje zin voor overdrijving zou je kunnen
zeggen dat de weekendtoeristen weg zijn en dat de cinefielen
overblijven. De sfeer verandert daardoor lichtjes. Wie op een
zaterdagavond naar de film komt, heeft niks anders omhanden. Wie op
een dinsdagnamiddag naar de film gaat, heeft een missie. 't Is een
ander niveau van beleving. Maar er zijn meer verschillen. De
filmtoerist opereert doorgaans in groepjes van vier, de filmkenner is
alleen of per uitzondering met twee. De filmtoerist maakt er na de
film een gezellig onderonsje van met zijn vrienden; de filmkenner
blijft gefocust, in afwachting van zijn volgende film. De kenner
vindt pas rust na de laatste vertoning van de dag en is te moe om dan
nog lang te blijven hangen. Filmtoeristen begroeten mekaar hartelijk,
filmkenners geven mekaar beleefde knikjes van herkenning. Wie de
bezoekers van Open Doek even gadeslaat, kan ze er zo uithalen: de
toeristen en de kenners. En dat leidt onvermijdelijk tot
misverstanden. Want er zijn altijd uitzonderingen die de regel
bevestigen: ik, bijvoorbeeld. Ik ga heel graag op een doordeweekse
namiddag naar Open Doek. Maar dat maakt van mij nog geen filmkenner.
Ik ben gewoon een filmtoerist met veel tijd, al zal je dat aan mij
niet zien: ik laat me de beleefde knikjes van herkenning welgevallen
en knik hoffelijk terug.
26-04-2010
Ode aan de vreugde
Een mens maakt keuzes in
zijn leven. Soms de juiste, soms de verkeerde. Tot op het laatste
moment heb ik getwijfeld of ik zondag om halfzes naar 'From a
whisper' zou gaan of naar 'The loners'. Het verhaal van 'The loners'
sprak me meer aan, maar als onvoorwaardelijk Afrikaliefhebber koos ik
uiteindelijk toch voor het Keniaanse alternatief. En daar heb ik nu
spijt van, want ik vond 'From a whisper' 'gene vette' om het maar
eens veel te bruut te zeggen, want zo erg was het nu ook weer niet.
Ik denk gewoon dat 'The loners' beter was geweest, valla. Kiezen met
het hart en niet met het hoofd: het is wel dapper, maar veel schiet
je er niet mee op. Die les heb ik ooit nog eens gehad, maar ik was ze
alweer vergeten. Een mens leert nooit.
Niet getreurd overigens,
want om acht uur zag ik een documentaire waar ik zo vrolijk van werd
dat ik nog dagen fluitend door het leven zal gaan. 'Kinshasa
Symphony' is zo opgewekt, relativerend, frivool, humoristisch en
hoopgevend dat je er met plezier een zonnige lenteavond voor
opoffert. De camera volgt het 'Orchestre Symphonique Kimanguiste' in
Kinshasa. Het orkest bereidt zich voor op de grootste happening uit
zijn geschiedenis: een openluchtconcert in thuishaven Kinshasa voor
enkele duizenden bezoekers.
De repetities verlopen
niet van een leien dakje. De violist is tegelijkertijd de electricien
die zijn instrument moet weg zetten als de stroom weer eens uitvalt.
De orkestleider -een autodidact die nooit muziek gestudeerd heeft-
maakt en herstelt zelf instrumenten, maar is het beu om gaten in een
contrabas te moeten dichten met stopverf. En violen met remkabels van
fietsen klinken niet zo goed als violen met échte snaren. De
koorleden hebben het al niet makkelijker. Waar haal je de kracht
vandaan om 's avonds te gaan zingen als je vijftien uur gewerkt hebt,
je uitgemolken wordt door je huisbaas en je je zoontje naar het
ziekenhuis hebt gebracht voor een herniaoperatie?
Toch is het niet de
armoede die regeert, maar de hoop en de vastberadenheid om er ondanks
alles iets van te maken. Op en top Afrikaans is dat. Als er problemen
zijn, moet je er niet over zagen; je moet ze oplossen. Met de
middelen die je hebt, ook al zijn er dat bijna geen.
Regisseur Claus Wishmann
volgt vooral het instuderen van de Negende Symfonie van Beethoven.
Dat zal wel een bewuste keuze geweest zijn, want de Negende is de
'Ode aan de vreugde'. Een toepasselijker lied was voor deze film
simpelweg niet denkbaar. Hoewel de orkestleden die logica niet
volgen; maak je geen illusies. Of zoals een van de koorleden het
treffend formuleert: "Ze noemen de Negende Symfonie van
Beethoven een 'Ode aan de vreugde'. Ik vind het gewoon een schoon
liedje."
25-04-2010
Een kwestie van doseren
Zondag 25 april. De
langste dag van het festival. Wie zin heeft om zich eens goed te
laten gaan, kan vandaag zes films zien: om halfelf, halftwee,
halfvier, halfzes, acht en halfelf. Ik ken niemand die dat doet. Vier
wel. Da's voor zo ver ik weet het record.
Zelf hou ik het bij twee
films. 'From a whisper' om halfzes en aansluitend 'Kinshasa Symphony.
Afrika boven, vandaag! Joepie!
Ik zou er gemakkelijk nog
een derde filmpje kunnen bijnemen, maar ik doe het niet. Een
tiendaags festival is een beetje zoals een wielerklassieker van bijna
300 kilometer. Je moet doseren. Niet te veel krachten verspelen in
het begin. 't Is nog lang. Wie na tien dagen Open Doek zegt dat hij
toch wel blij is dat het gedaan is, heeft het volgens mij niet goed
aangepakt: te enthousiast geweest in het begin en nadien leeggelopen
als een platte 'tuup'.
Alleen de organisatoren
en de vrijwilligers mogen op zondagavond 2 mei moegestreden zeggen
dat ze content zijn dat het erop zit. De rest heeft geen recht van
spreken.
Argentijnse normen
Ik heb nog nooit een
slechte Argentijnse film gezien. Je kunt dat toeval noemen, maar daar
geloof ik niet in. Er is altijd wel iets dat de Argentijnse film
verheft tot een ferm stuk boven de middelmaat: als het niet de
overweldigende natuur is (de pampa's, de Andes, het regenwoud, Buenos
Aires, Patagonië, ...) dan is het wel de passionele muziek of de
tragische recente geschiedenis (de gevluchte nazi's, de dictatuur, de
Falklandoorlog, de Dwaze Moeders, Evita Perron, de economische
crisis, ...).
In Argentinië liggen
de dramatische verhalen, de zwoele muziek en de schitterende beelden
zomaar voor het oprapen. Ik denk dat zelfs Jan Verheyen daar een
goeie film zou kunnen maken, al steek ik er mijn hand niet voor in 't
vuur.
Ik heb al jaren de
gewoonte om naar elke Argentijnse film te gaan kijken die Open Doek
programmeert en daar wijk ik op dit festival niet van af. 'El secreto
de sus ojos', 'La cantate de tango' en 'El último verano de la
boyita' staan dus op het menu.
Daarnet heb ik 'El
secreto de sus ojos' gezien, over hoe een misdaad als een rode draad
door een (liefdes)leven kan lopen. Goed gevonden, die dubbele bodem,
want het maakt van 'El secreto' een thriller en een romantisch drama
tegelijkertijd.
Knappe film, sterk
geacteerd, mooi verhaal, verrassend slot... Naar Argentijnse normen
mag deze film van mij een 7 op 10 krijgen. En voor u gaat denken dat
ik niet bijzonder gul ben met mijn punten ... omgerekend naar de
normen die in de rest van de wereld gelden, is dat 9,5 op 10.
Onvoorziene omstandigheden
Wat een festivalbezoeker
al niet lijden kan. Het filmfestival is nog geen volledige dag bezig
en mijn minutieus uitgestippelde filmschema kan al integraal naar de
prullenmand.
Om halfzes naar de film
gegaan. Niet gezien dat er een zaalwissel was. In de verkeerde zaal
gezeten. Naar buiten gewandeld. Juiste zaal binnen gelopen. Te laat
gekomen. Terug buiten gelopen. Filmticketje gehaald voor een film om
acht uur. Frietje gaan eten.
En gelieve nu even goed
op te letten. Omdat ik door deze onverwachte omstandigheden vanavond
om acht uur 'El secreto de sus ojos' zal zien, kan ik die film
donderdagavond van mijn lijstje schrappen. En omdat ik donderdag niet
naar 'El secreto de sus ojos' moet, kan ik dan wél naar
'Lebanon' gaan kijken, die ik eigenlijk voor woensdagavond had
gepland. En omdat ik woensdagavond niet naar 'Lebanon' moet, kan ik
dan naar 'Dawson 10'. Volgt u nog? Goed, we zijn er bijna. Omdat ik
woensdagavond naar 'Dawson 10' kan, hoef ik die zondagnamiddag om
halfvier niet te zien. En als ik zondagnamiddag niet naar de cinema
moet, kan ik thuis naar Luik-Bastenaken-Luik kijken.
Heerlijk, die onvoorziene
omstandigheden die zo af en toe opduiken tijdens het filmfestival.
24-04-2010
Niet zo Brillante Mendoza
Zaterdagnamiddag. Het is lente in Turnhout. De zon schijnt, de vogels fluiten, de kat is krols en de buurman maait met een gezonde dosis tegenzin, maar onder goedkeurend oog van zijn vrouw, het gras. Er zijn, kortom, een heleboel dingen om vrolijk van te worden. En toch ga ik mijn tijd verdoen in een pikdonkere cinemazaal. Je moet er niet gek voor zijn, maar het helpt wel. De prent die ik zal zien, is 'Lola' van Brillante Mendoza. Geen familie trouwens van Andres Mendoza, de vroegere linksbuiten van Club Brugge die tot groot ongenoegen van alle spelers en supporters een heel seizoen stond te neuspeuteren op de linkerflank om dan -juist als zijn C4 in de enveloppe werd gestoken- met buitenkantje links een bal in de rechterwinkelhaak te jassen tegen AC Milan. Even getalenteerd is-ie wel, naar 't schijnt, die Brillante Mendoza. Maar dus geen familie. 'Lola' is een film over twee hoogbejaarde vrouwen en alsof dat nog niet genoeg is, regent het nog de helft van de tijd oudewijven ook. Het verhaal op zich deugt wel: twee oma's proberen om te gaan met hun verdriet en verder te gaan met hun sombere leven in de sloppenwijken van de hoofdstad. De ene zoekt geld om haar vermoorde kleinkind een menswaardige begrafenis te kunnen geven. De andere heeft geld nodig om haar kleinzoon, die de moord pleegde, vrij te krijgen en de nabestaanden van de slachtoffers te vergoeden. Mendoza neemt geen standpunt in en registreert beide verhalen objectief. De film is bijna een documentaire. Maar naar mijn gevoel net iets té. Net iets te traag. Een net iets te zenuwachtige handcamera. Net iets te veel 'Het Leven Zoals Het Is'. Net iets teveel regen. Of net iets teveel oudewijven in het algemeen. Enfin: niet helemaal mijn ding dus, deze film, maar laat dat je vooral niet afschrikken. Ik heb nog minder verstand van film dan van voetbal. En nu we het daar toch over hebben: Andres Mendoza was geniaal, maar hij koos zijn momenten zorgvuldig. Ik denk dat het ook voor Brillante geldt. Trouwens: kan iemand mij vertellen waarom deze film 'Lola' heet?
Vriend van Zrinka
Als eerste daar en als laatste terug buiten: de openingsreceptie van Open Doek was in orde. Er was veel schoon volk, drank genoeg en navenant geen zatlapperij. Zelfs Jos Geysels en Tine Van Den Brande geraakten nog veilig de trappen af, toen ze om een uur of twee de tent verlieten; de hoofden rechtop, maar lichtjes beneveld. Tine vertrouwde de zaak toch niet helemaal, zag ik. Ze was Kaffee Kopenhagen (de officiële naam van het festivalcafé) nog maar net buiten en ze vroeg een pitstop. Even van schoenen wisselen voor ze de trap af ging. De hoge hakken uit, de botinnen aan. Ik zou nu grapjes kunnen maken over Botinne Van Den Brande, maar ik ga dat niet doen. De bevallige meter van het festival verdient beter. Laat ik het dus maar over de openingsfilm hebben. 'Na putu' heette die en de regisseuse kwam vóór de film vertellen dat dat 'Onderweg' betekent. En na de film zong ze een liedje. Om eerlijk te zijn, hou ik mijn hart altijd vast bij die openingsfilm van Open Doek. Logisch ook: de overige negen festivaldagen kies je je films zelf uit, maar op de openingsavond moet je eten wat de pot schaft. En dus valt het altijd maar af te wachten of de door de organisatie uitgekozen openingsfilm jou iets zal zeggen. Geloof me: het is ooit anders geweest, maar dit jaar vond ik de openingsfilm bijzonder goed. Ik ben absoluut geen filmkenner (ik vraag me nog altijd af waarom ze mij gevraagd hebben om een filmblog te schrijven), maar dat is het nu juist. Als zelfs een compleet filmanalfabeet als ik kan zien dat er werkelijk onwaarschijnlijk goed geacteerd wordt, dan wil dat iets zeggen. Hoofdrolspeelster Zrinka Cvitesic (leve Google) was verdorie straf. De rest van de cast trouwens ook, maar vooral Zrinka -ik mag Zrinka zeggen- blies me zowat van mijn sokken. Een karakteractrice van amper 30 jaar oud; ik heb nooit geweten dat dat bestond. Ik dacht dat je daar rimpels voor moest hebben. Ik zou ook nog kunnen schrijven over het aangename tempo van de film, over de mooie beelden en over de thematiek. Maar ik ga dat niet doen. Een mens moet prioriteiten stellen. Ik ga Facebooken. Vriend worden van Zrinka Cvitesic.