Na maanden voorbereiding, trainingen in grijs en nat weer, in donkerte en kou, kortom een voorbereiding die met horten en stoten verliep, een trainingsplanning waarin meer aanpassingen dienden te gebeuren dan verwacht en gehoopt, kon het seizoen beginnen.
Een samengaan van al de opgesomde elementen maakte dat ik het voor mezelf niet goed zag zitten. De moral was er niet, een goeie gevoel ook niet en de goesting om eraan te beginnen al helemaal niet. Een heel bizar gevoel. Normaal wordt er uitgekeken naar het moment dat we opnieuw kunnen koersen. Maar deze keer was het anders. En dus ook redelijk schrikken.
Met een pak lood in de benen en dichtgeknepen billen trokken we dan toch naar Lens-Saint-Rémy. Een parcours waarin enkele honderden meters vals plat in voorkwam en zonder al te veel bochten. Groot was mijn verbazing dat het vanaf de eerste minuut liep zoals een nieuwe en pas gesmeerde ketting over een splinternieuw tandwiel. Rijden met de vingers in de neus heet dat. In die mate dat er (jawel!) een uitval zat aan te komen. Die kwam er ook, al was het meer om de benen eens ècht te testen en met de vrees om daarna het gelag te betalen. Maar niks daarvan. We werden uiteraard snel teruggegrepen door het peloton maar het was makkelijk om hierin terug mijn plaats te vinden. Alhoewel, hierin is misschien een verkeerde woordkeuze. Mijn plaats was de ganse wedstrijd, op die uitval na, als allerlaatste van het peloton. De onvermijdelijke aanpassing aan de nieuwe fiets en een redelijke schrik voor een valpartij. We stonden tenslotte met een groep van 69 renners en in een stralende zon (en zowaar 13°C) aan het vertrek. De wedstrijd eindigde in de verwachte groepsspurt, waarin ik me uiteraard niet mengde. Een anonieme 43e plaats in de uitslag was mijn deel.
Na die eerste stap en met het idee dat de conditie toch niet zo belabberd was als ze wel leek, vroeg dit om bevestiging. Vorige zondag, met opnieuw mooi weer maar weliswaar iets frissere temperaturen werd er opnieuw een omvangrijke groep van 66 vertrekkers de weg opgestuurd op het golvende parcours van Jeneffe-en-Condroz.
In het seizoensbegin kan je erop rekenen dat ontsnappingen uit het peloton geen lang leven beschoren zijn. De vorm van de meeste renners is vergelijkbaar en de motivatie van een nieuw seizoen helpt om iedereen het idee te geven dat hij wel kans maakt op een mooi resultaat. Jammer genoeg was de kwaal van de mindere (bijna tot nul herleide) motivatie bij mij nog niet voorbij. Ik moet me echt oppeppen om te gaan koersen, het is slepen naar de start, de goesting is er gewoon niet. Maar zoals de week ervoor, verdween dat gevoel snel, mede geholpen door het zekere gemak waarmee ik in het peloton meereed. Onvoorstelbaar dat ik me hiermee al tevreden stel, met gewoon in het peloton rijden
Waar is de ambitie? Wel, om eerlijk te zijn, die is een beetje zoek. En ik hoop van die één van volgende weken terug te vinden. Misschien samen met aangenamer weer? Met een mooie uitslag?
Die mooie uitslag heb ik trouwens zondag zèlf vakkundig de nek omgewrongen. Het verloop van de wedstrijd was vergelijkbaar met die van een week geleden. Met dit verschil dat er 6 collegas konden wegraken en tot bij de groep As komen (deze waren 1 minuut voor ons gestart). Ons peloton kwam tot op 100 m maar de kloof werd niet gedicht. Jammer maar die 6 zouden we dus niet meer terug zien. Er zat niks anders op dan te proberen om me goed te positioneren voor de pelotonspurt en proberen uit te halen met een verschroeiende laatste 800 m. Het zat in de benen. Maar helaas. Ik durfde gewoon niet gebruik te maken van de halve meter vrijheid naast het peloton om erlangs te rijden en me vooraan te plaatsen. Dit zou me gegarandeerd een plaats binnen de eerste 10 opgeleverd hebben, daar ben ik quasi zeker van.
De schrik zat erin omdat ik wist dat de zijkanten van de rijweg er héél slecht bij lag. Daarenboven stonden de autos langs een kant tot vlak tegen de straat. Er was dus geen enkele uitwijkmogelijkheid. Er moest dus een zeker risico genomen worden. Ik twijfelde veel te lang. En in plaats van het risico te nemen, liet ik me terug naar achter dringen. Een 38e plaats werd mijn einduitslag.
Volgende week staat een mooie koers op grote wegen op het programma. Het enige negatieve punt in Rencheux is de gevaarlijke aankomststrook bergop. Enkele bochten waar wel elk jaar slachtoffers vallen. Het zal dus zaak zijn om vooraan de groep te blijven. Hopelijk lukt het wel een keer.
11-03-2009 om 14:21
geschreven door Koen en Gert 
|