Ik heb twee cd's gekocht van John Prine, een krasse zestiger uit Illinois. Niet dat ik erg vertrouwd was met zijn werk, maar als Bob Dylan en Johnny Cash hem ooit omschreven als de beste tekstschrijver die ze kennen, en als Roger Waters (Pink Floyd) hem samen met Neil Young en John Lennon in zijn top-drie aller tijden zet, dan was het de hoogste tijd om zelf ook eens kennis te maken met John Prine, dacht ik zo. Om me enig idee te kunnen vormen over 's mans carrière kocht ik zowel een verzamelcd als de recentste cd van Prine (ondertussen ook alweer bijna 4 jaar oud. Hij is geen veelschrijver). De cd's zijn beide bijzonder goed. Dat zijn jongste cd niet eens onder doet voor zijn best of, bewijst bovendien dat de singersongwriter het singersongwriten nog lang niet verleerd is. En ik begin ook te snappen waarom hij door the incrowd zo op handen gedragen wordt. Er zijn inderdaad maar héél weinig mensen die in een paar lijnen een heel verhaal kunnen vertellen. En ik ken al helemaal niemand die daar dan nog de nodige humor in kan verwerken. Bij Prine lijkt het allemaal vanzelf te gaan. En misschien is dat ook wel zo. "Ik ga nooit op zoek naar nieuwe songs. Ik wacht gewoon tot zij naar mij komen", zei hij ooit. Ik denk dat alleen echte genieën zich die luxe kunnen permitteren. Prine is er onmiskenbaar een. Simpel, spits, to the point en grappig... Prine is het meestal allemaal tegelijk. Bijvoorbeeld in deze passage uit "Some humans ain't human" (een van de heel weinige protestsongs van John Prine): Have you ever noticed when you're feeling really good There's always a pigeon that 'll come shit on your hood Or you're feeling your freedom and the world's off your back Some cowboy from Texas starts his own war in Iraq. Legendarisch is trouwens de manier waarop Prine in de muziekbusiness rolde. Omdat hij een hekel had aan optreden, wilde de jonge postbode Prine eigenlijk alleen maar liedjes schrijven voor anderen. Tot hij, eind jaren zestig, aanwezig was op een talentenjacht en hij zijn ongenoegen liet blijken over een optredende artiest. Die vroeg hem prompt of hij het misschien beter kon. "Ja", zei John Prine. Hij stapte het podium op en deed zijn ding. Een aanwezige krantenjournalist prees hem de dag nadien de hemel in. De rest is geschiedenis.