Klaar voor een uitgebreid exposé over de voorbije dagen?
Het was me weer een weekendje. Er werden lekkere temperaturen voorspeld, hier en daar werd wel gesproken over de kans op onweer maar het zou zeker een aangenaam weekend worden. De examens zijn voor de meeste studenten achter de rug, de eerste vakantiegangers zijn op ontdekkingstocht naar het buitenland en het professionele wielerpeloton legt de laatste hand aan de voorbereiding voor de Tour.
Voor ons pelotonnetje van jonge welpen en iets oudere leeuwen op hun retour lag er een drukke zaterdag- en zondagmiddag in het verschiet.
Een koers in het golvende en groene landschap van Emptinne (Ciney) op zaterdag en voor degenen die er dan nog niet genoeg van kregen lag er nog een zware omloop te wachten in Herstal op zondag. De omloop in Herstal werd iets of wat hertekend door wegenwerken; het werd iets minder zwaar maar onvoorstelbaar gevaarlijk door eilandjes midden op de straat en wegversmallingen op alle mogelijke plaatsen. Ook de wind eiste een hoofdrol op. Maar daarover straks meer.
De koers van zaterdag was nieuw voor mij. Een gedeelte van het parcours kende ik doordat Koen hier vorig jaar één van zijn zwaarste omlopen (en ook zichzelf
) tegenkwam maar zelf had ik hier nog niet gereden. Het bleek een prachtig circuit (voor de insiders: vergelijkbaar met Gouvy en Limes), de helft op de grote steenweg maar hier werden we perfect begeleid door motoren van politie en andere vrijwilligers.
Golvend over 5 km, een helling aan 4 à 5 % over anderhalve km, gevolgd door een lange afdaling en een oplopend stuk naar de aankomst.
Het benengevoel was niet slecht en dus mocht er gekoerst worden. Mijn aanval na 10 km mocht niet doorgaan, evenals een 2e poging in de ronde erna. En dan werd het plafond blijkbaar weer grandioos bereikt. Dit betekent dat het met mij, na een intensieve inspanning snel bergaf gaat. Ik kan de ingezette inspanning niet volhouden, blokkeer en heb dan moeite om een voorbijkomend peloton te volgen. Bizar en stilaan een frusterende en zeer demotiverende gewoonte. Het kostte mij een berg moeite om tijdens de afdaling (tot 3 keer toe) terug tot bij het peloton te sprinten.
Het bevestigd enkel mijn gevoel van de laatste weken: de te vlugge vermoeidheid tijdens de wedstrijd, het blokkeren, het vierkant draaien,
. Dit kan niet meer normaal zijn en zal hoogstwaarschijnlijk zijn oorzaak vinden in het nog steeds niet optimaal functioneren van schildklier en de productie van de zo noodzakelijke hormonen. Op 24 juli heb ik een afspraak vastgelegd met een specialist op dit gebied. Hopelijk kan hij mij verder helpen want zo kan het niet verder.
Terug naar de koers voor een volgend en ook steeds weerkerend fenomeen: als het parcours het toelaat, kom ik er altijd toch weer even door. Dit geluk had ik dit keer; het was niet de zware koers waar ik me op ingesteld had. Ik kreeg het dus toch nog gedaan om een inspanning te leveren en het pelotonnetje verder uit te dunnen. Uiteindelijk mochten we met 4 sprinten voor een 11e plaats. Mijn uitslag werd dan ook 14e. Inderdaad, de laatste van de 4.
De koers werd nog ontsierd door een verschrikkelijke valpartij vlak vòòr mij (gelukkig een beetje op de zijkant). Georges Hauterat raakte nogal ongelukkig de renner naast hem en viel (tijdens de afdaling en tegen 60 km/u!). Een achterkomer reed vol op hem en maakte zon buiteling dat hij het peloton bijna in één vloeiende beweging voorbij vloog.
Een mooie salto, rijp voor een podium in Peking eindigde op het asfalt en uiteindelijk in de ambulance. Het blijft een schrikwekkend beeld om een collega met een deken over het lichaam (tegen afkoeling) tijdens de volgende ronde voorbij te snellen met de gedachte dat hij gewoon pech heeft gehad. Bij de gedachte aan dit moment komt het kippenvel nog steeds op armen en benen.
Nadat ik na de inzinking nog dacht aan afstappen (jawel, zo diep zat het!) en recupereren voor s anderendaags had ik tòch weer de moed (tegen beter weten in, zoals later zou blijken) om er in Herstal nog eens in te vliegen.
Daar werd het uiteindelijk weer een kalvarietocht
..
Zoals gezegd, op naar Herstal op zondag. Een volledige wijk getooid met Italiaanse en Spaanse vlaggen. De 2 ploegen die later op de avond hun kwartfinale op het EK voetbal mochten spelen. Een sterke Spaanse furie haalde het van een uitgebluste en fel overroepen Squadra Azurri. Zou het niet beter zijn om een goeie kapper in de staf van de Italiaanse ploeg op te nemen? Haarbandjes allerhande en in alle kleuren konden niet weerhouden dat het haar van de Italianen blijkbaar nòg teveel in de ogen hing. Nadat ze zich al met enorm veel moeite en dankzij het falen van andere tegenstanders geplaatst hadden voor deze kwartfinale werden ze oververdiend uitgeschakeld. Statistieken en onrustwekkende gewoontes tijdens vroegere tornooien ten spijt, slaagde de Spaanse armada erin om, via strafschoppen de halve finale te bereiken. Daar ligt een brok Russische kracht te wachten.
Juist die kracht is mij niet gegund. Niet alleen lijkt 2 dagen na mekaar koersen niet meer voor mij weggelegd, zelf 2 keer per maand is me teveel aan het worden. Het blijft maar aanmodderen. Soms vraag ik me echt af waar ik mee bezig ben?
En ook: waar zijn anderen mee bezig?
Na de bijna-doodservaring na de val van gisteren maakte mijn collega-renner en latere winnaar van vandaag korte metten met de concurrentie. Van kort na de start ging hij er vandoor, haalde de 1 minuut voor ons gestarte A-renners in en maakte daar in de kopgroep nog het mooie weer. Blijkbaar maakt zon verschrikkelijke val zoveel kracht en adrenaline vrij dat er geen houden meer aan is. Zou dit het ideale recept zijn om overwinningen te boeken? Of is er meer aan de hand? Wie zal het zeggen.
De commentaren in de wandelgangen laten niet veel aan de verbeelding over, er wordt openlijk over onregelmatigheden gesproken. Gevaarlijk maar niet onlogisch. Ook hier geldt het cliché dat niemand schuldig is vooraleer er bewijs is van het tegendeel. Maar hoe kan er bewijs geleverd worden zonder afdoende controles?
Een goed gevoel in de benen tijdens de opwarming kon de angst voor het aartsgevaarlijke parcours niet opzij dringen. De gedachte aan de valpartij van gisteren spookte nog door het hoofd. Ik was dan ook een bevoorrechte getuige geweest.
Ook de officiëlen hadden oog voor de graad van gevaarlijkheid van dit parcours want zij beslisten tot 1 verkenningsronde achter de wagen
..
En wat gebeurt er tijdens de eerste ronde van de wedstrijd. Inderdaad, een valpartij, veroorzaakt door geweldige onvoorzichtigheid van een renner wiens stuurmanskunst zelden eerder vertoond werd (tenzij door een gepensioneerde chauffeur, mèt pet en 5 kentekens op de nummerplaat op een mooie zaterdagmiddag op weg naar de Colruyt).
Bij mij zonk de moed nog meer in de schoenen en het werd me snel duidelijk dat het zaak was om vooraan of alleen ergens tussenin te gaan koersen.
Aangezien het zaakje vooraan al mooi geregeld was, bleef alleen de mogelijkheid over om tussenin te gaan hangen. Met deze mooie maar tot mislukken gedoemde poging werd weer een beste persoonlijke jaarprestatie bereikt wat behaalde hartslag betreft. De 197 bpm werd vlot gehaald. En dan besef je snel wat je te wachten staat als er zich niet vlug enige hulp van andere renners aanbiedt. Alleen een zuurstofmasker kan dan nog redding brengen.
Aangezien dit artikel niet onmiddellijk ter beschikking was, lag mijn lot in de handen van mijn concurrenten. Maar zij bleven redelijk samen en het gat werd na een 10-tal km gedicht. En mijn keel was ongeveer hetzelfde lot beschoren; tamelijk dicht.
Niet verbazend bij 29 °C. Volgers van deze site weten ondertussen dat koersen bij zulke temperaturen geen specialiteit is van zowel senior als junior Deno.
Wat te vrezen was, gebeurde ook. Het zuurstofpeil in de benen had de rode alarmstreep bereikt en het aanklampen kon beginnen.
Telkens de groep van een tiental man stilviel kon ik weer aansluiten. Tot de volgende versnelling. En dan breekt de veer toch een keertje. Alle kracht verdween als sneeuw voor de zon.
Met een zere onderrug, geweldig vermoeide benen en volledig uitgeput was ik eigenlijk heel gelukkig dat ik de laatste ronde niet meer moest volmaken. Ik werd uit mijn lijden verlost. Aan opgeven heb ik echter geen moment gedacht, dan nog liever van de pijn en ontgoocheling van mijn fiets vallen.
Maar is het dat wel allemaal waard? Als ik zie wat er rondom mij gebeurt en analyseer op welk niveau anderen koersen, stel ik mij serieuze vragen.
Maar wie ben ik?
En hoe ik me voel na zon weekend?
Op dit ogenblik redelijk gebroken en uitgeput. Ik kan jullie vertellen dat er deze week niet erg veel aan de fiets geraakt zal worden. Tenzij om hem op de auto te hangen en op vakantie te vertrekken.
Hopelijk vind ik daar nog een beetje moed om af en toe de voorziene trainingen van Koen uit te breiden met een extra aantal kilometers.
Ik hou jullie op de hoogte.
Van aan het zuurstofmasker groet ik jullie,
Tot binnenkort.
23-06-2008 om 14:44
geschreven door Koen en Gert 
|