6e plaats in criterium Hageland&Haspengouw 10e plaats in criterium op piste (Alleur)
Podiumuitslagen - Gert - 2009:
1e in Hensies 2e in Ans - Alleur * Zilveren medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste 3e in Rochefort 3e in Chaumont-Gistoux
19e plaats in de eindstand ECW 2e plaats in criterium op piste (Alleur-Rochefort) ............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2010:
1e in Bellecourt 2e in Familleureux 2e in Ghlin 3e in Fraire ............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2011:
1e in Ghlin 2e in Pommeroeul 2e in Hensies 3e in Grandmetz 3e in Hensies 3e in Châtelineau ..............................................................................
Podiumuitslagen - Gert - 2012:
1e in Gages 1e in Seneffe 2e in Ransart 2e in Anderlues 3e in Chée-Notre-Dame 3e in Ans - Alleur * Bronzen medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste
Podiumuitslagen - Gert - 2013:
1e in Gaurain .. 3e in Grâce-Hollogne 3e in Emptinne 3e in Seneffe 3e in Ans - Alleur * Bronzen medaille - Masters B * Luiks kampioenschap op de piste
Wielersite, verhalen en bedenkingen bij de avonturen van 2 renners, de ene jong, de andere al wat ouder. --- Give it 100% or give it up ---
13-07-2009
Bouchons rustiques
Van de Belgische files is hier geen sprake maar toch bestaat ook hier het fenomeen ..... Eén van de genoegens van rondtoeren door het binnenland van de Provence is de relatieve afwezigheid van verkeer. Af en toe kom je een tractor tegen, of een bestelwagentje, maar een personenwagen - en zeker een schone, zonder stof en modder en dus onmiskenbaar van elders afkomstig - is op sommige van die smalle, pokdalige wegen zo'n zeldzaam verschijnsel dat de mannen die in de velden aan het werk zijn nieuwsgierig opkijken als er een aankomt. Ze strekken hun rug, knijpen hun ogen half dicht tegen de zon en volgen de voortgang van de auto zolang die in het zicht blijft, om zich dan weer over hun wijnstokken of meloenen te buigen.
Een paar van die vredige, verkeersvrije kilometers zijn genoeg om de chauffeur een gevaarlijk gevoel van veiligheid te geven. Zijn aandacht verslapt. Zijn blik dwaalt af naar de schoonheid van het landschap en hij kijkt naar links en naar rechts in plaats van voor zich. Wanneer hij bij een bocht komt remt hij nauwelijks af - hij heeft immers de weg voor zichzelf. Dit is het moment waarop het noodlot bijna toeslaat, en alleen de Voorzienigheid en een snelle voet op het rempedaal voorkomen dat hij op een bewegende wollen muur rijdt.
Schapen - daar heb je ze, honderden, bijna zover als het oog reikt, angstig blatend, op het punt om massaal op de vlucht te slaan. Een herdershond komt aanrennen, woedend dat zijn ordelijke en gehoorzame kudde wordt lastiggevallen. In de verte, boven een zee van deinende grijze ruggen, legt een eenzame figuur zijn handen op de bovenkant van zijn herdersstaf en wacht.
De eerste keer dat me dit overkwam, raakte ik in paniek en probeerde zo snel mogelijk achteruit weg te rijden. De schapen verhoogden hun tempo en volgden; een paar sportievere exemplaren haalden me in. Het blaffen van de hond werd hysterisch. De herder in de verte maakte, dacht ik, een geruststellend gebaar. Afgeleid door de levende chaos om me heen reed ik de auto achteruit een ondiepe greppel in en bleef daar steken. Het duurde wel tien minuten voor de kudde voorbij was getrokken. De herder dirigeerde de achterhoede naar voren. Zijn onbewogen gezicht had de kleur en de textuur van gebarsten leer. Hij bleef staan, keek naar de auto, schudde zijn hoofd en deelde mij mee dat ik vastzat. Ik had moeten blijven waar ik was, zei hij. Ik had de motor moeten afzetten en geduld moeten oefenen. Hij schudde nogmaals zijn hoofd over het levensgevaarlijke gedrag van automobilisten en vervolgde zijn weg.
Moraal: denk eraan dat wanneer je in de Provence rijdt schapen voorrang hebben.
Nog steeds examentijd en dus nog steeds geen wedstrijden voor de jonge aspiranten.
Zij beginnen er pas opnieuw volgend weekend aan; voor Koen zal dat op zaterdag in Haasrode worden, een wedstrijd tellende voor het regelmatigheidscriterium Hageland & Haspengouw. Deze koers valt eigenlijk heel ongelegen aangezien de voorbereiding niet helemaal optimaal verloopt omwille van de examens en vooral door het feit dat we hierna met vakantie vertrekken. Weliswaar met de fiets maar geen wedstrijden. De opeenvolging van een matige voorbereiding de laatste weken, één enkele wedstrijd en dan 3 weken trainen zonder koers maakt dat we van de koers van zaterdag geen mirakels moeten verwachten. We leggen meer de nadruk op het opbouwen van een goeie basis en voorbereiding (heuvels en hellingen in Frankrijk) om de maanden augustus en september voluit te kunnen gaan.
Maar het voorbije weekend stond dus helemaal in het teken van de oudste beer. We zouden er voor het laatste koersweekend nog eens een lap op geven en 2 (twee!) koersen op evenveel dagen rijden. Dat was al een paar jaar geleden.
Zaterdag, Emptinne.
Changement de parcours! Tegenover vorig jaar was er een lichte wijziging opgedoken, met name een nieuwe helling, in 2 niveaus, gevolgd door een afdaling en een nieuwe (lichtere) klim. Redelijk zwaar, zelfs bij de zwaarste wedstrijden te rekenen van de ECW-kalender. Het aantal vertrekkers was er ook naar: 26 B en C-renners in totaal. Ik had de indruk dat de meesten zich spaarden voor de al bijna even zware koers van s anderendaags in Herstal ..
Soit, zulke koersen zijn redelijk simpel: na de eerste ronde wordt er aan de boom geschud en is het alle hens aan dek om zolang mogelijk het wiel van de heer Peter Hoydonckx te houden. Simpel. Vanaf ronde 2 betekende dit dat het voor mij weer een one-man-show op mijn niveau. Voluit rijden met het risico dat me dit in Herstal zuur zou opbreken. Toch maar doen. Met als resultaat een 7e plaats. Niet slecht maar jammer genoeg lukte het me net niet (op 100 m na) om een groepje van 3 terug te pakken. Anders zat er zelfs een 4e plaats in.
Zondag, Herstal.
Gisteren gaan slapen met een enorm pijnlijke onderrug. Het bleek zelfs noodzakelijk om er een Dafalgannetje bij te nemen. Dat, samen met het insmeren van de rug met Algipan en een massage van eigen makelij van de verzuurde benen (nog geen kiné gevonden die zich speciaal voor mij vrij kan maken op zaterdagavond ) maakte dat het algemeen gevoel op zondagochtend best goed te noemen was.
Het losrijden vóór de wedstrijd bevestigde dat en dat was dan weer een opsteker voor de moral.
Van bij het startschot ging het er hard aan toe. Samen met 30 C-renners vormden we met onze Bs een mooi en bij momenten langgerekt peloton van 56 renners.
Veel pogingen om te ontsnappen werden ondernomen, geen enkele hield het vol tot op de meet. Op een parcours met een gedeelte wind op kop, een gedeelte waar er tot 60 km/u kon gehaald worden maar vooral met een laatste klim van ongeveer 500 m en een uitloper van nog eens 500 m zat er een pelotonsprint aan te komen! In de laatste kilometer was er geen vol en breed over de weg laverend peloton maar een langgerekt lint van renners met open bekken, verkrampte gezichten en ontploffende benen en zich vastklampend aan het al dan niet carbonnen stuur. Volhouden tot op de meet en voorbij gaan wie je kan terugpakken. Een laatste poging van mezelf om een kloofje te slaan had me echter duidelijk gemaakt dat mijn plafond bereikt was en dat ik me beter gedeisd kon houden voor een goeie laatste kilometer. Jammer dat dit niet lukte maar de benen schoten vol en hoe ik er ook alles uitperste, veel renners remonteren ging niet meer. Alles bijna samen en dus zat er voor mij uiteindelijk niet veel meer in dan een 21e plaats.
2 wedstrijden na mekaar liggen me duidelijk beter dan 2 koersen op 3 dagen (dus met een dag tussen de 2 koersen). Ik begrijp perfect waarom de heren beroepsrenners zelfs op een rustdag in de Tour een stevige trainingsrit maken ..
En dus gaan we met een redelijk voorseizoen (geen topprestaties maar ook geen absolute nul-periode) een weekje rusten om er dan enkele weken tegenaan te gaan met wat intensievere duurtrainingen in een andere omgeving. Verandering van spijs doet eten, zegt het cliché. Als je al 25 jaar alle wegen in de omgeving van je eigen woonplaats als je broekzak kent, ebt de mentale motivatie stilaan weg. Dixit kameraad Karel En groot gelijk heeft hij. Soms hebben we nood aan andere (mentale en fysieke) impulsen om de trainingen niet tot een sleur te laten verworden. De goesting om eens andere wegen te verkennen is enorm groot, de zin om te werken aan een goed naseizoen navenant.
Maar ook een beetje fysieke rust is welgekomen: luieren in de zon, genieten van de schaduw met een goed boek, voetjes in het frisse water, .. eten en drinken, ook dat mag erbij, want ..
.. zij die er stilaan uitzien als een gespierde remkabel, groeten jullie,
Tot binnenkort, tot na onze nieuwe EPO-kuur! (Eau, Pastis, Olives)
Als voorbereiding voor de trainingen tijdens de vakantieperiode kon dit wel tellen, het parcours van Limelette.
Klimwerk van alles samen een goeie 1500 m en een nog langere afdaling. Net als in de bergen, met inbegrip van het gevaar door de scherpe bochten en rotonde.
Gelukkig geen regen op zaterdag want anders hadden hier, zoals het 2 jaar geleden het geval was, ongelukken gebeurd. Integendeel, nu zou het de warmte zijn die ons parten zou spelen.
Door de zwaarte van het parcours was het deelnemersveld ook eerder beperkt. Een 60-tal A-renners en amper 13 Bs en Cs. Het voordeel was dus dat je altijd prijs had als je de koers uitreed, het nadeel was dat je niet kon spreken van een mooie uitslag als je bij zo weinig deelnemers niet bij de eerste 5 was.
En dat was het geval ..
Van bij het fluitsignaal onmiddellijk en voluit uit de startblokken schieten, is nooit mijn specialiteit geweest. Zeker niet als dit betekent dat je direct à bloc moet beginnen klimmen.
Het was dus vooral terugvallen op je eigen ritme. En voor mij persoonlijk kwam het erop aan om dit zo snel mogelijk te vinden. Al bij al duurde het toch een half uur alvorens ik me beter in mn vel voelde. Van bij het begin op je adem trappen en terugzakken .. dat maakt dat ik nogal wat terrein moest goed maken. Niet evident op zon parcours.
Afgezien het feit dat het parcours me direct goed lag, heeft het wel iets.
Iedereen rijdt zn eigen wedstrijd in de wedstrijd en je wegsteken is hier niet van tel. Op een paar golvende kilometers na heb je nergens de mogelijkheid om gas terug te nemen en je weg te steken achter de rug van je collegas. Een eerlijke wedstrijd, uiteindelijk kom je wel op je verdiende plaats terecht.
Mijn plaats werd de 6e. Niet om over naar huis te schrijven en het beoogde doel (minstens binnen de eerste 5) werd dus niet behaald. Maar toch content van uitgereden te hebben op een parcours dat niet het mijne is en met iets tè warm weer (maar goed, dan zijn we al goed op weg om drogredenen te zoeken om een mindere uitslag goed te praten en dat is niet de bedoeling).
En ergens toch ook tevreden van stand hebben te kunnen houden tegen een grote groep A-renners. Een aantal jongeren kan dit rapport niet voorleggen.
De wedstrijd in Werm is al jaren een organisatie van de familie Coenegrachts en dus mochten we er zeker van zijn dat het in orde was. Zo ook zaterdag.
Met een soort van rancune, met een gevoel van rage de vaincre stond ik zaterdag aan de start.
Koersen op een gekend parcours, een omloop die me op de één of andere manier wel ligt. Een steile helling van een paar honderd meter, gevolgd door een slepend stuk vals plat dat uiteindelijk uitloopt in een lange afdaling. Hierna nog een paar golvende kilometers om aan de aankomst een rondje te maken van 6,7 km. Een schitterend parcours, dat na ee tijdje geweldig in de kleren (lees: in de benen) kruipt.
Ideaal om in het rood te gaan en je benen op te blazen tot de dood op de fiets erop volgt.
Maar dat kon me niet deren. Na 500 m, boven aan de helling voelde ik de benen kriebelen. Mij zou niet meer hetzelfde overkomen als vorige week. Toen miste ik compleet de goeie ontsnapping en bleef er niks anders over dan achtervolgen. Dus moest ik zelf de touwtjes in handen nemen.
En dat zou de ganse wedstrijd duren.
Bij elke demarrage of afscheiding zat ik er voor iets tussen. De eerste ronde met 4 man, een paar rondes later op stap met de familie Hoydonckx, tot uiteindelijk een groep van 15 man overbleef.
De hele tijd voelden de benen goed aan, het lukte om te recupereren in volle inspanning alhoewel dit met deze omloop niet evident was.
Zou dit wel blijven duren, kan ik dit de ganse koers volhouden?
Het antwoord kwam op een paar ronden voor het einde. Toen viel er, boven op de helling een klein breukje in onze groep en er zonderde zich 8 man af.
Hoe we ook reden, jammer genoeg draaide er maar 3 van de 6 man mee, we kwamen tot op 200 m maar geen meter korter. De vogels waren gaan vliegen.
Jammer maar deze keer lag het niet aan ongeluk of het missen van de goeie vlucht. Gewoon tekort komen om het cruciale ogenblik. Geen excuses.
Toen mijn collegas zich de laatste kilometer spaarden voor een sprint, rook ik op een goeie 500 m van de streep toch nog mijn kans om mijn laatste krachten in de schaal te gooien. Zoals gewoonlijk werd het een alles of niets-poging, die ook deze keer weer succes had.
Alleen .. uit het pelotonnetje had zich nog een raket (Michel Grifnée) losgerukt en deze lanceerde zich nog tot een plaatsje vóór mij.
Uiteindelijk strandde ik op plaats 10 van 30 deelnemers. Het kon misschien beter als ik mijn krachten iets beter ingedeeld had maar kom. Het werd voluit koersen van de eerste tot de laatste minuut met toch nog een bevredigend resultaat.
Vanaf nu staan er nog enkele zware weken te wachten tot aan het verlof. Te beginnen met op zaterdag een (open) wedstrijd met elites in Limelette.
Het parcours: een zware klim, een gevaarlijke afdaling . Dus hopelijk geen regen. Want anders staan er ons nog ongelukken te wachten.
Voor Koen hadden we het voorbije weekend een MTB-wedstrijd voorzien in Kortenaken. Jammer genoeg voelde hij zich donderdagavond niet zo lekker en vrijdag was het er niet beter op geworden. Afzeggen dus. Geen onnodige risicos nemen want rijden met ziektekiemen in je lijf is niet echt gezond te noemen. Het blijkt uiteindelijk een zware verkoudheid te zijn, zonder erg. Overgenomen van de papa, die hierdoor het vorige weekend de mist zag ingaan.
Dus, deze keer alleen koers voor de oudste. Het was afwachten hoe het lichaam zou reageren op het ongevalletje van vorige woensdag. Ik werd toen namelijk opgeschept door een auto die vanuit een tankstation kwam. De gevolgen vielen al bij al nogal mee: schaafwonden over knie, hand en elleboog. Verder niet veel last om de weg verder te zetten. Maar mijn grootste schrik was voor de rug. Hoe zou die reageren op zwaardere inspanningen.
De opwarming bij de koers in Leignon gaven me onmiddellijk zekerheid; de benen waren goed. Hopelijk houdt de rug het bij het beuken tegen de wind.
Het parcours was niet al te zwaar, een mooie wedstrijd.
Maar over de koers kan ik kort zijn, deze verliep tot mijn grote ergernis alweer zoals het altijd gaat bij mij. De gekende tegenslag van op het goeie moment op de verkeerde plaats te zijn. Mijn eeuwigdurend probleem en hoogstwaarschijnlijk ook weer mijn eigen domme schuld.
Ik hield me van bij de start goed vooraan en kon reageren op de eerste uitvallen. Niet moeilijk met een klein peloton van een goeie 34 man sterk (B+C).
En dan volgt het onvermijdelijke terugzakken, zelfs niet tot achter maar tot de buik van het peloton en daarna .. mis je het goeie moment en je ziet het onder je eigen ogen gebeuren.
Op het ogenblik dat de beteren vertrekken, bijna allen op hetzelfde moment, zat ik weer eens lekker ingesloten. Ze reden maar een paar honderd meter voor ons uit toen ik eindelijk plaats kreeg om de meubelen te gaan redden.
Helaas. Alleen, met een beetje hulp van een collega kwamen we geen meter dichter en dit gedurende zeker 5 km. De vogels aarzelden niet en waren gaan vliegen.
Het enige gevolg van mijn reactie was dat de rest van het peloton helemaal uit elkaar lag en dat we met 6 man reden voor de overblijvende plaatsen.
Mijn bedoeling was om de sprint af te wachten want in mijn volle woede waande ik me zeker van deze sprintoverwinning .. voor de 8e plaats. Uiteindelijk zou het niet zo ver komen want toen er achter mij een klein gaatje viel, aarzelde ik niet en trok nog de 2 km tot aan de aankomst volledig door waardoor de rest van het gevolg nog een 15-tal seconden aan de broek kreeg.
De 8e plaats was een schrale troost en vooral een grote ontgoocheling want er zat veel en veel meer in. Wanneer gaat het mij nu eindelijk eens lukken?
Het goeie moment zal ik zelf moeten afdwingen, al moet ik er 50 km van demarrages en een hoop nutteloze pogingen voor over hebben. Het afwachtende ga ik stilaan laten varen en ga proberen om meer risicos te nemen. Risico om tè vroeg te proberen, om stil te vallen, om te blokkeren, om mezelf voorbij te rennen. Maar met de huidige conditie moeten er betere resultaten komen.
Zaterdag proberen we er werk van te maken in Werm.
Wat voor de ene (de
oudste) de aanvang moest worden van een piekperiode van een 6-tal weken,
betekende voor de andere (en dus de jongste) het einde van een eerste deel van
het seizoen. En, jammer genoeg, niet altijd succesvol.
Zaterdag 16 mei, Gert
in Gouvy
Een mooie omloop, 4
rondjes van 15 km, normaal de moeite van de lange verplaatsing waard. Maar ook
hier heeft de harde winter zn sporen achter gelaten. Het asfalt is er van
abominabele kwaliteit geworden.
De koers blijft
daarenboven lange tijd gesloten en ik ga ervan uit dat er niemand weg kan het
zal uitlopen op een groepsspurt. Ik beslis dan maar van er een goeie training
van te maken en speel achteraan jojo met het peloton; even laten uitzakken en
dan een spurtje van een 50 m om het gat terug dicht te rijden. Ideale
intervaltraining. Maar aangezien de sterkste vogels zich hier niet bij
neerleggen, lukt het ze toch om nog een voorsprong bij mekaar te rijden. En dat
terwijl ik lustig mijn training afwerk ..
Soit, er zit dus niet
anders op dan (op aanraden van collega Jos Gilissen) toch maar eens een ultieme
poging wagen om het gat te dichten. Op een 5-tal km van de streep waag ik het
erop, alles of niets tegen de wind en beter weten in maar het lukt toch om afgescheiden
te eindigen. Resultaat: 17e van 49 vertrekkers. Hier had meer moeten
in zitten. Maar niet getreurd, er volgen nog 5 weken waar ik redelijk naartoe
gewerkt heb.
Zondag 17 mei, Koen in
Hoegaarden
We kennen het
parcours, we kennen de omstandigheden, we kunnen de afloop raden.
Het parcours: een
regelrecht strontparcours en veel te kort.
De omstandigheden: een
koers in Vlaams-Brabant en dus gedoemd om te worden geleid door een paar
officiëlen waarover ik hier verder geen woorden meer wil aan vuil maken. Je
moet het zien en vooral horen om te weten waarover het gaat. Maar één ding
staat vast, Koen zal hier nooit een volledige wedstrijd mogen rijden en zal
weer vroegtijdig de koers moeten verlaten (we zullen het een week later
meemaken dat het ook anders kan lees verder). Hierbij toch nog een bedenking:
waarom laat men de jongens niet toe om de koers uit te rijden maar noteert men
wel hun plaats wanneer het tè moeilijk wordt om een juist klassement te
garanderen? Dan zou de verplaatsing naar de koers al iets meer de moeite waard
zijn. Nu komen er vele ouders en renners naar de koers om 20 km te mogen
koersen en niet de voorziene 35. Met dit principe zouden er tenminste méér dan een
5-tal renners de volledige afstand rijden.
Hiermee is ook het
aspect van de afloop aan bod gekomen; Koen moet halfweg de wedstrijd de koers
verlaten want het is niet meer overzichtelijk voor de officiëlen als
gedubbelden tussen de anderen rijden. Hij eindigt 25e van 28.
Woensdag 20 mei, Koen
op de piste van Ans-Alleur
Een complete off-day,
niets lukte, niets ging zoals het moest, een grote ontgoocheling. Koen haalde
in geen enkele discipline het niveau dat we van hem mogen verwachten, misschien
een redelijke afvallingskoers buiten beschouwing gelaten. Er zijn ook geen signalen
geweest die aangeven dat er iets scheef zou zitten, normale hartslag, geen
vermoeidheid. We houden het dus op een volledige off-day. Kan gebeuren, niks
ergs. Resultaat: 14e van 15.
Doordat de conditie
redelijk goed leek (zie Gouvy) had ik besloten om op donderdag de zware koers
van Cahottes bij te nemen. Nochtans geen spek voor mijn bek want een echte
klimkoers. Maar met een goeie conditie is niets onmogelijk.
Helaas ..
Op woensdag stak er
lichte keelpijn de kop op, donderdagochtend leek die alleen maar erger geworden
en zat neus en voorhoofd volledig verstopt. Het was dus geen goed idee om toch
maar door te zetten en te gaan koersen. We hebben dan maar wijselijk beslist om
de dag in de zetel door te brengen en te hopen dat het vrijdag beter zou zijn.
Zaterdag stond er namelijk de koers in Werm op het programma, een koers die me
redelijk ligt en die ik met rood had aangeduid. Het moest het begin worden van
een mooie periode.
Maar ook hier ..
helaas.
Vrijdag leek het iets
beter te zijn maar toen we met zn tweetjes gingen losrijden, bleek al snel dat
zelfs dit niet goed zou komen. Nog tijdens dit uitstap voelde ik me met de
minuut slechter worden. De reactie op deze lichte training liet niet op zich
wachten. s Avonds ging het licht letterlijk en figuurlijk vroeg uit. De koers
in Werm mocht ik vergeten.
Op zaterdag leek het
de goeie richting uit te gaan maar het gevoel was bijlange niet goed genoeg om
te gaan koersen.
Het goeie moment om
een extra koersje voor Koen in te lassen.
Zaterdag 23 mei, Koen
rijdt in Sint-Antonius-Zoersel
Doordat er op zondag
een voetbalwedstrijd, met groot belang op het programma stond die we absoluut
niet wilden missen, zouden we in tijdsnood komen als Koen dan zou gaan koersen.
De oplossing: een weekendje niet koersen.
Maar door mijn forfait
voor Werm kwam er een gaatje in de agenda vrij. We zouden in de Kempen gaan
rijden, mede ingegeven door geruchten over de goeie organisaties aldaar.
En het bleken niet
alleen geruchten, het was een echte verademing om in die omgeving te starten.
Geen joelende officiëlen maar heren met deftige manieren. We hebben het al
anders geweten.
En wat nog meer is,
zelfs met een kort parcours en 21 vertrekkers mogen alle renners hun volledige
koersje uitrijden! Ook dat zijn we hier niet gewoon. Uiteraard vallen de
gedubbelde rondes wel weg maar dan nog komen de minder sterke renners aan hun
30 km. Eindelijk koersen die met gezond verstand geleid worden. Een bewijs dat
het ook anders en beter kan.
Het peloton nam een
vliegende start, er werd op de biljartvlakke omloop van bij de start gevlogen.
Wederom een koers op kracht en snelheid, die punten waaraan het Koen ontbreekt.
Dus was het lossen, een eigen koers rijden, opnieuw aanpikken bij de doortocht
van het peloton .. en dit een paar keer. Maar het grote plezier was van een
wedstrijd over de (bijna) volledige afstand te kunnen rijden. En alleen dat gaf
al een goed gevoel. En de bevestiging dat de afstand niet het probleem uitmaakt
maar wel de gekende factoren een rol spelen.
De uitslag deed ook deze
week weer niet terzake maar we vermelden het toch maar: Koen werd voorlaatste
en eindigde als 20e.
Als alles naar wens
verloopt rijden we volgend weekend ook op zaterdag en zondag. Koen trek naar de
mountainbike-wedstrijd in Kortenaken, ikzelf rij zondag in Leignon.
Met een nieuwe en
verdiende landstitel voor ons Standard de Liège in de achterzak, op naar een
nieuw en goed gevuld koersweekend!
Eerst hadden we voor Koen de wedstrijd in Bossut-Gottechain gepland maar op het laatste moment besloten we toch om iets geheel anders te doen. Dus, de mountainbike erbij genomen, een snel onderhoudgeven en bandjes verwisselen voor een te verwachten zanderige bosgrond.
En wij op zaterdag naar Averbode. Een mooi domein, een parcours uitgezet op maat van de profs want zondag werd een manche voorzien van de Benelux Cup. Een wedstrijd met Sven Nys, Julien Absalon, Roel Paulissen, Filip Meirhaeghe, kortom, het kruim van de MTB-top, aangevuld met enkele betere veldrijders.
Dus mochten de aspiranten op zaterdag starten op een omloop van 5 km tussen de naaldbomen en over de stranden van het domein.
Een prachtig parcours en op maat van specialisten van snelheid en kracht. Niet echt voor onze ket. Maar dit maakt deel uit van het leerproces. Het moet niet elke week op de weg zijn, afwisseling mag en moet zelfs. De techniek bijschaven kan je perfect doen op de mountainbike. Dat je nog kracht, snelheid en misschien nog techniek tekort komt om met de besten mee te kunnen, moet je er maar bij nemen. We rijden deze koersen vooral om te leren.
Koen moest het dus afleggen tegen alle anderen maar vond het weer een leuke ervaring. Het was nog maar de 2e keer in zn carrière dat hij aan een MTB-wedstrijd deelnam maar zeker niet de laatste. Misschien volgt de volgende sessie al binnen enkele weken. We houden jullie op de hoogte.
De verandering van programma van Koen maakte het voor mij mogelijk om ook nog te koersen. Zondag startte ik in Acosse, samen met 41 concurrenten.
Een golvend parcours, zonder noemenswaardige hindernissen. De verschillende (5!) wegversmallingen en vluchtheuvels buiten beschouwing gelaten. Eigenlijk werd de wind de grootste moeilijkheid.
Bij zon koersen kan je je verwachten aan een gesloten peloton. Veel pogingen maar met weinig succes. Ik hield me de ganse wedstrijd gedeisd achteraan het peloton. Een plaatsje waar je goed uit de wind zat maar ook een risicovolle plaats bij valpartijen. En die kwam er ook. Gelukkig achteraan in het peloton, een paar plaatsen vóór mij. Samen met een paar collegas moesten we de graskant opzoeken en de gevolgen bleven dus beperkt. Het peloton viel net even stil dus was terugkomen geen probleem.
Uiteindelijk duurde het tot de laatste ronde voor er een groepje van 6 kon wegrijden en weg blijven. Vanuit het peloton kwam nog steeds geen reactie. Tot Peter en Erwin Hoydonckx, samen met enkele straffere pionnen het grote mes bovenhaalden. Ook zij reden met 6 weg.
Hèt moment om te reageren. Eigenlijk iets te laat en dus mocht er niet meer getwijfeld worden. Ik probeerde de beproefde tactiek van alles op alles te zetten. Het is al meer mislukt dan gelukt maar is mijn enige kans om een sprint te ontlopen. Gáán dus maar.
Een enkeling zette zich nog in mijn wiel maar zat tè kapot om nog over te nemen. Iets meer dan een volle kilometer voluit gaan, meer moest ik niet doen. De benen ontploften bijna, de hartslag als een raket de hoogte in, ik moest zelfs een tandje terugschakelen om de meet te halen. Maar ik bleef netjes vóór de groep.
Al was het maar voor de 13e plaats, het lukte toch nog eens om mijn tijdrit in de koers tot een goed einde te brengen.
Ik was nog geen 2 seconden over de meet toen een sprintend peloton me langs beide kanten voorbij vloog. Deze keer kwamen ze dus iets te laat.
Een mooie inspanning maar weer geweldig jammer van de goeie vlucht gemist te hebben. Zo is het eigenlijk altijd geweest, de geschiedenis herhaalt zich. Vroeger bij de jeugd, als junior was het bijna altijd hetzelfde. Een groepje met de sterkeren moest ik altijd laten rijden, daarachter kwam ik dan, bijna altijd te laat maar nog net goed voor een ereplaats. Wekelijks stonden de eerste 15 in de krant, bijna wekelijks was ik daarbij, met alle mogelijke plaatsen tussen 1 en 20. Maar het was toch zoooo moeilijk om op dat podium te geraken.
Toch nog een verschil met (bijna) 25 jaar geleden; toen maakte ik alles goed in de spurt. Daar moet ik nu niet meer op hopen, die is helemaal verdwenen. Maar misschien heeft hij (de spurt) zich wel omgevormd in een goeie laatste kilometer. Maar daar maak ik dan weer niet altijd alles mee goed ..
We hebben het al enkele malen aangehaald in verschillende berichten: Koen kampt met een lichte achterstand qua groei en lichaamsbouw. En dan wordt het een relatief oneerlijke strijd, zéker in een sport waar kracht een belangrijke rol speelt. De natuur heeft iets meer (en sneller) z'n best gedaan voor de ene in vergelijking met een andere. Maar binnen enkele jaren zou dit tot het verleden moeten behoren. Dan wordt er op gelijke voet gestart. Ondertussen wordt het harken, een wekelijks gevecht van David tegen Goliath, een oneindig volhouden, vallen en opstaan, .....
Op de foto zie je een momentopname van Koen in het gezelschap van zijn even oude (!!) en dus 14-jarige ploegmakker Niels Vandecauter tijdens de opwarming van de wedstrijd in Geetbets. Een mooi beeld van hoe de krachtverhoudingen er tot nu toe bij liggen .....!
Tijd om een paar werkjes in huis op te knappen en een goeie training voor de papa op het programma. Die ene koers is voorbehouden voor de grote zoon.
In Geetbets ligt een mooie omloop te wachten, volledig vlak en ongeveer 1600 m lang. Moet 21 keer afgelegd worden.
Vanaf het startsignaal wordt er meteen ingevlogen. Een ongelooflijk sterke Nathan Van Hooydonck trekt meteen alles op een lint, de rest van het peloton reageert met demarrages en ontsnappingspogingen allerhande. Niks helpt, die sterke Antwerpse beer zal van begin tot eind alleen rijden en iedereen (inclusief peloton!) dubbelen.
Het werkterrein van Koen ligt uiteraard iets verder naar achter. Van bij de eerste ronde heeft hij het al moeilijk om in de groep te blijven. Alles valt uit elkaar en hij is bij de eersten om af te haken. De ontwikkelde snelheid (gemiddeld rond de 38 km/u) is nog niks voor hem, daarvoor ontbeert hij de nodige kracht.
We hoopten dat er met de eerst afgehaakten een groepje kon gevormd worden maar helaas kwamen deze renners nooit samen. Kleine groepjes van 2 en 3 renners reden her en der op het parcours. Weer een reden voor de officiëlen om de gedubbelden snel, naar mijn gevoel zelfs véél te snel, uit koers te nemen. De afhakers hadden er amper 25 van de 35 km opzitten. Toch weer jammer dat dit zo moet gebeuren. Het deelnemersveld was toch niet zo groot en het was een heel overzichtelijk parcours. Waarom die jongens niet laten rijden tot enkele ronden van het einde en ze er dan pas uithalen (om het echte peloton een eerlijke sprint te gunnen)? Vraagt dit nu echt zoveel intelligentie dat dit in Vlaams-Brabant niet mogelijk is?
De inspanningen van bij de start hebben Koen de adem afgesneden en waarschijnlijk zijn benen doen ontploffen. Het kwam nooit meer goed.
Toch wel een beetje een afknapper want de voorbije week had hij een heel goed gevoel bij de trainingen. Het liep heel gemakkelijk, hij voelde zich perfect in orde. Jammer maar helaas. Het zal nog een beetje wachten worden en vooral volhouden. Zijn fysieke achterstand blijft hem parten spelen.
Hij eindigde, toch wel ontgoocheld de wedstrijd op de 27e plaats van 29 vertrekkers.
Volgende keer beter.
Die volgende keer is zondag in Bossut. Hier reed de ket een aantal jaren geleden zijn allereerste wedstrijd. Maar zondag wordt het iets ernstiger.
Om 11 uur zal hij deelnemen aan een individuele tijdrit van 2,2 km. We verwachten geen grote prestatie of uitslag, t is gewoon een mooie ervaring erbij.
Daarna, om 17 uur start de eigenlijke wedstrijd en dit over 40 km.
Bossut-Gottechain ligt op een steenworp van Leuven. Tussen de 2 wedstrijden zullen we dus wel naar huis komen om te eten en een beetje te recupereren.
Het voorbije weekend stond voor Koen de eerste wegkoers op het programma. Aangezien hij ook dit jaar wil deelnemen aan het regelmatigheidscriterium Hageland & Haspengouw waren we verplicht om op zondag naar Berg (Kampenhout) af te zakken.
Hierdoor kon ik voor de 2e week op rij niet deelnemen aan een wedstrijd die door mijn eigen team ingericht werd ..
Een druk programma dus want zaterdag reed ikzelf in Wegnez. Op dit golvend parcours kregen we één van de mooiste omlopen onder de wielen geschoven. Mooie en brede wegen, op en af door het land van Herve. 12 ronden van 5,5 km waarbij de demarrages uit het begin van de wedstrijd geen kans op slagen hadden. Op 5 ronden van het einde gleed dan een elitegroepje van 5 weg (waaronder de ganse familie Hoydonckx) zonder mijn ploegmaat Eric of mezelf. Ik had er net een kort uitstapje opzitten en kon niet onmiddellijk reageren en mijn ploegmaat twijfelde zolang tot het te laat was.
In een poging om toch nog iets goed te maken, probeerde Eric tot 2 keer toe weg te raken maar werd telkens teruggehaald.
Bij mijn eerste poging om het voorliggende groepje bij te halen, lukte het wel. Er ontstond een kloofje van een 15-tal seconden maar het zou moeilijk zijn om dit nog zolang vol te houden. Er stond me namelijk nog een soort individuele tijdrit te wachten van méér dan 10 km. Maar met mijn gelukte solo van vorige week in het achterhoofd geloofde ik er wel in.
Mijn ploegmaat Eric zat achteraan in een zetel en deed het nodige afstoppingswerk om demarrages in de kiem te smoren.
En dan was er toch maar weer het cliché van schone liedjes duren niet lang
Op een dikke kilometer van de streep werd ik door een razend peloton bijgehaald en met moeite kon ik achteraan nog mijn wagonnetje aanpikken. De laatste kilometer en helling waren er teveel aan. Ik zag dan ook een mooie 6e plaats (zou 1 plaatsje korter dan vorige week geweest zijn ) aan mijn neus voorbijgaan en eindigde uiteindelijk 24e.
De volgende 2 weken worden voor mij trainingsweken. De koersen herneem ik pas in het weekend van 16-17 mei (zie kalender hiernaast). Voorrang gaat nu naar Koen en volgend seizoen zal dit waarschijnlijk nog meer het geval zijn als hij nieuweling wordt.
Op een véél te korte omloop, amper 800 meter, mocht Koen starten voor 43 ronden. Aan de start stond weer een bende kerels die met kop en nek boven onze gespierde stylo uitstaken. Van in het begin werd de pees erop gelegd. Ontsnappingen langs alle kanten en steeds weer met dezelfde afloop: een terugname door het peloton.
Inderdaad, een korte omloop betekent dat de renners snel opnieuw voorbij de supporters en ouders rijden. Door de vele aanmoedigingen worden ze opgejaagd en denken ze vleugels te krijgen. Hierdoor is er elke ronde wel iemand die zich geroepen voelt om aan de boom te schudden. Uiteraard met het gevolg dat de minder sterkeren, degenen die de opeenvolging van demarrages fysiek niet aankunnen, achteraan het peloton bevolken. En daar stond de deur van in het begin wagenwijd open.
Enkelingen werden al snel gedubbeld, anderen, waarbij ook Koen speelden het gekende accordeon; lossen, sprintje trekken naar de staart van het peloton, opnieuw lossen, opnieuw sprintje, uiteindelijk definitief lossen.
Het enige motto blijft dan: blijven koersen.
Hoop dat de groep stilviel moest je hier niet hebben. Gewoon koersen en bij het gedubbeld worden, proberen aanpikken. Dat lukte hem twee keer. Hij werd dus 2 keer gelost en pikte opnieuw aan tot het moment dat hij uit koers genomen werd.
Jammer want ook de minder begaafde renners maken de verplaatsing en rijden graag een (quasi) volledige wedstrijd. Maar kom, dit is typisch voor het jeudwielrennen in Vlaanderen en meer bepaald voor het beleid van Wielerbond Vlaanderen. Ik ga dit jaar niet weer tegen schenen trappen maar voor mij is het duidelijk dat niet iedereen evenveel gewaardeerd wordt.
Waarom geen omlopen uitzoeken die minimum 1,5 km lang zijn? Minder kans dat sommige jongens en meisjes te vroeg uit koers genomen worden, èn ook minder discussie met ouders die de verantwoordelijke officiëlen verwijten naar het hoofd slingeren. Sommige oplossingen liggen misschien tè voor de hand. Maar goed, ik zeg hier niets meer over vóór of na de wedstrijden
Uiteindelijk is iedereen vrij om te gaan rijden waar hij wil, niemand verplicht ons om naar zon strontkoersen (een ander woord vind ik niet onmiddellijk) te gaan. Maar Koen wil absoluut deelnemen aan het regelmatigheidscriterium, dus . bijna verplichte deelname aan alle westrijden. En jammer genoeg staan er nog zulke exemplaren op het programma.
Terug naar wat ècht telt.
De conditie van Koen is volgens mij ok. Ondanks een beginnende verkoudheid en daardoor een moeilijke nacht behaalde hij zondag toch een 31e plaats op 38 vertrekkers. Vergeleken met vorig jaar betekent dit een (klein) stapje vooruit. Maar het is er wel een.
Ook vorige week had ik al diezelfde indruk op de piste. Zijn resultaat daar bewees die stelling.
De conclusie hiervan is dan ook dat hij goed gewerkt heeft deze winter. Rekening houdend met zijn fysieke vorderingen mogen we tevreden zijn.
Zijn groei is nog niet ingezet, gewicht (en dus ook de nodige spieren) kweken blijft héél moeilijk. De motivatie blijft de grootste drijfveer voor Koen om vol te houden.
Het besef dat het weer een moeilijk jaar wordt, is er. En hierdoor blijven we alles (uitslagen) relativeren. We houden alle parameters in het oog; de geschikte trainingen inbouwen, het juiste moment van training vinden en uitbuiten, rekening houden met vermoeidheid en weerstand, .. Kortom, een opvolging zoals het hoort, zonder druk van wat dan ook.
We blijven leren, willen vooruit maar niet ten koste van alles. Maar we komen er wel.
En nogmaals bedankt aan allen die een aanmoedigend woordje hadden en hebben voor Koen. Dat doet altijd deugd.
Voor Koen is het grote moment aangebroken. De start van een nieuw seizoen, traditioneel beginnen we eraan op de piste van Ans-Alleur. Hoe staat het met de conditie? Wat is zijn niveau tegenover de concurrentie? Waar staan we?
Als voorbereiding hadden we nog een leuke uitstap gedaan, vorige woensdag. We startten dan aan de voet van de Koppenberg voor een ritje langs 5 hellingen van de Ronde van Vlaanderen. Eens zien wat de klimmersbenen van de ket vertellen. Een rustige aanloop waarna de Kluisberg aangevat werd, daarna de Côte de Trieu (Knokteberg), Oude Kwaremont, Paterberg en als afsluiter de gevreesde Koppenberg. En jawel, Koen reed (bijna) overal naar boven. De moeilijke Paterberg nam hij in het gootje en hier boven komen gaf genoeg moral om de Koppenberg te lijf te gaan. Maar hier ging het mis. Je moet toch een minimum aan snelheid aanhouden om je daar recht te houden. Ik ben overal naast hem blijven rijden maar hier moest ik echt wel versnellen om niet om te vallen. Op het steilste stuk viel Koen stil en moest zich recht houden tegen de kant. Afstappen dan maar. Het heeft maar 20 meter gescheeld of hij was het steile kopje over en was helemaal boven geraakt. 't Zal voor volgend jaar zijn want terugkeren om het nog eens te proberen zag hij niet meer zitten .....
Dus, op naar de piste. 3 disciplines op het programma: scratch, afvalling en puntenkoers.
De eerste wedstrijd was redelijk bemoedigend. Koen vond zijn plaats in het peloton van 19 stuks. Zonder scrupules, zonder schrik en met de wil om zich niet te laten wegdringen door de grotere kanonnen. Want inderdaad, in zijn fysieke toestand is nog niet veel verandering gekomen. Hij blijft het pluimgewicht onder de 14-jarigen. Maar hij blijft vechten met de wapens die hij wèl heeft; karakter en doorzettingsvermogen.
Hij behaalde een 15e plaats in de scratch maar in de afvalling vergat hij al het goede en liet zich ringeloren door een verkeerde positiekeuze. Dom, dom, dom. Maar weeral een werkpunt: attent blijven.
De puntenkoers verliep beter. Uiteraard nam Koen niet deel aan één van de tussenspurten maar nam de 3 laatste ronden zijn plaats in tussen de eerste 5. De snellere mannen bereidden zich voor op de eindspurt en kwamen langs alle kanten. Koen weerde zich en reed de ziel uit zn lijf. Uiteindelijk eindigde hij mooi 11e van de 19.
In de algemene uitslag behaalde hij de 15e plaats. Een goed begin, rekening houdende met zijn mogelijkheden en beperkingen. We werken nog steeds op lange termijn. Gezond groeien. Letterlijk en figuurlijk.
Zondag organiseerde mijn ploeg de jaarlijkse wedstrijd in Rosmeer. Deze koers ligt me helemaal en absoluut niet. Draaien en keren op meestal veldwegen deze kelk laat ik liever aan mij voorbijgaan. Liever dan na een halve koers af te stappen besloot ik om naar het dichterbij gelegen Chaussée-Notre-Dame-Louvignies te trekken.
We vonden een heuvelachtig parcours, geen meter vlak en redelijk mooie wegen. Samen met de As vormden we een pelotonnetje van een man of 60.
Enkele vroege pogingen draaiden op niets uit maar na een 4-tal ronden van 6,2 km brak het toch in twee. Ik zat toen net iets te ver naar achter maar probeerde toch te reageren. Samen met een collega, die eigenlijk niet beter kon en nauwelijks uit het wiel kwam, probeerde ik nog naar de 6 koplopers (Bs) te rijden. We kwamen tot op 50 meter. Nu nog betreur ik het dat ik toch niet nog ietsje dieper ging om aan te pikken want het bleek de beslissende vlucht.
Ik liet me terug inlopen om het later nog eens te proberen.
Een reactie op de rails zetten, bleek jammer genoeg niet mogelijk doordat niet iedereen zijn deel van het werk deed. Met een 4-tal probeerden we toch om de afstand klein te houden. Jammer genoeg en tot mijn grote frustratie lukte dit niet.
Blijkbaar was ik niet de enige gefrustreerde want één van de collegas uit het Team Bollini (zou dat Dimitri Nijs kunnen zijn?) slingerde mij zonder ook maar de minste reden naar het hoofd dat ik maar beter bij mijn eigen ploegske pannenkoeken moest gaan rijden! Geen idee waarom hij dit zei, ik begreep er niets van. Ik deed mijn werk, hij daarentegen had nog niets anders gedaan dan het een paar keer zelf proberen. Dit lukte niet doordat hij simpelweg zelf de snedigheid van een pannenkoek tentoon spreidde tijdens zijn demarrages.
Maar zon verwijten moet je mij dus niet maken, word ik redelijk nijdig van.
Op 4 ronden van het einde vond ik het genoeg. Tijd voor actie. Op de enige echte helling van het parcours schakelde ik een tandje bij en reed weg. Ik dacht dat er nog wel reactie zou komen maar tot mij verbazing kwamen ze geen meter terug. Ai, nog een 20-tal km alleen vlammen, zou dat wel lukken naar de bijna trainingsloze voorbije weken?
Blijkbaar had ik de voorsprong tot 20 seconden uitgebouwd. Waar zat de pannenkoek nu? Als ik iemand verwachtte was het de geel-blauwe gefrustreerde. Maar neen. Blijkbaar niet uit het goeie deeg gemaakt ..
Uiteraard kwam ik, helemaal alleen ook geen meter korter op de koplopers, dus werd een 7e plaats mijn deel.
Jammer dat de aansluiting halfkoers er niet kwam want anders zat er wellicht meer in.
Maar dat zijn vijgen na Pasen. Eigen fout.
Volgende week zal er weer weinig getraind kunnen worden doordat mijn werk het niet toelaat (een paar dagen Frankrijk) maar zaterdag zal ik toch in Wegnez rijden.
De weken erna zal er vooral getraind worden want door de wedstrijden van Koen zal ik mijn fietsje op stal moeten laten. Niet getreurd, vanaf half mei maken we er een erezaak van om dat slechte uitslagenbord tot nu toe op te frissen met een aantal mooiere uitslagen. Beloofd!
Dinsdag 31 maart. Nog 5
dagen vooraleer de profs de heuvels van de Ronde van Vlaanderen aanvallen, nog
4 dagen vóór de collectieve aanval van diezelfde hellingen door een ongeveer
15.000-koppige losgeslagen en in het wilde weg plassende bende armoezaaiers.
Dus besloten wij, de
doorgewinterde amateurs van CT 2005 om enkele dagen voor de drukte onze
plaatsen op de heuvels in te nemen.
Afspraak boven aan de
Bosberg!
Maar onze start begon
al onder een minder goed gesternte. Wie stond ons op te wachten om onze
afgetrainde lichamen te bewonderen? En dan waarschijnlijk nog enkel langs
achteren? Collega Jo. Inderdaad, de (naar later bleek) sympathieke collega van
Luc en Filip zou meerijden. Dat wordt afzien voor hem. Dachten we. Want toen we
hem aan de oprit van de snelweg in Leuven ophaalden, zoog hij nog nog lekker
aan een sigaretje. En een uurtje later deed hij dit nog eens leuk over vóór we
goed en wel gestart waren. Dit wordt nog mooi. Dachten we. Later hadden we
gewoon véél respect voor Jo de Paffer want hij maakte de ganse rit probleemlos
vol. En had geen sprankeltje last van rook of nicotine of .. ja, wàt zat er
eigenlijk in die sigaretten gerold, Jo, dat je zo sterk was? Kortom, respect!
Maar ik had het dus
over onze veelbelovende start. Eenmaal aangekleed vroeg ik langs mn neus weg
langs welke kant we zouden vertrekken. Het antwoord van Filip begon met woorden
die me lichtjes deden panikeren; nl ik denk dat we langs daar moeten .
Vooral de ik denk . liet niets aan de verbeelding over.
Wel, ik dacht dat
Filip een hele voorbereiding op poten gezet had. Maar zijn inspanning had zich
beperkt tot het afdrukken van de wegbeschrijving vanaf de Molenberg. Maar waar
lag die Molenberg ook alweer .? No hard feelings, Filip!
Om een lang verhaal
kort te maken, ik zag me genoodzaakt om mijn landkaart te verknippen tot het
mogelijk aan te doen gedeelte van Vlaanderen. Zo hadden we toch een indicatie
van hoe tot aan de Molenberg geraken. Filip zou vooraan rijden en ik zou van
achter uit een poging doen tot GPS-imitatie. Maar we zijn er gekomen!
Jammer genoeg had
Filip ondertussen de papieren de vrijheid gegeven bij de eerste passage over
een kasseistrook . had David zijn drinkbus vergeten op het dak van de auto .
kroop Jurgen nog wagenziek op zn fiets . en was onze eerste inspanning de afdaling
van de Bosberg. Jawel, afdaling. Want de kortste weg naar de eerste helling van
de dag: de Molenberg.
En weg waren we.
Voor de rest hadden we
alles in ons voordeel. Er stond niet al teveel wind en het lentezonnetje deed
zn werk. Jurgen zag het helemaal zitten en startte in korte mouwen en korte
broek bij 8 °C. Een beetje frisjes maar het zou snel opwarmen.
Zoals gewoonlijk trok
Filip van bij het begin het gas open. Luc, David en Jo volgden in zijn spoor,
Jurgen had nog wat last van dikke poten na het criterium in Grâce-Hollogne en
mijn diesel zou (hopelijk) later nog wel aanslaan.
Tot aan de Molenberg
reden we op het fietspad (!), jawel en op grotere wegen. Daarna begon het echte
werk met draaien en keren op het gekende parcours. Alles reeds mooi afgepijld
voor de doortocht van de profs en het eerste gedeelte vooral gekenmerkt door de
langere kasseistroken. Voor mezelf betekende dit het steeds maar weerkeren na
er gewoonweg afgereden geweest te zijn. Kasseien en zon lichtgewicht als ik .
t zal niet echt samengaan.
Na even gestopt te
zijn om de bandendruk van Lucs ijzeren paard te regelen, kreeg David het
ongeluk om met een losgekomen zadel verder te moeten. Niet echt aangenaam
rijden maar hieraan zouden we later kunnen verhelpen door een vriendelijke
dakwerker toen we even de tijd namen om de profs van de 3-daagse van De Panne
op te wachten aan de voet van de Léberg.
Maar alvorens daar aan
te komen, hadden we nog het magische middelpunt van de Ronde voor wielen. Even
bijtanken dus aan de voet van de Kwaremont en dan . Start!
Oude Kwaremont,
Paterberg, Koppenberg, Taaienberg, . Het hele spectrum van hellingen passeerde
de revue. Niemand had het echt lastig en het wachten werd tot een minimum beperkt.
Tot . een eerste
lekke band te noteren viel op het steile stuk van de Koppenberg. Tot dusver had
Filip alles nog redelijk heel gelaten maar toch speelde hij het huzarenstukje
klaar om op 100 m tijd, 2 binnenbandjes stuk te rijden, een luchtbommetje
onklaar te maken en de pomp van Jurgen tot schroot te herleiden .! Doe het hem
maar na!
Enfin, hèt moment om
de magen bij te vullen en het parcours nog eens te overlopen. We besloten het
zoveel mogelijk in te korten maar veel mogelijkheden daartoe waren er niet. En
omdat we uiteindelijk naar daar gereisd waren om de Ronde te rijden, namen we
er de overblijvende kasseistroken (de namen ontglippen mij) èn de hellingen als
Léberg, Berendries, Parikeberg toch maar bij.
Uiteraard is er geen
Ronde zonder Muur en Bosberg.
Dè Bosberg, ons
eindpunt, de plek waar de autos ons opwachtten. De plek ook waar Jo zn
eeuwige vriend, de sigaret opnieuw in de armen en lippen sloot.
Maar na zijn prestatie
lijkt het me de moeite om dit ook eens te proberen .
Een Bastos of
Marlboro, het mag ook iets zwaarder als afsluiting van een mooi dagje onder
ploegmaats, een perfecte training en voorbereiding op de rest van het seizoen.
Door het late
aankomstuur en met de wetenschap dat de Brusselse ring dan ook strop zit in het
achterhoofd besloten David, Jurgen, Filip en Luc om samen nog een stukje te
gaan eten alvorens het traject naar Rosmeer aan te vangen. Jammer genoeg had Jo
afspraak met de vriendin en moest ikzelf ook nog gaan trainen met onze Koen.
Doen we volgend jaar allemaal samen en hopelijk met nog enkele ploegmaats meer.
Jurgen stelde al voor
om het initiatief te herhalen bij een gelegenheid als Tilff-Bastogne-Tilff.
Waarom ook niet?
Maar zeker ook
afspraak in 2010. Boven op de Bosberg lijkt me een mooie plek.
Tussen 2 regenbuien door toch nog even de tijd nemen om onze blog aan te vullen. Er beweegt niet echt veel op de blog en dat is een beetje vergelijkbaar met de motivatie die ik momenteel tentoon spreid ..
De goesting ontbreekt voor vanalles en nog wat. Het is relatief druk op het werk maar juist daardoor zou het fietsen en trainen een uitlaatklep kunnen zijn. Blijkbaar is het niet voldoende.
Hopelijk betert het wat als de temperaturen hoger dan 15°C worden en de zon zich wat meer laat zien.
De laatste wedstrijd die ik reed was deze in Rencheux, bij Vielsalm. Mooi parcours, relatief mooie en brede wegen en een paar beklimmingen. Vooral deze naar de aankomst toe is een harde.
Van bij de eerste ronde was er al een ontsnapping van een 12-tal renners. Deze wedstrijd kennende en afgaand op het verloop van voorgaande jaren ging ik ervan uit dat alles wel snel weer bij mekaar zou komen. Verkeerd gerekend dus.
Weer zat er dus niets anders op dan zelf het initiatief te nemen en proberen naar de kopgroep te rijden. Door het goeie afstoppingswerk van 2 ploegmaats lukte het ook om een goeie 25 km te ontsnappen. In het gezelschap van de winnaar van het regelmatigheidscriterium vorig jaar liep het redelijk hard maar niet hard genoeg. Met ons 2 kwamen we geen meter korter. Erger nog, op 5 km van de streep werden we terug gegrepen door het peloton. Koers voorbij.
Met het beetje dat nog restte in de benen maakte ik er een lange sprint van met mijn nieuwe ploegmaat Eric in het wiel. Hopende dat hij nog een redelijke uitslag uit de benen kon schudden. We werden respectievelijk 28e en 39e.
Vorig weekend reed ik niet en dit weekend ga ik ook niet naar Grâce-Hollogne. Het samen moeten rijden met de As bevalt me niet. Op een parcours van 2 km en met 150 vertrekkers aan de start staan die kelk laat ik aan mij voorbij gaan.
Ik herneem normaal volgende week in Soumagne om daarna in Lessines te starten.
Hopelijk gaat de hemel dan weer een klein beetje opklaren. Letterlijk en figuurlijk.
Na maanden voorbereiding, trainingen in grijs en nat weer, in donkerte en kou, kortom een voorbereiding die met horten en stoten verliep, een trainingsplanning waarin meer aanpassingen dienden te gebeuren dan verwacht en gehoopt, kon het seizoen beginnen.
Een samengaan van al de opgesomde elementen maakte dat ik het voor mezelf niet goed zag zitten. De moral was er niet, een goeie gevoel ook niet en de goesting om eraan te beginnen al helemaal niet. Een heel bizar gevoel. Normaal wordt er uitgekeken naar het moment dat we opnieuw kunnen koersen. Maar deze keer was het anders. En dus ook redelijk schrikken.
Met een pak lood in de benen en dichtgeknepen billen trokken we dan toch naar Lens-Saint-Rémy. Een parcours waarin enkele honderden meters vals plat in voorkwam en zonder al te veel bochten. Groot was mijn verbazing dat het vanaf de eerste minuut liep zoals een nieuwe en pas gesmeerde ketting over een splinternieuw tandwiel. Rijden met de vingers in de neus heet dat. In die mate dat er (jawel!) een uitval zat aan te komen. Die kwam er ook, al was het meer om de benen eens ècht te testen en met de vrees om daarna het gelag te betalen. Maar niks daarvan. We werden uiteraard snel teruggegrepen door het peloton maar het was makkelijk om hierin terug mijn plaats te vinden. Alhoewel, hierin is misschien een verkeerde woordkeuze. Mijn plaats was de ganse wedstrijd, op die uitval na, als allerlaatste van het peloton. De onvermijdelijke aanpassing aan de nieuwe fiets en een redelijke schrik voor een valpartij. We stonden tenslotte met een groep van 69 renners en in een stralende zon (en zowaar 13°C) aan het vertrek. De wedstrijd eindigde in de verwachte groepsspurt, waarin ik me uiteraard niet mengde. Een anonieme 43e plaats in de uitslag was mijn deel.
Na die eerste stap en met het idee dat de conditie toch niet zo belabberd was als ze wel leek, vroeg dit om bevestiging. Vorige zondag, met opnieuw mooi weer maar weliswaar iets frissere temperaturen werd er opnieuw een omvangrijke groep van 66 vertrekkers de weg opgestuurd op het golvende parcours van Jeneffe-en-Condroz.
In het seizoensbegin kan je erop rekenen dat ontsnappingen uit het peloton geen lang leven beschoren zijn. De vorm van de meeste renners is vergelijkbaar en de motivatie van een nieuw seizoen helpt om iedereen het idee te geven dat hij wel kans maakt op een mooi resultaat. Jammer genoeg was de kwaal van de mindere (bijna tot nul herleide) motivatie bij mij nog niet voorbij. Ik moet me echt oppeppen om te gaan koersen, het is slepen naar de start, de goesting is er gewoon niet. Maar zoals de week ervoor, verdween dat gevoel snel, mede geholpen door het zekere gemak waarmee ik in het peloton meereed. Onvoorstelbaar dat ik me hiermee al tevreden stel, met gewoon in het peloton rijden Waar is de ambitie? Wel, om eerlijk te zijn, die is een beetje zoek. En ik hoop van die één van volgende weken terug te vinden. Misschien samen met aangenamer weer? Met een mooie uitslag?
Die mooie uitslag heb ik trouwens zondag zèlf vakkundig de nek omgewrongen. Het verloop van de wedstrijd was vergelijkbaar met die van een week geleden. Met dit verschil dat er 6 collegas konden wegraken en tot bij de groep As komen (deze waren 1 minuut voor ons gestart). Ons peloton kwam tot op 100 m maar de kloof werd niet gedicht. Jammer maar die 6 zouden we dus niet meer terug zien. Er zat niks anders op dan te proberen om me goed te positioneren voor de pelotonspurt en proberen uit te halen met een verschroeiende laatste 800 m. Het zat in de benen. Maar helaas. Ik durfde gewoon niet gebruik te maken van de halve meter vrijheid naast het peloton om erlangs te rijden en me vooraan te plaatsen. Dit zou me gegarandeerd een plaats binnen de eerste 10 opgeleverd hebben, daar ben ik quasi zeker van.
De schrik zat erin omdat ik wist dat de zijkanten van de rijweg er héél slecht bij lag. Daarenboven stonden de autos langs een kant tot vlak tegen de straat. Er was dus geen enkele uitwijkmogelijkheid. Er moest dus een zeker risico genomen worden. Ik twijfelde veel te lang. En in plaats van het risico te nemen, liet ik me terug naar achter dringen. Een 38e plaats werd mijn einduitslag.
Volgende week staat een mooie koers op grote wegen op het programma. Het enige negatieve punt in Rencheux is de gevaarlijke aankomststrook bergop. Enkele bochten waar wel elk jaar slachtoffers vallen. Het zal dus zaak zijn om vooraan de groep te blijven. Hopelijk lukt het wel een keer.
Het seizoen is weer op gang geschoten, de kop is eraf. Maar .. nog niet voor mij. Vind het nog wat vroeg. Daarbij komt nog dat de motivatie redelijk ver te zoeken is. De trainingen zijn niet helemaal verlopen zoals gepland en ik vrees dat ik nog wat tekort kom om een redelijk figuur te slaan tijdens de koers. Ik heb alleen de hoop dat de concurrentie in hetzelfde geval verkeert.
Wie er blijkbaar geen last van heeft, is mijn ploeggenoot (bij de As) Jurgen. Eerste koers en onmiddellijk eerste overwinning. Een niet zo druk bezette wedstrijd maar eigenlijk is dat van generlei belang. De afwezigen hebben ongelijk. Dit zal voor Jurgen wel een boost geven. Hopelijk betekent dit de start van een zege-rijk seizoen voor het Cycling Team 2005. Maar waarschijnlijk zal het dan wel in de A-categorie moeten gebeuren ..
Zoals al aangehaald, de eerste weken moet er niet teveel op mij gerekend worden. Het moreel lijkt het equivalent van de temperaturen; te laag voor de tijd van het jaar. Terwijl het vorig seizoen, na bijna een jaar zonder competitie, niet snel genoeg kon beginnen, vrees ik dat de competitie deze keer te vroeg zal aanvatten.
Ook lichamelijk zit ik in een dipje. De ene dag loopt de training als een trein, de volgende is het harken om gewone duurtraining af te haspelen. Als het weer het tenminste toelaat om 2 dagen na mekaar te trainen.
Ik wacht nog af, zal waarschijnlijk wel aan de startlijn staan volgende week in Lens-Saint-Rémy maar ben bang voor het eindresultaat. Mocht ik niet in staat zijn om mijn plaats in het peloton aan te houden, vrees ik dat ik er eerder de brui zal aan geven dan het normale karakter te tonen en toch uit te rijden. Al is het dan maar als intensieve training.
Met zon moral, een dito conditie (al is de basis er zeker wel) denk ik meer dan eens aan het jaartje teveel. Zoals deze winter heb ik me nog maar zelden gevoeld. Er wordt teveel nagedacht. Nadenken over de zin en onzin van je nog altijd afjakkeren op trainingen in grijs en killig weer. Het verder in de toekomst denken en je afvragen of het niet stilaan tijd wordt om je volledig op de ontluikende wielercarrière van je koersende zoon te richten.
Want ook de ket vraagt meer en meer inspanning van de ouwe. Na de eigen training nog tot 2 bijkomende uren uittrekken om met hem op pad te gaan. Wordt het niet een ietsje teveel? Hoe lang kan de rekker uitgerokken worden?
Twijfel is troef. En ik ben er nog bijlange niet uit. Voorlopig is er nog het voordeel van de twijfel. Misschien komt met de hogere temperaturen en een vleugje warmte van de zon alles wel weer goed. En liggen er nog mooie momenten te wachten.
Maar een periode zoals de voorbije maanden kruipt in de kleren. We hebben het er nog wel over.
Met de voorbereiding van Koen loopt het al bij al nog redelijk. Zijn basistrainingen vormen geen enkel probleem en worden gemakkelijk afgewerkt. Aan goesting en motivatie van Koen is er geen gebrek; hij is nog niet aangestoken door het geen goesting-virus van zijn vader.
We werken volgens ons gevoel, met een degelijke planning, nog altijd op langere termijn en laten ons niet opjagen. Alles op zn tijd voor Koen.
Een laatste jaar als aspirant het vraagt al wat meer inspanning. De gedachten gaan af en toe al eens uit naar het volgende seizoen. Nu al. Het lijkt wel een mooi vooruitzicht om eens grotere koersen te rijden, af en toe een selectie proberen af te dwingen voor een meerdaagse waarom niet?
Maar eerst dit jaar zonder kleerscheuren doorkomen. De groei gaat rustig verder en kan nog zonder al te veel pijn opgevangen worden. Doordat Koen af en toe last begint te krijgen van de onderrug, dè kwaal van wielrenners hebben we beslist om een fietsanalyse te laten uitvoeren. Hier en daar een aanpassing van de fiets en/of fietspositie dringt zich misschien wel op.
Dit staat gepland voor 26 maart. Ruim op tijd dus om de laatste weken naar de competitiehervatting met een gerust gemoed aan te pakken.
Regen, sneeuw, koude, .. Het winterweer heeft lelijk huis gehouden deze keer. Niet alleen op de wegen, waar de trottoirs en fietspaden het weer hard te verduren kregen . Op dat punt is er in 2009 nog niet veel veranderd; voetgangers en (vooral) fietsers werden al stevig aan hun lot overgelaten. Op fietspaden werd pas laat of helemaal niet gestrooid, putten in het wegdek bleven zo mooi verborgen onder een laagje en voor de durvers kregen de trainingen dus een mooie extra uitdaging. In deze periode is het ook weer afwachten of er gemeenten zijn die er het nut van inzien om veegmachines in te zetten om fietspaden van allerhande vuiligheid te verlossen. Heel waarschijnlijk wordt dit ijdele hoop. Maar het jaar is nog jong, misschien heeft hier of daar iemand het licht gezien. Het is tenslotte een verkiezingsjaar, niet? Hoop doet leven.
Ook trainingsplannen werden grondig overhoop gehaald. Het is echt niet aangenaam om kilometers te malen in temperaturen ver onder het vriespunt, gesteld dat er dan nog kan gereden worden op ondergesneeuwde wegen. Neen, dat is niet meer voor mij weg gelegd.
Alternatieven zijn: lopen, fitness en het saaie maar sportspecifieke rijden op de rollen.
Maar in deze periode is het uiteindelijk zaak om een goeie basis te leggen en stilaan toe te werken naar intensievere momenten.
Wel, dat is er dus nog niet helemaal van gekomen. En wel zo dat ik voor mezelf al beslist heb om het seizoen een week later te starten. Hopelijk is het haalbaar. Alles moet dan wel wat meezitten. Eerlijk gezegd ontbreekt het mij momenteel aan moral en een beetje goesting. Dit keer zit het niet echt snor. Maar ook hier mogen we de hoop nog niet laten varen, zeker?
Voor Koen liggen de zaken anders. Hij heeft zich tot de jaarwisseling kunnen uitleven op de mountainbike (samen met de papa de bossen onveilig maken) en het lichaam weer kunnen klaarmaken voor de langere trainingen die er aan komen. Want dit jaar ligt de lat weer iets hoger. Er staan hem wedstrijden te wachten van 35 km (in plaats van de 25 km van vorig seizoen) en tegen het einde van de vakantie zelfs van 50 km.
Een goeie basis is dus noodzakelijk, uithouding onontbeerlijk en kracht wenselijk.
Het probleem van de groei, zowel in grootte en gewicht is van langdurige aard. Met andere woorden, er is nog niets veranderd. We weten dus nu al dat het weer een slopend jaar zal worden. Zowel wat de voorbereiding betreft (want langere en intensievere trainingen) als wat wedstrijden aangaat.
Hij is nu een goeie week ziek geweest (griep), heeft hierdoor zijn wintervoorbereiding moeten afbreken en een geplande cross aflassen maar is ondertussen opnieuw klaar om te werken. Hopelijk wil het weer ook een beetje mee zodat de saaie binnentrainingen kunnen afgewisseld worden met tochten in open lucht. Stukken aangenamer dan uren op de rollen doorbrengen.
Wij wensen al onze supporters, sponsors en sympathisanten een gelukkig en gezond 2009 toe!
Koen zal in 2009 rijden als aspirant 14 jaar en nog 1 jaar uitkomen voor Olympia Tienen. Gert doet er nog een jaartje bij als Master B voor Cycling Team 2005.
Hopelijk kunnen we ook in 2009 rekenen op jullie steun.
Geef je e-mail adres op en klik op onderstaande knop om je in te schrijven voor de mailinglist. Vanaf dat moment krijg je elke keer een mailtje wanneer er een nieuw bericht op dit blog verschijnt. Dankjewel!
Wil u ons steunen?
Dankzij enkele fantastische sponsors kunnen we jullie een body/fleece aanbieden ter aanmoediging van onze jongste renner. Stuur even een mailtje met je kledingmaat en voor de prijs van 20 € krijg je een prachtige fleece in de plaats! Dank je!