Het was een tamme bedoening, David Byrne op de Lokerse Feesten. Blij dat ik hem (eindelijk) eens gezien heb, dat wel. In de jaren tachtig, toen ik The Talking Heads redelijk fantastisch vond, was het me nooit gelukt om Byrne en de zijnen aan het werk te zien. Geen geld, geen tijd of geen goesting: 't was altijd wel iets. Als The Talking Heads kwamen, was ik er niet. Maar zie: alles komt terug. Meer dan twintig jaar na de split van The Talking Heads is meneer Byrne ineens weer dikke vriendjes met Brian Eno en is hij bereid om Talking Heads-nummers op te nemen in de liveset. 't Is te zeggen: hij put alleen materiaal uit de platen die door Brian Eno werden geproduced. De rest laat hij links liggen. In de praktijk betekent dat dat Byrne wel 'Take me to the river', 'Heaven', 'Once in a lifetime', 'Burning down the house', 'I Zimbra en 'Life during wartime' op het publiek loslaat, maar dat de klassiekers 'Psycho killer, 'Slippery people', 'Road to nowhere', 'And she was', 'Nothing but flowers', 'Wild wild life' en 'Hey now' in de gitaarkoffer blijven steken. Een artiest die uit pure koppigheid rechtszaken begint tegen zijn oude bandleden en als gevolg daarvan zijn beste nummers niet speelt: een concert wordt daar niet beter van. Waar een concert óók niet beter van wordt: dansers! Een stuk of vier muzikanten vooraan op een podium -zo dicht mogelijk tegen het publiek- en een drummer daarachter: dat volstaat ruimschoots om een publiek bij de ballen te pakken. Meer moet dat niet zijn. Meer mág dat niet zijn, zelfs. Het bewijs werd gisteren geleverd. Voeg aan gelijk welk concert, hoe goed het ook is, drie molenwiekende, flikflakkende en haasje-over-springende dansers toe en je staat ernaar te gapen als een koe naar een trein. De 'power' die van de muziek uitgaat, is meteen weg. Moderne choreografie en popconcerten: het slaat als een tang op een varken. Gevolg: de helft van het David Byrne-concert deed me helemaal niets en bij de andere helft heb ik ter goedkeuring braaf met het puntje van mijn schoen het ritme meegetikt. Maar bij de ballen heeft David Byrne me niet genomen gisteren. Verder dan het puntje van mijn schoen is hij niet gekomen. Geen reden tot paniek, overigens. Ik leg thuis de platen nog wel eens op.